Weblog

Herkennen
Dinsdag 20 augustus 2024

In gesprekken met mensen met dementie wil ik graag voorkomen dat ze het gevoel hebben om te falen omdat ze iets niet meer weten, want dat gebeurt hen toch al dagelijks. Zij hebben ons niet nodig om dat nog eens extra ingewreven te krijgen. Maar hoe pak je dat aan? Dit mocht ik leren van mevrouw F:

Op de psychogeriatrische afdeling ligt mevrouw F. de hele dag op bed. Een met haar meelevende verzorgende polst mij om haar te gaan bezoeken. Als ik met mevrouw kennismaak, is ze welwillend en vriendelijk. Ik stel mezelf voor als bezoekvrijwilliger en bied aan haar wekelijks een bezoekje te brengen voor de gezelligheid. Ze reageert enthousiast dat ik haar na de Kerstdagen maar even moet bellen. Ik ga meteen akkoord. Twee dagen later is mijn eerste bezoek aan haar want Kerst is een half jaar verder maar daar ga ik haar natuurlijk niet mee lastigvallen. Ik kom naast haar bed zitten en zie een foto op haar nachtkastje staan. Zelf ziet ze die niet vanwege de stand van het bed, dat zo is neergezet dat ze altijd kan zien wie er binnenkomt. Ik laat de foto aan haar zien en ze kijkt er belangstellend maar neutraal naar, zoals je naar een foto in een tijdschrift kijkt. Het blijft even stil. ’Wat kijkt deze man vrolijk,’ zeg ik. ‘Hij kijkt vast naar u!’ Dat vindt ze een goede mop. Waarop ik zeg: ‘Ik dacht even dat dit uw man is.’ Waarna ze me stralend aankijkt en uitroept: ‘Maar dat ís hij ook!’

 

Worden gezien
Dinsdag 18 juni 2024

Mevrouw B bezoek ik al een aantal jaren in haar eigen kamer op de psychogeriatrische afdeling. Ze is al bijna honderd jaar. Of ze me herkent is niet altijd duidelijk. Meestal kom ik na even op de deur kloppen rustig bij haar zitten en maak pas contact als ze zover is. Want ze is vaak nog wat aan het doezelen of dagdromen. Pas wanneer ze me opmerkt en aankijkt lach ik haar toe en begroet haar. Dan kan ik aan haar reactie zien of ze dit prettig vindt of dat ze vermoeid haar ogen weer dicht doet. Meestal kijkt ze blij en zegt: ‘Daar ben je weer…’ en dat kan ook meteen omslaan in volschieten met tranen, juist omdát ze zo blij is. Alsof het missen al begonnen is voordat ik vertrek. Als ze zich verontschuldigt zeg ik dat ik ook wel eens huil en dat we onze tranen niet voor niets gekregen hebben. Geen afleiding, betutteling of oordeel. Ze begint te vertellen over iets dat is gebeurd. Ik kan er geen touw aan vastknopen maar luister zo goed als ik kan en laat merken dat ik met haar meeleef. En dan is het tijd om weer te gaan. Zo verward als haar verhaal overkwam, zo rustig en helder kijkt ze me opeens aan en zegt: ‘Dank je wel dat je mij bezocht hebt.’
En nu is het mijn beurt om een zakdoek te pakken.

 

Niet te tellen
Dinsdag 12 maart 2024

Er zijn ontelbaar veel woorden of uitdrukkingen die verwijzen naar tellen. Tel uit je winst, uitgeteld, tel je zegeningen. Een van die zegeningen is dat we kunnen tellen. Wanneer je dementie krijgt kun je dat vermogen geleidelijk kwijtraken. In het begin lukt het nog wel met ondersteuning, gelukkig maar. In een later stadium wordt rekenen te complex en daar heeft iedereen zo zijn of haar eigen oplossingen voor. In het woonzorgcentrum bezoek ik een mevrouw die op bed ligt. Ze is blij om me te zien, gaat er eens lekker voor liggen en vraagt opeens: ‘Wil jij wat droppies voor me kopen?’ Dan pakt ze mijn hand, tikt er een paar keer met haar vingers in en zegt: ‘Hier heb je wat geld, dan kun je betalen.’ Ik ga hier natuurlijk heerlijk in mee en bezorg haar via een lieve collega een paar lekkere dropjes, waar ze erg van geniet.

In dezelfde week hoor ik het volgende verhaal over dit onderwerp: er werd een informatie bijeenkomst gehouden over vergeetachtigheid. In de pauze liep een van de organisatoren naar een mevrouw en zei: ‘Wat fijn dat u gekomen bent. Ik zag dat u heel aandachtig luisterde. Heeft u veel met vergeetachtigheid te maken?’ Mevrouw keek de man ernstig aan en antwoordde: ‘Nou, weet u wat het is? Ik kan de namen van mijn kléinkinderen niet meer uit elkaar houden.’ ‘Ach, wat vervelend voor u,’ was het antwoord. ‘Hoeveel kleinkinderen heeft u?’ Mevrouw: ‘Twintig!’

 

Onverdeelde aandacht?
Dinsdag 6 februari 2024

Wekelijks bezoek ik mevr. F. in het woonzorgcentrum waar zij een kamer heeft op een afdeling voor mensen met dementie in verschillende stadia.
Als ze zich goed genoeg voelt, lopen we samen naar het restaurant voor een warme chocolademelk met slagroom. Vandaag heeft ze er echt zin in en blij gaat ze aan het tafeltje zitten waar ik onze consumpties heb neergezet.

En dan gebeurt het… een andere mevrouw van haar afdeling komt bij ons tafeltje en gaat pal tegenover ons zitten. Ze begint onafgebroken tegen ons te praten want een beetje gezelligheid, wie heeft daar nou geen behoefte aan?

Ik zie mevr. F. verstrakken en in zichzelf terugtrekken. Ze leeft vaak in het verleden waar mensen niet aardig voor haar zijn geweest en ze voelt zich heel snel bedreigd als mensen te dichtbij komen. Het is duidelijk dat voor haar de lol eraf is en de andere mevrouw praat rustig door of er niets aan de hand is. Wat nu? De mevrouw wegsturen heeft geen zin want dat begrijpt ze niet en dat is ook niet aardig.

In een opwelling bied ik deze mevrouw mijn glas limonade aan, wat ze met plezier aanvaardt. Dan vraag ik aan mevr. F. of ze het op prijs stelt als we naar haar eigen kamer gaan. Opgelucht stemt ze toe, ik help haar overeind en ik neem haar kop choco mee.

In haar gang aangekomen, lopen twee medebewoners van die gang met ons mee en dan ontstaat eenzelfde soort situatie want ze willen mee naar binnen als mevrouw F. haar kamer in gaat. Ik laat haar met haar rollator naar binnen gaan, zeg dat ik zo bij haar kom en sluit rustig de deur met mijn dopsleutel. Met de chocomel nog in mijn handen ga ik ongeveer in het midden van de gang staan en kijk onderzoekend naar het grote plein aan het eind van de gang. De meneer en mevrouw die ik al vriendelijk gegroet had, zien mij telkens die kant op kijken en zetten koers naar het plein. Dan loop ik snel naar mevr. F. die weer helemaal vrolijk is als we verder gaan waar we in het restaurant gebleven waren.

Ik ben erg blij dat ik niemand vervelend heb moeten bejegenen en dat het bezoek toch een succes is geworden, al was het met een grote omweg!

 

Hèèèèèèèlp!
Dinsdag 2 januari 2024

Soms kom je in een woonzorgcentrum in situaties terecht die je van tevoren niet kunt bedenken. En wat kun je dan het beste doen, of beter nalaten? In het volgende verhaal heb ik dit kunnen oefenen dankzij mevr. W.

Les 1: Altijd rustig blijven!

Als ik bij mevr. W kom staat haar hoofd niet naar bezoek. In dit geval haar been.             Daar is iets mee. Wat het is, daar kan ik geen wijs uit worden maar zeker is dat het zeer doet. Ik vraag haar of ze de alarmknop al heeft geprobeerd. Dat heeft ze en de zuster zei: ‘Ik kom zo.’ ‘Ja,’ zegt mevrouw vilein, ‘met een hele lange oooooooo!’ Ik weet dat dit geen recht doet aan de zorgprofessionals want ze komen wel degelijk helpen, het lijkt alleen extra lang te duren als je alleen maar ligt te wachten…
Mevrouw overlegt zakelijk met mij of schreeuwen misschien een optie is. Ze haalt diep adem en laat een lang aangehouden hoge gil horen. Ik verzeker haar dat het een indrukwekkende gil is en dat het ook vast een goed idee is als ik hulp voor haar ga halen. Een gang verderop vertel ik aan een broeder wat er aan de hand is. Ondertussen is de opgeroepen zuster al bij mevrouw en als ik naar binnen mag ligt mevr. W er met een brede lach bij. In een veel betere houding, haar bed is opnieuw opgemaakt en haar been doet geen pijn meer. ‘Ja,’ zegt ze stellig, ‘ze zorgen hier heel goed voor me, hoor!’

 

Goed luisteren is een kunst:

Hand in hand
Dinsdag 12 december 2023

Als ik in ons woon-zorg centrum een meneer en mevrouw heb teruggebracht van een zingevingsbijeenkomst met de geestelijk verzorger, zie ik op hun afdeling mevr. S op een bank zitten, terwijl ze met een lege blik voor zich uit zit te staren. Ik kijk op de klok, die bevestigt dat het lunchtijd is op de afdeling waar mevr. S woont. Ik nodig haar uit om een broodje te komen eten en biedt haar mijn arm aan om overeind te komen. Ik hoef me niet voor te stellen want ze kent mij al een paar jaar van gezicht en ik zie aan haar ogen en doorbrekende lach om haar mond dat ze me herkent. Terwijl we op ons gemak hand in hand over de lange gang lopen, vraag ik naar haar kinderen (ik bedoel de poppen die ze altijd met toewijding verzorgt). Ze maken het volgens haar goed en vlak daarna geeft ze opeens twee kleine, snelle kneepjes in mijn hand. Ik geef onmiddellijk twee kneepjes terug, waarna ze abrupt blijft staan en me met grote ogen aankijkt. Mijn ogen worden net zo groot en dat maakt ons zo aan het lachen dat we gierend als pubers haar afdeling bereiken. Dit zijn de gouden momenten, als vrijwilligerswerk niet als werk aanvoelt…

 

 

Zoek de verschillen
Dinsdag 17 oktober 2023

Als ouderen vroeger steeds vaker de weg kwijtraakten werden ze ‘kinds’ genoemd. Tegenwoordig weten we allemaal (mag ik hopen) dat mensen die getroffen worden door de hersenziekte dementie, zoveel en zo lang mogelijk als een gewoon mens behandeld willen worden. Vriendelijkheid, beleefdheid, geduld, respect. Zo kan het gaan:

1-
In het verpleeghuis loopt mevr. S. door de gang met een babypop in haar armen. Ze koestert ‘haar’ kind en stelt het met zachte stem voortdurend gerust. Is deze mevrouw terug in haar kindertijd? Of is ze in haar beleving weer de kersverse moeder die ze ooit was? Een vrouw van middelbare leeftijd loopt met forse tred recht op haar af. Mevrouw S. schrikt. Mevrouw S. wordt uitgenodigd om mee te gaan doen met kegelen, een verdieping lager. ‘Kom maar, laat die pop nou maar hier,’ zegt deze begeleidster haastig (kegelen begint al bijna en het duurt haar allemaal al veel te lang). De pop verdwijnt met haar armpjes en beentjes omhoog in een kinderwagen ergens verderop en mevrouw loopt beduusd mee. Ze komen te laat.

2:
In het verpleeghuis loopt mevr. S. door de gang met een babypop in haar armen. Een vrouw loopt rustig naar haar toe en kijkt haar glimlachend aan. Mevrouw S. glimlacht terug en kijkt de vrouw afwachtend aan. ‘Dag mevrouw S. Wat kijkt uw kindje blij uit haar ogen!’ Mevrouw S. begint te stralen en geeft de pop een extra kusje. De vrouw: ‘Ik zal mij even voorstellen: ik ben C… en ik kom u vragen of u zin heeft om mee te doen met kegelen. Gaat u met me mee?’ Uitnodigend biedt ze haar arm aan. Mevrouw S. wil wel meegaan maar kijkt toch wat onrustig naar de pop. ‘U mag uw kindje meenemen, hoor!’ zegt C… lachend. En vrolijk stappen ze met z’n drieën naar de lift. Ze komen ruim op tijd binnen en het is voor mevr. S. heel gezellig tijdens het kegelen omdat de pop van verschillende kanten liefdevolle aandacht krijgt.

 

 

Dinsdag 22 augustus 2023
Ongewenst bezoek

Wekelijks bezoek ik mevr. S. In haar beleving is zij nog klein en moet zij buiten goed uitkijken, omdat een groepje pestkoppen het op haar gemunt heeft. Ze kijkt bezorgd langs me heen naar de gang. ‘Ik hoop maar dat die akelige meiden weggegaan zijn.’ Ze vertelt me dat ze bang is dat ze in haar kamer komen. ‘O nee hoor,’ zeg ik met een stalen gezicht. ‘Ik heb ze weggestuurd. Ze mogen hier absoluut niet meer komen en dat laten ze voortaan wel uit hun hoofd! We hebben ze naar de overkant van het kanaal gestuurd en daar staan ze nu, midden tussen de koeien!’ Mevrouw begint ondeugend te lachen en zegt: ‘En dan gaan die staarten omhoog en…’ ‘FLATSJ!’ roepen we allebei vrolijk. Als ik weer vertrek heeft ze nog steeds pret. Hebben wij die pestkoppen even mooi een poepie laten ruiken!

 

Dinsdag 2 mei 2023
Eindelijk rust                                                                                                                  

Toen ze in ons verpleeghuis werd opgenomen was ze woest. Op haar familie, de artsen en alles wat bij ons een naambordje droeg had het gedaan. Het lukte me een paar keer om haar hart eens goed te luchten bij een kop koffie of thee. En als ze onderweg naar het restaurant mij begon te beschuldigen stelde ik voor om het maar een andere keer te doen omdat ik haar niet hielp als ze steeds bozer werd op mij. Dat vond ze zelf eigenlijk ook wel en dan was een goed gesprek wel mogelijk.

Het is een paar weken later en ze blokkeert de voordeur omdat ze naar buiten wil maar de code niet weet. Wie haar probeert over te halen om daar weg te gaan, krijgt een sneer want ze laat zich niets op de mouw spelden. Ik doe alsof ik haar toevallig tegenkom en zeg: ‘Dag mevrouw T, taid niet zien. Maar eh… waar is uw rollator?’ ‘Rollator?’ Mevrouw kijkt zoekend om zich heen. ‘Kom maar, ‘ zeg ik, en geef haar zachtjes een arm. ‘Dan gaan we hem even samen zoeken.’ Ik neem haar mee naar haar kamer en onderweg komen we haar rollator in de gang tegen. Ze is blij dat ze hem weer heeft want het loopt veel makkelijker. Omdat ze erg moe toont en bijna omvalt, stel ik voor dat ze even op bed gaat liggen. Met enige begeleiding lukt het om haar ontspannen op haar rug te laten liggen. Ze doet haar ogen dicht. ‘Doe maar net alsof u lekker op het strand ligt,’ zeg ik. ‘Het zonnetje schijnt warm op uw gezicht en u hoeft helemaal niets…’ Een paar minuten later is ze in diepe slaap, pas dan loop ik op kousenvoeten haar kamer uit. Twee dagen later hoor ik dat mevrouw T is overleden.

 

Doe mij maar gewone thee en een panty
Dinsdag 21 maart 2023

Op woensdagmorgen bezoek ik in het verpleeghuis altijd een mevrouw die weinig of geen bezoek krijgt. Dit doe ik nu al meer dan een jaar en ik weet bij haar precies de do’s en don’ts , dat scheelt een hoop gedoe. Als zuster N. voorstelt om met mij naar het restaurant te gaan voor een kopje thee en een bezoek aan het winkeltje, pakt ze blij haar en mijn handen en knikt hevig ‘Ja!’ Even later ga ik met haar in de rolstoel op pad. Ze geniet van alles wat ze tegenkomt en helemaal met volle teugen van haar glas ‘gewone’ pickwick thee, waar het zakje in blijft hangen tot de laatste druppel want slappe thee, daar moet je bij haar niet mee aankomen. Tot slot scoren we een mooie lichtblauwe panty in het winkeltje en heeft ze nog een vrolijk gesprekje met een mevrouw die het rek met bloesjes staat te bewonderen. Ik speel voor tolk want ze verstaan elkaar niet en mijn vrije vertalingen zorgen voor hilariteit en een grote glimlach naar elkaar toe. ‘Ze vindt het heel leuk om u te ontmoeten!!!’ ‘Oh ja??!!’ Dan is het weer tijd om terug te gaan. Mevrouw is héérlijk ‘uit’ geweest, zegt ze zelf. En ik heb nog steeds het mooiste werk van de wereld.

 

Kerst maar dan anders
Dinsdag 27 december 2022

Eindelijk is het zo ver. Na een half jaar Kerstliederen instuderen kan ik ze tijdens de Kerstdagen op de harp gaan spelen voor de bewoners in het verpleeghuis. Op hun eigen kamer (kamerconcert) of op een huiskamer, zolang het stil genoeg is om me op de muziek te kunnen concentreren want ik ben nu eenmaal geen radio. Met wat hulp van de zorg- en welzijn collega’s (dank, dank!) heb ik in een huiskamer mijn plaats ingenomen met mijn Keltische harp en de mensen die bij me zijn gebracht gaan er eens lekker voor zitten. En wat gebeurt? Mevrouw B. begint met de harpmuziek mee te fluiten! Best leuk natuurlijk, hoe interactief wil je het hebben! Maar er is ook meneer W. die zich daar enorm aan stoort… wat nu? Mevrouw wegsturen is niet leuk, haar laten ophouden met fluiten geen optie. Ik besluit om stukken te gaan spelen die niets met Kerst te maken hebben en ik noem ze: ‘Kerstklokjes’. Deze stukken kent mevrouw niet dus het fluiten stopt: iedereen blij. En voor mevrouw ga ik nog een (eigen)kamer-concertje geven waarbij ze naar hartelust het winterkoninkje in haar keel mag laten horen!

 

Dinsdag 1 november 2022
Zeg nooit nooit
Een midzomerse dag. Als ik de afdeling betreed groet ik zuster Z. en vraag hoe het met meneer W. gaat. Een paar dagen geleden bood ik aan om harp voor hem te spelen maar het was duidelijk dat alles hem teveel was. Maar vragen hoe het gaat staat vrij en ik haal het echt niet in mijn hoofd om nog eens te vragen of hij harpmuziek wil horen. Zuster Z. kijkt me rustig aan en zegt: ‘Ik denk dat je wél naar hem toe moet gaan. En hij kan duidelijk aangeven of hij er behoefte aan heeft of niet.’ Ik besluit naar hem toe te gaan en merk bij mezelf dat ik dit heel spannend vind. Tot mijn grote verrassing wil meneer dat ik voor hem speel. Als hij een aantal keren ‘Harder!’ roept word ik zekerder en speel voor hem met alles wat in me is. Wanneer ik afscheid neem, zie ik dat meneer veel rustiger is dan toen ik binnenkwam. Ik bedank zuster Z. en heb moeite om mijn tranen binnen te houden. Twee dagen later overlijdt meneer W.

 

Dinsdag 30 augustus 2022                                                                                           Koffieconcert op maandagochtend

Het is 10.15 uur als ik met meneer H. naar zijn kamer in het verpleeghuis ga. Hij stemt er mee in dat ik voor hem harp ga spelen. Meneer heeft zelf in een orkest gespeeld op een blaasinstrument en is bekend met noten en bladmuziek. Helaas zit dementie in de weg om het zich goed te kunnen herinneren. Soms maakt hij nog zelf muziek en dan is de jarenlange ervaring daar vanaf te lezen en te horen. Hij neemt plaats in een comfortabele schommelstoel en ik reik hem zijn koffie aan. Ik kan nog niet beginnen want ik wil eerst de snaren goed gestemd hebben. Meneer volgt het stemproces met belangstelling, zingt de tonen mee en geeft exact aan welke toon verhoogd of verlaagd moet worden, wat als een bus blijkt te kloppen. Het is voor mij ook heel leuk om dit samen met hem te doen. Als ik een stuk voor hem ga spelen, glimlacht hij en zingt mee met zijn mooie tenorstem. Als we erover napraten zit er geen verwarde meneer meer tegenover me, maar een muzikant die weet waar hij het over heeft. En die gelukkig wordt van muziek. Volgende keer hoop ik dat ik in de stoel mag zitten omdat hij dan weer voor mij gaat spelen…

 

Dinsdag 2 augustus 2022
Vergeet mij niet

Het is net 10.00 uur geweest als ik bijna in galop de gang betreed naar de afdeling waar ik begin met werken. Aan de rechterkant van deze gang staat een bankje en op dat bankje zit mevr. L en ze doet het weer. Zodra ik haar zie, vertraag ik in álles. Mijn hartslag wordt rustiger, mijn bloeddruk gaat acuut naar beneden en ik voel hoe mijn gelukshormonen toenemen. Hoe doet ze dat toch? Door helemaal niets te doen, alleen maar te zijn? Ik ga naast haar zitten. Zonder gewetenswroeging want zij hoort bij de afdeling waar ik deze dag begin. Ze bewondert mijn nieuwe werktas met bloemetjes, kijkt me even lachend aan en strijkt aandachtig met haar vinger over de vergeetmijnietjes. ‘Prachtig,’ fluistert ze. Een paar weken geleden stond ik stilletjes in haar kamer bij haar bed toen we allemaal dachten dat ze aan haar laatste grote reis was begonnen. Want mevrouw heeft de leeftijd der sterken. Een paar dagen later zat ze weer vrolijk in een comfortabele stoel voor het restaurant. Zo liet ze het dagelijkse leven van de verpleeghuiszorg aan zich voorbij trekken en ze vond het allemaal goed. En ik weet nu hoe ze het doet, waarom ze mij (en ik niet alleen!) al vanaf mijn eerste werkdag tot op het bot vertedert. Omdat mevr. L een mens is om van te houden.

 

Dinsdag 26 juli 2022
Braaf… (?)

Op een afdeling voor mensen met dementie bezoek ik regelmatig een mevrouw die altijd blij is als ze me ziet. Dat is natuurlijk fijn en als zij me vertelt dat ze altijd zo rustig en blij is als ik ben geweest, moet ik me wel eens inhouden om het niet voor mevrouw te bederven door opmerkingen als: ‘Nou, zo belangrijk ben ik nou ook weer niet, hoor!’
Vanmiddag knikt en wijst ze naar een plek bij haar bed, ter hoogte van haar hoofdkussen. Of ik weet van wie die hond is? Ik zie geen hond. Zij wel. Ik weet dat dit verschijnsel voorkomt bij met name Lewy Body dementie. Ik antwoord dat ik de hond niet ken. Maar als zij zegt dat hij erg lief en rustig is, kijk ik belangstellend dezelfde kant op en zeg ook dat ik het een lieve en rustige hond vind. ‘Maar hij moet daar weg, want straks ga ik slapen en ik wil hem niet in m’n bed hebben,’ zegt mevrouw bezorgd. Ik bied aan om hem met me mee te nemen als ik weer ga. Dat vindt mevrouw een geweldig idee! Als het zo ver is loop ik zogenaamd naar de hond, spreek hem bemoedigend toe en dirigeer hem richting de deur. Eenmaal op de gang prijs ik het beestje uitvoerig om zijn gehoorzaamheid. Wanneer ik daarna van mevrouw afscheid neem, zit ze deze keer helemaal niet rustig in haar stoel. Ze zit te schudden van het lachen!


Dinsdag 5 juli 2022                                                                                                           
Zwijmelen
De deur staat op een kier… ik klop op de deur en vraag of ik mag binnenkomen. Mevrouw is wakker en ligt gewassen en gekamd in bed met een leuke blouse aan.                           We praten even bij en dan laat ik haar mijn liedjesgrabbelton zien. Daar zitten vijftig genummerde kaartjes in en elk nummer verwijst naar een lied op de liedlijst. Mevrouw heeft er wel zin in en doet een greep. Van ‘Kom mee naar buiten allemaal’, tot ‘Ja, zo’n reisje langs de Rijn.’ En dan vertelt ze dat ze jaren geleden écht zo’n Rijnreisje heeft gemaakt en dat ze tijdens het diner dansant door de kapitein was gevraagd. Ik zie het helemaal voor me, mevrouw in een mooie baljurk zwierend met die kapitein tussen de tafeltjes met garnalencocktails door… maar mevrouw helpt mij snel uit romantische sferen als ze eraan toevoegt: ‘Wel jammer dat mijn schoonmoeder vergeten was om er een foto van te maken.’

 

Dinsdag 17 mei 2022
Alsnog vrij gesproken                                                                                                                                                 Op een van de afdelingen voor mensen met dementie geef ik een mevrouw van in de 90 regelmatig extra aandacht. Zij worstelt ergens mee. Alsof ze met zichzelf in het reine wil komen. Iedere keer komt hetzelfde incident met leeftijdgenootjes uit haar jeugd boven en praat zij daarover. En ik luister, luister, luister, stel zo nu en dan een vraag om te checken of ik haar goed begrepen heb. Na een half uur luisteren begint ze zichzelf toe te spreken terwijl ze mij aankijkt. Ze noemt zichzelf bij haar voornaam. Dat ze milder moet zijn ten opzichte van zichzelf. Dat het haar schuld niet is, in ieder geval niet helemaal, en dat het niet léuk was wat die anderen deden. Over wat haar moeder tegen haar zei: dat ze voortaan meer haar eigen gang moet gaan als ze weer zo doen. Als ik haar terug breng naar de afdeling, heeft ze weer kleur op haar wangen en in haar ogen staan kleine pretlichtjes. ‘Tot morgen!’ ‘Tot morgen!’

 

Dinsdag 8 maart 2022
Blote voetjes

Als ik op een van de verpleegafdelingen voor mensen met dementie de huiskamer in kom, zie ik mevrouw R op de bank zitten. Voor haar staat een tafeltje met twee planten erop. Uit een van de planten heeft ze een blad getrokken en dat is ze aan het bevestigen aan een babypop. Wat niet blijft zitten omdat het blad telkens uit het babytruitje valt. Nadat ik haar begroet heb, bewonder ik zowel de pop als het blad. Tot genoegen van mevrouw, die over haar ‘kind’ begint te vertellen. Ik zie dat de voetjes gedraaid zitten zodat de ogen van de pop op de eigen hieltjes zijn gericht. Mevrouw kijkt wel bezorgd naar deze zeer ongemakkelijke houding maar kan er zo te zien weinig aan doen. Dan zie ik dat het hoofdje te draaien is. Terwijl ik het ‘kind’ zachtjes en bemoedigend toespreek, draai ik voorzichtig het hoofdje en draai de pop om waardoor de voetjes nu recht zitten. Mevrouw keek toevallig net een andere kant op en als ze weer naar de pop kijkt, zet ze ogen op als schoteltjes. De voetjes zitten recht! Stralend kijkt ze me aan en zegt: ‘U heeft ze weer goed gemaakt!’ Ik vertel haar dat het hoofdje kan draaien maar dat ontgaat haar. Ik heb haar kind beter gemaakt, punt! Samen zorgen we nog een tijdje voor haar kindje en het lieve babybroertje in de kinderwagen. Dan is het voor mij tijd om te gaan en ik neem afscheid van haar door te zeggen dat ik het heel gezellig vond om bij haar te zijn en dat ik haar morgen weer zie. Als ik de huiskamer verlaat, kijk ik nog even naar haar ‘kinderen’. In de zekerheid dat het hen bij deze schat van een moeder aan niets zal ontbreken.

Dinsdag 21 september 2021
Iedere dag Alzheimer?

Vandaag is het Wereld Alzheimer Dag. Als je er niet zoveel mee te maken hebt, neem je er kennis van en gaat over tot de orde van de dag. Heb je deze diagnose gekregen, dan is die orde van de dag voorgoed verstoord en is geen dag meer hetzelfde. Al blijft dat natuurlijk heel persoonlijk. Ik ken iemand die helemaal van slag af was door de uitslag van de onderzoeken. En ook iemand die laconiek zegt: ‘Ze zeggen het maar ik merk er niets van.’ Hoe dan ook, we krijgen er als samenleving steeds meer mee te maken.

Daarom vind ik dit een goed moment om te vertellen dat ik me sinds vorige week trainer-SDV (SamenDementieVriendelijk) mag noemen bij Alzheimer Nederland. De opleidingsdagen waren leerzaam en inspirerend en ik mag in de komende tijd in duo’s gaan trainen op plaatsen waar deelnemers willen leren hoe ze nog beter in kunnen spelen op de behoefte van mensen met dementie om er zoveel mogelijk bij te blijven horen. En willen we dat niet allemaal?

 

Dinsdag 31 augustus
Rennen!               
Op de verpleegafdeling voor mensen met dementie trek ik mijn uniform aan als mijn middagdienst begint. Ik nodig meteen een meneer en mevrouw uit om met mij een buitenwandeling te maken. Van mevrouw weet ik zeker dat ze bij me blijft, van meneer is het niet zeker omdat mijn collega’s en ik hem nog niet zo lang kennen. Daarom lijkt het me veiliger om met z’n drieën te gaan in plaats van met een grotere groep. Bij de kinderboerderij aangekomen vraagt hij of hij even een sprintje mag trekken. Meneer is een vitale sportman, houdt van hardlopen en heeft buitengympen aan. Ik spreek een punt met hem af, waar hij naar ons terug zal keren. Mevrouw en ik wandelen kalm verder terwijl meneer er als een speer vandoor gaat. Zou ik hem in kunnen halen als het moet? Rustig blijven, zuster. Meneer rent ruim voorbij het afgesproken punt, passeert daarbij twee mannen en wisselt wat woorden met hen. Even later sprint hij net zo doelgericht weer terug. Als hij weer tevreden naast ons loopt heeft hij zo te zien een binnenpretje. Ik vraag hem waarom hij zo moet lachen en hij antwoordt: ‘Ze zeiden: ‘Ben je op de vlucht?’

 

Dinsdag 24 augustus 2021
Ken ik u?

Als mijn dienst op de verpleegafdeling voor mensen met dementie begint, zie ik een nieuw gezicht. Mijn collega’s vertellen mij dat deze bewoner vandaag voor het eerst is. Hij komt me bekend voor maar waarvan? Ik stel me netjes aan hem voor. Hij komt vriendelijk over maar voelt zich zo te zien als een kat in een vreemd pakhuis. Na het diner loopt hij naar me toe met zijn mobieltje. Hij heeft zijn vrouw aan de lijn. Of er iemand even met hem kan gaan praten? En dan valt de munt. ‘Ik heb u gisteravond gezien!’ zeg ik tegen hem, ‘ik had allemaal speeldoosjes bij me!’ Nu gaat hem ook een licht op. ‘Ja!’ zegt hij, terwijl hij naar me wijst, ‘dat klopt!’ Laat ik nu bij zijn vorige woonvoorziening vrijwilliger zijn! Het gesprek verloopt nu veel vlotter nu we elkaar herkend hebben. Na overleg met zijn echtgenote en de zorgcollega die zijn contactpersoon is, wandel ik even later met hem naar buiten. In de beleeftuin vertelt hij wat hem bezig houdt en waar hij erg aan moet wennen, in dit verpleeghuis dat hem nog zo vreemd is. Het is mooi weer en de wandeling doet hem zichtbaar goed. We sluiten het af met een kop koffie en in de dagen daarna zie ik hoe meneer zijn weg bij ons steeds meer weet te vinden.


Buiten het verpleeghuis is het fijn wandelen.

 

Dinsdag 3 augustus 2021: Violieren
Op de afdeling voor mensen met dementie is meneer W onrustig heen en weer aan het lopen. Hij wil naar zijn kamer maar vergeet onderweg wat hij gaat doen en dat irriteert hem. Als in zijn buurt een mevrouw een opmerking maakt denkt hij dat het voor hem is bedoeld, wat ook niet bijdraagt aan een goed humeur. Ik stel voor om samen met hem een avondwandeling te maken. Eerst aarzelt hij maar als ik glashelder vertel hoe en wat, stemt hij in. Buiten is het mooi weer met weinig wind. We lopen langs de kinderboerderij en praten over koetjes en kalfjes en in dit geval ook de geiten en de kippen. Als we een mooie struik paarse hortensia’s passeren vertel ik hem dat ik een bos bloemen heb gekocht met de naam ‘violieren’. Nooit van gehoord, hij ook niet. Meneer is muzikaal en vindt ook dat er muziek in de bloemennaam zit. Terwijl we terugwandelen spelen we om de beurt met de naam: ‘Ik violier, hij violiert, wij violieren en zij hebben geviolierd.’ Als we weer op de afdeling zijn, spreekt hij de mensen die nog niet naar bed zijn gebracht, stralend toe met gespreide armen: ‘Het is gewéldig om…. om…. buiten te zijn. Ik kan het écht aanraden!’ Waarna de mevrouw waar hij eerst een aanvaring mee had, gezellig bij hem komt zitten om samen nog een kopje thee te drinken.

De violieren.

 

Dinsdag 9 maart 2021
Café Weltevree, ook in Coronatijd

De poëzie- en zangvoorstellingen die ik voor ons verpleeghuis had geschreven en uitgevoerd lagen al weken stil vanwege besmettingsgevaar. Nu alle bewoners en het meeste personeel gevaccineerd zijn, kregen mijn vaste begeleider Welzijn en ik veel zin om de draad weer op te pakken. Maar ja, dat zingen… het sein staat nog niet helemaal op veilig en mondkapjes zijn tijdens het verzorgen en in de wandelgangen nog verplicht. Om die reden zijn er alleen gedichten en speel ik er nu harp bij. Op 1 en 8 maart waren er bewoners van twee afdelingen die ervan genoten en de gedichten gaan per afdeling na afloop in een losbladige bundel zodat ze later nog eens nagelezen kunnen worden.
We hopen na de komende versoepelingen mijn alter ego Annie Lijsterbes de danseres weer te mogen begroeten ( laat zij nu ook harp spelen!)


1 maart 2021, Café Weltevree


Ach, Annie… we missen je!

