Dinsdag 2 mei 2023
Eindelijk rust                                                                                                                  

Toen ze in ons verpleeghuis werd opgenomen was ze woest. Op haar familie, de artsen en alles wat bij ons een naambordje droeg had het gedaan. Het lukte me een paar keer om haar hart eens goed te luchten bij een kop koffie of thee. En als ze onderweg naar het restaurant mij begon te beschuldigen stelde ik voor om het maar een andere keer te doen omdat ik haar niet hielp als ze steeds bozer werd op mij. Dat vond ze zelf eigenlijk ook wel en dan was een goed gesprek wel mogelijk.

Het is een paar weken later en ze blokkeert de voordeur omdat ze naar buiten wil maar de code niet weet. Wie haar probeert over te halen om daar weg te gaan, krijgt een sneer want ze laat zich niets op de mouw spelden. Ik doe alsof ik haar toevallig tegenkom en zeg: ‘Dag mevrouw T, taid niet zien. Maar eh… waar is uw rollator?’ ‘Rollator?’ Mevrouw kijkt zoekend om zich heen. ‘Kom maar, ‘ zeg ik, en geef haar zachtjes een arm. ‘Dan gaan we hem even samen zoeken.’ Ik neem haar mee naar haar kamer en onderweg komen we haar rollator in de gang tegen. Ze is blij dat ze hem weer heeft want het loopt veel makkelijker. Omdat ze erg moe toont en bijna omvalt, stel ik voor dat ze even op bed gaat liggen. Met enige begeleiding lukt het om haar ontspannen op haar rug te laten liggen. Ze doet haar ogen dicht. ‘Doe maar net alsof u lekker op het strand ligt,’ zeg ik. ‘Het zonnetje schijnt warm op uw gezicht en u hoeft helemaal niets…’ Een paar minuten later is ze in diepe slaap, pas dan loop ik op kousenvoeten haar kamer uit. Twee dagen later hoor ik dat mevrouw T is overleden.