Dinsdag 16 februari 2021
Lekker bakkie

Onze afdeling vraagt zich af waar mevr. G en mevr. I zijn. Het is etenstijd. Ze zijn niet op hun kamer, niet op het toilet. Misschien in een van de gangen? Nee, ook niet. In een van de huiskamers? Of verderop, in de richting van de andere afdelingen? Dat kan ver gaan want iedereen kan overal naartoe lopen. Voor de buitendeur is een code nodig die ze niet kennen en niet kunnen bedienen. En daar zijn ze ook niet. Men begint nu toch licht ongerust te worden. Tot er gelach opklinkt uit het restaurant. En ja hoor, daar zitten ze aan een tafeltje gezellig met elkaar aan de capuccino met een enorme gevulde koek erbij. Besteld zonder portemonnee, zonder hulp of begeleiding. Hulde aan het restaurantpersoneel dat hen herkende en het zonder mankeren op de rekening van de afdeling schreef…

 

Dinsdag 2 februari 2021
Vraagje          

Op onze verpleegafdeling voor mensen met dementie woont een mevrouw bij wie mijn gelukshormonen acuut worden aangemaakt zodra ik haar zie. Ze heeft altijd veel te vragen en dat is natuurlijk prima. Toch willen de zusters ook even pauze hebben om te eten, dus wordt haar vriendelijk gevraagd om tot 19.00 uur te wachten met haar vragen. Daar stemt ze ruimhartig mee in. Als het 19.00 uur is, roept ze vanaf de bank: ‘Zuster!’ Zuster M. loopt naar haar toe en zegt: ‘Wat wilde u vragen?’ Mevrouw kijkt haar met haar grote blauwe ogen aan en zegt: ‘Geen idee!’ waarop iedereen in de kamer in lachen uitbarst. Zij zelf nog het meest…

Dinsdag 26 januari 2021                                                                                                                                              Er zijn grenzen!

Op de verpleegafdeling voor mensen met dementie verzorg ik het ontbijt. Tafel dekken, brood snijden voor wie een bord met een bot mes een hindernisbaan is. Pap warm maken, thee en koffie zetten. Als ik langs mevr. A loop, is ze in tranen. Ik pak een krukje en ga naast haar zitten. Ze vertelt me dat ze haar overleden man zo vreselijk mist. Ik luister aandachtig naar haar verhaal en vertel haar dat ik dat ook nog goed weet van mijn moeder. Dat ze mijn vader ook iedere dag miste. Ik nodig haar uit om wat meer over haar man te vertellen, wat hem voor haar zo bijzonder maakte. Ze is er ook van overtuigd dat hij in de hemel is. Maar als ik zeg dat mijn moeder en hij misschien wel daarboven allebei van een advocaatje zitten te genieten, schiet ze als door een wesp gestoken overeind en roept: ‘Als ze maar wel van hem afblijft!’

Oudejaarsdag 2020
Licht!

Stel dat we morgen allemaal wakker worden en er is geen licht. Ik ben vast niet de enige die hier als kind al over fantaseerde. Er zou zoveel mis gaan, dat er vast films en boeken vol over gemaakt en geschreven zouden worden, hoewel… daar heb je ook licht bij nodig. Ondertussen stomen we door naar 2021. In het licht van Corona gezien likken we  onze wonden. In het verpleeghuis waar ik werk zijn voor mij dierbare mensen van mijn afdeling aan Corona overleden en ik heb het zelf in oktober gekregen en goed doorstaan. Om mijn reuk terug te krijgen kreeg ik als tip om mijn neus te trainen. Het effect is dat  het grootste deel van de dag alles naar koffie ruikt.

Mijn werk in het verpleeghuis is fijn. Zes leuke voorstellingen volgens de Veder-contactmethode gedaan in mijn glansrol als Annie Lijsterbes de danseres. Waarbij de bewoners in het licht worden gezet van je welkom voelen, gekend en gezien worden als mens. In het komende jaar wordt de methode verder uitgerold over de afdelingen. Ik word daarbij fantastisch geholpen door o.a. mijn leidinggevende en de begeleiders van Welzijn.

Vanaf februari word ik op uitnodiging redacteur voor de nieuwe website van onze zorglocatie. Twee keer in de maand plaats ik nieuwsberichten vanuit alle afdelingen en daarvoor krijg ik in januari een workshop aangeboden.

Ook heb ik vanuit ‘Komopverhaal’ schrijfcoaching mogen doen met een vrouw die vanuit de ontmoeting met zichzelf gebeurtenissen in een heel ander licht begon te zien. Juist vanuit kwetsbaarheid kan levenskracht gaan groeien, omdat het zo echt én beproefd is.

Een jaar om dankbaar naar terug te kijken. Trainingsacteur-opdrachten binnen Magentazorg werden verzet door Corona, muzikale verteloptredens voor senioren en kinderen zijn eveneens uitgesteld en nu vort, hier met dat vaccin. Laat het maar met de snelheid van het licht toegediend worden. Ik ben er klaar voor! (mee 😉


Café Weltevree (voorstelling Veder-contactmethode) Foto: Kimberley Hartveld.
Met dank aan meneer en zijn echtgenote die toestemming voor deze foto gaven.

 

Dinsdag 10 november 2020
Gewoon doorgaan?

Het verpleeghuis waar ik werk heeft een eigen testlocatie, dat is handig. Op dinsdagavond 20 oktober werd ik zwaar verkouden en besloot me de volgende ochtend te testen. Donderdagochtend vroeg kwam de uitslag van het streeklab Haarlem: Er zijn sporen van het Coronavirus aangetroffen. Uitslag: positief. Een mailtje als een bijlslag.
 
Echtgenoot en zoon konden nu niet meer naar hun werk en we gingen alle drie in quarantaine en ik thuis in isolatie. Kleding apart wassen, eigen toilet, apart slapen, contactpunten desinfecteren, geen voedsel of serviesgoed van elkaar aanraken, boodschappenservice aanvragen Eerstvolgende bezorgdag was pas vier dagen daarna, dankzij meelevende vriendin Karin die een tas boodschappen kwam brengen zijn we niet omgekomen. En er waren meer vrienden die dat aanboden. Hoe rijk ben je dan? 🙂
De vermoeidheid neemt af, de verkoudheid was al snel over, de misselijkheid is weg en reuk en smaak keren bij vlagen terug, het meest ‘s morgens vroeg (douchegel, koffie…)

Inmiddels ben ik weer aan het werk. Gewoon? Nee. Er zijn bewoners overleden waarvan ik geen afscheid heb kunnen nemen en dat is verdrietig. Er komt gelukkig op een later tijdstip nog een herdenkingsbijeenkomst. De andere kant is dat ik zoveel mogelijk probeer te betekenen voor de bewoners en collega’s die herstellend zijn. En dat is en blijft mooi werk. Een mooi voorbeeld daarvan had ik al op LinkedIn gezet, waar veel leuke reacties op kwamen. Natuurlijk gebeuren er verdrietige dingen in een verpleeghuis, natuurlijk wil iedereen het liefst in zijn/haar eigen huis zijn. En daarnaast gebeuren er ook mooie dingen en zijn er zeker ook momenten van geluk, plezier en welzijn. Ik deel ze graag met jullie! Zoals een paar dagen geleden:

Op de afdeling voor mensen met dementie roept een meneer ‘Halloooo, hallóóó!’ Als ik hem getraceerd heb, ga ik met mijn karretje vol koppen warme chocolademelk naar hem toe en zeg: ‘Ik hoor u roepen. Kan ik iets voor u doen?’ Meneer knikt en formuleert zijn woorden langzaam en zorgvuldig: ‘Het páárd moet geföhnd worden.’ Natuurlijk. Ik stel voor om eerst een kopje te drinken voor we tot actie overgaan. Dat vindt meneer goed.
Het paard is niet alleen een edel maar ook een geduldig dier.

 


Foto: Ella Slingerland

Dinsdag 6 oktober 2020
Pijnstiller

Op de verpleegafdeling klagen de oudere bewoners niet snel over lichamelijke ongemakken. De meesten zijn gewend om daar al jaren mee om te gaan. Tijdens de medicatierondes zit er bijna altijd paracetamol bij, tegen o.a. rugklachten. Wanneer ik met mijn mondkapje op (vreselijk werken is het, met die dingen) een mevrouw passeer, zegt ze: ‘Zuster, ik heb hier zo’n pijn, wat moet ik daar nu mee?!’ Ze wrijft over haar heup als ik schuin achter haar kom staan en wijst de plek aan.  Dan begin ik heel zacht te masseren. Ik vertel haar dat het vroeger als kind zo eenvoudig was. Dan gaf mijn moeder er een kusje op maar dat zou ik nu maar niet doen, hè. Ze moet er om glimlachen. Nou, nee, dat vindt ze zelf ook niet passend in de gegeven situatie. Ze is geen kind meer. Maar het masseren kan ze waarderen: ‘Oh zuster, wat is dit geweldádig!’


Dinsdag 29 september 2020
Waar?

Op de verpleegafdeling voor mensen met dementie woont ook een mevrouw die zich bloemrijk uitdrukt. Soms is het net poëzie. Ik heb een keer een woordgedicht met haar gemaakt aan de hand van krantenknipsels. Terwijl ze aan het knippen en plakken was, vond ze dit overigens het meest onzinnige klusje dat ze ooit gedaan had. Waarop ik fijntjes opmerkte dat het heus niet verplicht was, waarna ze snuivend doorging met het combineren van die belachelijke krantenkoppen. Het kreeg in haar kamer wel een ereplaatsje…
Later passeerde ik haar met een servieskarretje, waarbij ze me strak aankeek en riep: ‘Wáár is de vrijheid?!’ Ik bleef verbouwereerd staan en antwoordde naar waarheid: ‘Mevrouw, dit is zo’n vraag waar ik wel een jáár over na kan denken.’ En trok mijn pen en schrijfblokje tevoorschijn terwijl ik haar vragend aankeek. Mevrouw dicteerde: ‘Waar is de vrijheid…? De vrijheid van ons allemaal?!’ En toen zachter: ‘Ergens moet de vrijheid zijn… ergens…’  Eindigend met de naam van haar broer want die moest er ook bij.


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 22 september 2020
Welkom in Café Weltevree!

Maandagmiddag 21 september j.l. gingen we van start met de eerste theater-voorstelling voor de bewoners van de Oudtburgh, naar een idee van de Veder-contactmethode. Begeleiders Welzijn Anita en Kimberley hadden een activiteitenruimte als gezellig café uit de zeventiger jaren ingericht, compleet met bijpassende kopjes en kleedjes. Er werden zes bewoners van afdeling de Kerf uitgenodigd om daar koffie te komen drinken. Toen ging de deur opeens open en kwam er een danseres met grote hoed, hakjes, koffer en tassen binnenvallen. Ik speelde als Annie Lijsterbes dat ik het vliegtuig had gemist voor een ziekenhuis-optreden in Mallorca, waar ik ook lekker van de zon zou genieten. Aan de hand van de spullen in de koffer, ontvouwde zich een programma van bekende liedjes, verhalen, gedichtjes en gesprekjes tussendoor. De bewoners bewogen er prachtig in mee en er werd ook vrolijk meegezongen en meegeklapt. Daarna vertrok Annie weer voor het volgende vliegtuig. De komende weken nodigen we telkens een groep uit tot alle afdelingen aan de beurt zijn geweest. Het was superleuk om te doen, met dank aan Anita en Kimberley, die er geweldig uitzagen als charmante serveersters die de mensen begeleidden van en naar de voorstelling! We hopen dat de fijne sfeer en het goede gevoel dat het dan oproept ook zullen doorwerken op de afdelingen zelf.


De activiteiten-ruimte wordt hier omgetoverd in een Corona-proof café Weltevree

 

Dinsdag 8 september 2020
Bring back, o bring back…

Op de verpleegafdeling heeft de klok 16.00 uur geslagen. Tijd om te koken. Zuster M. kokkerelt een pasta carbonare voor tien personen en ik ga met een groepje liefhebbers zingen. Ik nodig wat mensen uit om gezellig op de bank te komen zitten in huiskamer A, waar zuster M. nu de captain is van de inductiekookplaat. Het wordt een groepje van drie bewoners. Mevrouw de Z. had helaas geen behoefte aan zingen. Het wordt een vrolijke boel en zuster M. doet tijdens het roeren ook een duit in het zakje met ‘Er zaten twee motten’, waarna iedereen invalt. Dan gaat de deur open. Mevrouw Z. wordt alsnog door een zuster binnengebracht en ik nodig haar uit om erbij te zitten en mee te doen. Daar heeft mevrouw zo haar eigen ideeën over en het duurt even voor het evenwicht binnen de zorgvuldig opgebouwde sfeer is hersteld. Het lijkt de goede kant op te gaan als de deur weer opengaat en de heer L. de kamer in komt. Hij vraagt waar hij heen moet, begrijpt niet waar hij is, probeert een mevrouw over te halen met hem mee te gaan, al heeft hij geen idee waarheen. Mevrouw zat heerlijk te zingen dus ze piekert er niet over. Door alle commotie omdat mevrouw Z. nu luidkeels over dit onderwerp met mij op ramkoers wil gaan stop ik rustig met de activiteit. Ik bedank de bewoners voor hun deelname en ik breng mevrouw Z. naar haar eigen eetkamer. Een half uur later gaan we aan tafel. Meneer L. zit ook te smullen van de pasta en het lekkere toetje en hij kijkt en klinkt blij en tevreden. Als ik na het dessert voorzichtig nog wat liedjes probeer, zingen een paar mensen die nog aan tafel zitten enthousiast mee en meneer L. blijkt de hele tekst van het lied ‘Zoek de zon op’ te kennen en beleeft er duidelijk plezier aan door het helemaal mee te zingen. En zo kwam het alsnog goed!

 

 

Dinsdag 1 september 2020
Help, ik huil!

Toen ik vorig jaar aangenomen was als medewerker Wonen en Welzijn op een afdeling voor mensen met dementie, las ik in de functieomschrijving dat er iemand gezocht werd die ook stevig in de schoenen stond. Ik waagde het erop en werd aangenomen. Maar er is ook een andere kant. Moet je als medewerker in de zorg altijd stevig zijn? Ik herinner me dat ik op een dag naar mijn werk ging en een verdrietig familiebericht met me meedroeg. Op de fiets kwamen de tranen en twee straten bij het verpleeghuis vandaan hield ik me in en parkeerde ik het ergens in mezelf tot ik weer naar huis zou gaan. Ja kom op zeg, met rode ogen binnenkomen, dat is toch geen gezicht en ik ben er hier en nu voor de bewoners, klaar!
De werkelijkheid bleek iets minder eenvoudig te zijn. Ik ging naar binnen, hing mijn jas op, deed mijn stevige schoenen aan en liep de afdeling op. In een huiskamer zat mevrouw de B. en ze keek mij vriendelijk aan. Dat had ze niet moeten doen. Ik kon het niet tegenhouden en ja hoor, de sluizen gingen open. Omdat er toch niets meer aan te redden viel ben ik maar bij haar gaan zitten. Ik zei niets, zij zei niets maar ze keek me wel een tijdje heel aandachtig en rustig aan. Toen boog ze zich meelevend naar me toe en zei: ‘Ach, is er iemand ziek?’ Dankzij deze mevrouw hoefde ik tijdens de rest van mijn dienst niets op te houden en het werd een fijne werkdag.

 

Dinsdag 25 augustus 2020
Theater Wát? Over werkelijk gezien en gehoord worden


In de omgang met mensen met dementie worden interventies toegepast. Zij zijn ooit uitgevonden in de zoektocht naar wat wel werkt en wat niet. Van boos toegesproken worden is bijvoorbeeld weinig of geen positieve reactie te verwachten. Wat doen wij zelf als iemand boos naar ons doet? We worden waarschijnlijk zelf ook nijdig, voelen ons afgewezen en gaan in de verdediging. Bij mensen met dementie werkt dat net zo, al is het al omdat de combinatie van taal en de bedoeling van woorden voor hen vaak een puzzel is geworden waar ze veel tijd voor nodig hebben. Helemaal als ze ook nog slechthorend zijn. Maar hoe moet het dan wel? Wat bij de één werkt, gaat voor een ander niet op. De Veder-contactmethode is een erkende interventie waarvan het succes wetenschappelijk is aangetoond. Mensen krijgen er een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen door. Op een speelse manier worden interactief rollen gespeeld, verhalen verteld en gedichten voorgedragen en gezongen. Dit roept een beeld op van vroeger en nodigt het aanwezige publiek uit om prettige herinneringen te delen en/of mee te doen in de reis door de tijd. Iedere bewoner wordt persoonlijk welkom geheten en uitgezwaaid als het afgelopen is. De voorstelling duurt ongeveer een uur en eindigt in de tegenwoordige tijd, waarna de mensen weer terug gaan naar de afdeling. In ons verpleeghuis gaan wij starten met deze voorstellingen. Ik ga samen met twee collega’s zingen en spelen voor 10 mensen van mijn eigen afdeling.

Daarna rollen we het maandelijks uit over het hele verpleeghuis en collega’s die mee willen doen kunnen zich dan bij ons opgeven om ook een rol voor hun rekening te nemen. We starten in september en hebben er heel veel zin in!


Beetje van dit en dat…

Dinsdag 18 augustus 2020
Kunt u mij helpen?

Op de verpleegafdeling kunnen de bewoners zich tot op zekere hoogte vrij bewegen. In de gangen naar de kamers toe zijn ook zitjes aanwezig voor diegenen die een korte wandeling al als een grote onderneming beleven. Er zijn tussendeuren naar het restaurant, de ingang en andere afdelingen en ‘s avonds na het diner worden zij gesloten via intoetscodes. Voor de meeste mensen brengt dit rust, de andere kant is dat er altijd mensen zijn die naar huis willen omdat ze zijn vergeten dat ze in een verpleeghuis wonen. Meneer de B. is een van hen. ‘Zuster, mag ik u iets vragen?’ is zijn bijna standaard opening. Dat mag hij, al is het antwoord niet altijd wat hij wil horen. Ik hou mij doorgaans aan de omgangsadviezen van de zorgprofessionals. Meneer begint met de volgende vraag: ‘Kunt u mij helpen? Wilt u mij naar huis brengen?’ Daar kan ik helaas niet in voorzien. ‘Waarom wilt u dat niet? Wat, niet bevoegd? Ach kom nou, doe nou niet zo flauw, dat kun je best!’ Als ik hem vertel dat hij in een verpleeghuis woont en dat ik zeker begrijp waar hij vroeger woonde maar nu helaas niet meer, is hij diep getroffen. ‘Dit kan niet waar zijn!’ roept hij uit. De volgende avond voelt hij weer even aan de gesloten tussendeuren. Dan kom ik de bocht om met thee en koekjes. Meneer B: ‘Zuster, mag ik u iets vragen? Kunt u mij helpen?’ Ook nu gaat meneer niet ‘naar huis’. Wel breng ik hem naar een huiskamer waar een gezellig bloemen- en plantenterras is zodat hij nog even buiten kan zitten. Zoals thuis, al weet ik dat het voor hem nooit hetzelfde zal zijn.


Appeltaart Marieke

 

Dinsdag 11 augustus 2020
Goal!

Op de gesloten afdeling wordt het na de avondmaaltijd gaandeweg stiller op de afdeling. De bewoners worden een voor een naar bed gebracht en voor de mensen in de huiskamers delen mijn collega en ik verfrissende smoothies uit. Zuster A. heeft ze zelf gemaakt van vers fruit en yoghurt en sommigen lusten er wel twee! Des te beter want ook vandaag is het tropisch warm. In de huiskamer zit meneer B. alleen, aan de grote eettafel. Hij praat wat in zichzelf en ziet er niet zo gelukkig uit. Ik stel voor om iets leuks voor hem te zoeken op de tv. Hij vindt het best en laat zich naar de comfortabele bank toe brengen. Helaas kan ik You Tube niet bereiken. Er is wel een sportzender. Er springt een voetbalwedstrijd tevoorschijn. Of hij dat interessant vindt? ‘Ja hoor.’ Als ik met de smoothies mijn weg wil vervolgen naar een andere huiskamer, komt meneer F. op het geluid van de tv af en gaat bij meneer B. zitten. Hij houdt veel van voetbal. Even later komt meneer W. binnen om dezelfde reden en zo zitten ze alle drie gezellig naar de wedstrijd te kijken. Ik zie aan meneer B. dat het hem goed doet en ze becommentariëren wat er op het veld gebeurt. Ik ben niet echt thuis in voetbal maar één ding weet ik wel: meneer B. staat niet meer buitenspel.

 

 

Dinsdag 4 augustus 2020
After dinner

Op de gesloten afdeling heeft zuster A. heerlijk gekookt en de bewoners hebben het met smaak en gepaste waardering genuttigd. Aan mij de eer om naast het helpen met eten, de vaat in goede banen en richting vaatwasser te leiden, op te ruimen en schoon te maken. Ondertussen komt de een na de ander mij iets brengen. Kommetje, paar lepels, wat gebruikte servetten, een glas, een bord en wel zoveel, dat ik de tafel niet eens hoef af te ruimen vanwege zoveel stille behulpzaamheid om mij heen. Terwijl ik mijn helpers vriendelijk bedank en tegelijk sta af te spoelen, hoor ik een geluid alsof er een kado wordt ingepakt. Ik zit er niet ver naast… Mevrouw Z. heeft aan de grote eettafel een fleurige papieren placemat in handen, waarin ze uiterst geconcentreerd een gebruikt vlakommetje verpakt, samen met een kwarkdekseltje, een theelepel en een servet. Wanneer zij ermee de afdeling op begint te lopen, krijg ik een seintje van een passerende zuster. Ik ga meteen naar mevrouw Z. toe, bewonder wat ze in haar handen heeft en zeg: ‘Mevrouw Z, wat heeft u er weer een kunstwerk van gemaakt! Heel attent van u. Mag ik het nu in de vaatwasser zetten?’ Mevrouw lacht om het compliment, waarna ze het pakketje vrijwillig aan mij overhandigt. Iedereen blij.

 

 

Dinsdag 28 juli 2020
Zuster!

Op de gesloten afdeling trek ik nu al bijna een jaar met de bewoners op. Een aantal van hen zijn overleden en er kwamen nieuwe bewoners bij. Een mevrouw die ik vanaf het begin van mijn dienstverband al ken, heeft naar mate de tijd verstrijkt steeds meer steun en bevestiging nodig. Een bezoek aan het toilet is een steeds grotere inspanning en op bijna alle gebieden heeft ze steeds meer hulp nodig. Daar moeten we allemaal aan wennen en zij uit deze behoefte door steeds vaker om de zuster te roepen. Als ik bij haar kom is ze vaak weer vergeten waarom ook alweer. Ik kijk naar buiten, het miezert een beetje maar koud is het niet. Ik overleg met de zusters. Mag ik mevrouw, als zij dat op prijs stelt, in haar rolstoel mee naar buiten nemen om naar de geitjes te gaan? De zusters vinden dat een uitstekend idee. Nu mevrouw nog, natuurlijk in de eerste plaats. Ik loop met de rolstoel naar haar toe en zeg: ‘Mevrouw, ik kom u ontvoeren!’ Ze veert op en antwoordt: ‘Goed zo!’ Ik, zogenaamd verbaasd: ‘Maar hoe weet u nou dat het leuk is? Misschien breng ik u wel naar een heel eng bos!’ Het is mevrouw om het even want ze heeft er zin in. Ze werkt zich vrolijk met mij in haar regenjas met capuchon en zegt: ‘Nee hoor, want ik vertrouw u!’ De geiten laten het mooi afweten omdat ze met die regen lekker in hun hok blijven maar de wandeling is voor ons beiden heel plezierig. We komen bij de sloot Hendrik de gans tegen, die we de bruggetjesbewaker noemen en ik laat mevrouw ruiken aan een vlinderplant. Dan doen we nog een rondje Oranjepark en na drie kwartier kan mevrouw meteen aanschuiven bij het warme eten. Dit is een van de mooiste aspecten van mijn werk: een verschil kunnen maken door een combinatie van persoonlijke aandacht en gewoon een verfrissende wandeling in de buitenlucht.


links vlinderplant / rechts: slapende Hendrik…foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 21 juli 2020
Five sleepy heads

Op de gesloten afdeling van de behandelkliniek ben ik ‘s avonds met de activiteitentherapeute bij de groep bewoners gaan zitten. Ze kijken nog naar een staartje van een tv-programma en dan gaan we eventueel een spel doen tot 20.00 uur want het journaal, daar kom je niet aan, dat moét gezien worden. We beginnen eerst maar met een lekker bakkie. Altijd goed, koekje erbij. De therapeute wordt even weggeroepen en ik blijf alleen met de groep van ± zeven mensen over. Wat zullen we eens doen? Dan begint een mevrouw spontaan een lied te zingen. Wij luisteren allemaal aandachtig en daarna begin ik: ‘Drie maal drie is negen, ieder zingt zijn eigen lied, drie maal drie is negen en (ik wijs een meneer aan) meneer die zingt zijn lied!’ En hij doet het ook nog! Ik ken meneer van zijn woordspelingen en rijmgrapjes, daar is hij echt goed in en zingen kan hij dus ook. De therapeute is nog steeds in gesprek met het familiebezoek dus we gaan vrolijk door. Er is een mevrouw in een rolstoel die met geloken ogen heen en weer wiegt en die ik nog nooit heb zien of horen praten. Maar haar overslaan, dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen, dus ik zing en wijs naar haar: ‘En mevrouw die zingt haar lied!’ Tot onze verrassing barst ze uit in een Engelse lullaby van meerdere coupletten, geheel ‘by heart’ zoals ze daar aan de overkant zeggen. Als de activiteitentherapeute terug komt, vraag ik mevrouw of ze het nog een keer voor haar wil zingen. Mevrouw neemt eerst ruim de tijd om een flink glas thee met een rietje te drinken. Het wordt steeds stiller in de kamer. Het glas is nu leeg, de therapeute neemt het van haar aan en zet het op een tafeltje. Alle ogen zijn nu op mevrouw gericht. En daar gaat ze… heel ontspannen en met het grootste gemak zingt ze het lied nog een keer. Wat zullen we vanavond heerlijk slapen. Dit is het:

There were five sleepyheads
All tucked into their beds
While I sang a lullaby
One got dream dust in her eye

There were four sleepyheads
Playing possum with me
Mr. sandman came by
And then there were three

Moonbeams play peek-a-boo
Three awake became two
And my song was almost done
When the land of nod took one

Kissed the last one goodnight
Then I heard not a peep
There were five sleepyheads
Now they’re all fast asleep

Songwriters: Bennett Roy C / Tepper Sid


Poe en vriendjes

 

 

Dinsdag 7 juli 2020
Poëzie als medicijn

Op de gesloten afdeling is het een voortdurend komen en gaan van mensen. De huiskamers zijn niet altijd volledig bezet en mensen van de ene huiskamer verblijven soms liever in twee andere en dat kan allemaal. Zo kon het gebeuren dat ik na twee dagen dienst een mevrouw begon te missen. Ze was er niet tijdens het eten en ook niet in de centrale huiskamer of bij activiteiten. Ik vroeg aan mijn collega’s of er iets bijzonders was en ze vertelden dat mevrouw niet zo lekker was en daarom op bed bleef. Ik had nog een kwartier voordat ik naar huis ging en gewapend met een mooie gedichtenbundel klopte ik zacht op haar deur. Ze was nog wakker en zag er bleek en lusteloos uit. Mijn binnenkomst gaf zo te zien wat afleiding want ze begroette me enthousiast. Ik wist al eerder dat ze van gedichten hield en stelde voor er een paar voor te lezen. Dat vond ze een goed idee, ik hielp haar aan haar bril en haar ogen begonnen pretlichtjes te krijgen toen ze me aankeek en zei: ‘Oh! Wat ben je mooi!… grapje!’ Daar gingen we, Rutger Kopland, Neeltje Maria Min, eindigend in Boman’s klassieker die ze uit haar hoofd kende: Ik zit mij voor het vensterglas onnoemelijk te vervelenik wou dat ik twee hondjes wasdan kon ik samen spelen. Daarna hebben we elkaar welterusten en tot ziens gewenst. Ik fietste met een dankbaar gevoel naar huis, blij dat ze er toch een beetje van was opgeknapt.

 

Dinsdag 30 juni 2020
Uit logeren bij tante

Op de gesloten afdeling namen we vorig jaar afscheid van een mevrouw die haar hele leven voor andere mensen had gezorgd, tot in het verpleeghuis aan toe. Ik werkte er nog niet zo lang en het maakte veel indruk op me. Dan zijn er familieleden in het voorbij gaan die spontaan nog iets over haar vertellen en zo het plaatje van haar completer maken. ‘Ze was zo’n geweldige tante, waar we graag kwamen logeren.’ Zelf heb ik ook zo’n tante gehad, die ons dan meenam naar Bakkum aan Zee. Rillend een handdoek omgeslagen krijgen, witte boterhammen met margarine en hagelslag eten terwijl het zand tussen je tanden knarste… De bewoners die wij nu verzorgen/begeleiden vertellen zelf ook soortgelijke verhalen. Een mevrouw die graag oppaste en dan leuke dingen met die  kinderen ging doen. Pannenkoeken bakken, knutselen, met z’n allen naar de speeltuin gaan. Of naar zee… ja, mooie herinneringen voor altijd.


Tante B. en Marieke

 

 

Dinsdag 9 juni 2020
Taalgevoel

Op de gesloten afdeling komt veel origineel en inspirerend taalgebruik voor. Sinds een paar jaar ben ik uitspraken van mensen met dementie gaan verzamelen. Het verveelt nooit. Zoals die mevrouw die ‘blote koffie’ wilde. Laat je suiker en roomkannetje dan maar rustig achterwege. Of die mevrouw die geheel tegen het protocol in ging: ‘En als je nu nog één keer ‘mevrouw’ tegen me zegt stuur ik je naar huis!’ En meneer B die me vriendelijk en geduldig vroeg of het verpleeghuis misschien ook voorzag in nieuwe hersenen? Gisteren kwam er ook een mooie bij: Na de avondmaaltijd neem ik de eettafel af met een doek en ontsmettingsmiddel. Met die Corona weet je het maar nooit… ik vraag al zwiepend met de doek aan meneer Z: ‘Ziet het er zo weer een beetje knap uit, meneer?’ Waarop meneer antwoordt: ‘Jazékers! Hier valt helemaal niets op aan te vallen!’

Interview Anja Klein met mij over leiderschap in het verpleeghuis:
https://www.waardigheidentrots.nl/praktijk/marieke-van-den-houten-leider-moet-geloofwaardig-zijn/

 



Dinsdag 2 juni 2020
Voor altijd de jouwe

Op de gesloten afdeling trekken mensen soms intensief met elkaar op. Ze zien elkaar bij de maaltijden, activiteiten en drinken soms samen een glaasje met elkaar in een van de drie gemeenschappelijke huiskamers. Zo ontstaan er ook nieuwe vriendschappen en relaties. De heer B beschouwt mevrouw C als zijn echtgenote en zij kan zich daar uitstekend in vinden. Maar mevrouw A. is óók zijn vriendin en zij beantwoordt zijn gevoelens even vanzelfsprekend. Op een dag zit meneer hand in hand met mevrouw A. Terwijl zij zacht met elkaar spreken komt mevrouw C. de kamer in en ziet hen zo innig samen zitten. Ik vraag me een beetje bezorgd af of dat jaloezie oproept maar dat gebeurt niet, integendeel. Ze knikt goedkeurend en besluit zich weer om te draaien. Dan ziet ze mij en wijst naar de bank: ‘Daar zit mijn zoon met zijn vriendin, ik kan het verder wel aan u over laten, toch?’ Ik verzeker haar dat ik een oogje in het zeil zal houden. Ze bedankt me met een grote glimlach. Voor de moeite.

 

 

Dinsdag 26 mei 2020
Mag ik even afrekenen?

Op de gesloten afdeling is het verblijf van de bewoners all inclusive. Dat is voor mensen met dementie soms moeilijk te bevatten of te geloven. Je hebt je hele leven hard gewerkt, op tijd je rekeningen betaald (mag ik hopen) en financiële verantwoordelijkheid gedragen. En dan is alles opeens gratis en voor niets? Van kopjes koffie met wat lekkers erbij en de maaltijden tot een comfortabel bed met schone lakens aan toe. Hoe uit dat zich? Een paar voorbeelden: ‘Hoeveel krijgt u van mij?’ (mevrouw trekt portefeuille uit haar tas) ‘Mag ik u iets vragen? Zijn mijn papieren wel in orde? Mag ik hier wel zijn?’ ‘Hoeveel kost het mij om hier te zijn? Per maand?’ ‘Hoe weet ik dat het waar is wat u zegt? Ik bedoel: hoe kan ik zien dat ik al betaald heb?’ Een antwoord dat meestal slecht valt is: ‘Alles is in orde hoor, u hoeft zich nergens zorgen over te maken.’ Ga maar na als wij een vraag hebben en we krijgen dit antwoord. Dan is toch het eerste wat je denkt: Ja hallo, dat maak ik zelf wel uit, ik ben geen kleuter! Daarom heb ik gaandeweg geleerd om een serieus antwoord te geven: ‘Volgens onze boekhouding is er vooruit betaald en anders hoort u meteen van ons.’ Of: ‘Mevrouw, hier mogen alleen mensen komen eten die betaald hebben. U bent hier, dus u heeft betaald.’ En bij koffie schenken schieten mensen wel eens in de lach als ik roep: ‘Dit is een rondje van de zaak!’ Behalve meneer S. die op dat moment passeert en mij toevoegt: ‘Ja ja, dat zal wel…’

 

Dinsdag 19 mei 2020
Maak er wat van!

Op de gesloten afdeling is het etenstijd. Mijn collega’s en ik halen overal vandaan bewoners op om ze naar de gedekte tafels te brengen. Sommige mensen worden strategisch over de tafels verdeeld. Iemand die heel strikt is in hoe alles hoort te staan kun je beter niet bij een impulsief iemand zetten die wat meer bewegingsvrijheid en scharrelruimte nodig heeft. De ene wil graag een rustig tafeltje bij het raam, de ander houdt van gezelligheid en gesprekken tijdens het eten. Zo ook mevrouw Z. Ik bied aan dat ze aan een tafeltje bij twee heren komt te zitten die ook van aanspraak houden. Het blijkt een schot in de roos te zijn. Tijdens de maaltijd loop ik langs hun tafel en laat ze zich nonchalant maar met een perfecte timing ontvallen: ‘Er zal wel geen wijn zijn…’ Ik stel voor eens in het magazijn te gaan kijken maar ik kan het niet garanderen. Ik kom terug met een fles knaloranje multivitaminensap en schenk dit alternatief in wijnglazen. Ze vinden het beter dan niets. Ook al is het geen wijn, de drie heffen tegelijk vrolijk het glas terwijl mevrouw met luide stem zingt: ‘Oranje boven, oranje boven, leve de Wilhelmien!’

 

Dinsdag 12 mei 2020
Klein maar fijn

Op de gesloten afdeling zijn verschillende maten kopjes en glazen voor koffie, thee, sapjes enz. Onze nieuwe koffiekopjes zien er leuk uit en ik schenk ze graag in. Als ik weer eens een koffie- en theeronde doe, is er een mevrouw die telkens opnieuw koffie bij me komt halen. Op zich geen probleem, ware het niet dat andere mensen dan nog niet gehad hebben. Zij drie kopjes en anderen niets, dat gaat natuurlijk niet. Uitleggen heeft geen zin. Ze begrijpt het niet en wordt dan boos en haar afwijzen is natuurlijk het laatste wat ik wil. Vandaag heb ik het dus heel anders aangepakt. Ik zette ruim koffie, gaf haar als eerste een enorme beker vol, waar ze meteen lekker mee op de bank ging zitten en ik heb verder zonder problemen mijn rondje langs de bewoners kunnen maken. Toen ik op de terugweg langs haar liep, schonk ik zelfs nog een beetje bij, waarna ze met een schalks lachje zei: ‘Toch heb ik die kleine kopjes liever…’

 

Dinsdag 28 april 2020
Met mijn vlaggetje, mijn hoedje en mijn toeter

Op de gesloten afdeling worden natuurlijk ook op Koningsdag de bewoners verzorgd en wel met een feestelijk Oranjetintje in de vorm van vlaggetjes, oranjekroontjes en oranjestola’s. Van high tea tot muziekoptredens in de openlucht, met als hoogtepunt Karin Bloemen die een medly brengt van vrolijke meezingers, eindigend met ‘The rose’ van Bette Midler. Sommige bewoners laten het allemaal een beetje over zich heen komen en de meeste mensen kijken en luisteren aandachtig en hebben het naar hun zin in deze vrolijke en gezellige drukte op het zonnige terras. Als we later gaan eten is een mevrouw geheel ontregeld door alle buitenissige activiteiten en indrukken. Ze kijkt verwonderd naar haar bord met stoofvlees, aardappelen en boontjes en vraagt me: ‘Wat moet ik hiermee? We gaan nu toch muziek doen?’ Als ze de mensen om zich heen ziet eten begint ze zelf dan ook maar, al blijft ze het een rare boel vinden. Als de rust weerkeert keert haar vrolijkheid ook terug. Als ik ‘s avonds met haar door de gang loop begint ze te zingen, ik val in en samen stampen we lekker door op het ritme: ‘En van je hela, hola, houd er de moed maar in!’ En dan is er koffie.

 

 

Dinsdag 21 april 2020
Quick quick slow

Gisteren fietste ik naar het verpleeghuis voor mijn 15.00 uur-dienst en stalde mijn fiets in de personeelsstalling. Ik hoorde vrij luide muziek en dacht eerst dat er ergens een autoradio aanstond. Tot ik een jongeman met een grote box en microfoon  ‘Mag ik dan bij jou?’ zag staan zingen. En wel voor een van onze terrassen, waar onze bewoners lekker in het zonnetje van zijn voorstelling zaten te genieten. Het antwoord was natuurlijk nee, vanwege het Corona-virus en er zat een traliehek tussen maar het werd enorm gewaardeerd. Tijdens het langs lopen richting ingang, wierp ik hem een kushand toe en eenmaal op de gesloten afdeling aangekomen, ging ik meteen naar het terras om met zoveel mogelijk bewoners te gaan dansen op zijn muziek buiten. Een mevrouw stond op en nam me mee in een stijldans, het halve terras over. En een meneer begon helemaal te stralen toen ik daarna met hem begon te dansen. Ik weet niet wie de jongeman was maar hij heeft met zijn muziek de dag voor onze bewoners extra glans gegeven!

Dinsdag 14 april 2020
Uitnodiging
Op de gesloten afdeling denkt Meneer B. al weken bij ons op vakantie te zijn. Hij vraagt hoe laat we morgen met de trein vertrekken. Voor het door hem georganiseerde familie-uitje. Dit luistert nauw. Dan moet je niet vaag gaan doen, afleiden of erger, corrigeren. Daarmee ontsteek je een grote woede in hem. Hij eist ook het exacte tijdstip. Ik antwoord zonder met mijn ogen te knipperen: ‘De trein van 9.15 uur, de intercity richting Nijmegen.’ Of we dan ook nog koffie gaan drinken met de familie? Nu is er voor mij geen weg terug: ‘Ja, in Castricum, pannenkoekrestaurant Johanna’s Hof.’ Dat vindt meneer uitstekend. Zijn humeur knapt er meteen van op en hij besluit grootmoedig dat ik ook mee mag.


Perron station Soestdijk/foto Marieke van den Houten

 

Dinsdag 7 april 2020

Een man!
Op de gesloten afdeling is een mevrouw haar bed weer uit gekomen om versterking te halen. Het is niet de eerste keer dat ik haar zo aantref. ‘Zuster! Er zit weer een man in mijn kamer!’ Ik begin streng te kijken, stroop mijn mouwen op en zeg: ‘Dan zal ik hem eens een lesje leren! Ik zorg er nú meteen voor dat hij maakt dat hij wegkomt!’ Opgetogen schuifelt ze met me mee naar haar kamer. Daar is geen man te zien, zoals gewoonlijk… voor de zekerheid schud ik aan de gordijnen om de misschien toch verstopte schurk alsnog de stuipen op het lijf te jagen. ‘Kom tevoorschijn, lafaard!’ Mevrouw vindt het prachtig. Ook als ik als een detective onder de stoel en het bed loer. ‘Geen man te zien!’ rapporteer ik kordaat. Mevrouw schiet in de lach en zegt: ‘Ja, dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken!’ Daarna help ik haar zorgvuldig in bed en wens haar welterusten. Als ik nog even bij de deur sta, ligt ze nog glimlachend na te genieten en werp ik haar een kushandje toe. Voor vanavond is het jachtseizoen weer gesloten.

Dinsdag 31 maart 2020
Brief
        
                                                                                                                                                                                                                                                                              Op de gesloten afdeling is een bewoonster erg bezorgd om familie vanwege het coronavirus. De verzorgende met wie ik op dat moment samenwerk stelt aan haar voor om een brief naar die familie te schrijven. Ik mag het begeleiden. Ik vraag aan mevrouw wat ze wil schrijven en samen formuleren we de zinnen voordat zij ze opschrijft. Ze kijkt zeer tevreden naar het resultaat. Dan volgt de adressering en frankering als ik een envelop voor haar heb gehaald. Waar de familie woont? Ze noemt heel stellig de naam van een groot Europees land. Ik ben onder de indruk van de grote afstand. In een door de verzorgende aangewezen map vind ik snel het adres: de familie blijkt op fietsafstand te wonen…



Dinsdag 24 maart 2020
Gesloten afdeling

Afgelopen zondagmiddag ging ik met een bezwaard hart naar de gesloten afdeling voor mijn middag/avonddienst. Geen bezoek meer toegestaan vanwege het coronavirus. Andere toegangscodes, alleen toegankelijk voor personeel. Ik weet hoe ingrijpend dit is nu ik hier ruim een half jaar werk. Hoe ontzettend belangrijk familiecontact is. Ik verwachtte woedende, verdrietige bewoners, roepend om hun geliefden. De werkelijkheid was anders en dat verraste me. Er is meer rust op de afdeling. Er is minder heen en weer geloop, er wordt minder gepraat. De meeste mensen gaan rustig en vriendelijk met elkaar om. Een mevrouw die als haar zoon op bezoek is geweest, de hele dag zijn naam roept, is kalmer, opgewekt en zelfs vriendelijker omdat ze zich niet meer opwindt over ‘die vreemde mensen’ in de huiskamer als andere bewoners familiebezoek ontvingen. Er staan overal grote boeketten gele tulpen en ik ga bij een meneer in de zon zitten om zijn stapel hartverwarmende post voor te lezen. Daarna drankjes, een spel met twee bewoners en dan de tafel dekken voor het diner. Mijn collega vouwt mooie, gele harmonicaservetjes en voor de mensen die het op prijs stellen is er een glaasje witte wijn (uiteraard alcoholvrij) bij het eten. Een meneer en mevrouw zijn geanimeerd met elkaar in gesprek alsof ze in een restaurant zitten. Lieve familie en andere bezoekers, heel veel sterkte bij het missen. Ook deze situatie zal voorbij gaan. Wees er zeker van dat wij er ondertussen het beste van maken.

 

Dinsdag 10 maart 2020
Moeders

Als ondersteunend medewerker Wonen en Welzijn ben ik vandaag ingedeeld bij een van de drie huiskamers van de gesloten afdeling. Nu de verbouwing zo goed als voltooid is, koken we allemaal op eigen huiskamer en kunnen we nog meer rekening houden met persoonlijke wensen en voorkeuren van de bewoners. Als we klaar zijn met de maaltijd, ruim ik samen met een meneer en mevrouw een en ander af, zet een mooi videoprogramma met zachte muziek en natuurbeelden op en schuif de nieuwe overgordijnen dicht waardoor de sfeer wat huiselijker wordt. De mensen kunnen zich nu vrij over de kamers en gangen bewegen maar sommigen zijn erg moe en genieten van de rust in onze kamer en blijven bij me. Als een mevrouw aan tafel een medebewoner vraagt of Mamma ook koffie of thee drinkt, kijkt ze naar mij. Wat verrassend, niet zuster maar moeder Marieke. Omdat ik er juist voor waak om de mensen zoveel mogelijk als volwassenen te bejegenen. Of zou het misschien gaan over een gevoel van veiligheid?


Marieke als vertelheksje Hoeplakee bij bezoekerscentrum De Hoep in Castricum

 

Dinsdag 3 maart 2020
Mag ik even plat?                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                         Op de gesloten afdeling wil een meneer direct na het ontbijt naar bed. Dat kan niet want zijn bed wordt op dat moment verschoond en opgemaakt. Ik zie dat hij zich daarover begint op te winden en vraag hem vriendelijk waarom hij zo graag wil liggen. Meneer wijst naar een plek op zijn onderarm. Die is gevoelig. Ik stel voor om een kussentje onder zijn arm te schuiven zodat hij niet op de harde houten leuning hoeft te rusten. Dat vindt meneer goed en hij vraagt niet meer naar zijn bed. Kop koffie en net binnen gekomen krant erbij. Iedereen blij.

 

 

Dinsdag 25 februari 2020
Goed verstaan?

Op de gesloten afdeling woont een meneer die slechthorend is. Hij is niet de enige. We willen graag een sfeer van rust en gezelligheid creëren en dat is lastig als je je stem moet verheffen om verstaan te worden. Ook hier is het de toon die de muziek maakt. Deze meneer verstaat vrijwel niets.  Dat betekent dat hij van het ene misverstand in het andere valt. ‘Nee, dat heb ik niet gedaan!’ Daar ga je dan met je rust en gezelligheid. Kan ik hem echt niet helpen? Denk, denk… dan zie ik een schrijfblokje en een pen liggen. Ik begin voor hem op te schrijven wat die andere meneer net werkelijk tegen hem gezegd heeft. Dat het eten zo goed had gesmaakt… het haalt meteen de angel uit zijn boosheid en hij verontschuldigt zich voor de vergissing. Beide heren kijken elkaar weer vriendelijk aan en ik schrijf op: ‘Wilt u me helpen met de kopjes?’ En dan gaan we gezellig afwassen en afdrogen. Kan geen vaatwasser tegenop.


bibliotheek Den Haag

 

Dinsdag 11 februari 2020
Adam en Eva

Op de gesloten afdeling kondigt de lente zich al aan door de zon die steeds sterker naar binnen begint te schijnen. Het is op een tijdstip dat ik binnen mijn takenpakket kans zie om bewoners mee naar buiten te nemen. Meneer Z voelt er wel voor. Even later wandelen we het gebouw uit in de richting van een kleine kinderboerderij met kippen en geiten in verschillend formaat. Meneer vindt het vermakelijk als een geitje rondjes springt op het dak van het geitenhok. Als we daarna op het wandelpad een gezelschap passeren, zegt een meneer die in een rolstoel wordt voortgeduwd dat wij twee dames zijn. ‘O nee!’ roept hij even later lachend uit, ‘nu zie ik het, dat is een menéér!’ Waarop meneer Z droog opmerkt: ‘Zal ik het even laten zien?’


Bron: Pixabay

 

Dinsdag 4 februari 2020
De eerste

Op de gesloten afdeling wil meneer B graag naar buiten maar lopen gaat steeds moeilijker. We stellen op de afdeling voor dat ik een ommetje met hem maak en dat we daarvoor een rolstoel regelen. Dat vindt hij een goed plan. Hij vindt het heerlijk buiten. Het is niet koud en hij geniet van de wind door zijn haren. We lopen langs schapen, parkietjes en eendjes. Dan vertelt hij over de plek waar hij geboren is en van het een komt het ander en voor ik het weet is hij aangekomen bij herinneringen uit de Tweede Wereldoorlog. En het zijn niet de leukste, zacht gezegd. Kampervaringen. Ik luister naar hem en zijn verhaal terwijl we de zachtjes tokkende kippen passeren. Als hij tenslotte vertelt hoe en waarom hij is afgeranseld zeg ik het eerste dat in me opkomt: ‘Wat een smerige hufters.’ Daarna is het lange tijd stil. Dan zegt hij zacht: ‘Weet u dat u de eerste bent die dit zegt?’


bron onbekend

 

Dinsdag 15 januari 2020
Vanzelf

Daar was 2020 dan. Ook op de gesloten afdeling. De tijd die kalm en onverbiddelijk voortschrijdt, waar je niets voor hoeft te doen. Ik werk nu voor de vijfde maand als ondersteunend medewerker Wonen&Welzijn in een verpleeghuis bij mij in de buurt. Een mooie, afwisselende baan met veel ruimte voor contact met mensen met dementie en/of niet aangeboren hersenschade. Samen klusjes doen, wandelen, groeps-beweging-spelletjes leiden, begeleiden bij de maaltijden, er met een wakend oog voor zorgen dat alles er schoon en verzorgd uit ziet. Het is maatwerk: als een mevrouw helpt met afruimen en blijmoedig een kopje water op de grond leeggiet, bedank ik haar vriendelijk omdat zij op dat moment in haar beleving voor een gootsteen staat. De keer daarop gids ik haar daar losjes heen, ze wil het zo graag goed doen en dáár gaat het om.

 

Dinsdag 10 december 2019
Ontbijt?

Op de gesloten afdeling begin ik om 8 uur ‘s morgens met vers brood ophalen, het klaar zetten van thee, brood, beleg in schaaltjes, pap maken, kortom alles wat een mens nodig heeft voor een ontbijt. Dat vereist enige logistieke handigheid omdat niet iedereen tegelijk wakker wordt, gewassen en aangekleed. Koude thee is geen optie en uitgedroogd brood ook niet dus dat gebeurt met beleid. Nadat mensen gegeten hebben, wordt die tafel afgeruimd en door mij getransformeerd tot een gewone huiskamertafel. De mensen die daarna komen worden naar een andere ontbijttafel begeleid. Hier is over nagedacht. Daarmee voorkom je namelijk bij een haperend korte termijn–geheugen de vraag: ‘Zuster, waarom krijg ik geen ontbijt en zij wel?’


 

Dinsdag 19 november 2019
Iemand nog een kopje thee?

Op de gesloten afdeling worden in de huiskamer veel gesprekken gevoerd. Ik zie soms twee dames geanimeerd met elkaar in gesprek zijn, terwijl ze bijna doof en voor mij vaak moeilijk te volgen zijn. Ze voelen elkaar goed aan en genieten van hun ontmoeting met elkaar. Vandaag maak ik kennis met een nieuwe bewoonster die ook graag en veel praat. Het is iemand die geen blad voor de mond neemt en dat is even wennen. Ze kan het goed vinden met de mevrouw naast mij, als we samen thee drinken. De nieuwe mevrouw zegt dat ik vast een hele lieve man heb. Dat is een inkoppertje en dat beaam ik dan ook direct. Dan vraagt ze: ‘Slaap je ook nog met hem?’ De vraag blijft even in de lucht hangen en dan merkt de mevrouw naast me op: ‘Nee, ze ligt bij zijn voeteneind, nou goed?!’ Iedereen barst in lachen uit. Einde verhaal.

 

 

Dinsdag 12 november 2019
Tussen Keulen en Parijs

Eergisteren was het dan zo ver. De pleinregisseur van mijn werk in een Woonzorginstelling had mij verschillende mogelijkheden laten zien om met een groep bewoners bewegingsspelletjes te gaan doen en nu ging ik het zelf leiden. Ik haalde uit de spelkast een grote ballonbal en maakte een praatje met een mevrouw die er wel zin in had. We gooiden naar elkaar over. Daarna waren er nog twee. Ik zette al vijf stoelen neer en na een kwartier had ik een grote kring mensen om me heen. Ik in het midden. Gooien, vangen, stuiteren, zelfs koppen! Het ging goed en heel plezierig. Daarna liedjes gezongen met bewegingen erbij die ze zelf bedachten: ‘Zo zijn onze manieren’. Dit smaakt naar meer!

 

Dinsdag 5 november 2019
Ja, denk erom, jij!

Boos. We zijn allemaal wel eens boos. Dat geldt ook voor mensen met dementie. Wij kunnen woorden geven aan onze verontwaardiging. Vaak is het taalvermogen aangetast waardoor dat voor mensen met dementie moeilijker is. Om aan te geven waar de schoen wringt, soms letterlijk… Wij kunnen er ook voor kiezen om onze boosheid niet te laten merken en er pas later lucht aan te geven. Voor iemand met dementie is dat te moeilijk. Iemand is boos. Hier en nu. En wat doe je dan als die boosheid op jou gericht wordt? Je hoeft echt geen clownsneus op te hebben om gaandeweg mee te gaan bewegen. Aankijken. Niet te lang als dat overprikkelend werkt. ‘Ja, wat sta je me daar nou doordringend aan te kijken!’ Luisteren. Serieus nemen. Instemmend knikken. Mee verontwaardigd zijn. Gelijk geven. Benoemen dat het zo goed is dat iemand het een keer hardop zegt. Bedanken voor de les die geleerd is. Voor wat hij of zij heeft gezegd. Probeer het maar eens. En er nóóit tegenin gaan.

 

Dinsdag 22 oktober 2019
Kunst

Op de gesloten afdeling gaan steeds meer deuren open. Letterlijk. ‘s Avonds zijn de mensen vrij om door het hele gebouw (begane grond) met verschillende afdelingen te lopen, waar activiteitentherapeuten en vrijwilligers regelmatig avond-activiteiten organiseren (zingen, spelletjes, gezellige ontmoetingen). Alleen de voordeur is uiteraard beveiligd met een code. Bij de maaltijden gaan de deuren van de huiskamers even dicht om de mensen in alle rust te kunnen laten genieten van hun maaltijd. Aan mij de eer om de soep te warmen. Tomaten-crème soep. Ik werk voor het eerst met inductie. Ik zet alles aan, roer in de soep en er gebeurt…niets. De pan is en blijft koud. Wat nu? De dames en heren zien het geduldig aan. Ik heb de tafels gedekt en hier en daar nipt men al van een drankje. Ik vraag om raad aan een collega. Ze haalt een grote steelpan tevoorschijn, speciaal voor inductie en hup, de soep heb ik binnen vijf minuten warm! Als ik naar huis ga, passeer ik in de centrale hal een tafel waar een meneer een bladerencollage aan het afmaken is. Een verzorgende bekijkt het bewonderend en zegt: ‘Wat een mooi kunstwerk!’ Mevrouw S. die vlakbij zit: ‘Bedoel je ons?’

 

Dinsdag 8 oktober 2019
Veel kan, helaas niet alles

Op de gesloten afdeling vraagt een meneer wat ik kom doen. Ik vertel hem dat ik voor hem mag zorgen, als hij dat op prijs stelt. Waar we dan zijn? Ik leg uit dat we in een woonzorgcentrum zijn. Of dat ook voor oudere mensen is? Ik antwoord bevestigend. Hij denkt even na en vraagt: ‘Ook voor mensen met dementie?’ ‘Ja, ook voor mensen met dementie.’ Meneer: ‘Krijg ik dan ook nieuwe hersenen?’


Merel / foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 1 oktober 2019
U en jij, denk er om!

Op de gesloten afdeling werk ik alweer voor de tweede maand bij Magenta-zorg voor 15 uur in de week. Ik ken steeds meer namen, weet al meer spullen te vinden en leer mijn collega’s steeds beter kennen. Het contact met de bewoners ervaar ik als heel plezierig omdat iedereen volstrekt zichzelf is. Dat nodigt uit om van mijn kant ook mezelf te zijn. Uitgangspunt is dat we de mensen bij de achternaam noemen en keurig ‘u’ zeggen. Tegelijkertijd werken we persoonsgericht in plaats van taakgericht, persoonlijke wensen zijn er dus om serieus genomen te worden. Een mooi voorbeeld: na het ontbijt vanmorgen bedank ik een mevrouw die meehelpt om de boel af te ruimen. Terwijl ik naar de keuken loop voor  verse thee en koffie, roept ze me met luide stem na: ‘En als je nu nog één keer u zegt, dan stuur ik je naar huis!’


Met collega’s Wonen&Welzijn en nieuwe witte gympen… foto: Christa de Groot

 

Dinsdag 24 september 2019
Mens erger je niet

Op de gesloten afdeling wordt er koffie gedronken en gespeeld. We zitten aan een grote houten tafel met een, zo te zien, nieuw mens-erger-je-niet-spel. Met holtes in het houten speelbord zodat de pionnen stevig blijven staan. Ik doe een potje met twee heren en een dame en aan het hoofd van de tafel zit een mevrouw stilletjes mee te kijken. Omdat de andere mevrouw even weg is, gooi ik de dobbelsteen ook voor haar. Dat werkt wat verwarrend voor de spelers. Ze is er niet, en toch wel. Of ze is er wel maar toch niet. En je eigen kleur onthouden is ook al niet zo vanzelfsprekend. Ik leid het letterlijk en figuurlijk in goede banen door nonchalant maar ondertussen wel goed op te letten en besluit de pionnen van de verdwenen mevrouw toch maar van het bord te halen. Als ze terug komt vindt ze het helemaal niet erg en toont alle begrip voor de verwarring. Mens erger je niet? Nee hoor, zij niet…

 

Dinsdag 17 september 2019
Banketbakkerij Roos, een begrip

Op de gesloten afdeling zijn een paar nieuwe bewoners gekomen. Een meneer draagt een chique pak met smaakvolle stropdas. Hij ziet er uit of hij zo uit een directiekamer is aan komen lopen voor een bespreking. Als ik me voorstel en hem een hand geef, glimlacht hij minzaam. Aan zijn ogen meen ik te zien dat ik het kort moet houden: heel gezellig maar de meeting heeft nu even voorrang. Even later deel ik minigebakjes uit bij de thee. Als ik een mevrouw een pitit-fourtje overhandig, zeg ik: ‘Dit komt van de beroemdste banketbakker van Bergen en omstreken!’ Mevrouw kijkt me aan met stijgende verbazing en antwoordt: ‘De beroerdste?’ ‘Nee, de beroemmmdste!’ ‘Oooh…’ En dan breekt er een lach door op haar gezicht.


Verpakking van de taartjes

 

Dinsdag 10 september 2019
Vragen, vragen, vragen…

Op de gesloten afdeling woont een mevrouw, die zo veel en soms ook zulke ingewikkelde vragen stelt, dat niemand er antwoord op weet. Toch blijft ze de vragen stellen en als iemand iets zegt om er vanaf te zijn, heeft ze dat haarscherp door. Verzorgende: ‘Mevrouw, u doet het hardstikke goed, hoor!’ Mevrouw: ‘Maar wát doe ik dan goed?’ Ze vindt het fijn als ik bij haar kom zitten maar tijdens haar handverzorging moet ik er ook aan geloven. Of er een God is? Of ik ook wel eens bang voor de dood ben? Hoe lang ze daar nog blijft zitten en hoe moet dat dan met het eten? En wát eten we dan? Ik blijf haar ook dit antwoord schuldig want het staat nog niet op het mededelingenbord.
Een tafel verderop vertelt een mevrouw geanimeerd waar in het dorp van haar jeugd de boekenbakkerswinkel was. Naast haar komt een meneer zitten die wat behoefte heeft aan gezelligheid, of troost en dat kan dicht bij elkaar liggen. Soms, als zijn ogen tranen, legt ze haar hand op zijn arm en zegt: ‘Maar weet je wat het is? Jij heb een slechte jéugd gehad.’ En dan knikt hij haar dankbaar toe.


Noordzee. Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 3 september 2019
Eindelijk

Op de gesloten afdeling loopt een meneer zich zichtbaar zorgen te maken. Er moet iets geregeld worden maar ik begrijp niet zo goed wat. Ik vermoed hijzelf ook niet precies… iets met handtekeningen zetten, procedures en mensen die het moeten regelen. Ik stel voor een eindje met hem mee te lopen en luister aandachtig naar zijn onnavolgbare uiteenzetting van het mistige en vooral bureaucratische probleem. Het zit hem vooral hoog en het lijkt over iets van vroeger te gaan. Tegenwoordige en verleden tijd lijken in deze meneer soms samen te vallen.
In de huiskamer aangekomen, drinken we samen met andere mensen een kop koffie en ik regel fruit voor de mensen die  klaar zijn met het rustuur.
Nadat ik de nagels van een mevrouw heb geknipt, die ze eerst in een teiltje sop heeft geweekt (‘Mag ik het teiltje op uw schoot zetten?’ ‘Als je hem niet omgooit.’) loop ik de gang in om de spullen terug te zetten. Dan is het voor mij tijd om naar huis te gaan. Ik kom nog even de meneer tegen met wie ik eerder had gesproken en zeg: ‘Het is voor elkaar hoor, het is helemaal geregeld.’ Hij kijkt me blij verrast aan en geeft me een paar klopjes op mijn bovenarm. ‘Geweldig!’ zegt hij met een blik alsof hij zeggen wil: ‘Hoe heeft ze ‘m dat gelapt?’ Ik vind het fijn voor hem dat het nu geregeld is. Al zal ik nooit weten wát.

Dinsdag 27 augustus 2019
Los

Op de gesloten afdeling maak ik fruitsalade en drankjes klaar want we zijn inmiddels de  hittegolf van eind augustus in gegaan. Veel bewoners liggen nog te rusten, het is stil op de afdeling. Een mevrouw is angstig om te vallen terwijl ze veilig in een rolstoel zit. Maar wat is veilig als je je niet veilig vóelt? Een verzorgende laat haar ergens anders zitten met haar benen een beetje omhoog. Nu is ze minder angstig en het is fijner voor de doorbloeding van haar benen en voeten. Als ik haar een glas water aanbied vraagt ze of ik bij haar kom zitten. In plaats van aan de grote tafel begin ik vlak naast haar fruit te snijden en laat haar ondertussen stukjes appel, nectarine en mandarijn proeven. Dat mag alleen als ik haar buurvrouw ook wat geef. Helemaal goed, al komt de kom niet zo snel vol op deze manier. Ach, we hebben alle tijd… een mevrouw is nu met haar rollator van haar kamer gekomen en ik bied haar een schaaltje fruit aan. Ze prikt het met een vorkje aandachtig weg, schuift het lege bakje met een diepe zucht van zich af en zegt dan monter: ‘Zo, ik ben los.’


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 13 augustus 2019
Werk aan de winkel

Op de website van Stichting Magentazorg bleven mijn ogen haken aan een vacature van ondersteunend medewerker Wonen&Welzijn. Bij de Oudtburgh in Bergen N-H. Ik was daar een paar jaar geleden eens op ziekenbezoek geweest bij een oudere vriendin. Ik belde eerst eens voor informatie en het gesprek was zo positief dat ik besloot om een motivatiebrief te schrijven. Daarna was het zes weken stil. Tot ik een mij onbekend nummer op mijn mobieltje zag… wie zou dat zijn? Even terugbellen maar. Mijn toekomstige leidinggevende! Vanwege de vakantietijd duurde de procedure wat langer dan anders. Ze vond mijn brief zo leuk dat ik meteen werd uitgenodigd om op gesprek te komen. We waren snel klaar, ik werd aangenomen voor een jaarcontract van 15 uur in de week en ik kreeg van haar een rondleiding door de afdeling om alvast hier en daar kennis te maken.
Toen ik weer blij door mijn geliefde weilanden terug naar huis fietste vertelde ik de koeien en schapen dat ik ze vanaf 1 september vaker zal gaan zien. Ze vonden het wel best. Ik woon vlakbij ze en ze zijn gewend dat ik zo nu en dan mijn hart bij ze lucht terwijl ze rustig doorgaan met grazen. Het is verder niet gevaarlijk.


Nieuwtjes uitwisselen…

 

Dinsdag 30 juli 2019
Nagels

Op de gesloten afdeling geef ik deze dag geen handmassages. Te warm. Er zijn al wat mensen in de huiskamer die klaar zijn met het middagrust-uurtje. André Rieu kijkt ons met zijn viool schalks aan vanaf het grote scherm terwijl zijn orkest glimlachend doorspeelt als het publiek zingt. ‘Daar in dat kleine café aan de haven…’ maar niet in het Nederlands, de man is niet alleen van ons Vrijthof. Een meneer bromt zachtjes mee, meestal vinden de mensen deze vrolijke muziek prettig om te zien en te horen. Ondertussen heb ik toch de doos met handverzorging gehaald. Nagels knippen dan maar? Een mevrouw kijkt eerst bedenkelijk: ‘En wat krijgt u dan van me?’ Ik: ‘Een stralende glimlach!’ Die is nu al binnen. Ze wil het wel. Ook een meneer die nieuw is wil zijn nagels geknipt hebben en hij doet het zelf. Ik zie dat hij de nagelschaar er behoorlijk diep in zet. Ik kan niet goed inschatten of hij ziet of voelt wanneer hij wondjes maakt. Ik vertel hem dat ik een beetje ongerust ben en waarom. Mensen met diabetes kunnen wondjes krijgen die moeilijk dicht gaan en ik weet niet of hij diabetes heeft.
Als ik met mijn rug naar hem toe verse citroenthee aan het inschenken ben, roept hij plotseling: ‘Bloed!’ Ik schrik en draai me om. Hij kijkt me met glunderende ogen aan: ‘Grap!’


Regietheater voor zorgverleners ‘Alles naar wens?’ Duo HartHorend
met ervaren verzorgende Bianca Verheij. Zie ook dementiewinkel.nl

 

Dinsdag 16 juli 2019
Vorstelijk

Op de gesloten afdeling loopt een meneer door de huiskamers en vraagt: ‘Kan ik hier nog wat doen?’ Als we met een groepje beneden gaan wandelen, stel ik voor dat hij de rolstoel van een andere meneer voortduwt. Hij stemt toe en het gaat prima. Zo heeft hij zelf ook houvast en… iets te doen. Een mevrouw wil nog even haar vest halen. Als ze terugkomt van haar kamer, zeg ik: ‘Wat ziet u er mooi uit, u lijkt de koningin wel!’ Het blijft even stil en dan antwoordt ze droog: ‘Maar het geld heb ik niet!’


Gemeentewapen Amsterdam/foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 25 juni 2019
Het mes erin

Op de geloten afdeling houdt men het hoofd koel. Buiten is het een graad of 32 met een hete zuidenwind. De deuren naar de beschaduwde balkons staan allemaal wijd open. Wat zullen we eens doen? De activiteitentherapeute vindt het te warm voor de mensen om te gaan wandelen. Ik nodig twee dames die slecht ter been zijn uit om mij te helpen met fruit snijden. Een grote schaal vol zomerfruit en een blik fruitstukjes op sap voor het bowl-effect. Het ziet er vanaf een afstandje gemoedelijk uit maar ik sta op scherp. De meeste bewoners hebben in hun lange leven al heel wat fruit gesneden maar de oog-hand-coördinatie is bij dementie niet altijd hetzelfde. Wat als iemand met diabetes zich in de vingers snijdt? Ik ben dus vooral organiserend bezig. Afvalbak pal naast ons zetten, tafel schoon en opgeruimd houden tijdens het snijden, stukjes die op de grond vallen onopvallend verwijderen en de sinaasappels, meloen en bananen verdelen naar moeilijkheidsgraad.
Na afloop doe ik koud water in een teiltje voor een saphandenbadje. ‘Lekker koel, zeg!’ merkt een mevrouw verheugd op.

 

 

Dinsdag 4 juni 2019
Een sterke vrouw, wie zal haar vinden…

Aardig gevonden willen worden. Beducht zijn voor kritiek. Pleasen. Gelukkig groeit niet iedereen blijvend op als brave kleine meid. ‘Doe eens rustig! Wees eens stil! Doe niet zo eigenwijs!’ Vorige week was ik in Bingen am Rhein, Eibingen, de Disibodenberg waar 12e eeuwse mystica Hildegard von Bingen heeft gewerkt en geleefd. Met een aantal zangeressen van o.a. de schola Hildegardis van Antje de Wit en dr. Rebecca Stewart hebben we haar werk gezongen. Ik mocht solo ‘Laus Trinitati’ zingen bij haar gouden schrijn, in de kapel van haar laatste rustplaats in Eibingen. Een onvergetelijke ervaring.

Abdis Hildegard was haar tijd ver vooruit. Opgegroeid als bedeesd meisje uit een arm, adellijk gezin ging ze als tiende kind de weg naar het klooster, wat betekende dat ze met een groepje ingekluisd werd achter hoge muren. Ze vertrok later met haar medezusters te paard uit het mannenklooster op de Disibodenberg en stichtte er zelf twee. Zelfkastijding en veel te lange gebedstijden schafte ze meteen af omdat ze het zinloos vond. Aan het eind van haar leven reisde ze veel en was beroemd (en berucht) geworden vanwege haar visioenen, brieven en ongezouten prediking over zelfverrijking en machtsmisbruik, zowel bij keizers als kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders.

Ze kende als geleerde alle grote werken uit haar tijd maar hield zich bescheiden en als het nodig was ‘onwetend’ om uit de buurt van de heksenbrandstapels te blijven. Dat God zich zou openbaren aan een vrouw was ongekend. Het strikt leven volgens de alom erkende Benedictijnse regel verschafte haar veiligheid. Hildegard pleasde niet en droeg uit dat de Schepping één grote symphonie is van schoonheid en liefde. Haar zusters hadden het goed bij haar. Ze wilde dat ze trots waren op hun vrouw-zijn en vond dat mannen het vrouwelijke vanzelfsprekend moesten waarderen, alleen al omdat Jezus uit een vrouw geboren was. Mannelijk en vrouwelijk als gelijkwaardig. In de Middeleeuwen was dit uitzonderlijk binnen een werkpatroon waarin de monniken studeerden en de nonnen het op die plaats voorlopig met eenvoudig stikwerk moesten doen.


Disibodenberg kluis. In het midden het raam, waar mensen met Hildegard konden
spreken. Aan de achterkant was een raam voor voorraden/wasgoed e.d.
Foto: Marieke van den Houten

Dinsdag 21 mei 2019
Ora et Lebora

Bid en werk. De regel van de heilige Benedictus. Van 10 t/m 12 mei waren we als Cappella te gast bij de abdij van Affligem. Sinds 2 ½ jaar leer ik Gregoriaans zingen in de schola van Bram Verheijen in de abdij van Egmond. Het is zingend bidden. Of biddend zingen? We hebben dit weekend aan drie liederen gewerkt die we zondagochtend in de hoogmis mochten zingen. Anchieta, Dufay. Het was een mooie ervaring om zo samen te werken aan een feestelijke viering, met het accent op moederdag. Ook vertrek ik binnenkort naar Bingen om met een groep zangeressen te zingen op plaatsen waar Hildegard von Bingen geleefd en gewerkt heeft. Ik doe regelmatig mee met projecten rond de schola Hildegardis olv. Antje de Wit. De muziek is wonderschoon en neemt ons op een natuurlijke manier mee de hoogte in.
Bid en werk, best mooi eigenlijk. Wat moeten die twee zonder elkaar beginnen?

 

Dinsdag 30 april 2019
Helemaal goed

Op de gesloten afdeling maak ik kennis met een nieuwe bewoonster als er een hele groep terugkeert van een buitenwandeling. Het zonnige weer viel in de smaak, er waren bloeiende boompjes en de parkieten hadden zich laten zien en horen. Iedereen komt om de grote tafel zitten en neemt naar behoefte fruit, koffie, thee of wat vruchtenlimonade. Ik ga rond met de koektrommel.
De nieuwe mevrouw laat haar handen wapperen nadat ik een beschaafd kleurtje heb aangebracht die goed bij haar pantalon staat. Er zijn nog twee dames die wel een kleurtje willen, van bordeauxrood naar knalrose. En er is ook een mevrouw die het graag zelf doet. Als de handen weer gezamenlijk wapperen zie ik een Margriet liggen. Ik vraag of ik hun horoscoop voor zal lezen. Soms geef ik er zelf een draai aan of verzin ik terplekke iets leuks als ik denk dat het bij iemand past. Dat zeg ik er achteraf ook bij want ik wil niet op mijn geweten hebben dat ik de mensen voor de gek houd. Een meneer in een behoorlijk ver stadium van dementie vraag ik naar zijn sterrebeeld. ‘Tweeling? Maagd? Stier?’ Hij kijkt me vaderlijk aan en zegt: ‘U doet het goed.’


bij Hof Zevenbergen/ Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 16 april 2019
Kinderlogica

Gisteren sprak ik een mevrouw die jaren in het onderwijs werkte en overstapte van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Waarna ze op haar schreden terugkeerde en weer aan de slag ging met kinderen van 4 t/m 12 jaar. Ik vroeg haar wat het verschil voor haar was. Ze dacht er even over na en zei toen: ‘De spontaniteit. Als kinderen de pubertijd in gaan, zijn ze meer met zichzelf bezig en bij de groep horen is veel belangrijker geworden. Ik miste de openheid in het contact.’ Ik hoorde vandaag ook een staaltje van die openheid van een oma die met een twinkeling in haar ogen het volgende vertelde over haar kleinkind van 6: Kleinzoon was zonder toestemming van huis gelopen naar opa en oma. Rugzak met bidon water mee want je weet maar nooit. Bij opa aangekomen zei deze geschrokken: ‘En als je nu eens aangereden was door een fiets of een auto? Stel dat de ambulance had moeten komen om je naar het ziekenhuis te brengen?!’ Waarop het jongetje antwoordde: ‘Daarom vraag ik pappa en mamma ook al heel lang om een mobieltje!’


Marieke als heksje Hoeplakee in de duinen van Castricum
foto: Marien van den Houten

 

Dinsdag 9 april 2019
Mooie ontwikkelingen

Nadat ik vanaf 2017 zowel groepjes als personen begeleid heb, ga ik vanaf heden verdiepende schrijfochtenden geven op individuele basis. Het is mijn ervaring dat juist in het persoonlijke contact vrijuit gesproken, geschreven en gewerkt kan worden aan zingeving.
Daarnaast blijft het een feest om verhalen te vertellen, rollen te spelen en te zingen in trio Laterna Magica, harp te spelen en blijf ik mij profileren als gespecialiseerd trainingsacteur op het gebied van onbegrepen gedrag, met name bij mensen met dementie. Wat nieuw is:
Wie iemand kent die ernstig ziek is en voor wie het fijn zou zijn als ik harp kom spelen, kan ik eigen meditatieve composities en bewerkingen spelen voor een vrijwillige bijdrage. Gisteren speelde ik bij Geriant, een observatie- en behandelingskliniek in Heerhugowaard. Voor mensen met dementie waar ik wekelijks tijdens een middag vrijwilliger ben. De activiteitentherapeute zei na afloop glimlachend: ‘Ik zie de mensen genieten en er rustig van worden.’ Zo innerlijke ontspanning mogen brengen voelt als een voorrecht!


Voorstelling Lila&Albin bij Centrum 31 Heerhugowaard met Karin en Gert Jan


Hier speel ik en vertel ik in bibliotheek de Mare/Foto: Marlies Bootsma

 

Dinsdag 19 maart 2019
Lopen, slenteren, draven

Toon Hermans keek altijd naar de manier waarop mensen lopen. Het was voor hem en vooral zijn theaterwerk een bron van inspiratie. Ik ga meestal nog een stapje verder: Wat dénken zij erbij? Op Amsterdam Centraal Station ben ik er eens goed voor gaan zitten en dit waren de resultaten van mijn waarnemingen:

– Ja, boeien.
– Jemig, is het al zo laat?
– Hier heb ik dus he-le-maal geen zin in.
– Zucht.
– Joehoe!
– Als ik nou dit nog regel, dan kan ik straks nog…
– Waarom doet dat stomme ding het niet?
– Mij krijg je niet gek.
– Ha, net op tijd!
– Ik bel mooi niet. Ze zoeken het maar uit.
– Ik lust wel weer eens wat…
– Zzzzzz.


Protestloopje…, Laterna Magica 2016

Zondag, 3 maart 2019
Van eigen deeg

Er was eens iemand zo goed in brood bakken, dat ze dacht: Ik ga een broodjeszaak beginnen! Ze maakte een plan en toen de voorbereidingen en eerste stappen in volle gang waren, kwam ze een vriendin tegen die heel goed was in zaken doen. Toen deze vriendin hoorde van de plannen, was ze meteen enthousiast en zei: ‘O, wat doe jij toch mooie dingen! Veel succes hoor!’
Om een paar weken later op tien meter afstand haar eigen croissantjesboetiek te beginnen. Ze waren meteen al niet aan te slepen. Zij was niet voor niets een geslaagde zakenvrouw. Of ze ook een geslaagde vriendin was? Dat vermeldt het sprookje niet. Een open einde, zullen we maar zeggen. Het vermeldt ook niet hoe het de oorspronkelijke broodjeszaak met eigenaresse verging. Die inmiddels veel van dit sprookje geleerd had. Ze sneed voor de rest van haar leven geen croissantjes maar wel alle banden met de zakenvrouw door en dacht: met zo’n vriendin heb je geen vijand nodig.


 

Dinsdag 5 februari 2019
Wat is hoog?

Loop jij ook zo graag te zingen? Van kinds af aan? Vanzelf? Ouder geworden ga je misschien aansluiting vinden bij andere zanglustigen en eenmaal op een koor krijg je LEIDING. Handig om een stuk goed uitgevoerd te krijgen via een gareel waar je je in moet voegen. Die partij die voor jou nét iets te hoog of te laag is. Of je wel of niet kunt zingen leg je naast die meetlat. Ik net zo goed, hoor. Toch is het nu anders omdat ik me voeg én daarbij mijn eigen koers vaar. Denkend dat ik een alt was, zing ik nu de drempel voor een hoge f zelfs aan flarden. Dat doet dagelijks Gregoriaans zingen met je. Op 10 februari voert de schola Hildegardis van Antje de Wit een project uit over Hildegard von Bingen en Hadewych. Deze drie dames hebben mij met hun muzikale werk mee de hoogte in genomen. Weg met die lat. ‘Je bent wat je zingt.’ * Kom je ook luisteren?

* Bram Verheijen, die leiding geeft aan de schola Cappella Sancti Adalberti in de kapittelzaal van de abdij van Egmond, waar ik vanaf 2016 superius, altus en tenor ben.


Bloemendaal 2018. Vanaf Antje gezien, ben ik de 4e van links

 

Dinsdag 22 januari 2019
Hoezo dom?

Vrijdagmiddag staat de verwarming opeens lager dan anders en een uur later steek ik waxinelichtjes aan omdat de radiatoren koud aanvoelen. We bellen het bedrijf waar we klant zijn. Die geeft instructies. Stekker eruit, tien minuten wachten, stekker er weer in. Geen resultaat. Bedrijf stuurt een monteur onze kant op. Terwijl hij onderweg is worden de radiatoren warm. Echtgenoot wil afbellen. Ik niet. Mijn argument: de monteur kan zien wat er aan de hand is, wij niet. Wat als het weer gebeurt.. Hoe het afliep?

Monteur kwam en toen hij hoorde dat alles het deed, zei hij dat hij niets voor ons kon doen. Man en zoon keken mij veelbetekenend aan. Toen antwoordde ik, nog niet helemaal verslagen: ‘Ik zag een afbeelding van een kraantje toen de verwarming niet hoger wilde.’ De monteur haastte zich daarop naar de ketel op zolder. Daar bleek dat een sensor defect was waardoor de verwarming uitviel als er heet water genomen werd. Monteur bestelde op tijd een nieuwe sensor en verhoogde de veel te laag geworden water-temperatuurstand handmatig van 40* naar 60*.
Laat nu maar komen, die sneeuw.


Foto: Marieke van den Houten

.

 

Dinsdag 15 januari 2019
Dief!

Als ik de gesloten afdeling betreed, staan er drie mannen geconcentreerd te biljarten. Er staan een paar stoelen bij voor eventuele supporters of voor de gezelligheid. Ik ga zitten naast een mevrouw die me verontwaardigd vertelt dat er geld van haar is gestolen. Ze wijst naar een rond het aanrecht schuifelende mevrouw die zichzelf of haar eigen naam nauwelijks meer herkent.
Het is niet de eerste keer dat er geld en voorwerpen worden gemist. Je kunt honderd keer zeggen dat het geld thuis ligt of dat de spullen er niet (of nog niet) zijn, het heeft geen zin. In de beleving is het echt en deze boze mevrouw wil serieus genomen worden. Ze gaat aangifte doen bij de politie, ze laat het er niet bij zitten. Wat ik daar nou van vind? Terwijl in de ontstane stilte de biljartballen elkaar zachtjes aantikken en drie kanten uit rollen, denk ik even na. Ik wil geen olie op het vuur gooien. Dan doe ik een gok en zeg: ‘Mevrouw, als u geld mist, dan moet de onderste steen boven komen!’ Wat zou jij doen?

 

Dinsdag 8 januari 2019
Wie bent u?

Op de gesloten afdeling doorkruist een mevrouw met scherpe ogen alle gangen. In de huiskamer aangekomen, ziet ze mij de nagels van een mevrouw verzorgen. Ze kijkt me streng aan en zegt: ‘Bent u de pedicure?’ Als ik vertel dat ik vrijwilliger ben, lijkt dat haar wat milder te stemmen. Een half uur later kijkt ze bewonderend naar haar geknipte, gevijlde en glanzend rose gelakte nagels. Ik mag blijven.

 

Dinsdag 11 december 2018
Thuis

Op het moment dat we ons huis in komen, doen we niet alleen onze jas en misschien ook wel onze schoenen uit. We laten ook de ontmoetingen en activiteiten van de dag achter ons en hoeven even niets. Beetje aanrommelen, post bekijken, iets drinken, kortom, bijkomen voor de volgende rondes die gaan komen.  Aandacht voor eventuele kinderen. Dat gaat vanzelf, daar zorgen ze wel voor. Huishouden, koken, administratie en vul maar aan. Dat gaat allemaal goed zolang er uitblaastijd is. En dat kan alleen als je je thuis, ontspannen voelt. Er bestaan ook mensen die hun huis juist uit moeten om te kunnen ontspannen. Het hangt natuurlijk ook van je omstandigheden af. Dat vind ik zo knap van Etty Hillesum. Het ging niet vanzelf en ze leerde het met vallen en opstaan maar uiteindelijk heeft ze toch een grote schat ontdekt. Ik citeer met haar eigen woorden uit haar dagboek: ‘Men is overal thuis als men alles in zich draagt.’ Het was haar bagage toen ze met de groep kinderen zingend op transport ging uit Westerbork.


Uit een folder van Hof Zevenbergen in België


Nieuwsbrief Marieke 27 november 2018

 
In de laatste maanden heb ik diep  nagedacht over hoe ik verder wil gaan met de initiatieven die ik tot nu toe ontwikkeld heb. Het ging niet altijd zoals ik wilde of verwachtte en het andere gebeurde ook. Dat met name het trainingsacteren bij zingevende gespreksvoering en mijn biografische schrijfcursussen door deelnemers positief werden ontvangen. Dat het inzichten opleverde waar ze mee verder konden. De optredens met trio Laterna Magica zijn ook een bron van vreugde. A.s. 7 dec. gaan we onze nieuwste voorstelling twee keer op basisschool voor Dalton onderwijs De Columbus spelen. In de Kinderboekenweek was ik uitgenodigd door Margreet (Schouwenaar) om samen met haar op scholen de sterke kinderverhalen uit haar boeken te gaan spelen. Ik mocht er drama-lessen bij ontwerpen. Het was een feest en wat ons betreft voor herhaling vatbaar. Al met al veel om dankbaar voor te zijn!

En dan is hier….. mijn nieuwste project: Schrijvenderwijs

Ik merk dat er bij veel mensen behoefte is aan tijd en ruimte om tot zichzelf te komen. Dat heeft niet altijd met drukte te maken. Ik heb ooit een revalidatiearts gehad die zei: ‘Het maakt niet uit wát, hoe vaak en hoevéél je doet maar HOE je dat doet. Werk je stapels fluitend weg of doe je dat met je schouders tegen je oren. Wat je uiteraard zelf niet merkt tot het pijn gaat doen en je maar niet snapt waar dat vandaan komt (in mijn geval een aantal jaren geleden).

Voor wie zich bij mij opgeeft ontwerp ik een schrijfochtend op maat. Creatieve werkvormen om uiting te kunnen geven aan wat er leeft en waar (meer) behoefte aan is.
Het kan over alles gaan. Niet zo vanzelfsprekend in een maatschappij die van ons verwacht dat we ons vooral succesvol presenteren. Stress, onvoorziene omstandigheden, geloofstwijfel, ziekte, revalidatie, overlijden van mensen die ons dierbaar zijn, zorgen, veel verantwoordelijkheid, hoge verwachtingen, moeilijk vanzelf kunnen ontspannen, grenzen, veel van jezelf moeten, waardering of zelfs rust moeten verdienen. Succesangst (jazeker, het bestaat).
Voor alle leeftijden, mannen en vrouwen. Wie het leuk vindt mag niet alleen zelf een ochtend uitkiezen maar ook een schrijfmaatje meenemen. Dan is er voor beiden nog €5,00 korting ook… Alleen of samen op verhaal komen met de eigen levenservaringen als kostbare bron van persoonlijke groei. Om ieders privacy te waarborgen hanteer ik een zwijgplicht en worden er door mij geen aantekeningen over persoonlijke informatie gemaakt.
Alle goeds met jullie eigen leven en werk en graag tot ziens! Marieke.

Dinsdag 27 november 2018
Wu wei

Wu wei is een grondstelling in het taoïsme. Weten wanneer te handelen en wanneer niet.
Zoals gisteravond. Ik had zondagmorgen zorgvuldig een aankondiging op een prikbord gehangen en gisteravond kwam ik uit een vergadering en liep erlangs. Iemand had ongevraagd mijn flyer verplaatst om ruimte voor zijn/haar eigen folder te maken. De mijne bungelde nu scheef onderaan het bord, ver uitstekend over de rand. Geen gezicht maar het leverde me wel een belangrijk inzicht op terwijl ik het definitief verwijderde.
Alleen plaatsen vinden waar mijn aanbod wel gewaardeerd en gerespecteerd wordt.

 

Dinsdag 20 november 2018
Schrijvenderwijs

Deze week rond ik de biografische schrijfcursussen van dit jaar af en komen de laatste drie deelnemers op woensdag en vrijdag. De proef die ik dit jaar begonnen ben door dit aan te bieden, pakt positief uit met enthousiaste deelnemers. Dan ben ik natuurlijk nieuwsgierig naar de reden waarom het als waardevol wordt ervaren. Helemaal mooi is als ze het zelf al vertellen:
Een ochtend rust, tijd en aandacht voor jezelf in een gezellige ambiance.
Schrijven over wat voor jou waardevol is en is geweest, met werkvormen die je verrassen met wat er bij jou uitkomt. Schuiven, knippen, plakken en spelen met woorden, beelden en kleuren.
Uit de dagelijkse patronen stappen door hier met volle aandacht aan de slag te gaan.
Zonder tips, oordelen of iets moeten. Merken dat wat je ontdekt thuis doorwerkt in contacten met de mensen die je lief zijn. Ik leer er zelf ook veel van. Vooral ruimte geven, goed luisteren en vooral: betekenis benoemen en verbanden leggen aan de deelnemers zelf overlaten.
Er komt zeker een vervolg in het komende jaar!

 

 

Dinsdag 23 oktober 2018
Streetwise

Een gewone vrijdag. Ik fiets naar het winkelcentrum, richting glasbak. Een automobilist wijst als een ratelende specht met zijn wijsvinger naar zijn voorhoofd en zijn mond schreeuwt door het gelukkig dichte raampje geluidloze verwensingen naar me. Ik stel vast dat hij in ieder geval de goede kant op wijst. Op diezelfde plek werd ik vorige week vanuit een geparkeerde auto door jongetjes uitgescholden voor ‘Koeievlaai! KÓEHÓEIEVLAAI!’ Bij de winkelkarretjes is een oude dame verbeten in gevecht met een kar die niet los wil. Als ik vraag of ik mag helpen, ontploft ze. Waar bemoei ik me mee?! ‘#$%^&*!’ Kortom: naast de boodschappen ben ik weer wat casussen rijker.

 

Dinsdag 16 oktober 2018
De zin van biografisch schrijven

Het wordt alweer de volgende serie schrijfochtenden van dit jaar die op 31 oktober a.s. gaat starten. Er is nog een plaats vrij en de serie daarna is al vol. Nadat ik de praktijkopleiding Biografisch Coachen had afgerond, keek ik naar alle marketingstrategieën waar ik de laatste jaren kennis van genomen heb en bleef even verwijlen bij de vraag: ‘Waar wil jij je als bedrijf of coach in onderscheiden?’ Het antwoord was voor mij niet moeilijk: Goed bereikbaar en integer zijn. Dat kan ik overzien en past bij mij. De eerste cursus ging al goed: een mevrouw meldde zich aan en ik had een lesopzet van vier ochtenden gemaakt. Tijdens de inleiding vertelde ze dat ze een schokkend bericht moest verwerken en dat ze hoopte dat mijn cursus daarin ondersteunend zou kunnen zijn. Daar ging mijn voorbereiding: ik gooide het acuut overboord, ging met haar in gesprek en heb haar van daaruit vier ochtenden op allerlei manieren laten schrijven, kleuren en spelen met haar bronnen van hoop, liefde en vertrouwen in haar leven. Na de vierde ochtend zei ze bij het weggaan: ‘Dit was precies wat ik nodig had.’ Het bericht was er niet minder schokkend door. Met haar eigen veerkracht, wijsheid, humor en moed kon het nu wel beter opgevangen en gedragen worden.

 

 


Dinsdag 25 september 2018
Zorgeloos?

Tijdens mijn clownsopleiding kreeg ik les van een trainer die ook clown was in de zorgsector. De naam van haar groep was: ‘Zorgwekkend’. Ik vind ‘m ijzersterk. Zelf heb ik in augustus een akelig avontuur beleefd als Huiskamer Medewerker in een Woonzorgcentrum. Binnen een maand had ik al ontslag genomen, ik ben me wild geschrokken. Het is allemaal keurig afgehandeld, geen kwaad woord over mijn werkgever. Belangrijkste les: goede ouderenzorg is alleen mogelijk waar alle werkers op een afdeling het welzijn van de bewoners op nr. 1 zetten.
 
Na deze ervaring loop ik minder hard om mijn regietheaterworkshop Omgangskunde aan te bieden. Mensen die met hun hart werken doen dat al en de mensen die het niet interesseert verdienen hun geld toch wel. Of is dit te cynisch? Ja, dat denk ik wel. Het moet toch mogelijk zijn dat mensen die zorg behoeven respectvol en vriendelijk bejegend worden? Eerst maar even rustig bijkomen…


in het ontvangst- en vertreksgebouw van busmaatschappij OAD

 

 

Zondag 2 september 2018
Wie durft?
                                                                                                                                                                                                                                                                                         Er was eens een elfje. Ze voelde hoe haar vleugels ieder jaar groeiden en sterker werden. Zo sterk, dat ze steeds verder weg kon vliegen. Soms bleef ze aan een tak haken, waardoor een vleugel scheurde maar dat hoorde erbij, met een litteken op je vleugel kun je ook prima vliegen. Op een dag vloog ze langs het paleis en zag de elfenkoningin voor het raam staan. Ze vloog naar haar toe en vroeg of ze voor haar mocht werken. Dat mocht. Wat een eer! Ijverig verzorgde ze de kleren, het bed en de rozen van de koningin. Maar die was daar helemaal niet blij mee. Ze schold op het elfje en probeerde haar te laten voelen dat ze een pruts-elf was. Eerst was het elfje verbijsterd. Dit kon niet waar zijn! Was de koningin echt zo erg? Ja, zo erg was zij. Toen trok het elfje haar littekens en vleugels recht en nam ontslag. De koningin ontplofte van woede en is daarom nooit meer gezien. Het elfje opende niet lang daarna haar eigen herberg voor reizigers die op verhaal willen komen. Zij verzorgden hun eigen kleren, maakten zelf hun bed op en hielpen mee de rozen te verzorgen. Of ze nog lang leefden vermeldt het verhaal niet. Wel dat het elfje iedere avond voor het slapen gaan naar de sterrenhemel keek en dan zeker wist dat ze voor de rest van haar leven een vrije en zelfstandige elf zou blijven.

‘Durf het alleen. Er is geen andere mogelijkheid dan moed’. Maria de Groot


Bij openluchttheater H. Chr. Andersen, Denemarken. Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 24 juli 2018
Over de grens

Net terug uit Denemarken. Tot mijn grote verbazing is het me gelukt om in de haven van Kopenhagen een foto van de kleine zeemeermin te maken. Er stonden minstens honderd mensen en een wafelkraam bij. Een met bonte kleuren geklede Chinese mevrouw met wijde hoed verstapte zich en viel voorover in het water, waardoor ze een extra kijkattractie werd. De meermin hikte of verkikte niet. Ze is wel wat gewend…
Er was meer waar ik me over verwonderde. Bij het koninklijk paleis liep in de hitte voor elk van de vier gebouwen een jonge soldaat heen en weer met een geweer dat op scherp stond. Het is de enige bewaking en als je je niet gedraagt of rare dingen doet heb je echt een probleem. Het was een studie waard hoe mensen die jongens aan het tarten waren door nét iets te dichtbij te komen, nét op het verkeerde stoepje te gaan zitten of stomweg deden of ze zijn barse aanwijzingen niet begrepen. Of een gezellig gesprekje probeerden aan te knopen terwijl hij zijn ogen strak scannend over het plein met mensen en de gebouwen liet gaan. Mocht ik ooit in de krant lezen dat een jonge soldaat in Kopenhagen volledig door het lint is gegaan tegen een groep opdringerige toeristen, dan zal ik me weer verbazen. Dat het niet eerder is gebeurd.


Kopenhagen juli 2018 Foto: Marieke van den Houten



Dinsdag 3 juli 2018
Het geheim van de (glim)lach

Gevoel voor humor kan redding brengen: de marktvrouw die gegarandeerd onbreekbare kammen verkoopt en tijdens de demonstratie een kam per ongeluk in tweeën breekt, beide kanten aan het publiek laat zien en roept: ‘En zo ziet hij er van binnen uit!’ Wat maakt dat we gaan lachen? Of juist niet? Een komiek is aan mij niet besteed, tenzij Freek de Jonge letterlijk gaat uitbeelden wat er in een vakantiegids staat.

De lach is er ook als je er niet op bedacht bent. Ik fietste laatst naast een atletische elf (voorbereidingsavond van een magische tuinwandeling) en zij vertelde me dat niemand haar ‘s avonds op straat iets aan moet doen omdat zij dan ‘een souvenir meegeeft.’ Het klonk grimmig. Ik hoopte voor eventuele schurken dat ze haar met rust zouden laten. Op mijn beurt vertelde ik haar dat ik een paar weken geleden door een sinister treintunneltje moest lopen om een trein te halen. Het zag er zo vreselijk desolaat en verwaarloosd uit dat ik uit frustratie midden in het tunneltje riep: ‘Als iemand mij dood wil maken, dan moet je het NU doen!’ Idealer plek bestond er niet. Maar er was niemand die mij dood wilde maken en de trein kwam gewoon op tijd. De elf had heel aandachtig naar mijn verhaal geluisterd en bulderde toen zo hard van het lachen dat ik bang was dat ze van haar fiets zou vallen. Ik kan niet lachen en zwemmen tegelijk, vandaar…

Naast de lach is er ook de glans van de glimlach. Op de gesloten afdeling waar ik de activiteitentherapie ondersteun nam ik twee mannen mee naar Zuyder Waert om buiten naar de parkieten te kijken. Toen we terug kwamen zette ik zoals altijd mijn voet dwars over de liftdrempel om ze veilig uit te laten stappen. Ze keken me bijna verontwaardigd aan en bleven staan waar ze stonden. Was ik nu helemaal! ‘Dames gaan voor!’ riepen ze in koor. In every inch a gentleman…


Marieke in Boymans van Beuningen/foto: Dirk Aart Rodenburg

 

Dinsdag 19 juni 2018
Solo

Als kind liep ik altijd buiten te zingen. In Zaandam voor de eendjes in de vijver van de huishoudschool om de hoek. Later voor de treurwilg bij de MAVO en soms om de meester een plezier te doen als er een lied voorgezongen moest worden. Tot ik twaalf werd. Toen gingen de schuiven dicht. Tot ik zanggroepen vond waar ik me bij aansloot. Kerkelijke en heidense. Als muziek bij de schepping hoorde, dan was dat vast ook wel groter dan ons hart. Ik dompelde me onder in wereldmuziek-projecten,  snerpende balkan-bourdons zingen over elkaar in oorlogen de hersens inslaan, Russisch, Turks, Koerdisch… Hoe erger het allemaal werd, hoe beter ik begon te zingen. Al zat er ook wel eens iets lieflijks tussen: ‘Er was een sneeuwwit vogeltje…’ maar ondertussen zat het wel op een stekeldorentje. Als kind liep ik altijd buiten te zingen. Voor de eendjes, de treurwilg en de hemel. En misschien nog wel het meest voor mezelf.


Ontrouw, eenzaam achterblijven bij de haven, heimwee… heerlijk. 3e van links ben ik bij
Femmes Vocales 2006 tijdens een korenfestival in Noord-Holland.


Dinsdag 5 juni 2018
Goed waardeloos

In mijn leven heb ik vaak de keuze gehad om mezelf te beoordelen. Ik was dom of slim. Sterk of zwak. Ziek of gezond. Dik of dun. Vriend of vijand. Ijverig of lui. Hoe anderen over mij oordeelden kleurde het mee. Wie altijd in het middelpunt van de aandacht staat kijkt anders naar zichzelf dan iemand aan wie iedereen voorbij loopt. Heel wat sprookjes kennen dit gegeven. Dan willen de rollen van de jongste en de oudste ook nog wel eens omdraaien gaandeweg het avontuur. De sterke talentvolle oudste die naast het net vist en de kwetsbare jongste die de gouden parel vindt en onderweg daar naartoe steeds sterker wordt, met (meestal wel) of zonder hulp. Of ze vinden elkaar in kracht en wijsheid.
Ik heb nog steeds de keuze over hoe ik naar mezelf kijk. En ik kies voor: wat is er hier of nu nodig? Soms is actie nodig, soms ontspanning, stevige controle of juist laten vieren. Leiden, volgen, het zelf doen, samen werken, samenwerken. Verantwoordelijkheid nemen, de ander het zelf laten ontdekken. En het is allemaal goed, óók als waardevolle leerstof voor de volgende ronde. Dus voel je je eens waardeloos? Trap er niet in.

 

Dinsdag 29 mei 2018
Goodbye

Vandaag werd ik uitgenodigd om voor radio Noord-Holland iets te vertellen over de eerste single die ik van mijn zakgeld heb gekocht. Het wordt straks uitgezonden rond 17.45 uur maar het kan ook een paar minuten eerder zijn. Bij de rubriek over vinylplaten, die weer populair aan het worden zijn. Ik was twaalf en kwam thuis met ‘Goodbye’ van Mary Hopkin. Geschreven en geproduceerd door sir Paul, toen nog Beatle en bij ons thuis was er natuurlijk ook een scheiding der geesten als het om de Beatles of The Stones ging. In de praktijk kwam het erop neer dat iedereen alles draaide, de tweede single van de Stones ‘I wanna be your maaaaaaaaaan’ kwam uit de koker van Lennon/Mc Cartney, waar hadden we het over! Ik wilde tijdens de uitzendingsopname ook graag een tip meegeven maar de tijd was al om. Daarom geef ik hem hier en nu. Zet je vinylplaten NOOIT in de zon. Daarmee zeg je het plaatjes draaien voorgoed goodbye.

 

Dinsdag 15 mei 2018
Prutdag

Als ik mezelf in een versnelling heb gezet die laag genoeg is voor de gesloten afdeling, kijk ik door de glazen deur of er niemand achter staat en loop huiskamer 1 in. Er is niemand. Op tafel staan verse bloemen in een vaas en de balkondeur staat uitnodigend open met dit mooie weer. Bij huiskamer 2 hoor ik een mevrouw roepen: ‘Zuster! Zuster, kom!’ Er is een extra kamer waar mevrouw K. al de hele dag onregelmatig zit te roepen. De andere bewoners zijn naar een gang verderop gegaan waar ze dit het minste horen en maken een gezellige plek voor elkaar, compleet met koffie, thee of een sapje. Ik ga naar mevrouw K. toe. Of dat helpt weet je nooit. Dit verloopt meestal in een cirkelfase: eerst is ze blij me te zien en vertelt me wat haar op het hart ligt. Daarna wordt ze kwaad, waarna ik ook een veeg uit de pan krijg. Dat is het signaal om me terug te trekken omdat ze alleen maar kwader wordt en mij dan jouwend na gaat doen. Na weer een poosje roepen doe ik of er niets gebeurd is en vraag vriendelijk of ik iets voor haar kan doen. ‘Nou, koffie dat sla ik niet af!’ Ik drink een lekker bakkie met haar mee. Even later laat ze de suikerpot omvallen omdat ze niet (meer) weet wat het is. ‘Wat doe je nou?!’ En van haar hond, een mechanische mauw- en spin- poes die voor haar op tafel ligt moet ik áfblijven, daar kan hij ABSOLUUT niet tegen! Voordat ik weer naar huis ga mag ik de hond wel aaien, stelt ze grootmoedig voor. ‘Maar die koffie, dat was helemaal niks. Prut!’

 

 

Dinsdag 1 mei 2018
(Op tijd) genieten 2


Op de gesloten afdeling voor mensen met dementie had ik de laatste weken veel gesprekken met een mevrouw, die geen flauw idee had waar en waarom en hoe ze was waar ze was en er steevast het beste van maakte. Ze had talent voor haar fijne momenten in het leven: Ha, koffie! Ze zijn echt lief, ze zorgen zo goed voor me hier! Heerlijk, die zon! Lekker hoor, even wandelen. Het eten was weer heer-lijk!                                                    Ze hield een tevredenheidsvuurtje brandend van binnenuit, al was haar lot onzeker voor haar en kon ze zich moeizaam bewegen. Ze was hier goed in tot ze te horen kreeg waar ze naartoe zou verhuizen. Het werd een andere woonplaats dan waar ze op gerekend had. Ze liep aangeslagen de gang op waar ze mij toevallig tegenkwam. Het vuurtje was door dit zorgvuldig gebrachte maar onverwachtse bericht voor haar ruw uitgeblazen. Toen ik die middag wegging heb ik afscheid van haar genomen en haar bedankt voor de fijne gesprekken met haar, ik wist dat ik haar niet meer zou zien omdat ze snel zou verhuizen. Ze pakte mijn beide handen vast, keek me recht aan en zei met vaste stem: ‘Ik maak er wel weer wat van!’ Sommige mensen zijn niet kapot te krijgen.

 

 

Dinsdag 24 april 2018
(op tijd) Genieten

Op 11 januari 1957 beviel mijn moeder van een meisje, dat jaren later op haar beurt weer van twee jongens beviel. ‘Wanneer ben je uitgerekend?’ vragen de mensen dan. ‘Voor alles is een tijd,’ schrijft de wijze Prediker, die dan ook ruimhartig adviseert om heerlijk van het leven te genieten zolang het nog kan. Hoeveel tijd hebben we nog? Toen ik ‘De dennenboom’ van Hans Christiaan Andersen aan het bewerken was, werd ik getroffen door deze dromerige boom, die alsmaar aan het verlangen was naar een steeds grootser en gelukkiger toekomst. Oh, als ik eenmaal daar ben…oh, als nu eenmaal dit of dat gebeurt, dan… en dan eindigt het plotseling en roemloos met afgedankt en in mootjes gehakt in het vuur onder een bouwketel gegooid worden. En dat hij in die kale, versleten en afgedankte staat pas beseft hoe gelukkig hij was toen hij zich in het bos suf stond te verlangen. De zon op zijn takken, de wind door zijn bladeren, de vogels die kwamen schuilen en nestelen, het gezelschap van de andere bomen. ‘Voorbij, voorbij, voorgoed voorbij!’
Hoe gelukkig zijn wij?


Dit beeldje kreeg ik vorig jaar als geschenk van een schrijfmaatje

Dinsdag 10 april 2018
Vriendelijk

Wat is het eerste dat bij je opkomt bij het woord ‘vriendelijk’? Bij mij is het meteen een lied: ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’. Of de naam van een vriend of vriendin. Of ik denk aan de mevrouw met dementie die ik gisteren uit wandelen nam naar buiten, naar de parkietjes, waarvan ze intens stond te genieten in een lentebriesje. In de binnentuin van de kliniek, bij die volière vertelde ze me over de oorlog. Dat de bevolking van Den Helder werd geëvacueerd vanwege luchtaanvallen op de marinebasis. De dorpen rond Den Helder namen die mensen op in hun gezin. Mevrouw woonde toen met haar familie op een grote boerderij en er kwam toen een meisje uit Den Helder bij hen in huis. Dat werd een vriendinnetje van haar. Even valt ze stil en zegt dan: ‘Maar dat is nu niet meer zo. Dat is uitgebloeid.’

 

Dinsdag 13 maart 2018
Trappen en betrapt worden…

Op de gesloten afdeling staat een nieuwe elektrische duo-fiets. De dagen worden langer, de kou gaat uit de lucht, kortom, het wordt weer tijd om lekker met de bewoners naar buiten te gaan. Ik krijg instructies over het besturen van het gevaarte en begrijp het snel. Ooit ook mijn rijbewijs gehaald en dit is eenvoudiger. Maar wel groot. En dan moet hij in de lift, zonder de wanden of, hemel nee, medemensen te raken. En dan heb je iemand naast je die je ook in het oog moet houden. Ik besluit tot een stappenplan. Eerst maar eens alleen op stap met dat ding, dan merk ik vanzelf wel waar ik tegenaan loop, in dit geval rijd. De lift gaat goed maar dan…ik kom beneden aan in Zuyderwaard en passeer een mevrouw die opeens heel veel zin heeft om in te stappen. Ik ken haar niet en ze is duidelijk wat in de war. Wat nu? Ik verontschuldig me en ga er toch maar vandoor. Dat mag niet te hard want er lopen meer mensen, ook met stokken en rollators en die wil ik natuurlijk niet omver rijden. Ik ring voor de zekerheid met de bel bij elke hoek en hoor ondertussen vastberaden voetstappen achter me aankomen. Dit stond niet in het script… bij het restaurant aangekomen, weet ik nog net met een grote draai te keren zonder een grote plant te raken en verdwijn, verbaasd door iedereen nagekeken in een gang waar de mevrouw mij (hopelijk) niet kan vinden. Dan code lift weer intoetsen en hup, naar boven. Als ik zachtjes heb ingeparkeerd en de duofiets uitzet, loop ik de huiskamer in voor een kop koffie. Daar ben ik wel aan toe…Ik doe er een scheutje melk in en pak het busje met zoetjes. Een gejoel stijgt op van tafel: twee dames die roepen: ‘Ja, we zagen het wel hoor, je pakte er twee!’ Ik lach en kijk betrapt. Ik had het kunnen weten. Niets ontgaat ze!

 

Dinsdag 27 februari 2018
HARTHOREND

Soms komt er iets op je pad waardoor wat belangrijk is in leven en werk met elkaar samenvallen. Voor mij is dat de ontmoeting met Bianca Verheij geweest. Zij vormt sinds vorige maand met mij het duo HARTHOREND. Samen spelen wij scènes uit de zorg- en verpleegpraktijk uit als Omgangstheater. Een regietheaterworkshop waarbij deelnemers vanuit hun eigen visie en ervaring ons en elkaar spelaanwijzingen kunnen geven over zorg die persoonsgericht is in plaats van aanbodgericht. Onze basis is de beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden, toegespitst op sociale vaardigheden in het omgaan met mensen met dementie (in verschillende verschijningsvormen en stadia) en hun naasten. Hoe kun je professioneel handelen en tegelijk luisteren naar je hart? In welke omstandigheden dan ook? Dat is precies de vraag die in mijn hele leven en werk al de hoofdrol speelt, nu samen met zorg-vakvrouw in hart en nieren: Bianca. Je kunt er bij de Samenwerkingsprojecten-afdeling van deze site ook over lezen als je wilt. Wij zijn met onze workshop (en eventuele vervolgworkshops met eigen ingebrachte casuïstiek) vanaf heden te boeken voor bij- en nascholing van werkers in de zorg/verpleegkunde en als gastdocent bij zorg- en verpleegopleidingen.


Bianca in 2016 tijdens haar werk als verzorgende (de familie gaf toestemming voor publicatie foto)


Marieke en Bianca als cliënt en begeleider. Hoe bewaak je de veiligheid zonder betuttelen?

ZIE OOK:
http://www.dementie-winkel.nl/Workshop-Alles-naar-wens-van-Omgangstheater-duo-Harthorend

Dinsdag 20 februari 2018
Leren

Het is zondagmorgen. Als ik volgens de Godly Play methode een verhaal heb verteld, mogen de kinderen verder gaan met het verhaal door er iets bij te maken. Er liggen papier, klei, verf, kleurgereedschap, scharen en nog veel meer klaar om aan de slag te gaan. Een meisje kijkt verrukt naar de houten vormpjes van een duifje en een nest. ‘Mag ik dat aan elkaar lijmen?’ vraagt ze met haar liefste glimlach. Het materiaal hoort bij het verhaal van de gelijkenis van het mosterdzaadje. Ik zeg dat ze ze wel mag namaken. Verheugd springt ze op, haalt een vel overtrekpapier en een bonk witte  klei. Op het papier trekt ze de duif en het nest om met een potlood en knipt ze uit. Dan begint ze ze naar het origineel in te kleuren. Daarna plet ze de klei met veel gevoel voor drama op juiste dikte, legt de overtrekpapiertjes erop en snijdt met een kleimes haar dierbare duif met nest met chirurgische precisie uit de klei los. Ze bedankt een ander meisje uitvoerig voor het lenen van de lijmflacon en plakt de afbeeldingen op de platte kleivormpjes. Het past precies. Of ik misschien een föhn voor haar heb? Oh, niet? Geen probleem, dan blaast ze de klei toch gewoon droog? Dan houdt ze haar werk stralend naar mij omhoog: ‘Vind je dat mijn duif en het nestje mooi zijn geworden?’ Wij hebben als Godly Play team de afspraak dat we niet oordelen over het werk van de kinderen. Het gaat niet om goedkeuring. Het is hun manier om uit te drukken wat het verhaal met hen doet. Ik weet dat ik dit gebod met voeten treed als ik mezelf  hoor zeggen: ‘Ik vind ze práchtig!’

 

Dinsdag 13 februari 2018
Wijs houden

Bij zangles denken veel mensen aan zingen leren, zangtechnieken. ‘Ik oefen hoofd- schouder- en kaakstand want ja, ik ben hier natuurlijk niet voor niets!’ Dat dacht ik zelf ook tot ik erachter kwam dat ik bij goede zangpedagogen vooral bezig was om af te leren wat mij bij het zingen belemmerde. Dat kunnen hardnekkige overtuigingen en aannames zijn (ik kan het niet, zie je, zij is veel beter, ik doe het fout, ik doe het weer fout, O hee, dat was al wat minder fout!) Dan schiet het niet op. Je best doen, je best doen, je best doen, pffffff (met ademsteun). Het falen heeft zich gaandeweg in je lijf genesteld en wordt bij goede begeleiding steeds meer zichtbaar zodat er wat aan te doen is. Liefdevolle aandacht helpt om het plezier steeds groter en het falen steeds kleiner te maken, net zolang tot je opeens zo nu en dan begint te merken dat je aandacht helemaal bij het zingen is in plaats van het wel of niet goed doen. Je doet gewoon wat bij jou past en wat jij aankunt.

Het begint al vroeg. De aanpassing. Het ‘normaal doen’, rustig aan, kind, vooral rustig. Ik moet de eerste moeder in een supermarkt of straat nog tegenkomen die niet meteen afkeurend begint te sissen als een kind luid begint te zingen of over eigen toonladders huppelt. Kinderen leren toch spelenderwijs? Overweeg je om zangles te nemen? Ga dan eerst eens lekker zingen op jouw manier en stuur eventuele hoge eisen maar naar de maan. Wie wil zingen vindt altijd een lied. Wat is jouw lied?


Plezier…

 

 

Donderdag 8 februari 2018
Linksom, rechtsom?

Het is maandagmiddag. Een aantal mensen zijn vandaag toe aan een wandeling en we vertrekken met z’n tweeën als begeleider met een groepje van vijf mensen, waaronder twee vrouwen in een rolstoel. ‘Hanna’ loopt ook mee. Als we ongeveer een kwartier aan het wandelen zijn, zegt ze kwiek: ‘Nou, ik ga hoor. Doeg!’ Ze draait zich om en loopt terug naar waar we vandaan kwamen. Ze kent de liftcode niet en je kunt daar tot in de eeuwigheid door blijven lopen tot je elkaar gewoon weer tegen komt. Wel ben je dan drie kwartier verder en je weet niet wat voor avonturen ze in haar eentje gaat beleven. Hanna leeft volledig vanuit haar gevoel en daarbij horende onverwachtse ideeën en handelingen. We splitsen de groep en de activiteitenbegeleidster gaat achter Hanna aan. Bij de volière vinden we elkaar weer terug. Waarna Hanna er weer vrolijk vandoor gaat, in een straf tempo. Wat nu?
                                                                                                                                                                                                                                                                                 Opeens denk ik aan een boek van dr. Anneke van der Plaats. Dat mensen met dementie terug kunnen gaan in hun kindertijd waardoor iemand soms bij de hand pakken een natuurlijke handeling kan zijn. Ik zie haar even verderop stil en een beetje afwachtend in een hoekje staan. Dan ben ik weer even juf Marieke, loop naar haar toe en zeg rustig: ‘Kom maar Hanna, we gaan terug naar boven om koffie te drinken, geef me maar een hand.’ Ze loopt meteen mee en begint gezellig te babbelen over dat we naar haar dochter gaan en dat die Engels spreekt. Bij de lift maakt ze haar hand los uit de mijne en zegt: ‘Ik ga nu even buitenom, hoor!’ en stapt tot opluchting van ons in één keer resoluut de lift in. En dan is er koffie.

Dinsdag 30 januari 2018
Het goede voorbeeld

Ik ken een aantal meesters en juffen persoonlijk vanuit mijn familie en vriendenkring. Ze zijn begaan met hun school en de kinderen waar ze verantwoordelijk voor zijn. Wel komt daar steeds vaker een klacht bij kijken die ze met elkaar gemeen hebben. Dat steeds meer kinderen opgroeien als prinsjes en prinsesjes, als het aan hun ouders ligt. Consumentengedrag. De school moet de kinderen iets bijbrengen en als de kinderen niet gemotiveerd zijn of lopen te klieren of te laat naar bed gaan, dan moeten leerkrachten niet zeuren. Niet dat de goede oude tijd beter was. Niet iedereen had een Theo Thijssen (Kees, de jongen) voor de klas.
                                                                                                                                                                                                                                          Zelf zat ik in een klas van 42 kinderen en ADD en ADHD bestonden in 1965 nog niet. Als je even niet oplette kon je een hengst krijgen. Ik ben geslagen, geduwd, gestompt, in een hoek gezet en uitgelachen door mensen die ervoor gekozen hadden om een onderwijsopleiding te volgen. Les te geven op een christelijke school. Niet elke dag en gelukkig niet in elke klas maar het is wel gebeurd. En wat doe je dan als achtjarig kind in de hoek, na een harde oorvijg van een invalster omdat je per ongeluk de verkeerde kant op schreef in je keurige schoonschrijfschriftje waar je zo trots op was? Dan zeg je tegen jezelf: wacht maar, kreng. Ik word juf en ik word beter dan jij. Zo begrijpelijk maar achteraf ook zo’n vergissing. Het wordt toch alleen wat als je van je vak houdt?


Bijenkorf Amsterdam/ Foto: Elsa Aarsen


Dinsdag 16 januari 2018
Survival of the fittest

Vlakbij pannenkoekrestaurant Duinvermaak in Bergen gaan mijn vriendin en ik een boswandeling maken die we tijdens de lunch gaan nabespreken. We zien een bord van Staatsbosbeheer met verschillende wandelmogelijkheden. Wij vinden een uur wel mooi dus we kiezen voor de gele stippelroute van vier kilometer. Er staan ook paaltjes met gele pijlen die we vanaf nu nauwgezet gaan volgen tot we weer terug zijn bij Duinvermaak. Heel overzichtelijk, wel met een felle hagelbui waar we niet op gerekend hadden maar de stemming zit er goed in. We volgen enige brede bospaden tot we bij een smal paadje komen dat steeds smaller wordt naar mate de plassen langer en breder worden. We moeten op het laatst springen, of strategisch de hoogste half verzopen graspollen uitkiezen. Na een tijdje slalommen langs steeds diepere plassen, komen we nog steeds de palen met gele pijlen tegen. Die gaan gewoon door met Bergen aan Zee aanwijzen, waar we niet heen willen. Ondertussen is het al 13.15 uur en mijn hoofd wordt een beetje licht. Hoe lang nog? Ik heb dit eerder met de kinderen beleefd toen ze klein waren. We stonden in the middle of nowhere tussen twee duinpannen en ik had geen idee welke kant we uit moesten. Hoe kon dat nou? Mamma wist toch alles? Mijn vriendin en ik zijn ondertussen geanimeerd in gesprek over nepnieuws, terwijl zij me in leven houdt met een notenreep van Molenaartje en druivensuikertabletten. Nepnieuws…misschien is de trend ook Staatsbosbeheer binnengedrongen. Een nepwandelroute met neppaaltjes. De fel begeerde in olijfolie gebakken pannenkoek is uiteindelijk geen nep en reken maar dat ik mijn les heb geleerd voor een volgende keer: éérst lunch en dan naar zee. En mocht je met je team een keer lekker willen aanmodderen in de frisse buitenlucht: volg gewoon de borden van Staatsbosbeheer.


Plas…

Donderdag 4 januari 2018
Sterk verhaal

Het regent weer jaaroverzichten van 2017. Wij hadden thuis vroeger ‘Het aanzien van 1970 enz.’ , ik denk wel twintig jaar achter elkaar de jaarlijkse nieuwsfeiten op een rijtje.
Wat is voor jou de belangrijkste gebeurtenis in het afgelopen jaar geweest? En voor mij, vraag ik me nu af? Ik heb veel gedaan en geleerd maar daar zit het niet in. Zomaar een helder moment was het. Niet helemaal zomaar omdat ik bewust een stille plek had opgezocht. Daar ontdekte ik dat het verhaal van mijn leven is begonnen zonder dat ik er iets voor hoefde te doen. Dat ik dat wonderlijke gegeven met me meedraag in alles wat ik meemaak.


1e verzoekoptreden 2018: verteloptreden Allemanskerk, (zwaard van Oma)

——————————————————————————————————————

 

Woensdag 13 december 2017
Auditie Trifier

Vorige week donderdag deed ik auditie bij Trifier in drie rondes met drie mede-trainingsactrices. Trifier is een groot, landelijk trainingsbureau dat is gespecialiseerd in agressietrainingen. Het was een goede auditie en een leuke ervaring met een goed team maar ik ben toch geen acteur bij Trifier geworden. Sterke kanten volgens de jury: ik ben goed in op een verbindende manier contact maken, ik geef mooie feedback aan tegenspelers en ben sterk in frustratiespel. Mijn spel moest meer intimiderend zijn en fysiek vooral snel. Met andere woorden: de ladder is prima maar hij moet wel tegen de juiste muur staan.


Niets aan de hand…(?)

 

Dinsdag 5 december 2017
Niet iedere juf zo blij met de Sint

Het gebeurde tijdens het Sinterklaasfeest toen ik als juf werkte aan de Frederik Hendriklaan te Alkmaar. De kinderen van mijn groep hadden papieren schoentjes geknutseld en de volgende dag zouden ze daar misschien iets in vinden…een aardigheidje, niets bijzonders, gewoon gezellig. Ik had er ‘s morgens vroeg pepernoten in gedaan. De kinderen waren niet blij of verrast. Ze waren kwaad. Ze voelden zich tekort gedaan. Toen pas hoorde ik dat een collega een partij speelgoed was tegengekomen dat ergens over was en ze dacht: hee, dat is leuk voor mijn groep. Zonder te overleggen met haar collega’s. Het jaar daarvoor kwam vlak voor de intocht van de Sint een boze vader mijn klas in stampen om verhaal te halen vanwege een schoolpleinincident van de vorige dag. Hoe minder nachtjes slapen voor de grote komst, hoe meer de spanningen en schermutselingen toenamen op het plein. Terwijl iedereen in de hal wild van vreugde ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’ begon te zingen, werkte ik de man zo beleefd én zo snel mogelijk de deur uit omdat ik bij mijn groep moest zijn. Natuurlijk hebben zij ook geschenken gekregen en natuurlijk werd het een leuke dag. Maar dat Sint en Pieten de dag daarop zoals altijd in diepe stilte terug naar Spanje verdwenen was voor mij ook een geruststellend gegeven.


Flevokids knutselideeën

 

Dinsdag 28 november 2017
Gedichtje

 

Dinsdag 24 oktober 2017
Zoek de verschillen

1-Voor de plank met bakspullen begint een mevrouw zachtjes te kreunen. Als ik dichterbij kom met mijn kar begint ze demonstratief te zuchten. Als ik niet reageer, begint ze nog harder te zuchten. Als dat mijn aandacht ook niet vangt, begint het binnensmonds mopperen dat ze ergens niet bij kan. Nu combineert ze het mopperen met kreunen, steunen en nóg harder zuchten. Tot ik het zo spuugzat ben, dat ik mezelf met kar en al om de hoek laat verdwijnen tussen de schappen winterwortels en broccolistruiken.

2-Voor de plank met bakspullen staat een mevrouw te reiken naar het zelfrijzend bakmeel. Ze kan er nét niet bij. Als ze mij aan ziet komen lopen, vraagt ze of ik wil helpen om het voor haar te pakken. Dat doe ik graag voor haar.


Als jij niet.. Door jou.. Na alles wat ik..

 

Woensdag 11 oktober 2017
Samen kom je verder

Hee, woensdag? zal de trouwe lezer(es) opmerken. Marieke schrijft haar blogs toch op dinsdag? Gisteren, dinsdag dus, was ik in gesprek met het team van ervaren counselors van de Stichting VPSG te Haarlem. De VPSG is een kenniscentrum over seksueel geweld. Zij geven professionele voorlichting aan organisaties en zijn gespecialiseerd in het bieden van een luisterend oor aan mensen die hun leven weer op de rails willen krijgen na beschadigende en/of verwarrende ervaringen. Omdat de methodiek van Biografiek zeer geschikt is om hierbij een ondersteunend traject te bieden, hebben wij gisteren een partnerschap met elkaar afgesproken. De Stichting VPSG zorgt ervoor dat mensen mij als Biografisch coach kunnen vinden en ik verwijs naar de VPSG door als dat nodig en gewenst is.

Zodat steeds meer mensen gaan ervaren wat Eleanor Roosevelt ooit heeft gezegd: ‘Het gaat er niet om dat je in het huis van de duisternis bent geweest maar dat je eruit bent gekomen.’

 

Dinsdag 3 oktober 2017
Heeft de slang gesproken?

Deze vraag heeft ooit een daverende kerkscheuring veroorzaakt. Het ging hier om de waarheid en niets dan de waarheid! Assen 1926. De zaak Geelkerken…deze dominee moest tijdens een landelijke synodevergadering hardop erkennen dat de slang die tot Eva in het paradijs gesproken had, een zintuiglijke waarneming was geweest. Hij weigerde. Niet omdat hij er persoonlijk moeite mee had maar omdat hij vond dat een kerkbestuur mensen niet kan verbieden om dit niet te geloven. Het gevolg was dat hij vertrok uit de Gereformeerde kerk, samen met 55.000 gelovigen die het met hem eens waren. Zij zouden later als gereformeerde stroming deel uit gaan maken van de Nederlandse Hervormde Kerk. Tja, die slang. Personificatie van het kwaad. De goedprater, goed en kwaad door de war-haler, verleider, tegenstrever… zoals ik van kinds af aan heb geleerd, kon je de zeer bijbelvaste satan geen groter plezier doen dan ruzie maken en elkaar het leven zuur blíjven maken. Ik denk dat als de slang tijdens die synodevergadering ook spreektijd had gekregen, een kerkscheuring misschien voorkomen had kunnen worden als hij deze woorden had gesproken: ‘Goed bezig, jongens!’

 

Dinsdag 26 september 2017
Dans met mij…

Op de gesloten afdeling draait de activiteitentherapeute verzoeknummers voor mensen met verschillende vormen en stadia van dementie. Met een ouderwetse pick- up die zo lekker kan krassen. Bij een lied uit de vijftiger jaren, zeg ik ‘Hee! Ik hoor een cha cha cha.’ En begin die dans te doen om die speciale beweging van de voeten daarbij weer te voelen. Een jaar dansles gehad op m’n vijftiende, altijd handig. Meneer F. staat op en begint kalm maar vastbesloten de cha cha cha te leiden. We hebben elkaar nog nooit gezien, het is voor mij een complete verrassing. Ik merk dat hij een ervaren danser is, hij beweegt elegant, doet soms zijn handen even op zijn rug bij een draai en laat mij op logische momenten een pirouette maken. Veel mensen in de zaal glimlachen want zij kennen hem wèl.

Een week later gaan we weer iets met muziek doen. Ik vraag hem enthousiast of we weer gaan dansen. Hij kijkt me ontdaan aan. Het antwoord is nee. Als ik antwoord dat het helemaal goed is, kijkt hij me aan en zegt: ‘Ik wil er helemaal niets van weten. Er is teveel gebeurd…’


Foto: Marieke van den Houten, fietspad van Alkmaar naar Heiloo 2016

 

 

Dinsdag 29 augustus 2017
Nieuw begin

Tijdens een Rode draad traject o.l.v. Leo Beth bij het Instituut voor Biografiek in Driebergen, kon ik na een aantal maanden tevreden de conclusie trekken dat ik mij in de lente van mijn vroege ouderdom bevind. Dat voelt goed. Ik maakte deel uit van een groep mensen die via het eigen leef- leer- en werkverhaal onderzoeken wat voor hen persoonlijk belangrijk is voor de toekomst. In de aangeboden stilte en ruimte tekende en schreef ik de hoogten, diepten en stille dalletjes van mijn leven neer en zag dat het goed was. Dat alles wat ik tegenkwam me gevormd heeft tot wie ik nu ben. Ook, en misschien wel juist de moeilijke levenservaringen maar dat is voor ons allemaal meestal achteraf…

Volgende week rond ik de Post-Hbo praktijkopleiding Biografisch Coachen af bij het Ans van Holst Opleidingsinstituut in Rotterdam. Dan ben ik gecertificeerd biografisch coach en ga ik mensen begeleiden die keuzes gaan maken die niet alleen om moed vragen maar ook om inzicht. Waarbij de kernvragen zullen zijn: Wat neem ik mee voor de toekomst? Wat laat ik achter me? Waar ben ik goed in? Wat geeft mijn leven zin? Wat is goed voor mij? Omdat het verhaal van ons leven -in het hier en nu- doorgaat en je het nieuwe wendingen kunt geven…


Deze foto nam ik onderweg naar Rotterdam, op overstapstation Zaandam.

 

Dinsdag 8 augustus 2017
‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’                                                                                                                                                                                              
Er zijn van die boeken die nog lang nagalmen als je ze uit hebt. Alsof je niet meer hetzelfde bent als toen je erin begon. Dit is zo’n boek, van Rodaan Al Galidi uit Irak. Ik werk nu meer dan een jaar mee als taal- en pastoraal vrijwilliger in het Freedomhouse Alkmaar en heb veel verschillende gevluchte mensen uit de hele wereld tegenover en naast me aan tafel gehad. Natuurlijk nam ik ook deel aan de COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) -rondleidingen in beide AZC’s van Alkmaar maar wat zegt dat over het leven daar? Die vrolijke gordijntjes? De veiligheidstralies boven de trappen (?) De stapelbedden? De jonge mannen die buiten met elkaar staan te praten? Het speelgoed in een zaaltje, dat op kinderen ligt te wachten? Hoe ik me dan ook probeer in te leven, het gaat langs me heen…

Tot ik in het Freedomhouse de persoonlijke verhalen hoor van de mensen die er wonen. Hoe zij er leven, wat zij meemaken, hoe ze zich daarbij voelen. Een van onze taalvrijwilligers had op een dag dit boek bij zich. Het ging wekelijks van hand tot hand en ik mocht het ook lezen.
Als één ding me duidelijk is geworden door dit boek, is het wel dat ik weinig of niets weet over hoe het is om in Nederland vluchteling te zijn. Dat mensen om mij heen wel snel met hun mening klaar staan maar geen flauw idee hebben van wat zich werkelijk daarbinnen afspeelt.

Na het lezen van dit boek ben ik meer gaan begrijpen van een bepaald gedrag dat door (te) lang verblijven in een AZC in de hand wordt gewerkt. Hoe het ‘inpakken’ van Nederlanders voor sommigen een tweede natuur kan worden, om nadat die Hollanders je zat zijn, weer de volgende voor je te winnen met nóg zieligere verhalen, totdat die het ook helemaal met je gehad heeft. In het Freedomhouse ben ik het niet tegengekomen, wel in het contact met een gevluchte vriend die gaandeweg geen vriend bleek te zijn.

Ik heb ooit tegen onze kinderen gezegd dat een goed leven af kan hangen van de plek waar je geboren bent. Of het er veilig en welvarend is of niet. Of je de juiste mensen tegenkomt, met een beetje geluk. Dat is misschien wel het enige waarachtige wat we gevluchte mensen kunnen bieden: eerlijk en betrouwbaar zijn, ook naar onszelf.


Marieke als taalmaatje Freedomhouse openingsdag 2016

 

Dinsdag 25 juli 2017
Fred A.

Als ik mijn fiets aan de ketting leg in het fietsenschuurtje, ben ik benieuwd wat voor avonturen ik nu weer ga beleven. Ik druk op de knop naast de ingang en met ‘Ik ben Marieke, vrijwilliger’ als het ultieme ‘Sesam open u!’, betreed ik de observatiekliniek voor mensen met dementie. Ik loop de trap op naar boven, de glazen deur schuift vanzelf open en de zonnehitte slaat me tegemoet in de lege gang want daar is geen zonwering. Als ik doorloop, eindig ik bij de deur met het kijkgaatje. Eerst even kijken of er niemand achter de deur staat. Dit om botsingen, schrik of strijd te voorkomen als iemand langs me heen ‘naar huis wil’. Het is me gelukkig nog nooit gebeurd.

Het is zondagavond en ik draag een gebloemde jurk, opgestoken haar en een parelketting. Ik bezoek een meneer die vertelt over zijn liefhebberijen. Voor ik het weet, begint hij met zijn 92 jaren elegant te tapdansen. Ik kan zien dat hij het ooit echt geleerd én gedaan heeft en even later dansen we tegenover elkaar en laat ik mijn rok er mooi bij in de rondte zwieren. Meneer geniet van het dansmoment en begint daarna te vertellen over Fred Astaire, Gene Kelley en Ginger Rogers. Als iemand me van tevoren had verteld dat een meneer met me zou gaan tapdansen, dan had ik het niet geloofd. Die jurk doe ik vaker aan…


 

Woensdag 19 juli 2017
Van God los

Vanmorgen is het weer raak. Trouw komt met het bericht dat de broer van de vorige paus (seksueel) geweld tegen jongetjes en jongens voor kennisgeving aan leek te nemen zolang de buitenwereld er maar geen last van had. In een jongenskoor, waar hij verantwoordelijk voor was en van wie wordt gezegd dat hij zelf ook eens een mep kon uitdelen (emotionele man, begrijpt u wel?). Op het bijbehorende gymnasium gingen ook tientallen leraren en priesters los zonder dat er iemand voor de kinderen opkwam. Zingen moesten en zouden ze, en excelleren en anders waren ze aan de beurt. Nu wordt er opeens spijt betuigd aan de slachtoffers. Vreemd dat dat pas gebeurt als het in de openbaarheid komt. Als een haas spijt betuigen zodra het bekend wordt. Ik denk dat kerken en leerinstellingen hun geloofwaardigheid verliezen als dit soort daders vrijuit gaan. Ik betwijfel ook of de slachtoffers redenen hebben om te (kunnen) vergeven. Ik vermoed bij hen meer redenen om dezelfde woede op te voelen komen als die van Jezus toen hij in een onvervalste woedeaanval de geldwisseltafels in de tempel omver haalde. De kerk als rovershol. Priesters als witgepleisterde graven. En zou het celibaat als boosdoener voor seksueel misbruik aangewezen kunnen worden? Maar hoe komt het dan dat het ook bij getrouwde voorgangers voor komt? Of gaat het ten diepste om iets heel anders? Om macht? Ik kan met jou doen wat ik wil…


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 11 juli 2017
Onvervangbaar?

Of je nu voor een dubbeltje of een kwartje bent geboren: met de mensen bij wie je opgroeit moet je het doen. Met een beetje geluk ontvang je en ontwikkel je wat je nodig hebt. Met wat minder geluk kost dat meer moeite of het lukt niet helemaal of helemaal niet. Hoe doe je dat? Ervoor zorgen dat je krijgt wat je nodig hebt, terwijl het thuis niet te vinden is? Dat je grenzen gerespecteerd worden bijvoorbeeld, of dat je bevestiging krijgt in wat je goed kunt? Of genegenheid, gewoon omdat jij het bent? Gewenst bent?
Er zijn kinderen die de vreselijkste dingen meemaken en het toch redden. Zij hebben de gave om mensen aan te trekken die hen graag willen geven wat ze nodig hebben. Zo kunnen ze alsnog veilig hechten, groeien (en bloeien). Daar is een psychologische vakterm voor: deze mensen zijn adopteerbaar. En de kinderen die zo’n kans niet hebben? Voor hen is de Universele Verklaring Voor De Rechten Van Het Kind  geschreven. Om niet te vergeten dat kinderen ook mensen zijn.

Dinsdag 20 juni 2017
Voor wie, voor wat?

Iedere week ondersteun ik de activiteitentherapie voor mensen met verschillende vormen en stadia van dementie. Ik leer veel van deze ontmoetingen. Niet goed meer weten waar voorwerpen voor dienen komt regelmatig voor. Dyspraxie. Iemand die met alle vingertoppen in een asbak begint te grutten, geen idee waarom. Misschien voelt het gewoon lekker. Een mevrouw die met een vanzelfsprekend gebaar de tuit van een roomkannetje aan haar mond wil zetten. Een rummicubfiche dat voor een chocolaatje wordt aangezien. Hoe reageer je daarop zonder decorumverlies te veroorzaken? Meestal volg ik mijn gevoel maar. Ten eerste laat ik mijn eerste schrik niet merken want dat geeft onrust. Ik kijk de mevrouw vriendelijk aan, breng mijn handen rustig naar het roomkannetje dat nu even pauzeert op de weg naar boven en zeg terwijl ik het samen met haar vasthou: ‘Mevrouw, dit is het koffieroomkannetje.’ Waarna ze, nadat de betekenis van mijn woorden na enige ogenblikken geland is, het zelf weer rustig neer kan zetten op de tafel. Maar dan zijn we er nog niet:

Ze buigt zich naar me toe: ‘Kun jij me niet naar mijn man brengen? Want hij kan echt niet alleen!’ (kijkt om zich heen, laat haar stem dalen): ‘Je hoeft het ze hier toch niet te vertellen? Je kunt toch wel even met me naar de deur gaan?’ Het is haar zesde uitbraakpoging die dag en een beetje vriendelijkheid is voor haar al snel de poort naar buiten. Naar huis gaan staat onbetwist op nummer 1 als belangrijkste wens van vrijwel alle bewoners. De reactie is meestal: afleiden, niet teveel op ingaan, rustig blijven, vooral rustig blijven. Maar wie van ons wil er nou niet naar huis? Dat willen we uiteindelijk toch allemaal? Ik laat haar vertellen over haar man, waarom het zo belangrijk is om naar hem toe te gaan. Maar als ik daarna vraag waar haar huis is, kijkt ze me nietbegrijpend aan. ‘Ja… gewoon! Hier om de hoek! Dat weet ik toch zeker wel? Vlakbij eh…’ Dan komt eerst het geluid van kordate voetstappen en dan de zuster met de medicijnkar de hoek om zeilen. Saved by the bell…


een mooie kaart die ik van iemand heb gekregen

 

Dinsdag 23 mei 2017
Elevator pitch

Doktersassistente belt vanmorgen op. U staat op zo’n rare tijd…’Klopt,’ zeg ik. ‘het is geen doktersbezoek maar een bespreking over mijn Persoonlijke Ontwikkeling Coachingspraktijk.’ En zo geschiedde, ik ben net terug. De dokter gaf mij een deel van zijn lunchtijd en het was een drukke dag voor hem. Of ik een pitch kon houden? Nou, echt wel! Binnen een minuut had ik uitgelegd wat ik doe en waar ik voor sta. Compleet met map waarin ik alles meteen kon vinden en laten zien. Bij zijn vraag hoe mensen met weinig inkomen bij mij terecht kunnen, was ik voorbereid want daar heb ik lang over nagedacht. Maatwerk is het geworden. Inkomensafhankelijk, in goed overleg. Hij vond het een mooi verhaal en prees mijn ondernemerschap. Zodra ik als coach geregistreerd ben overweegt hij doorverwijzing. Dat is een blijk van vertrouwen en daar ben ik blij mee.

 

Dinsdag 16 mei 2017
Klem

Ik loop als ontregeld gewoontedier door het huis en wil dingen in kasten zetten die er niet meer zijn. Gisteren na 23 jaar trouwe dienst roemloos en versleten op een aanhanger afgevoerd. Volgende week wordt de nieuwe keuken geplaatst en het went snel, kamperen in ons eigen huis. Er komen vakmensen langs, nieuwe leidingen, stopcontacten, kranen, buizen, maaltijdsalades en de was is van de droogmolen naar de zolder verbannen vanwege het opwolkende stof.
Vanmorgen zette ik koffie voor twee en vroeg tijdens het stroopwafel aanbieden aan de installateur: ‘Maakt u ook wel eens bijzondere dingen mee?’ Hij herinnerde zich meteen dat hij ooit de jongste (en dunste) van de ploeg  was en om die reden een kruipruimte in moest. Op zich geen probleem, hij was al eens eerder onder een huis geweest. Hij kwam echter vast te zitten, kon geen kant meer op. Gelukkig was er een collega die hem na een uur met een grote bikmachine los heeft weten te krijgen. Jaren later werkte hij vanuit zijn eigen bedrijf. Hij was alleen en ging onder een huis een nieuwe leiding aanleggen. Omdat hij op een houten stutbalk stuitte, moest hij daar een gat onder graven om er alsnog onderdoor te kunnen kruipen. Deze keer was er geen collega in de buurt toen hij beklemd raakte. Zijn enige gezelschap was de lamp die hij had meegenomen. Het eerste wat hij dacht was: ik moet niet in paniek raken want dan zet ik uit! Door millimeter voor millimeter de stof van zijn opgekropen overall naar beneden te duwen, kwam hij uiteindelijk los. Zou daar misschien die oude uitdrukking vandaan komen? ‘Maak je niet dik?’


Stof… foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 9 mei 2017
Instrumentaal

Een jonge vrouw ziet het niet meer zitten op haar werk. Knalt tegen haar eigen grenzen aan. Voelt zich niet gewaardeerd. Niet gehoord. Niet gezien. Ze kan er voor haar gevoel net zo goed niet zijn en ze is niet de enige. Een vrouw vertelde me dat haar huisarts gestopt was. Niet met zijn praktijk maar met zijn leven. De druk werd te groot, hij kon het niet meer aan, al zal niemand echt het ‘waarom’ weten want vrijwel ieder mens draagt een geheim en is soms een raadsel voor zichzelf. Ik heb goede contacten met mensen die werken in de uitvaartbranche, ook in de verlening van nazorg. Juist dan is het goede contact dat mensen met elkaar hebben cruciaal omdat je elkaar zo verschrikkelijk hard nodig hebt.
Dat gaat misschien beter als je dat in het dagelijkse leven al oefent, als alles ‘normaal’ is. Zoals in dit mooie, echt gebeurde verhaal:

Een jongen ging regelmatig voetballen met een stel andere jongens. Op een dag kwam hij een jongen van school tegen en hij vroeg terloops of hij zin had om ‘s middags mee te gaan voetballen. Wat hij niet wist, was dat de zich eenzaam voelende jongen die dag besloten had om uit het leven te stappen. Het is er niet van gekomen, zo vertelde hij later, want hij was gevraagd om mee te doen met voetballen!
                                                                                                           

Foto: Marieke van den Houten (kunstwerk Texel)

 

Dinsdag 2 mei 2017
Ridders, kastelen, koningen en koninginnen

Als mensen vragen naar wat voor werk ik doe, vertel ik dat ik verhalenverteller ben, trainingsacteur en coach. Dan volgt ook wel eens de vraag of ik niet de behoefte heb om daarin te kiezen. Het zou voor mij voelen alsof ik in drie hokjes gestopt zou worden. Zowel trainingsacteurs als coaches hebben een goed verhaal nodig. Vooral het verhaal van degenen met wie ze werken… verhalen tevoorschijn luisteren, op verhaal laten komen, samen de juiste vragen op het spoor komen. En vertellen voor kinderen blijft een feest. Zoals dit nieuwe initiatief:


Dinsdag 25 april 2017
Nooit meer dezelfde

Als Coach Persoonlijke Ontwikkeling maak ik dit voorjaar studie van biografisch coachen: aan de hand van iemands unieke en persoonlijke levensverhaal keuzes voor verdere persoonlijke ontwikkeling maken.
Ik vond dat ik eerst zelf maar eens moest ervaren hoe het is om daarin deelnemer te zijn. Om inzicht in mezelf, mijn leven en werk te krijgen aan de hand van míjn ervaringen. En werk is belangrijk: geloof me. Toch heeft nooit iemand aan het eind van zijn of haar leven gezegd: ‘Hád ik nou toch maar wat langere tijd op kantoor doorgebracht…’
                                                                                                                                                                                                                                                                                         Na een voortraject van een aantal maanden bij het Instituut voor Biografiek in Driebergen en een praktijk- en proefdag van biografisch coachen en gecoacht worden in Rotterdam, volg ik vanaf mei t/m september a.s. de post- HBO praktijkopleiding Biografisch Coachen bij Ans van Holst (Opleidings- en Adviesinstituut) te Rotterdam.

Er zijn drie dingen die me opvielen én me raakten tijdens deze ontdekkingsreis:

– Mijn eigen levenskaart viel positiever uit dan ik had gedacht (veerkracht, doorzetten…)

–  Ik coachte een andere coach bij wie ik in zijn levenslijnen zag dat er iets ernstigs
   gebeurd moest zijn rond zijn dertigste. Hoe…kaartte ik dat aan? We
   bekeken samen zijn werk, leer- en levenslijnen en ik vroeg: ‘Wat zou je me willen
   vertellen over wat je hebt getekend?’ Hij wees meteen naar de plaats die me was
   opgevallen en vertelde wat zijn leven in één jaar tijd voorgoed had veranderd en hoe
   dat zijn verdere keuzes in leven en loopbaan had beïnvloed. Ik was blij dat hij er zelf
   mee kwam en dat het zíjn eerste gesprekspunt was in plaats van wat ík mij afvroeg.

– Voor mijn studie heb ik een proefcliënt nodig met wie ik in zes bijeenkomsten iets uit
   ga werken en waarover ik direct supervisie ontvang. Ik vroeg aan een vrouw of zij dat
   met mij aan wilde gaan. Ik vind haar antwoord prachtig: ‘Marieke….ik weet niet
   waarom maar ik zeg meteen: ‘Ja!’


Leeftijd

 

Dinsdag 28 maart 2017
Zo doe je dat

Na mijn diploma’s leerde ik het vak pas echt in het speciaal onderwijs. Ik herinner me een ervaren collega die met de jongste kinderen werkte. Een kleine groep waar veel ingewikkelde kinderen in zaten. Ze kreeg het voor elkaar om een schooldag te laten verlopen zonder dat ze elkaar een ongeluk aandeden, met veel spelletjes en werkjes, kortom, het liep gesmeerd. Toen ik haar bewonderend vroeg hoe ze dat voor elkaar kreeg, zei ze: ‘Ach, ik doe maar wat.’ Dat was niet zo. Ze was een vakvrouw en gaf de kinderen precies wat ze nodig hadden. Wel kon ze het op een heel ontspannen manier doen. Zo begon ze de dag met een half uur voor schooltijd de krant lezen. Het was het enige moment van de dag dat ze er aan toe kwam. We waren een streekschool en er was tussen de middag vaak geen pauze (pleinwacht, lessen voorbereiden, klas opvangen bij regen). En er was nog iets wat ik al snel zelf leerde: bij het leiding geven aan groepen kinderen moet je bij conflicten niet pas ingrijpen als het mis gaat. Eerst overkomt het je omdat je het nog niet overziet (de kinderen registreren dat genadeloos) maar dan komt het moment dat je het door krijgt: je ziet dat ene handje op tijd een verkeerde kant op gaan, je spreekt een kind op iets aan vòòrdat er ongelukken gebeuren. Een kringgesprek loopt opeens beter omdat je onmiddellijk de stoorzender eruit kan pikken die aan het uitproberen is hoever hij of zij kan gaan. Heb je al die testen goed doorstaan, dan hoef je als nieuweling geen gezag meer te verdienen of op te leggen. De kinderen vertrouwen zich dan aan jou toe. Ik denk dat dit vreemd genoeg ook geldt voor volwassenen op de werkvloer. Vergelijk maar eens de productiviteit van een team waar mensen zich onveilig en geïntimideerd voelen met mensen die met plezier naar hun werk gaan.


2017 Ik vertel  hier in een PKN-gemeente een verhaal via de ‘Godly Play’ methode

 

Dinsdag 28 februari 2017
Eigenhandig

Via de dorens naar de sterren klimmen, vechten om boven te komen. Niet opgeven en vooral slim zijn en er keihard voor gaan. Dit zijn vaste ingrediënten voor spannende verhalen waarin de held of heldin uiteindelijk zeker zal overwinnen, net als James Bond. In het echte leven is dat nog maar de vraag. Daar kunnen dappere en bekwame bergbeklimmers zomaar omkomen omdat ze te laat de daling inzetten en de invallende duisternis hen fataal wordt. Dat ze ondanks het late tijdstip toch de hoogte in gingen en de top bereikten kostte hen hun leven. Hoe dapper is dapper?

Vandaag was ik met vriendin Nelleke in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Daar staat een heel groot muizenhuis. Gemaakt door Karina Schaapman, die een burn out kreeg in 2008. Haar werd niet geadviseerd om te gaan vechten, te werken aan zichzelf en alsnog de succesvolle heldin in haar eigen leven te gaan worden. Het advies was helder en simpel: ‘Ga iets doen waar je plezier aan beleeft.’ Ze begon een huis van afvalmateriaal en papier-maché te bouwen als idee voor de illustratie van haar muizenkinderboek. Zo had ze iets om handen. Inmiddels is ze tot ver over de grens beroemd om haar bouwwerk en bijbehorende verhalen en ze geniet er met een compleet team met volle teugen van. Het zette me aan het denken. Ik ben zelf begonnen met creatief schrijven toen ik me binnen het onderwijs als juf diep ongelukkig voelde. Dankzij dat schrijven is het roer bij mij ook om gegaan en dat heeft mij niet beroemd gemaakt. Ik ben er wel een beter mens door geworden.


Openbare Bibliotheek Amsterdam Foto: Nelleke Pieters                                                                                                                                                                                      

Donderdag 2 februari 2017
Nieuwe levensfasen, nieuwe lentes…

Als ik uit de trein stap, zie ik al snel het park aan de overkant. Volgens de routebeschrijving een prachtig park waar je kunt fietsen en wandelen. Het genieten van de natuur is nu betrekkelijk omdat er pal naast het fietspad een helse machine staat die omgezaagde bomen aan het opvreten is. Ik steek de weg over en loop met mijn handen tegen mijn oren het fietspad op, dat me naar De Krim zal leiden. De Krim is het gebouw in Driebergen/Zeist waar ik mijn eerste schreden ga zetten op de weg van biografisch coach worden. Een voortraject. Zeven ochtenden aan de slag met een groep en een trainer om ervaring op te doen met biografisch werken. Je levensverhaal als basis van nieuwe groeikansen in je ontwikkeling als persoonlijkheid. We hangen de hele ochtend als een helikopter boven ons eigen leven, ontvangen uitleg over de methodiek  en voeren samen opdrachten uit. Als ik het Instituut voor Biografiek weer verlaat, verheug ik me al op de inleiding die ik de volgende keer ga houden, over het thema van die ochtend: de periode van 0 t/7 jaar in een mensenleven. Stof genoeg…weet je wat? Ik maak er een lied van!


tijdens onze voorstelling ‘Ik wil ergens anders wonen’ (met Karin Dijkstra en
Teake Ettema)

Dinsdag 24 januari 2017
Denken en doen

Mijn echtgenoot en ik vullen elkaar goed aan. Hij is bedachtzaam, ik volg mijn impulsen sneller (veel oefenen). Dat is zo handig als je je eerst goed wilt oriënteren bij bijvoorbeeld de aankoop van een nieuwe badkamer én als er knopen doorgehakt moeten worden, ook op de werkvloer. Heel vroeger, in ons gezin in Zaandam waar ik opgroeide, waren er ook grote verschillen in aanpak. Gingen we naar Bakkum aan Zee, dan hadden we de volgende familieopstelling: de één ging eerst met een grote teen het water in, dan een paar teentjes, voorzichtig een voet, daarna…om met regie en al van pure schrik de branding in te vallen door iemand die dan rakelings de golven in kwam stormen om er zo snel mogelijk ‘door’ te komen. En ik? Ik schatte de hoogte van de golven en liep de Noordzee in om meteen te gaan zwemmen, behalve als er bij oostenwind kwallen waren. Kwestie van aanvoelen…


Cold turkey, een merel badderde vanmorgen in onze schaal met ijswater


Zo, dat was lekker.

 

Dinsdag 17 januari 2017
Losse eindjes

Naast alles wat op een dag moet gebeuren zou je ook een lijstje van losse eindjes moeten hebben. Niet echt urgent maar toch…als het gaat knagen als ik het niet doe.  Dat ene bericht dat ik nog zou lezen. Weer eens iets van me laten horen nadat een vriend voor langere tijd ergens is opgenomen. En (net)werken uiteraard. Ook die vakliteratuur die ik nog zou lezen ‘om mijn zaag scherp te houden’. Vergeef me de uitdrukking. Als ik dat soort termen lees zie ik altijd een beetje te vrolijke jongedame voor me die door een enthousiaste illusionist in tweeën wordt gezaagd. En maar oefenen die twee. Zou dat altijd goed gaan? Hoe dan ook, 2016 was een jaar met veel extra studie waardoor ik beter ben toegerust en nu weer toekom aan die schemerige achterkant van de ‘dóe- het- en- doe- het- vandáág -nog’ lijstjes. Van los eindje naar keuze.


Uitgeest/stadhuis 2016

 

Dinsdag 27 december 2016
Te gast met Kerst

Op de gesloten afdeling is het extra gezellig gemaakt met een kerstboom, kerstversiering, kerstlekkers en live muziek van een getalenteerde activiteitentherapeute en haar gitaarspelende en zingende echtgenoot. Ik vroeg of ik erbij mocht zijn. Nu ik er ben, twijfel ik aan het nut daarvan. Als ik praat met mensen stoort dat de voorstelling, de meubels in de volle huiskamer laten weinig ruimte voor gezellig naast iemand gaan zitten. Er zijn vrijwilligers genoeg, het feest is geslaagd. Wat doe ik hier? Dan hoor ik dat er een meneer net met spoed is opgenomen. Hij is even verderop in de kamer met woonkeuken. Ik overleg met de zusters of ik hem gezelschap mag houden als hij dat op prijs stelt. Ik krijg toestemming. De kennismaking verloopt via mimiek en klanken, er is geen gesproken taal mogelijk en er is geen enkele kennis meer van de werking van welk voorwerp dan ook. We eten samen slagroomtaart dat bij ons wordt gebracht en hebben veel plezier om het behoorlijk ingewikkelde proces om dat fatsoenlijk naar binnen te werken zonder dat onze kleren eronder zitten. Dan hoort hij de Kerstliedjes uit de ‘feestzaal’. Er is een blijk van herkenning. Meneer gaat met me mee naar de ruimte waar het feest nu is afgelopen. Hij gaat naast het apparaat zitten waar kinderstemmen ‘Komt allen tesamen’ zingen. Hij fluit kundig mee. Hij blijkt dat veel beter te kunnen dan ik en ik spreek mijn oprechte bewondering daarover uit. Hij geniet zichtbaar van de muziek. Als ik weer naar huis fiets ben ik toch blij dat ik erbij ben geweest…

 

 

Woensdag 7 december 2016
Marieke zingt

Sinds november ben ik verbonden aan de Capella Sancti Adalberti o.l.v. Bram Verheijen. Een kleine groep a capella zangers en zangeressen die vanuit de oude notatie Gregoriaans zingen in de St Adelbertabdij in Egmond Binnen. Tijdens een workshop Gregoriaans ontmoette ik een dirigente van een vrouwenkoor dat veel werk zingt van Hildegard von Bingen, 12e eeuwse mystica, abdis, arts, componist enz. In 2012 is ze heilig verklaard en wordt ze ook vanaf dat jaar officieel als kerklerares herinnerd. Ik hou heel veel van het solowerk dat zij heeft nagelaten. O.a. Sequentia heeft er prachtige cd’s van gemaakt.
Ik ben een aantal van deze solo’s aan het instuderen, ook vanuit de oude notatie van Hildegard en de dirigente die ik net noemde wil mij als soliste laten optreden tijdens uitvoeringen van haar koor en zij wordt mijn coach in de stukken die ik heb gekozen.
Misschien wordt dit uiteindelijk wel het mooiste werk waar ik ooit naar gezocht heb…


Inge Brück: Hildegard von Bingen

 

 

Dinsdag 22 november 2016
Brokken in de keel

Vandaag:
Tegenover mij zitten twee 2e jaars verpleegkunde studenten. Ik ben in mijn rol een mevrouw met Parkinson en zij gaan een anamnesegesprek afnemen om een zorgplan voor mij te kunnen maken. Het zijn deze middag vier duo’s in totaal en de ene keer gaat het er zakelijk aan toe, de andere keer wat hartelijker. Het valt ook niet mee om als broeder of zuster je aandacht te verdelen tussen de opgedragen taak, de woorden en handelingen die daarbij horen, het meteen in je laptop rammelen of opschrijven en dan ook nog aandacht hebben voor de letterlijk bevende mevrouw tegenover je (in mijn rol had ik mijn rechterhand niet onder controle). En dan komt de moeilijkste vraag: ‘Zijn er nog ingrijpende momenten in uw leven geweest, de laatste jaren?’ Want ja, mijn man was overleden. Op het moment dat ik vertelde dat hij een hartinfarct had gehad, keek de studente grondig in haar papieren. Na afloop hadden we het er over, bij mijn feedback geven. Ze zei eerlijk dat ze geen flauw idee had wat ze moest zeggen, ook omdat ik er verdrietig bij keek. We hadden er een goed gesprek over. Wat doe je dan? Wat zeg je dan? En misschien wel eerst: Wat vóel je dan? En wat had ik als die weduwe nodig?
Ik had als die mevrouw slechts aan één zin genoeg, vertelde ik. Daar zat alles in en de studente nam het mee toen ze naar huis ging. Als ze nu een droevige mededeling hoort van een meneer of een mevrouw, dan zal ze haar hart meenemen in haar professionaliteit en op haar eigen manier en in haar eigen woorden zeggen: ‘Mevrouw, wat erg voor u.’


Hier word ik ingezet bij tiltechnieken

 

Dinsdag 15 november 2016
In beweging

Het afgelopen jaar ben ik vooral bezig geweest met zoveel mogelijk kennis verzamelen en workshops en trainingen volgen over het omgaan met dementie voor mensen met dementie en hun naasten. Ik speelde al vaak zulke rollen bij verpleegopleidingen en dan vroeg ik: ‘Hoe zegt die meneer of mevrouw dat?’ Dan kopieerde ik dat gedrag en dan klopte het voor het oog wel maar dat was voor mij niet genoeg. Ik begon me in dit acteren steeds meer een gevel te voelen waar geen huis achter zat. Wat betékent dementie nu werkelijk voor mensen die ermee te maken krijgen? Sinds ik me daarin verdiep is er een wereld voor me aan het open gaan. Over hoeveel verschillende vormen er zijn met bijbehorend gedrag en dat tegelijk ook niemand hetzelfde is en dat je daarom altijd moet blijven afstemmen op wat iemand hier en nu nodig heeft. Ik ben in gesprek met trainers om mij als trainingsacteur en evt. co-trainer in te zetten voor een betere communicatie op de werkvloer en in de omgang met mensen met dementie. Ik hoor mooie en goede voorbeelden uit de praktijk maar ook van schrijnende situaties waarin het zorgaanbod en bijbehorend kostenplaatje belangrijker is dan de persoonlijke wensen van mensen én daarnaast een chronisch gebrek aan tijd en rust voor verzorgenden om goed waar te nemen wat iemand nu eigenlijk nodig heeft.
Liefdevolle aandacht is nu eenmaal niet in geld uit te drukken. Maar wie het kan én doet is zijn/haar gewicht wel in goud waard! Het zal je vader of moeder maar zijn…


Op de dijk naar Lelystad. Gormley. Foto: Dirk Aart Rodenburg

 

Dinsdag 18 oktober 2016
Andere koffie
           
                                                                                                                                                                          
In onze boekenkast staat een boekje dat mij dierbaar is. Iedere keer als onze zoontjes een geniale taalvondst lieten horen, dook ik meteen naar een pen om het daarin op te schrijven. Zo niet, dan zei ik (of echtgenoot) ‘s avonds: ‘Hij kwam toch zo leuk om de hoek met…eh…ja, wat zei hij nou ook alweer?’ Want de telefoon ging. Of de deurbel. Of de pan vla dreigde over te lopen, of een luier. Brigitte Kaandorp heeft dit thema ooit eens briljant uitgewerkt in een theatervoorstelling.                                                                                                                                                                            Vanuit hun huidige lengte, richting twee meter, keken de 23 en 25-jarige heren ernstig naar hun eigen peuter- en kleutertaal terug. ‘Zei ik dat echt?’ hoorde ik bij het lezen van ‘Ik kan niet naar school hoor, mijn arm is zo kreunig…’ Of: ‘Een trekker is een boertuig.’

Tijdens de uren dat ik de activiteitentherapie bij een behandel- en observatiekliniek voor mensen met dementie ondersteun, heb ik zo’n schrift ook steeds meer nodig. Ik hoor variaties op woorden en uitdrukkingen die ik verrassend origineel vind, hoe moeilijk het proces van dementie soms ook kan zijn. Dan vraag ik aan een mevrouw hoe ze haar koffie wil hebben en dan zegt ze: ‘Doe mij maar blote koffie.’ ‘Blote koffie?’ ‘Ja,  zonder melk en suiker!’ Kom er maar eens op…

 

Dinsdag 11 oktober 2016
Verdiepingscursus en training Woerden

De komende weken staan in het teken van bijscholing. Bij Geriant twee vervolgavonden over het leren omgaan met mensen met dementie en hun naasten. Door twee ervaren Dementie consulenten: Addy de Mooij en Pascalle Schmitz. Bij Reliëf, Christelijke vereniging van zorgaanbieders, ligt het accent op zingeving en levensvragen. Over de invloed van zingeving op het gebied van zorg, gezondheid en welbevinden. Over hoe je mensen met dementie letterlijk op verhaal kunt laten komen. In de eerste week van november maak ik daar tijdens een workshop kennis met de methode ‘In gesprek met mensen met dementie’. Het wordt gegeven door geestelijk verzorger, trainer en coach Tilly de Kruyf.
Over de kracht van levensverhalen. Voor jong en oud.


Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 4 oktober 2016
Zeg het met een lied

Voor een herdenkingsviering op 6 november a.s. is mijn medewerking gevraagd. Het is inspirerend om in een team van vier deskundige vrouwen (waaronder voorganger Jos van Steen) mijn bijdrage te bedenken en in te voegen. Het zal spelen en zingen worden. Tijdens een stil moment voor het kaarsjes aansteken zal ik een harpimprovisatie spelen en op een later moment zing ik een lied dat ik speciaal voor deze gelegenheid heb gemaakt. Over mijn moeder. Misschien wel over alle moeders.
Paus Franciscus heeft 2016 uitgeroepen tot het jaar van de barmhartigheid. Dit is de tweede viering in de serie over de zeven werken van barmhartigheid. Kent u ze nog?
Het is in de Kapelkerk in hartje Alkmaar (Laat 80) en het begint om 12.00 uur.


Catharina, Marieke en David 1991

 

Dinsdag 27 september 2016
Aandachtig

In een feestelijke stemming loop ik de gesloten afdeling op en de huiskamer in. Door sommige senioren word ik herkend en enthousiast begroet met de laatste nieuwtjes. Op mijn beurt vertel ik tijdens het fruit eten en koffie drinken op het balkon, dat we bij ons thuis een positief bericht hebben ontvangen over een nieuwe baan voor onze oudste zoon. De mensen die ernaar luisteren kijken verheugd en zijn blij voor me. Meestal sluit ik alleen aan bij wat de mensen me willen vertellen maar ik merk dat het ook op prijs wordt gesteld als je zelf iets leuks te vertellen hebt. Dan volgt een gewoon gesprek en dat hebben de mensen het liefst. Ik zie nu ook dat er een paar nieuwe bewoners bij zijn gekomen en maak kennis met ze. A.s vrijdag ga ik op verzoek van de activiteitentherapeute met een van hen naar de oecumenische viering in Zuyder Waert. Met alle tijd van de wereld en een lekker bakkie koffie toe…


Marieke als gids: vrouwe Anne Jans van Graft

Dinsdag 20 september 2016
Zingen helpt

Als je denkt een thuis
gevonden te hebben

en alles spoelt onder
en over jouw weg vol                      
waterdichte zekerheden

stukken en brokken
drijvend naar open zee

……………………………….

Als je je gekend
en geliefd weet…

zolang als het duurt
omdat die ander alleen
zichzelf in jou zag

als je weer
vol in de wind

aan je eigen dijk staat

recht dan je rug

open je ogen
open je hart
open je mond

en zing


Bergen aan Zee/ Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 13 september
Komen en gaan

Afgelopen zaterdagavond hebben we zo genoten van ‘Een midzomernachtsdroom’ in het kleine theater van Centrum 31 in Heerhugowaard. We hadden 32 reserveringen maar er kunnen er meer in, dus je hoopt toch…tien minuten voor aanvang zagen we steeds meer mensen door de gang naar het theater lopen, onze lichtman Gijs stak zijn hoofd om de hoek: ‘Nou, nog een stuk of vier, vijf en het zit vol, hoor!’   Dat is echt kicken! De stemming zat er dus al goed bij ons in, achter de coulissen. Hoe anders was de dinsdag hiervoor, toen verteltheater, zang, piano, decordingen, regie en licht allemaal voor het eerst samenvielen en we na een uur dachten: waar zijn we aan begonnen…terwijl de ‘generale op locatie’ daarna al een heel stuk beter ging. Het is best een ingewikkeld verhaal waarin veel gebeurt en waar veel muziek aan gekoppeld is. Maar het is gelukt! Na afloop hebben we veel vrolijke, enthousiaste gezichten gezien en veel complimenten ontvangen. Tien procent van de opbrengst ging naar Musicians Without Borders, het is een mooi bedrag geworden. En nu gaan we starten met de repetities voor een mooie opdracht die plaats zal vinden in november: een herdenkingsconcert.


Sluitstuk Midzomernachtsdroom met Karin Dijkstra en Gert Jan van der Kamp


 

Dinsdag 6 september 2016
Zien wat onzichtbaar is

A.s. vrijdag treed ik voor de tweede keer op bij Filosofisch/Spiritueel Eetcafé Leeftocht in Huizen. Voor mensen die geen echte binding meer hebben met de kerk maar wel genieten van ontmoeting en een avond die niet alleen gezellig is maar ook inhoud heeft. Ik ga het verhaal vertellen van rabbi Nachmann. Een chassidisch verhaal waar de hemel in voorkomt. Daarom neem ik mijn Ravenna harp mee, want zij kan dat als geen ander in muziek vertalen. Wat ik ga spelen is een combinatie van een bestaand Iers harpstuk en een eigen compositie. En ik ga zingen over de levensboom.
Deze verhalen zijn ontstaan in tijden van onzekerheid en vervolging en zijn bedoeld om de mensen een hart onder de riem te steken. Met als uitgangspunt dat voor God ieder mensenleven telt. Dat, wat er ook in jouw leven gebeurt en hoe diep eenzaam je je daarbij ook kunt voelen, er iemand is die het wat kan schelen. Na de maaltijd en het samen nog iets drinken bij de open haard mogen we daar mee heen.


Texel 2016 Foto: Dirk Aart Rodenburg



Dinsdag 30 augustus 2016
(On)mogelijke vragen

Journalist zijn is een vak. Je zult maar in een rampgebied staan, waar mannen, vrouwen en kinderen in shock tot aan hun knieën in het water staan terwijl ze hun laatste huisraad weg zien drijven. Wat zeg je dan terwijl je zo’n pluizebolmicrofoon onder hun neus houdt: ‘En, hoe voelt u zich nu?’ Terwijl iedere kijker allang aan de hand van de beelden heeft kunnen zien ‘dat ze het nog geen plekje kunnen geven.’
Wat wil die journalist horen? ‘Nou, lekker. Scheelt weer met opruimen?’ Het is je werk om te laten zien wat er in de wereld gebeurt. Maar moet dat dan zo? En hoe kan het dan wel? Laat ik eens kijken naar wat ik een goed voorbeeld vind. Het eerste wat me te binnen schiet is Rob Trip, nieuwslezer bij het NOS-journaal. Hij kan de meest verschrikkelijke nieuwsberichten vertellen en vragen stellen op een manier waarop hij uitstraalt dat hij de honger, bombardementen of verdrinkingen heel erg vindt voor de mensen die het treft. Alsof hij ‘s avonds laat nog een diepe zucht slaakt en zachtjes mompelt: ‘Het is niet eerlijk….’ voordat het licht uitgaat.

 

Dinsdag 23 augustus 2016
Bent u het?

Het overkomt me regelmatig dat een echtpaar blij is om mij te zien en dan een heel persoonlijk verhaal begint te vertellen. Eerst besefte ik het niet maar later is mij duidelijk geworden dat ik op de dokter lijk. De arts van de kliniek waar ik als vrijwilliger activiteitentherapie ondersteun. Mensen met dementie willen nog wel eens iemand aanzien voor iemand anders maar op een andere manier scherp waarnemen komt ook voor: ik kwam een keer de gezamenlijke huiskamer binnenzeilen en een meneer zei: ‘Zo, daar is de juf. Die komt even kijken of alles wel goed gaat.’ Ik schoot in de lach en heb hem meteen een compliment gegeven omdat ik inderdaad jaren voor de klas heb gestaan. Kinderen zien het ook. Ik vergeet nooit dat ik een keer met een groepje onbekende buurtkinderen stond te praten. Toen ik weer verder liep en ze gedag zei, reageeerde een jongen met een vriendelijk ‘Dag juf!’
Ik draaide me verbaasd om en vroeg: ‘Hoe weet jij dat ik een juf ben?’ Hij keek me als een door de wol geverfde man van de wereld aan en zei: ‘Ach, dat zie je toch zo!’


Als vertelheks…

 

Dinsdag 16 augustus 2016
Invuloefening

Bij een recente workshop over o.a. Transactionele Analyse (naar welke stemmen in onszelf luisteren we meestal?) gaf de trainer me een waarschuwing mee. Ik vul gedrag van anderen graag in om het te kunnen begrijpen. Geen punt op zich, dat doen we allemaal. Als trainingsacteur is het wel een belangrijk deel van je vak om je daarvan bewust te zijn. Ik zie en interpreteer het meestal goed maar ik zit er ook wel eens flink naast. Het is beter om te checken of het klopt door het eenvoudig te vragen. Ook buiten mijn werk heb ik daar veel aan. Voorbeeld:

Ik was charmante gastvrouw tijdens een ontmoetingsmiddag van mijn schrijfvereniging. Ik deed het voor het eerst (aha, stemmetje dat fluistert: doe ik het wel goed? Vergeet ik niets?). Het ging prima en ik deed het met plezier. Voor aanvang zag ik een oud-bestuurslid bij de bar staan. Ik liep naar haar toe en zei: ‘Hee, D. Welkom, wat leuk dat je er bent.’ Ze keek me streng aan en zei: ‘Ja, dat werd tijd!’ Door dat stemmetje in mij vulde ik het in als: Nou, hè hè, kom je nu pas naar me toe? En door dat heerlijke werk van mij waarin ik zoveel leer, vroeg ik toch maar: ‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Nou!’ zei ze.
‘Ik ben al zo lang niet geweest!’


Monsieur Jacques/Foto DA Rodenburg Kröller- Müller museum

 

Dinsdag 9 augustus 2016
Eerste aankondiging

Op zaterdag zwem ik in een zwart badpak met een rokje eraan vast. Ik zag ooit een Spaanse vrouw in deze outfit en vond het sportief en gekleed tegelijk, vandaar. Het stond haar zo charmant. Ik ging op onderzoek uit en ben nog steeds tevreden met mijn korte zwemjurk. Er kleeft maar één nadeel aan… ik had het online besteld. Sindsdien volgen er lawines van badpak-met-rokje-aanbiedingen zodra ik online ga. Voor de nieuwsbrief van het zwemjurkbedrijf heb ik me al vinnig afgemeld. Maakte niet uit. De badjurken bleven om mijn oren vliegen, geruit, in verschillende kleuren, aparte dessins, maten en prijsklassen. ‘Bestel nu!’ leken de opgewekte, superslanke watergodinnen die er losjes in rond draaiden, te zeggen. Als ik het wegklik, word ik op het matje geroepen waarom ik het in mijn hérsens haal? Soms beweegt een –ga alsjeblieft weg- ( x ) link weg van mijn vastbesloten muis zodat je ‘m eerst moet zien te vangen en ik ben nog steeds verbaasd over de laatste groet aan mij tijdens mijn afmelden van hun website: ‘Tot ziens bij het volgende shoppen!’

Zo moet het dus niet.

Hm. Ik ga nu voor het eerst een voorstelling aankondigen, die Karin Dijkstra, Gert Jan van der Kamp en ik als trio Laterna Magica aan het voorbereiden zijn voor 10 sept. a.s.
Ik beloof u dat u er niet gedwongen heen hoeft. Dat u er geen wekelijkse spam van krijgt en dat we u niet met aanbieding-na-aanbieding om de oren zullen slaan.
Ik vertel een prachtig verhaal waar we heerlijke live-muziek bij gevonden hebben. We vertellen, zingen en spelen en het is in Heerhugowaard. U bent van harte welkom.
Klaar!


Dinsdag 2 augustus 2016
Naar huis

De bekende DWDD hersenhoogleraar dr. Erik Scherder (Klinische Neuropsychologie) legt tijdens een interview uit hoe de hersenen werken. Het is gefilmd en op de achtergrond staat een zin op de rand van een boekenplank: ‘VU is where the heart is’, waarbij het eerste woord ‘Home’ is doorgestreept en vervangen door de Vrije Universiteit. Dat deed me meteen denken aan een mevrouw, die alsmaar zei dat ze naar huis wilde. Iedereen dacht dat ze Oostzaan bedoelde omdat haar huis daar stond. Maar wie goed oplette, kwam er al snel achter dat ze haar ouderlijk huis bedoelde. Het huis waarin ze als kind was opgegroeid. Dit zie ik ook wekelijks terugkeren bij de mensen die ik als ondersteuner activiteitentherapie begeleid bij een behandelkliniek. Naar huis. Wat wilt u? ‘Ik wil naar huis.’ Wat zegt u? ‘Ik wil naar huis.’  Ze móeten naar huis. Want er zijn kinderen. Eten dat gekookt moet worden. Een man die thuis kan komen van zijn werk. Een zieke vader of moeder die verzorging behoeft. Werken op het familiebedrijf. Het hooi moet van het land. De koeien moeten gemolken. Dat dan maar wegpraten of afleiden met koffie aanbieden voelt als niet serieus genomen worden. Eerst maar eens rustig laten vertellen over wat op dat moment het meest belangrijk is. Pas dan is er (zuivere) koffie.


Marieke leeft zich in (uit) als boerin op Terschelling/ Foto Dirk Aart Rodenburg 2016




Dinsdag 19 juli 2016
Poëzie van het muzikale woord

Zaterdagmiddag 16 juli j.l. Twaalf dichters in het stadshart van Heerhugowaard, verdeeld over twee routes. Voordracht van eigen werk waar muziek in zat. Dat was de opdracht en het stond voor mij meteen vast dat ik mijn gedichten ging zingen. Eerst zou het misschien het podium van de bibliotheek worden maar nee, daar was zoveel animo voor dat ik werd ingedeeld bovenop het volkomen verlaten parkeerdak van een betonnen parkeergarage. Ik had nog geluk dat het bewolkt was, want verderop is een nieuwe wijk niet voor niets ‘Stad van de zon’ genoemd en brandt hij er vaak lustig op los. Mede-organisator Eugénie Herlaar zorgde opgewekt voor een goede stoel en de evenementsversiering aan het hek bleef dapper hangen in de windvlagen, die vastbesloten waren om de slingers in stukken te scheuren. De doeken die ik met inbreng van mijn volle gewicht heb aangebracht, zaten dan ook vast met een dubbele knoop.
De wisselende groepjes mensen hebben zes keer van mijn voordracht genoten en waren tegelijkertijd blij dat ze daarna rillend weer de luwte van de lift op konden zoeken. Ik ook, maar dat was pas om 15.30 uur. Daarna was er een gezellige bitterballen-borrel in theatercafé COOL. Gelukkig waren ze gloeiend heet.


Ook de plakkers van het paarse kleed hielden het uiteindelijk niet…

 

Dinsdag 12 juli 2016
Het verschil tussen ver staan en verstaan

Vorige week belde ik voor het eerst aan bij Dubbel E Acteerservice in Amsterdam voor de workhop ‘Emoties (en weerstand) Hoezo?!!’ voor trainingsacteurs, bij docente/trainer/trainingsacteur Marijke Westerbeek.
Even later was er kennismakingskoffie met lekkers en inventarisatie van verwachtingen.
Eerst legde Marijke uit hoe emoties vertaald worden in lichaamstaal, o.a. vanuit de Transactionele Analyse. Door gerichte oefeningen en wederzijdse feedback  werd voor mij gaandeweg duidelijker HOE HET WERKT. Waar zit de spanning in het lijf? Wat voor intenties worden steeds beter zichtbaar? En vanuit welke behoeften? Wat het bij mij oproept (verschillende manieren waarop Marijke zich ten opzichte van mij gedraagt) komt ook aan de orde en hoe dat zich ook weer vertaalt in mijn lichaamstaal.
Deze workshop is een absolute aanrader voor wie meer wil weten over de achtergronden van nonverbale communicatie. Om mensen beter te leren begrijpen.
‘Marijke, dank je wel!’ zeggen zowel de Ouder- als de Kindstemmen nu in mij. En mijn Volwassene? Die blijft gewoon stug doorgaan met bemiddelen tussen die twee want ook  voor trainingsacteurs is niets menselijks vreemd…


Foto: Dirk Aart Rodenburg/Marieke bij Boymans v. Beuningen Rotterdam, 2016

 

Donderdag 23 juni 2016
Leuk

Gisteren speelde ik tijdens lessen psychiatrie voor verpleegkundigen in opleiding een mevrouw die leed aan dwanggedachten en dwanghandelingen. Ik wist wel dat ik angstig was maar niet waarom en ik was onder behandeling. De studenten moesten groepsactiviteiten uitvoeren met vijf mensen met een psychiatrische achtergrond. Ik was de dwangmevrouw en mijn collega’s waren manisch tot depressief.
Ik heb collages geplakt, cake versierd, gezonde boterhammen klaargemaakt, gewandeld en geganzebord en na iedere activiteit gaf ik feedback over hoe ik benaderd werd. Zo ook mijn collega’s waarvan er eentje verzuchtte: ‘O, gelukkig zeiden jullie niet hoe LEUK het wel was wat we gingen doen want ik was met heel andere dingen bezig, ik voelde me vreselijk en dan moet je daar echt niet mee aankomen.’
Dezelfde avond was ik gewoon Marieke en ondersteunde als vrijwilliger activiteitentherapie voor mensen met dementie. In de gezamenlijke huiskamer stond een dvd op met oud-Amsterdamse karaoke meezingliedjes. Er is een mevrouw die enthousiast meezingt, mensen die het niet uit lijkt te maken, mensen die genieten van de gezelligheid van koffie drinken en bij elkaar zitten en de mensen die er niets mee hebben of het zat zijn gaan naar hun eigen kamer, waar ze in alle rust hun eigen programma’s kunnen bekijken. Vrijheid blijheid. Dát is pas leuk!


Tekening: Josje Offers

 

Dinsdag 14 juni 2016
Hoe gaat ie?

Als ik iemand tegenkom die vraagt: ‘Hee, hoe gaat ie?’ Dan zeg ik standaard: ‘Goed.’ Of ‘Ja hoor, en met jou?’ Het klinkt anders dan: ‘Hallo, hoe gaat het met je?’ Dan staat iemand ook letterlijk en uitnodigend stil. Een terloops ‘Hee, hoe gaat ie?’ is meer geschikt voor een tegenligger of inhaler op een fietspad. Wat zou ik nu antwoorden als je me vraagt: ‘Hee, Marieke, hoe gaat het met je?’ Ik zou even na moeten denken want er is veel gebeurd in de laatste weken. Optredens, workshops, repetities, rollenspelen. Succeservaringen en ook leermomenten over dingen die beter konden. Zoeken naar balans in actief aan het werk zijn en ook weer uit kunnen rusten en bijtanken. Ook daar is mijn agenda voor. Als ik geen rust inplan, zal ik het niet krijgen ook. Ondertussen ben ik ook inzetbaar geworden voor assessments als Mediaton Trainingsacteur en heb ik als 1/3 van Laterna Magica met Karin Dijkstra en Gert Jan van der Kamp drie keer achter elkaar een presentatie gegeven van onze nieuwe voorstelling van 10 sept. a.s. op een goed bezochte (1200 bezoekers!) kunst- en ambachtsmarkt bij de familie Pompert in Oudkarspel. Het was een feest! En als ik jou nu tegen zou komen en zou vragen: ‘Hee, hallo, hoe gaat het met je?’ Wat zou jij dan antwoorden?

Dream, dream, dream, oh, I love you so…

 

Dinsdag 31 mei 2016
Spinnen

Alles wat kon vliegen en zoemen sloeg ik vroeger dood. Dat leerde ik thuis. Je deed het met een schoen of een krant. Ráng, dood. Soms zag het er een beetje bloederig uit. Ik heb er nooit plezier aan beleefd, al was ik wel blij dat het irritante gezoem weg was bij mijn oren. Tot ik een artikel las over reïncarnatie. En ik dacht: straks word ik voor straf een kever in een volgend leven, die net zo plat geslagen wordt als die spin die ik ooit te grazen nam. En daarna las ik over het wonder van de schepping, waarin ieder wezentje door de Heer was geschapen. Dat kun je dan toch niet van het ene op het andere moment verrot slaan, die arme beestjes? Stel dat je zelf…Nu ben ik zo ver dat ik al moeite heb met bloemen plukken. Dat is toch ook een vorm van … nou, toch een leven nemen op termijn. Ik ging ondertussen bedenken hoe ik mijn leven kon beteren en vanmiddag heb ik het toegepast: terwijl ik een schoon lied aan het zingen was met eigen harpbegeleiding, racete er een dikke spin onder de harp vandaan. Ik bedwong mijn eerste bange en agressieve reactie, liet de stofzuiger waar hij was en pakte rustig een drinkglas. Hij kon hard rennen maar ik goed richten en hop, daar zat hij met het glas boven zich en ik probeerde z’n pootjes niet te bezeren terwijl ik er een papiertje onder schoof. Daarna het geheel teder opgetild, deur open gedaan en de spin kordaat in een struik gekieperd. Wie weet heb ik daar misschien wel mijn bet-over-over-over-grootvader mee gered…


Vlinderhemel

 

Dinsdag 24 mei 2016
Zuster in nood

Even voor achten loop ik door de lange gang van ROC Horizoncollege, op weg naar een proeve van bekwaamheid in de zorg. Straks zal ik 83, 92 en 75 zijn, met verschillende ziektebeelden en verschillende karakters.
Het is nog stil en leeg om me heen, later op de dag  zal het hier wemelen van mobiele jongeren, op weg naar een andere les of liefde, pauzerend, blokkend, etend of chillend.

In het praktijklokaal waar het examen plaats zal vinden, is een vergadering van docenten. Voor de zekerheid check ik mijn agenda. Dan arriveren de docenten die mij hier speciaal voor hebben uitgenodigd. Nu de kandidaat nog. Als het 8.30 uur is, lig ik languit in mijn nachtgoed in bed alvast mevrouw Tillema te wezen. Zulke situaties noem ik altijd: slapend rijk worden. Ondertussen draaien mijn hersenen op volle toeren om de drievoudige examenkennis paraat te hebben tijdens de rollenspelen.
Eindelijk komt de jonge studente hijgend binnen hollen. De spoorbomen gingen niet open, ze kon niet naar de overkant van het Noord-Hollands Kanaal komen.

Als ze weer wat op adem is gekomen, barst het praktijkexamen los. Ze werkt als een paard om mij zo goed mogelijk te verzorgen. Ik heb trillende armen vanwege de Parkinson, als mevrouw Rietveld verdriet en pijn in mijn buik vanwege een gemene tumor en als mevrouw Swart hoest ik mijn longen uit mijn lijf vanwege longontsteking.

Ze draaft heen en weer met waskommen, doeken, schone lakens en steunkousen, is in het contact met mij de rust zelve en ziet ook nog kans om een vlecht in mijn haar te maken (in plaats van handverzorging). Nu wordt het echt spannend: de evaluatie met zowel mij als de docenten. Ik geef haar mee wat ik fijn vond in haar benadering en laat haar alternatieven bedenken voor wat nog beter kon. Ze is er goed bij met haar aandacht, ze moet nog veel vlieguren gaan maken maar ze heeft het in zich om een hele goede zuster te worden. Dan valt het cijfer van de docenten: een acht! Ze bedankt ons uitbundig, geeft me een stevige hand en zegt dat ze het heel erg fijn vond om met mij te werken. ‘U speelt het hardstikke goed en ik heb echt iets aan uw feedback, het is helemaal niet aanvallend en zo en ik ga u echt overal aanbevelen!’ Even later huppelt ze stralend het praktijklokaal uit. Mijn dag kan niet meer stuk.
Pas dan hoor ik van de docenten dat ze voor dit examen al twee keer was gezakt.


Foto: Marieke/atelier Wilma Hoebee

 

Dinsdag 17 mei 2016
Freelancer Marieke

Wanneer je jezelf presenteert als bedrijf, moet je vroeg of laat voor de belasting kunnen aantonen dat je zelfstandig bent. Voor mijn trainingsacteerwerk voor het Mediation College via castingbureau Act4you had ik om die reden tot 1 mei j.l. een VAR-WUO (Verklaring Arbeidsrelatie-Winst uit Onderneming). Het is voor mijn opdrachtgevers fijn om niet aan te hoeven tonen dat loonheffingen en premies niet van toepassing zijn.
Vanaf 1 mei is de VAR-WUO afgeschaft en sindsdien heb ik uit verschillende bronnen talloze berichten ontvangen over nieuwe modelovereenkomsten en bijbehorende informatiedagen van vakbonden, verenigingen, belastingdienst en de KvK.
Omdat ik door de vele bomen het bos niet meer zag, heb ik besloten om mijn facturering en debiteurenbeheer voortaan over te laten aan bedrijf Tentoo Directors Cast & Crew. Ooit in het leven geroepen voor artiesten die wit willen werken en niet van schijnzelfstandigheid beticht willen worden.
Heerlijk, wat een rust! En helderheid voor mijn opdrachtgevers! De vrijgekomen tijd en energie steek ik liever in verteltheater en trainingsacteren!


En welke emotie zou bij dit plaatje passen?

 

Dinsdag 3 mei 2016
Spreken is zilver, weten waar je het over hebt, is goud

Vandaag sprak ik met een vriendin over belangrijke momenten in ons leven. Over situaties of gebeurtenissen, die meewerkten aan het vermogen om op de juiste momenten de juiste keuzes te maken. Dat een persoon zo waarachtig over kan komen, dat je denkt: hoe zit het eigenlijk met mijn waarachtigheid? En wat is dan dat juiste moment of die juiste keuze? Ik heb zelf mogen meemaken dat een familielid overwoog om met vervroegd pensioen te gaan maar het bouwproject waar hij dat jaar de leiding over had zo dynamisch vond, dat hij het nog een jaar voor zich uit schoof. We stonden in zijn kantoor en ik zei in mijn argeloosheid: ‘En is het volgend jaar dan minder dynamisch?’ Een jaar later vertelde hij me dat die vraag van mij doorslaggevend was geweest in zijn keuze om een voor hem geschikt tijdstip te kiezen.
Want nee, het zou niet minder dynamisch zijn. Hij besefte dat hij andere criteria zou moeten vinden om er echt een punt achter te kunnen zetten.


Zonsopgang Heerhugowaard Foto: Marieke

 

Vrijdag 29 april 2016
Het leven is een dans

Ik ben een dansmarieke maar dan anders. Voor mij geen showsport met voorwerpen die door de lucht vliegen. Alleen al mijn motoriek zou voor forse ongelukken zorgen. Staaf in oog, of als knuppel neerkomend op nietsvermoedende hoofden van omstanders. Maar dansen doe ik graag. Het liefst alleen, want samen dansen is fijn maar dan komt er een dimensie bij: contact maken of ontvangen, aantrekken, loslaten, op elkaar inspelen, voelen of het fijn is in afstand of nabijheid. Zo gaat het, waar mensen samen zijn. Of het nu thuis is, op bezoek bij moeder of in de winkel waar je opeens je baas tegenkomt. Er wordt gezonden en ontvangen en ik kan daar maar niet genoeg van krijgen want het is mijn werk als trainingsacteur om dit zichtbaar en inzichtelijk te maken. Dus wilt u er meer van weten? Over menselijke interactie en hoe dat bij uzelf werkt? Ga dansen! Daar kan geen studieboek tegenop.


Bij verteltheater-optreden Stichting Vertelkunst Haarlem

 

Dinsdag 19 april 2016
Ben jij het?

Een gesprek beginnen en ondertussen naar iets anders kijken. Een vraag stellen en het antwoord niet horen. Zeggen dat je iets gaat doen en iets anders op gaan pakken. Zeggen niet om eten te geven en een schaal nootjes tot op de bodem leeg eten. Zeggen van honden (of kinderen) te houden en ze woedend de volle laag geven als ze iets doen ‘wat niet mag’ omdat jij je dag niet hebt.
Ik vind mensen soms moeilijk te lezen en misschien doe ik het zelf ook wel, tegenstrijdige dingen doen. Daarom vind ik het zo mooi als er contactmomenten zijn die helemaal lijken te kloppen, al is de schijn tegen. Bij een dagcentrum voor mensen met een verstandelijke beperking zat ik laatst koffie te drinken toen ik een in zichzelf gekeerde jongen in een rolstoel zag. Schuin voor hem zat een meisje met haar vader aan een tafeltje. Ze draaide zich om en raakte even de arm van de jongen aan. De twee glimlachten naar elkaar, het was als een wederzijdse begroeting van twee goede bekenden, in minder dan twee seconden.
Bij mensen met dementie zie ik het ook gebeuren: een mevrouw begint een gesprek met een meneer tegenover haar en ik kan er geen touw aan vastknopen. Maar daar gaat het ook helemaal niet om. Zij zijn met elkaar in gesprek en hun ogen zenden alleen maar in alle rust uit dat ze elkaar begrijpen. Zoals de zon door de wolken heen breekt.


Foyerwand Zaantheater in Zaandam. Foto: Marieke

 

Dinsdag 12 april 2016
Braaf

Waar mensen elkaar spreken, valt vroeg of laat het woord ‘belasting’ als het over geld verdienen gaat. Over geen dief van je eigen portemonnee willen zijn. Dat je toch het recht hebt om zoveel mogelijk van je eigen verdiende centen over te houden. De laatste nieuwsberichten over enorme en wereldwijde belastingontduiking laten zien hoever dat kan gaan. De grootste off-shore rovers staan er in hun nette pak nog keihard over te liegen ook. Door de fiscus moeilijk te vangen, als palingen in een emmer snot.  Ik sta sinds 2012 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel met mijn vertelbedrijf, waar nu ook trainingsacteren bij gekomen is. Ik stel er een eer in om mijn zaken zorgvuldig te regelen volgens de geldende belastingwetten. Er wordt daarom wel eens wat meewarig naar me gekeken: nou nou, wat een brave Hendrika…
Maar die lantarenpalen buiten moeten het toch doen? En die mensen die wat extra zorg of ondersteuning nodig hebben, wat gaan we daar dan mee doen als wij geen belasting willen betalen? Op een boot zetten naar Panama?


Speelplaats Haarlem Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 5 april 2016
Feest van herkenning

In Huizen is een eetcafé, waar mensen worden uitgenodigd voor mooie verhalen, een maaltijd waarbij stellingen en/of vragen vanuit het verhaal op de placemats worden afgedrukt en er na afloop nog een gezellig samenzijn bij de haard is zodat er veel ruimte is voor ontmoeting. Het is een initiatief van de Protestantse kerk, die contact wilde blijven houden met mensen die niet meer of nauwelijks naar de kerk gaan maar wel behoefte hebben aan een leuke avond waarbij het ook nog ergens over gaat.
Ze draaiden net een jaar toen ik tien, elf? jaar geleden werd gevraagd om chassidische verhalen te komen vertellen. Het werd een supergave avond met enthousiast publiek, lekker eten en mooie gesprekken na afloop. Het maakte veel indruk op me als mensen persoonlijk vertelden wat ze hadden meegemaakt en hoe dat hun kijk op geloof en maatschappij had beïnvloed. De initiatiefnemers dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen met het café maar tot hun verrassing zal het elke maand vol en nog steeds! Ze zijn nu bezig met het nieuwe seizoen en zochten een leuke spreker voor september. Hee….die Marieke van den Houten, dat was leuk! Zou zij misschien….en laat ze nu kunnen 🙂 En haar harp ook.


Wereldpoëziedag 19 maart 2016 Centrum Alkmaar
met Margreet Schouwenaar als presentator

 

 

Dinsdag 22 maart 2016
Borrel na?

Duizend hersencellen gaan er voorgoed aan wanner we één glas alcohol nuttigen, werd mij vanmorgen verteld door een man die vertelde over zijn groenteman. Deze man dronk twee flessen port per dag en nam een jongen aan om de bestellingen rond te rijden. Er bleef nu eenmaal weinig heel als hij zelf achter het stuur van zijn bestelbusje kroop. Om zich lekker te voelen moest hij natuurlijk steeds meer innemen. Na jaren dakloos rondgezworven te hebben langs de goten van Beverwijk, gaf hij op zestigjarige leeftijd de geest.
Vorige week ontving ik uit handen van twee medische specialisten een getuigschrift over de cursus ‘Omgaan met dementie’ die ik bij de organisatie Geriant heb gevolgd. Het syndroom Korsakov kwam daar ook langs, als een van de bijzondere vormen van dementie. ‘Bijzonder’. Dat verbaasde me. Misschien luister en kijk ik selectief maar hoe komt het dat ik zoveel verhalen hoor over gezelligheids- en gewoontedrinkers die in de problemen komen omdat ze niet (meer) zonder kunnen? Er waren in de cursusgroep van werkers in de zorg veel verhalen over deze alcoholverslaafden, ook onder ouderen. Drinken om het leven de baas te kunnen,  garantie voor nog meer eenzaamheid en schaamte, naast een goede omzet van slijters.
Bij onze schrijfvereniging Vrienden van het Schrijven, serveren we frisdrank en nootjes na de bijeenkomsten. We kregen als bestuur al een paar keer te horen: ‘Geen wijntje?’ Nee, geen wijntje. ‘Geen borreltje?’ Nee, geen borreltje. Waarna een kwaad gezicht.
Want kom op zeg, hoe kan het nu gezellig zijn zonder een wijntje of een borreltje?!

 

 

Dinsdag 8 maart 2016
Hoe gewoon is doodgewoon?

Op 1 juni a.s ben ik uitgenodigd om in Purmerend een avond lang te gaan vertellen, zingen, harp spelen en voordragen. In café Doodgewoon. Ook zal ik een vorm van terugspeeltheater gaan doen: in de pauze ontvang ik anekdotes van mensen, die ik na de pauze uitwerk tot poëzievoordracht.

In 2015 bezocht ik een aantal malen Café Doodgewoon bij het hospice in Alkmaar. Er waren verschillende sprekers, die op een interactieve manier lezingen hielden over de laatste levensfase.  Artsen en nog meer deskundigen die werken in de palliatieve zorg.
Het publiek bestaat uit professionals, vrijwilligers en mantelzorgers, iedere maand een zaal vol.
De dood. We delen allemaal deze vaststaande zekerheid. Voor de één eerder dan verwacht. Voor een ander om naar uit te zien en alles ertussen in. Jongeren worden nog wel eens onderschat – ach, jij bent nog zo jong, wat weet jij ervan – maar ik weet uit ervaring dat veel mensen op jonge leeftijd al grote verlieservaringen kunnen hebben. Of zelf komen te overlijden.
Hoe kun je dan spreken over doodgewoon? Nee, in dat licht gezien kan dat inderdaad niet. Bij de verliezen in mijn eigen leven voelde ik me meer thuis bij stilte dan bij woorden. En toch. Soms kun je zo geraakt worden door die ene zin, dat ene woord.
Die moeder, die in een aula tegen een vriendin die met lege handen voor haar stond zei: ‘Dat geeft niet, dat je handen leeg zijn. Wij vullen ze wel met onze verhalen over Tineke.’ En namen blijven noemen in onze gesprekken en herinneringen, dat degenen van wie we afscheid moesten nemen er nog steeds bij horen. Over soms hele gewone gebeurtenissen in het dagelijkse leven.
Maar vanzelf gaat het niet altijd. Wat zeg je, wanneer, waar en tegen wie? Is het goed om iets te benoemen of wil je juist pijnsnaren ontzien?
Daar gaat deze avond over. Dat we dit allemaal aan het leren zijn.


Foto: Marieke van den Houten
Vogel: Chris Rodenburg/ www.crood.nl

 

 

Dinsdag 1 maart 2016
T. Roos en T. Ma

Vandaag was ik in Amsterdam om de introductietraining te doen van de Vedermethode, bij theater Veder, onder de kundige leiding van theaterdocent Marit Eijbergen. Contact maken met mensen met dementie door te raken aan herinneringen door theatervormen. En hoe kun je dat beter doen dan door gedichten declameren, vertrouwde liederen zingen en uit te nodigen om uit te spreken wat dat allemaal bij de mensen oproept? Waar het goed gedaan wordt, is het letterlijk een feest van herkenning. We deden spelvormen met vrije fantasie en ‘s middags gingen we in tweetallen een huiskamervoorstelling voorbereiden en spelen volgens de beproefde Vederopbouw: Een op een contact, drie onderdelen met verbinding verleden, drie onderdelen met verbinding heden, en weer afsluiten door van ieder persoonlijk weer afscheid te nemen. Ik vond het heerlijk. Ik speelde samen met medecursiste Belinda ‘de zingende zusjes’ en ‘theetantes T. Roos en T. Ma’ en we hadden veel plezier. Het werd een beetje te dol en te druk maar de ‘verpleeghuisbewoners’ (rol van medecursisten) hebben er ook van genoten en dat hadden we al mooi binnen… dit smaakt beslist naar meer!

 

 

 

Dinsdag 16 februari 2016
Vederlicht

Over een paar weken maak ik kennis met de Veder methode. Theater Veder is al tien jaar een groep beroeps/zorg/theaterprofessionals die zich sterk maakt voor contact maken met mensen met dementie en andere kwetsbare groepen mensen. Gebaseerd op een lichte vorm van contact maken door middel van o.a. poëzie-voordracht en andere theatervormen die uitnodigen om actief terug te gaan in herinneringen. Als ik na deze kennismakingsdag hierin verder opgeleid wil worden, geldt dit als de eerste trainingsdag van een certificeringstraject.

Het toeval wil, dat ik gedichten schrijf over wat ik wekelijks als vrijwilliger beleef met ouderen in een observatie- en behandelkliniek. Geheel anoniem gemaakt. Soms staan er wel drie mensen samengevoegd in één gedicht. Maar de kostbare ontmoetingsmomenten worden zo wel bewaard…

Terug

Ik heb altijd
in het buitenland
gewerkt

maar ik wilde terug
ik voelde dat ik
terug wilde

Ik wil er wel heen
maar ik weet
als ik daar ben:
ik wil terug

Ik kan het  
niet meer vinden
het gaat gewoon
niet meer…

maar we hebben
mooie kinderen

 


Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 9 februari 2016
To tease or not to tease

Omdat we als partner van Bibliotheek Kennemerwaard een teaser mochten doen bij hun open podium, traden we gisteren als Laterna Magica met ons programma ‘Het is de liefde!’ op in Alkmaar Centrum. Maar hoe doe je dat? Je kunt wel alvast een paar liederen doen maar de verhalen vertellen? Als mensen dan vrijdag willen komen, horen ze dan hetzelfde verhaal? Of een lekkere cliffhanger? Wilt u weten hoe het afloopt? Tot vrijdagavond dan, bij de kaartverkoop! Dat is natuurlijk meer vijanden maken dan publiek werven. We losten het op door een paar korte en frisse liefdesverhalen door het programma heen te weven. De mensen genoten en na ± 35 minuten merkten we dat er ook mensen waren, die lekker door wilden gaan met hun boekjes in hun hoekjes en de koffiecorner had vast ook weer zin in gewoon lawaai mogen maken met machines, glazen en kopjes. Of de glazenwasser buiten het ook leuk vond? Dat kon ik niet zo goed beoordelen maar hij droeg beslist bij aan wat extra effect toen we zongen: ‘t Regende in stromen, en…!’ maar hoe het verder gaat dat verklap ik nog niet 😉


met Karin Dijkstra en Gert Jan van der Kamp
foto: Gregor Overtoom

Valentijnsconcert ‘Het is de liefde!’ (zie agenda)


Dinsdag 2 februari 2016
Is werken met hart en ziel te koop?

Een paar maanden geleden volgde ik via de Nederlandse Vereniging van trainingsacteurs een workshop acquisitiegesprekken voeren. Ik ging er open en onvoorbereid in en dat heb ik geweten. Mijn sterkste kanten hebben te maken met grondige voorbereiding en nu moest ik het zonder doen. Trainer Jan Hille Noordhof himself ging met mij aan de slag, waarbij hij een directeur van een instelling speelde en ik hem ervan moest overtuigen dat die instelling niet zonder mij als trainingsacteur kon, kort door de bocht. Wat wist ik van die instelling? Wat had ik te bieden? Hoe deed ik dat? Al snel werd bij de nabespreking aan de hand van geluidsopnamen duidelijk dat het juist was geweest als ik hem aan het woord had gebracht door wezenlijke vragen over ‘zijn’ kliniek. Hoe ging het daar? Wat speelde er? Hoe kon ik me daarin verplaatsen en meedenken?
Dit is mijn leidraad geworden in alles wat ik onderneem. Het gaat helemaal niet om jezelf verkopen. Wel over: hoe kan ik een belangrijke bijdrage leveren of ondersteuning bieden aan de kwaliteit die hier al geboden wordt? En is de klant werkelijk koning?

 

 

Dinsdag 12 januari 2016
Oefenen op je moeder

Tijdens de toets gespreksvaardigheden van vanmorgen speel ik een mevrouw die het niet makkelijk heeft. Geen flauw idee wat er te doen is in het zorgcentrum waar ik me opgeborgen voel, geen hond die mij bezoekt en ook nog mijn man vorig jaar verloren. Het meisje ziet dat ik het te kwaad krijg als ik over mijn man begin. Ze raakt mijn elleboog even aan en zegt heel serieus: ‘Ik begrijp u.’ Om in één adem door te gaan over de activiteiten die misschien leuk voor mij zijn. Puzzelen. Ik vertel haar na afloop dat het goed is om even aandacht te geven aan die gevoelens in plaats van gewoon doorgaan met dingen aanbieden. Ze begreep het. Ze had het ook geoefend met haar moeder, zei ze. Die moest zo huilen maar haar helpen ging niet. Ze wilde niets. Geen hulp, geen raad, niets. Ik vertelde haar dat ik in mijn onderwijstijd soms brullende kinderen op schoot nam. Daarna sprongen ze van mijn schoot af om verder te spelen. ‘Wat deed u dan om dat voor elkaar te krijgen?’ vroeg ze. ‘Niets,’ zei ik. Een veilige plek bieden was genoeg.


Meestal gaat het goed

 

Dinsdag  5 januari 2016
Niet mogen helpen. Help!

Vanmorgen speelde ik vier verschillende dames op leeftijd. Ik was ondernemend en sportief maar wel met opkomende reuma, daarna was ik mijn lieve en behulpzame man net verloren aan een beroerte, mijn hulphond zakte zomaar in elkaar toen ik in de Hema in mijn rolstoel een rookworst aan het kopen was (hart falen) en ik was net verhuisd naar een zorg-oord waar ik me stierlijk zat te vervelen. Drie casussen waren zelf geschreven door drie studenten verpleegkunde. Ik kon er goed mee uit de voeten, al gaf ik als tip mee dat één probleem per casus al genoeg is. Rouwverwerking in combinatie met nieuwe drempels voor de badkamer werkt wat verwarrend. Dat is dan niet echt het eerste waar je aan denkt. Een luisterend oor is dan veel waard. Dat vinden de studenten vaak het moeilijkst. Ze hebben dit vak gekozen omdat ze willen helpen. Gewoon zitten, je mond houden, iemand vrijuit laten praten en aansluiten bij beleving en emoties is dan best moeilijk. Samenvatten, open en gesloten vragen stellen op het juiste moment. ‘Maar wilt u dan geen leuke, nieuwe hulphond die op uw Jackie lijkt?’ Nee, zuster, nee. Want er is maar één Jackie. Kom volgende week nog maar eens terug, snif…
Kortom, het was weer tijd voor de jaarlijkse toetsen gespreksvaardigheden, die allemaal worden gefilmd, met mij, de collega- simulatie-cliënten en de studenten nabesproken en achteraf beoordeeld door de docenten communicatieve vaardigheden. Eerstejaars, niveau 3 en 4.


Alkmaar, ROC Horizoncollege, vanmorgen

 

Dinsdag 29 december 2015
All in the family

De titel zegt het al en een vriendin van me zei ooit: ‘Je komt er nooit van af.’  Als je een klik met je familieleden hebt, sta je er niet zo bij stil. Via anderen hoor je dan wel eens dat het niet altijd vanzelf gaat, het voldoen aan familieverwachtingen. Ruzies die zich openbaren in smeulende en soms oplaaiende irritaties omdat niemand de verantwoordelijkheid neemt om daar een einde aan te maken, boze gezichten, elkaar negeren, roddelen en klagen tegen anderen als de makkelijkste weg. Zou het bestaan, dat er een familie bestaat zonder gedoe? Ik denk dat we minstens de helft niet weten als we naar onze familieportretten kijken. In het trainingsacteren wordt ook regelmatig blootgelegd dat oude rollen uit het familieverleden het huidige gedrag op werkvloeren flink kunnen bepalen. Altijd lopen zorgen, of bang zijn weer overgeslagen te worden, je laten gelden om eindelijk eens gezien en gewaardeerd te worden. Angst om afgewezen te worden als je jouw ‘nee’ naar voren brengt. Het gegeven is ook voor mij niet nieuw. Er is heel veel te leren op dit terrein en wie zegt dat je er altijd goed mee om moet kunnen gaan? Daar schreef ik dit volgende gedicht over en ik wens je na het lezen ervan heel veel wind in de rug. Zolang je hem maar recht houdt.

 

 

Zaterdag 12 december 2015
Laterna Magica
Het ritme van iedere dinsdag een blog schrijven zal ongetwijfeld weerkeren maar nu even niet want het was veel te druk om te schrijven. Of maakte ik me te druk? Of juist niet? Want ik heb ook van een paar weekenden gebruik gemaakt om er even lekker op uit te gaan. Een advents-retraite in het Liobaklooster van Egmond en een weekend Otterlo in een lief hotelletje aan de hei en op witte fiets-afstand van het Kröller Möller waar echtgenoot en ik onze ziel heerlijk tussen de kunstwerken konden laten dwalen. Om terug in het hotel, verhalen te bewerken voor de kerstvoorstellingen die nu in volle gang zijn. De (o.a. huiskamer)concerten met mezzo-sopraan Karin Dijkstra en pianist Gert Jan van der Kamp zijn zo plezierig en goed bezocht met enthousiast publiek, dat zij aan mij hebben voorgesteld om een trio met elkaar te gaan vormen: LATERNA MAGICA,  Afgelopen dinsdag waren we met z’n ± twintigen en a.s. dinsdag meer dan dertig zoals het er nu voor staat. De opbrengst was 140 euro aan vrijwillige bijdragen, waarvan 10 % naar ‘Safe the children’ gaat. We zijn er blij mee. Met deze try outs maken we zang-muziek-boeiende verhalen-programma’s waarmee we voortaan geboekt kunnen worden. Ons motto als toverlantaarn: liever helder licht dan valse schijn!


Laterna magica bij uitstek: de zon /foto: Marieke, Bergen a. Zee


Gert Jan


Karin/ foto Paulien v. Gijn

 

 

Donderdag 19 november 2015
Tijd is je beste vriend

Als je een lange slanke den wilt zijn en je kijkt in de spiegel naar dat dikke proppie van 15 dat wanhopige pogingen doet om interessant te kijken terwijl ze haar buik inhoudt, dan heeft dat ook iets tragisch. Hoge hakken helpen ook al niet. Tot de groeispurt van de pubertijd begint. Dat gaat helemaal vanzelf. De hormonen doen de rest want als je die leuke jongen wilt, wil hij natuurlijk een slanke den! Bijna net zo tragisch als in het eerste geval maar zo is het mij vergaan. Ik ging met de koppigheid van een terriër op eigen initiatief van 84 kilo terug naar 57 door mezelf voortdurend de vraag te stellen: wil ik mezelf voeden of vullen? De verkering heeft zowaar een maand geduurd. De vetrollen heb ik met die ene simpele vraag tot op de dag van vandaag  van me af weten te houden. Er is beslist ook veel voldoening te halen uit non-food. Muziek, persoonlijke aandacht, mooie bloemen kopen, lekker lezen, met iemand leuke dingen gaan doen, genieten van een goede film. De jaren daarna hebben me gelukkig ook geleerd dat een goede relatie meer een zaak van wederzijdse liefde dan van gewicht is. En vooral: de tijd nemen.


Achter ons huis, novemberzon

 

Donderdag 12 november 2015
Marieke Meijer en Lavinia van den Houten

Heeft u wel eens van deze vrouwen gehoord? Dat zou heel bijzonder zijn want ze bestaan niet. Vanmiddag sprak ik met mijn harplerares over de ontwikkeling van het harp spelen, waarbij ik een sterke voorkeur heb ontwikkeld voor eigen oplossingen en composities. Ik laat de techniek aansluiten bij mijn mogelijkheden in plaats van mezelf onmogelijke doelen stellen. Bijvoorbeeld zo goed moeten kunnen spelen als Lavinia Meijer. Daar beginnen mensen altijd over zodra ik met mijn harp om de hoek kom. Ik weet meer anecdotes over haar dan zijzelf waarschijnlijk maar ik begrijp het wel. Het is een manier om contact met me te maken en natuurlijk waardeer ik dat. En natuurlijk laat ik mij inspireren door goede harpisten, ze zijn hun gewicht in goud waard. Maar ze werkelijk gaan zijn of zo goed als, hou toch op. Dat werkt toch niet? Wij zijn allemaal onszelf met onze eigen mogelijkheden en beperkingen en dat geldt ook voor harpspel. Ik word er steeds beter en handiger in en maak er iets moois van. Net als Lavinia. Maar dan anders 😉


In artiestenfoyer theater COOL Heerhugowaard
‘Poëzie van het fantastische woord’, gedichtenroute

 

Donderdag 5 november 2015
Hoe bedoelt u?

De Nederlandse Vereniging van Trainingsacteurs organiseert regelmatig workshops voor trainingsacteurs die zich willen blijven ontwikkelen in hun vakgebied. Ik heb meegedaan met de workshop ‘Geweldloze communicatie’ en ‘Effectief acquireren’. Vooral de laatste was boeiend want ik deed in het begin bijna alles verkeerd wat je maar verkeerd kunt doen en dat levert waardevolle leermomenten op. Wie geen verstand heeft van marketing, gaat zichzelf aanprijzen. Daar komt het ongeveer wel op neer. Laten zien dat je goed bent. Dat jij het varkentje wel even zal wassen. Dat minstens de hemel open gaat, als jij de opdracht ontvangt. Allemaal luchtbellen die op humane wijze werden doorgeprikt door Jan Hille Noordhof, specialist op dit gebied. Het was plezierig dat hij ons als trainingsacteurs veel rollen liet spelen, afgewisseld met blokjes theorie. Zo kreeg je de kans om te ervaren wat wel en niet werkt in gesprek met een eventuele opdrachtgever. Want die zit in kostbare werktijd echt niet te wachten op iemand die uitweidt en uitdijt over zijn of haar geweldige aanbod. Wat wel werkt: een plezierig, open contact. Oprechte belangstelling. Goed luisteren en doorvragen op punten die voor de opdrachtgever belangrijk zijn. Dat hij of zij zich gezien en gehoord voelt en ervaart dat jij goed mee kunt denken in wat er speelt op het werk. En of je die opdracht krijgt? Het is uiteindelijk aan de opdrachtgever om de meerwaarde daarvan in te zien. Als jij maar op tijd je mond houdt.

 

 

Donderdag 29 oktober 2015
Mooi mens

Komt u ook zo vaak mooie mensen tegen? Ik bij bosjes: ik zit in een behandelkliniek met een aantal oudere mensen aan tafel een spelletje te doen. Een mevrouw vraagt aan mij: ‘Komt u ook uit Madeira?’ Ik antwoord naar waarheid dat ik in Alkmaar woon. Ze knikt begrijpend alsof ik het ook niet kan helpen. Dan kijkt ze me een beetje dromerig aan en zegt met zachte stem: ‘Mooi meisje…’

Of mevrouw D. mee wil doen aan het spel? Meestal niet van harte. Wat zou ze denken? O nee, laat mij maar gewoon in mijn stoel zitten, brrr, meedoen met een groep, beetje eng… Dan vraag ik: ‘Zullen we het samen doen?’ Dat is goed. Ik neem voorzichtig haar rechterhand op en leg hem op de mijne. Dan pak ik een grote knikker en we mikken hem zachtjes 1, 2, 3 het speelbord op zodat hij in een gat met veel punten valt. Mevrouw D. kan haar ogen niet geloven. Ze doet echt mee en het is nog raak ook. Ze straalt helemaal!

Terwijl ik hierover zit te mijmeren omdat ik dinsdagavond tijdens de activiteitentherapie met de oudere mensen heb meegezongen, komt er een e-mailtje binnen van mijn zus. Zij heeft ooit een kristallen hartje van me gekregen dat aan een touwtje voor haar raam hangt. Als de zon schijnt, verspreidt het hart regenboogkleuren door de huiskamer van mijn zus en zwager. Ze hadden dinsdagmiddag bezoek en de zon scheen uitbundig de kamer in. Iemand van het gezelschap maakte meteen een foto. Later werd duidelijk waarom: mijn zus staat er lachend op met alle kleuren van de regenboog in haar haar.  Zien, soms even… De fotografe stuurde hem op en zij schreef erbij: Wat een kleuren: mooi mens.

 

 

 

Donderdag 22 oktober 2015
Heks in nood

Gisteren hebben weer ± 50 mensen genoten van de Hoeplakee sprookjeswandelingen in de duinen van Castricum, waaronder 25 kinderen, een kinderwagen met baby en een hond. De eerste wandeling ‘Heksje Hoeplakee en het geheim van de zingende paddenstoelen’  begon om 13.30 uur. Ik had een paar dagen daarvoor de wandeling uitgezet, het verhaal helemaal af geschreven met alle actuele natuurinformatie en alles was klaar. Maar….toen ik mijn stroomfiets af wilde koppelen van de lader, stond er op mijn display dat er een onderhoudslading bezig was, ook al stond hij op 100 % vol. Ik durfde niet te gaan fietsen…stel je voor dat er iets stuk zou gaan als ik de stekker eruit haalde…In arren moede belde ik een fietsenmaker. Hoe lang duurde dat onderhoudsladen? ‘Nou mevrouw, dat duurt soms wel acht uur.’ Ik luisterde met rollende ogen maar de man stelde me gerust: ik kon rustig gaan fietsen en dan zou de lader later wel weer eens verder gaan. Ik ging er dus met mijn Hoeplakeekoffer en paraplu alsnog als een speer vandoor om vanuit Alkmaar op tijd in Castricum te zijn. Tien minuten voor aanvang kwam ik aan, met een lege maag door al dat oplaadgedoe en de eerste groep Hoeplakeegangers groeide al aardig aan bij de balie van bezoekerscentrum De Hoep want het is deze week herfstvakantie. Ik stortte mij in de kantine en de heksenkleren, rukte een pakje chocomel open, propte een half broodje kaas en een tomaat naar binnen en toen kreeg ik mijn pruik en hoed niet op. Zenuwen? Vermoeidheid door het harde fietsen? Mijn handen trilden en ik had te weinig licht en ik heb al eens aan het verkeerde touwtje daar getrokken waardoor er een alarm afging. Gelukkig lopen er veel boswachters in en om het gebouw rond en een van hen was zo lief om mij met de finishing touch te helpen. Daarna twee wandelingen achter elkaar gedaan met twee groepen super gezellige en tevreden bezoekers. Een jongetje riep: ‘O, ik vond het zo leuk!’ en hij genoot van het speciale heksenpotlood dat alle kinderen meekrijgen na afloop. Ik werd in de kantine op een café latte getrakteerd door de locatieleider en fietste rustig en tevreden door de regen naar huis. Heerlijk, al hebben de pruik en heksenhoed nog nooit zo beroerd op mijn hoofd gestaan als tijdens deze middag…


De toverboom in het verhaal / Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 13 oktober 2015
Spreken is zilver, belangstelling tonen is goud

Heeft u dat ook wel eens? Dat iemand met je staat te praten en dat je denkt…wat moet je van me? Of dat iemand een enorm verhaal tegen je staat te houden en dan ook nog eens moeilijk te verstaan is? Dan gaat er iets niet goed. Bij mij tenminste niet. Ik word moe, ik haak af met mijn aandacht, in het ergste geval verdwijn ik.
Dat is precies wat er gebeurt als een verkoper, coach of adviseur zijn of haar werk niet goed doet. Daar weet ik nu ALLES van, nu ik afgelopen zaterdag in Amersfoort een workshop heb gevolgd bij Jan Hille Noordhof, specialist in advies, training, gespreksvaardigheden en conflicthantering. Het ging uit van de Nederlandse Vereniging van Trainingsacteurs. Met negen collega’s heb ik een middag lang geoefend met effectieve gespreksvoering. Het was georganiseerd voor trainingsacteurs die zich in hun vak steeds meer als ondernemer gaan opstellen. Ik heb met Jan Hille zelf geoefend en er veel van opgestoken. Dat een gesprek met een eventuele opdrachtgever niet bepaald moet worden door het aanbod, hoe mooi ook, maar vanuit een oprechte belangstelling voor wat een persoon of organisatie op dat moment werkelijk nodig heeft. Want willen we als klant, als we eerlijk zijn, zelf ook niet zo behandeld worden?


a.s. woensdag weer! (zie agenda)

 

Dinsdag 6 oktober 2015
Rolverdeling

Na de Mediation trainingsavond van vorige week, zei een student lachend dat ze er niet alleen van geleerd had maar het spel van mijn collega en mij ook had ervaren als een avond gratis theater. Al die verschillende mensen, stemmingen, emoties…
Ik neem altijd een klein koffertje mee om snel van jasje, shawl of schoenen te wisselen  maar het echte werk komt van binnenuit. Meestal spelen we op een avond drie personen die een probleem op te lossen hebben. Bij deze training was ik lerares wiskunde, ik runde een familie B&B en ik werkte op de inkoopafdeling van een reisbureau.
Hoe hou je al die types die je speelt uit elkaar? is een vraag die wel eens aan me gesteld wordt. Dat is het geheim van de smid…maar ik kan wel een tipje van de sluier oplichten.
Typetjes zal ik zeker niet spelen want dan leg ik mezelf teveel vast. Ik moet geloofwaardig van het ene gedrag naar het andere schakelen als de leersituatie van de student daar om vraagt. Ik ben werkelijk die persoon terwijl ik die persoon tegelijkertijd observeer als Marieke, omdat ik later onder woorden ga brengen hoe ik het gesprek heb ervaren en waarom en door wat en wie. Het is mooi als we er samen uitkomen maar dat is niet verplicht want het gaat vooral om interventies laten oefenen door de aankomende mediator. Soms lijken de rollen in ons dagelijkse leven qua aanvallen en verdedigen vast te liggen maar het kan zich ook een heel andere kant op ontwikkelen, kijk maar naar dit sterk uitvergrote voorbeeld van de Zweedse kok en zijn charmante tegenspeelster. Na deze uitzending zijn ze allebei in de serie gebleven dus het is uiteindelijk toch goed gekomen…

http://youtu.be/RhRkAzaDuyg
Zweedse kok

 

Dinsdag 29 september 2015
De week van

Vandaag werd ik gebeld door iemand die weet dat ik me als trainingsacteur aan het specialiseren ben in dementie. Naast conflicthantering want als je niet goed omgaat met mensen met dementie kom je daar vanzelf in terecht. ‘En hoe staat het bij jou in de week van de dementie?’ sprak de stem opgewekt door de telefoon. Het is geen grapje maar ik was het vergeten. Er zijn ook zoveel ‘dagen van’ ‘weken van’ ‘het jaar van’.
Zo was het deze week ook de week van de kinderpostzegels. Er belde een jongetje aan met de vraag of ik zegels wilde kopen. Het was voor de kinderarbeid. Verkopen blijft een vak. Ik pakte er een stoel bij en ging zitten op het tuinpad. Hij voegde er aan toe dat het ook voor pleegkinderen was en gaf meteen een uitgebreid verslag van zijn eigen vier jaren pleeggezin toen zijn ouders niet voor hem konden zorgen. Ik liet hem helemaal uitspreken en zei: ‘Wat heb jij veel meegemaakt.’ ‘Ja,’ antwoordde hij en loodste me  trefzeker door het bestelformulier heen. Een dappere man van tien jaar.


Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 22 september 2015
Mevrouw Zuydenbroeck

Morgen is het weer zo ver. De lessen bij zorg- en verpleegopleidingen vragen om goed rollenspel om de studenten op een veilige manier de werkvloer te laten ervaren. Ik ben mevrouw Zuydenbroeck en moet mij laten helpen met aankleden. Ik weet de volgorde niet zo goed en als de zuster zegt hoe ik het moet doen, snap ik er de helft van. Maar het doet geen pijn. En die ene broeder lijkt zo op mijn zoon dat ik denk dat hij het is. Ja kom, zeg. Ik laat me toch niet aankleden door m’n eigen kind? Ach, wat lag hij lief te spartelen met z’n rompertje aan! Zo’n lekker wurm. Waar heb ik die dingen trouwens gelaten? Die katoenen rompertjes? Of heeft Joop ze weg gedaan? Mens, wat moet je toch met die oude troep? Ik hoor het hem zeggen. Ik ruik soep. Kippensoep. Is het al zo laat? Ik moet op tijd zijn voor de soep. Anders wordt ie koud. Nee, zuster, laat die trui maar zitten. Ach, André, ben je er nu alweer? Duveltje uit een doosje. Ha ha ha, precies z’n vader!


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 15 september 2015
Deze kant uit alstublieft

Auto’s zijn tegenwoordig standaard uitgerust met tom tom.  Zo handig, vooral voor taxichauffeurs. Ik vergeet nooit dat we ons kind met een ov-taxi bij een logeeradres lieten afzetten. Het ging geweldig behalve die ene keer. Het was een rit van iets meer dan een half uur en na twee en een half uur was onze zoon nog steeds niet afgeleverd. De taxicentrale kon geen contact met de chauffeur krijgen. Er stond ons geen slapeloze nacht te wachten (aan wie geef je je kind eigenlijk mee?!) want het verlossende telefoontje kwam alsnog. Hij was op het juiste adres geland en alles was goed. Met de chauffeur iets minder. De man was nieuw en nog niet goed ingereden want hij kon het adres niet vinden en hij is in de buurt van Schagen eindeloos rondjes blijven rijden. De centrale heeft hem terug laten keren en meteen van de weg gehaald. Met een tom tom was het hem niet overkomen, hoewel… wat te denken van die man die na ‘Sla hier rechtsaf’ de IJssel in reed? Ik geloof dat hij met de schrik vrij kwam. Ondertussen staan in onze moderne tijd de eerste zelf sturende auto’s al klaar om getest en verkocht te worden. Ik denk niet dat het iets voor mij is. Laat mij maar fietsen…


Zelf sturend

 

Dinsdag 8 september 2015
De moed om jezelf te zijn

Op de lagere school zat ik in de vierde klas met 42 kinderen en ik was geen ster in rekenen. Er stond een meester voor het bord, die vast ook niet van rekenen hield want hij werd steeds chagrijniger bij het uitleggen van staartdelingen waar geen einde aan leek te komen. Op het laatst brulde hij: ‘En wie snapt het nu NOG niet?!’ Het was doodstil en toen gebeurde het. Terwijl iedereen naar lucht hapte van de schrik, zat Wilka kaarsrecht op haar stoel en stak doodkalm en in volle ernst haar vinger op. Kleine, stille en bleke Wilka. De meester keek haar eerst ongelovig en toen vol bewondering aan en zei prompt: ‘Dat is eerlijk.’ Hij liet zijn woede varen en begon het vol vuur nog eens uit te leggen. Ik vond het zo knap van Wilka dat ze zich niet had laten intimideren. Zij stond op haar recht om het als leerling even niet te weten en had daarmee ook nog de meester geholpen om zijn roeping weer te hervinden…

 

Dinsdag 1 september 2015
Hoe acceptabel is een allergie?

Als wetenschappelijk vaststaat dat we allemaal onze eigen versie van de werkelijkheid  hebben, is het een compleet wonder hoe vaak mensen elkaar toch nog goed weten te verstaan. Als trainingsacteur weet ik ook vanuit mijn vak dat er verschillende types mensen zijn met bijbehorend verschillend gedrag. Werknemers hebben met familie gemeen dat zij elkaar niet allemaal uitgekozen hebben en er toch meestal in slagen om tot samenwerking te komen. Mis gaat het zoals we allemaal weten ook, vandaar dat er zoveel trainingsacteurs zijn. Irritaties op het werk, niet op elkaar afgestemde verwachtingen.  Soms kan een kleinigheid de vlam in de pan doen slaan, de bekende druppel die de emmer doet overlopen. Wat voor de één een gewoonte is, kan voor de ander op een verkeerd moment een aanslag op zijn of haar zenuwen zijn. Tijdens een workshop over de kenmerken van gedrag dat via kleurige grafieken op een groot scherm in kaart was gebracht, vroeg de trainster aan ons, deelnemende trainingsacteurs: ‘Waar erger jij je het meest aan?’ Ik wist het wel. Mensen die je ongevraagd van alles uit gaan leggen, alsof je een leeg vat bent dat zij wel eventjes op zullen vullen. Ik ben een stuk handiger geworden in het omzeilen of drastisch inkorten van deze preken. Toch is er iets dat ik nog veel erger vind en trek het u vooral niet persoonlijk aan als u tot deze hardnekkige categorie behoort: deuntjes fluitende mannen in supermarkten.


Heksje Hoeplakee en het geheim van de zingende paddenstoelen! 21-10-2015

 

Dinsdag 25 augustus 2015
Het geheim van een goede agenda

Vorige week was er voor het eerst in het nieuwe seizoen repetitie bij het Hollands Vocaal Ensemble, waar ik dit jaar nu als vast lid mijn altpartijen vertolk in een mooi afscheidsprogramma met en voor en door dirigent Jörn Boysen. Stukken van Bach (zoon van), Buxtehude, Kuhnau. In de zomervakantie hoefden we van Johann Christoph Friedrich B. slechts 55 pagina’s in te studeren om vorige week fris te kunnen starten want noten leer je thuis en je zingt ze zodra de repetitie start. Ik hou het goed bij in mijn agenda want ik kan wel noten lezen maar ik ben geen briljant treffer dus ik moet braaf studeren en dan is het inderdaad heerlijk zingen want daar doen we het voor. Soms zie ik tussendoor aantekeningen in mijn superfunctionele agenda staan, die ik toch niet zo goed kan duiden. Een eenzaam vraagteken bij een datum? Of een bibberend genoteerd telefoonnummer in een schud- en slingertrein, geen flauw idee van wie. ‘Wakker worden Marieke’ in een tekstballon bij een zich gestaag voortplantende potlood-droedel (saaie vergadering)… of: ‘Lichte dystrofie is overgegaan’.  Dan zat ik waarschijnlijk met iemand te bellen of ik nam een patiëntenrol door voor die dag. Citaten krabbel ik ook regelmatig neer of ik pluk ze uit de lucht. Noodzakelijke vitaminen voor de geest. Dit vind ik de mooiste tot nu toe, van Picasso: ‘Als mijn blauw op is, begin ik met rood.’


Van de straat /  foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 18 augustus 2015
Klaar voor de start?

Na een poëzieworkshop van stadsdichter Annek Groot in de bibliotheek, hoorde ik weer veel kinderstemmen op schoolpleinen in Heerhugowaard. Het was 12 uur en dan worden ze gelucht. Maar de straten zijn sinds de eerste schooldag stiller… de zomervakantie is nu echt voorbij. Gisteren heb ik met natuurgids Annemarie de ‘IVN-wandelingen met verhaal’ nabesproken. De oogst: schitterend weer, een enorme opkomst zodat er een extra avond werd ingelast en we kregen zelfs via de e-mail nog dagen daarna enthousiaste bedankjes en foto’s toegestuurd. Er waren 37 deelnemers en maximaal 25 per avond. Samenstelling: grootouders, ouders en kinderen van 6 t/m 14.
In het voorjaar doen we weer een natuurtocht en dan ga ik een prachtige legende uit Terschelling vertellen en in de meivakantie een boeiend lente-verhaal. We hebben er nu al zin in…maar eerst ga ik a.s. zaterdag met mijn harp eigen dierengedichten voordragen tijdens de kinderroute van ‘Het fantastische Woord’ in Heerhugowaard (in de artiestenfoyer van theater COOL), morgen starten de repetities van het Hollands Vocaal Ensemble waar ik één van de alten ben en in september starten de rollenspelen voor het Mediation College weer. Dus kom maar op met dat najaar!


De Wanda-sage uit Vlieland 11-8-2015/  Komopverhaal & IVN Bergen aan Zee

 

 

Dinsdag 11 augustus 2015
Botsauto’s

Vanmiddag werd ik gebeld door een meneer die zei: ‘Dag mevrouw, bent u die vrouw die vanmiddag mijn auto heeft geramd?’ Ik vond het een originele opening van een slecht-nieuws gesprek maar legde wel meteen uit dat ik gezien had hoe zijn auto, die stil stond, aangereden werd door een mevrouw, die al snel kordaat uitstapte en de jonge chauffeur (zoon of werknemer van beller?) eens eventjes flink de oren begon te wassen omdat hij volgens haar niet handig langs de weg stond. Terwijl zij toch echt achter het stuur en vol op haar gaspedaal ging toen ze vanuit een parkeervak achteruit reed. Ik zag het frontaal voor me gebeuren toen ik aan kwam fietsen, hoorde de klap en zag de deuk. De jonge man bleef bewonderenswaardig kalm maar zat natuurlijk wel met de schade. Toen gaf ik hem mijn adres voor als hij een getuige nodig had, om vervolgens door de echte autobezitter voor dader aangezien te worden. Het is een barre wereld. Wat ben ik toch blij met onze rechtsspraak, anders had ik misschien allang al een steen door mijn ruit gehad.  Of erger en alleen maar omdat die middag de mandarijntjes op waren.


Onder het beeld van de engel, station Heerhugowaard

 

Dinsdag 4 augustus 2015
Een stralende toekomst

Afgelopen zondagavond zag ik tijdens het programma Zomergasten een fragment uit een documentaire uit China. Een vader en een moeder waren een jaar van huis om te werken in een kledingfabriek en terwijl zij dag in dag uit ritsen en zomen aan het inzetten waren, zorgde grootmoeder voor de opgroeiende kinderen. Die ene keer in het jaar dat de familie weer bijeen was, ging het helemaal mis. De oudste dochter van 17 was flink aan het muiten en nam geen blad voor de mond. Zij nam het haar ouders kwalijk dat ze er nooit waren. Dat ze niet voor haar en haar broertje wilden zorgen. De vader ging meteen door het lint en viel zijn dochter aan. Zij sloeg hem van zich af om zichzelf te verdedigen. ‘Hoe durf je je vader te slaan!’ riep hij razend en gaf haar zo’n pak slaag dat ze roerloos op de grond bleef liggen. Einde fragment.
De vader, moeder en grootmoeder werkten zich een slag in de rondte om de kinderen een betere toekomst te bezorgen en ze kregen hiermee stank voor dank. Dat de dochter niet om dit leven gevraagd had en zich eenzaam en in de steek gelaten voelde, deed niet terzake. Dat niemand opstond en zei: ‘Hoe durf je als volwassen vent je dochter te slaan!’ ook niet. Dat niemand in deze familie bij machte leek om liefde te geven en te ontvangen was ook niet relevant want het ging hier om eervolle ambitie. Onvoorwaardelijk gehoorzamen en voldoen aan verwachtingen en dankbaarheid tonen. Dit meisje weigerde zichzelf te ontkennen en besloot zich daarom van haar ouders en hun plannen af te keren. Ook van de school. Van de scholing die ze zelf hadden gemist en die ze haar hadden toebedacht. Uit liefde?


Onderdeel van een kunstwerk in Den Hoorn, Texel

 

Dinsdag 28 juli 2015
Sus, of zo

De kool en de geit, de hoed en de rand, min of meer. Deze woorden trekken onmiddellijk mijn onverdeelde aandacht. Omtrekkende bewegingen en vaagtaal in gesprekken. Dat je later denkt: wat zei hij of zij nou precies? Een doorgewinterde trainingsacteur vraagt door tot ze bij het gaatje is maar als je hier niet in opgeleid of getraind bent, kan het verwarrend zijn. ‘Ben ik nou gek?’ kan op komen borrelen. Nee, je bent niet gek. Je begint gewoon iets door te krijgen. Het betekent dat jouw gesprekspartner niet het achterste van de tong wil laten zien. Andersom bestaat ook. Dat mensen zo direct zijn dat je van schrik bijna een heg in springt. Een familielid overviel mij in een bibliotheek eens met: ‘Wat heb jij nou met je huid?!’ Mijn gezicht puberde nog wat na en daar werd genadeloos een schijnwerper op gezet. Een remedie zou ik niet zo snel weten behalve zeggen dat je het geen leuke vraag vindt, of het toepassen van ‘afstand spaart levens’. Want slaan mag niet.  Of accepteren dat iemand geen zin heeft in een goed gesprek? Of jij niet. Wat ik wel uit mijn gereedschapskist mee kan geven: gesloten ‘ja of nee’ vragen kosten weinig tijd (hoe laat ging je weg? Heb je nog uien gehaald?) en dat open vragen een zee van ruimte openen: hoe gaat het met je? En als je dat beslist NIET wilt weten fiets je in de hoogste versnelling door met: ‘Alles goed?’


Wildbreifoto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 21 juli 2015
Nu even niet

Detoxen heet het. Er is een groeiend aanbod van vakantieparadijzen zonder wifi. Geen internetspelletjes, geen social media, zelfs geen e-mail, niets.  Aandacht voor elkaar en het hier en nu. Ik was er zelf ook al achter gekomen. Nieuwsgierig geworden naar Twitter, hoorde ik vooral negatieve meningen van mensen die niet wisten hoe het werkte. Ik ben opgevoed met: ‘onderzoek alle dingen en behoud het goede’ dus ik dacht: vooruit met de geit en maakte een twitter-account aan.  De hoeveelheid tekens per bericht was beperkt, dat scheelde al tijd en energie en ik hou van spelen met woorden. Ik heb er eerst intens van genoten en toen kwam de narigheid. Onderlinge scheldpartijen, vervelende mensen die op elk bericht sprongen, ongevraagde foto’s van uitpuilende lichaamsdelen, blokkeren van irritante mensen. Maar ook mooie plaatjes, gedichten, blogs en filmpjes. Facebook was onontkoombaar omdat veel tweets een link hadden naar facebook. Nou vooruit, een groep dan maar? Dat werkte ook niet want op het laatst zat mijn hoofd vol met gedachten, activiteiten, meningen, problemen en feestjes van andere mensen en ik dreigde mijn eigen taken te verwaarlozen. Rollen en zangpartituren instuderen, harp spelen, huishouden, vriendschappen, vakliteratuur, het begon er een beetje bij in te schieten want voor ik het wist was ik een uur verder met al die leuke berichten. Ik trok daarom met plezier de stekker er uit toen ik er achter kwam hoe de privacy is geregeld bij twitter en facebook.  Nu houd ik het in verband met mijn werk alleen op LinkedIn. En de krant.


Foto: Marieke van den Houten/ slufter Texel juli 2015

 

Dinsdag 14 juli 2015
Alleman

Na ‘Kerst met Karin & Marieke’ en het Sint Jansconcert van vorig jaar in Broek op Langedijk, zijn Karin Dijkstra en ik uitgenodigd om op 31 oktober a.s. een verhalen/muziekprogramma te maken en uit te voeren voor de senioren van de Allemanskerk in Oudkarspel. Vanmiddag hebben we het concert met veel plezier in de steigers gezet. We gaan twee liederen meerstemmig zingen en Karin zingt als klassiek geschoolde sopraan veel nieuw solowerk met pianobegeleiding van Gert Jan van der Kamp. Ik draag eigen poëzie voor en vertel er mooie, sfeervolle verhalen bij.

Maar eerst is 11 augustus a.s. aan de beurt en op 22 augustus de ‘Poëzie Van Het Fantastische Woord’ in Heerhugowaard, een interactieve poëziewandeling door het stadshart. Wordt vervolgd…


Kunst- en Ambachtsmarkt N-H/ juni 1014

 

Dinsdag 7 juli 2015
Deze kant uit, alstublieft…

Ik heb het helemaal gehad hier, zucht een mevrouw op de 2e verdieping van een splinternieuw ziekenhuis in het midden van het land. De fysiotherapie-oefeningen waren pittig en ze is moe en ze wil naar huis. Er hoeft langs deze bedden geen enquete gehouden te worden over wat oudere mensen het liefste willen. Zo overzichtelijk: frisse lucht, goed en handelbaar eten, door personeel respectvol behandeld worden en veel bloemengroeten, telefoontjes en bezoekjes, al naar gelang het effect van medicijnen en de oorzaak van het ziekenhuisverblijf. Ben je doodmoe en misselijk, dan verdraag je minder mensen bij en zeker niet op je bed, helemaal als ze daar ook nog eens tassen of jassen bij gaan stapelen. Gelukkig staat er naast haar bed een bekleed bezoekersbankje.
Als bezoeker in ziekenhuizen let ik altijd goed op omdat het een directe informatiebron is voor mijn werk als simulatiecliënt/trainingsacteur. Hoe een zuster even haar hoofd om de hoek steekt om vriendelijk te zeggen dat zij nu dienst heeft in plaats van Emmy. Een fysiotherapeut die het gesprek tijdens de oefeningen luchtig houdt, scherp oplet en niet op de flauwe opmerkingen-toer gaat. Dat een zin begint met ‘Wilt u’ in plaats van ‘We gaan nu’ of erger: ‘We gaan nu lekker…’. Je zou bijna antwoorden: ‘Ja, ikke dat heeeel lekker vinden…’ Ook flauw. Hoe je het ook bekijkt, ondanks de vrolijke kleuren, super moderne apparatuur, winkeltjes en gezellige zitjes is de beste plaats in een ziekenhuis nog altijd de weg naar de uitgang.

 

Dinsdag 23 juni 2015
Help! Een deskundige!

Deze keer moet ik zijn in lokaal E123. Ik zet mijn tas en beker koffie neer en word begroet door twee eerstejaars studenten (afd. Zorg en Welzijn) die een vaardigheidstoets Gesprekstechnieken met mij gaan doen. Ze hebben zelf een casus geschreven en alles wordt met een camera opgenomen. LSD, luisteren, samenvatten, doorvragen, open, gesloten vragen, niet met oplossingen komen, dat werk. Ik noem ze voor het gemak maar even Lies en Gerda. Lies is nerveus, dat zegt ze ook hardop: ‘O, ik ben zo zenuwachtig…’ Gerda vraagt naar mijn ervaring en beroep en als ik daar antwoord op geef, verbleekt Lies nog meer. O help, ze is beroepstrainingsacteur, ook dat nog…zie ik haar denken. Voordat ze haar denkvermogen helemaal dreigt te verliezen in een diepsombere zee van angst, kijk ik haar aan en gooi mijn reddingsboei uit: ‘En dat betekent dat ik hier ben om jou hier zo goed mogelijk doorheen te helpen. En mijn specialiteit is faalangst en je mag best weten dat het niet voor niets is dat ik dit vak heb gekozen. Ik vond examens en toetsen ook altijd doodeng.’ Ze luistert aandachtig en haalt diep adem. ‘O, gelukkig…’ zegt ze dan.
Na afloop bespreken we de resultaten van het toetsgesprek en vullen we samen het bijbehorende formulier in. ‘U was zo heerlijk rustig!’ zegt ze. En zet grote ogen op als ik antwoord: ‘Dat kwam omdat ik in mijn rol als ‘oudere dame’ werd geholpen door een professionele zuster die goed naar mij luisterde. Anders was ik echt niet zo rustig geweest.’ Want ik had haar niet gered. Het was haar toewijding voor het vak dat ze uitoefende.


Foto: Marieke van den Houten/strand Bakkum

 

Dinsdag 16 juni 2015
Antwoord

Soms zie ik in café’s mensen geanimeerd met elkaar praten zonder dat ik ze kan verstaan. Dan word ik nieuwsgierig naar hun verhaal.  Zou dit er eentje kunnen zijn?

Nee, huilen zou ze niet. Dat had ze met zichzelf afgesproken. Wat zij voelde ging verder niemand wat aan en de mensen zouden het toch niet begrijpen. Maar toen ze over haar ouders begon te vertellen, voelde ze zich steeds meer een van water verzadigde dijk die op doorbreken stond. Haar moeder… ‘We staan honderd procent achter je!’ had mama gezegd, toen dat vreselijke gebeurd was. Maar ze moest natuurlijk wel haar gemak houden. Zich vooral stil houden, er geen ruchtbaarheid aan geven. Dat gaf alleen maar narigheid (vertaling: praatjes), hadden haar ouders in hun eindeloze wijsheid besloten. Er valt een flink irritante traan op haar nog warme tortilla. Ze heeft het net besteld maar krijgt geen hap door haar keel. Kan ze deze vriendin tegenover haar vertrouwen? Begint ze niet meteen met oordelen en veroordelen? Waarom kijkt ze zo langs haar heen, omhoog naar de takken van de lindeboom? Omdat de blaadjes zo zorgeloos meewiegen in de lentewind? Ze lijkt mama wel, kijken alsof ik er niet ben als ik iets vertel waar ze geen trek in heeft. Of alsof juist zij er niet is? Lekker makkelijk: wie niet weg is wordt gezien, eigen schuld dikke bult, ik weet van niets, heb niets gehoord, verstand op nul, ik ben een vliegtuig. De serveerster zet de bestelde drankjes beleefd en na een blik op haar behuilde gezicht discreet naast hun bord en snelt daarna naar de kassa, waar een groep zingende feestgangers zich verzameld heeft. In de speeltuin naast het terras begint een kind hard te huilen als hij van zijn fietsje klettert.


Als je haar maar goed zit…



Dinsdag 9 juni 2015
Waarom terug geven?

As is verbrande turf. Wat geweest is, is geweest. Wat over blijft is het verhaal en daar begint terugspeeltheater. TERUGSPEELTHEATER? dacht ik toen ik de aangekondigde workshop zag staan. Zaterdag was ik bij ‘Tendens’, een symposium in Leeuwarden over de toekomst van het vak Trainingsacteren. Je kon twee workshops volgen en ik koos natuurlijk voor Storytelling (het leven is één groot verhaal, ook op de trainingsacteervloer), gegeven door Mieke Bouma en Terugspeeltheater door Alice Faber. Zij las op een theatervloer een verhaal voor en wij gingen als trainingsacteurs het verhaal (of bijvoorbeeld het verhaal van iemands naam) uitspelen of zingen of dansen, of als gedicht voordragen. Daar hadden we als voorbereiding om precies te zijn drie minuten voor. Je hoeft je dan echt niet af te vragen of dat eng is want daar is stomweg geen tijd voor. Ik was niet bang. Ik vond het fascinerend. Een vorm van thuiskomen. Dit is het, dacht ik. Een snelkookpan vol pure improvisatie. Je bent fantasievol, integer, op de ander gericht in het vertolken van gevoelens en emoties. Ik deed het niet neutraal genoeg, teveel op mijn eigen manier maar dat hinderde niet. Dat is een kwestie van heldere instructie want ik weet dat ik het allebei kan. Waar het om gaat is, dat iemand haar of zijn verhaal terug ontvangt en zich daarmee erkend, herkend en gezien voelt.
Dit is het gedicht dat ik maakte en voordroeg:

Van ‘jezelf mogen zijn’ naar:

Dit ben ik

Waarom
kijk je zo
naar me?

Ik ben toch niet-
ik ben toch geen
dinosaurus geworden?
Waarom kijk je zo
naar me,
heb ik hier om gevraagd?

Ik blijf
ik ga
ik blijf
ik ga

Hou me vast!


Georganiseerd door NVvT, NHL theaterdocentopleiding en Stenden university

 

Dinsdag 2 juni 2015
 Alt in ontwikkeling

Tijdens mijn studiejaren aan de pedagogische academie stelde ik na een muziekles een roekeloze vraag aan onze muziekleraar: ‘Wat vind jij van mijn zangstem?’ Mijn specialisatie was muziek en nadat ik  ‘Mieke, hou je vast aan de takken van de bomen’ had leren blokfluiten, was ik niet meer te houden. Die acrobatische Mieke hing vrolijk rond in allerlei bomen en masten en het liedje kon je zowel fluiten als zingen. Na deze vraag van mij dacht de leraar diep na en antwoordde: ‘Een alt in ontwikkeling.’ Het klonk gewichtig, bijna als een weloverwogen vonnis. Gewetensvol ook. Toelichting zou het alleen maar bederven, het was heel mooi zo en ik kon er fijn alle kanten mee op, al had ik geen flauw idee wat hij er nu eigenlijk precies mee bedoelde. De ‘alt in ontwikkeling’ ging experimenteren met wereldzang, barbershop, kerkmuziek, Tibetaanse monnikenzang, operette, musical, kwartetten, duetten, stembevrijding en solowerk en heeft sinds afgelopen weekend haar proeftijd bij het Hollands Vocaal Ensemble (Alkmaar) achter zich gelaten. Projectdirigent Felix van den Hombergh, bij wie ik auditie gedaan had, heeft voor mijn lidmaatschap een positief advies gegeven omdat hij vond dat ik als beginnend koorlid in een paar maanden tijd een sterke positie bij de alten begon in te nemen. Na zijn woorden dacht ik even aan mijn oude muziekleraar en het leek even alsof er voor het eerst een tipje van de sluier werd opgelicht… ja, je bent nu eenmaal een alt in ontwikkeling of niet!


2014, St. Jansconcert met Karin Dijkstra

 

 

Dinsdag 19 mei 2015
Aardappelen met vrije uitloop

In hun vroege taalontwikkeling volgden onze kinderen een logica die mooie nieuwe woorden en uitspraken opleverde. Hun ouders hebben het opgeschreven en de kleine filosofen zijn ondertussen volwassen geworden. Een bloemlezing:

Een trekker is een boertuig.

Kijk eens wat een leukomotief!

Waarom loop jij op blote sokken?

Mijn arm is erg kreunig dus ik kan niet naar school.

Er zijn fietsers en loopgangers.

Als je door de telefoon praat, dan gaat je stem verhuizen.

Een hert rent en rent maar door. Het is een rendier.

Mag ik een slokje water? Mijn keel staat weer vast.

Kijk, daar komt weer een schip met zure hagelslag! (dreigende onweerslucht)

Geloofde je je ogen uit?

Ik heb achterhoofdpijn.

Mamma, wind hoort bij het leven.


Foto: Marieke van den Houten

Dinsdag 12 mei 2015
In de benen

Ik heb eens opgezocht hoeveel uitdrukkingen en gezegden er zijn over benen. Er geen been in zien. Iemand een beentje lichten. Op het verkeerde been zetten. En daar gaat het vandaag over. Ik kan geen krant of tijdschrift open slaan of ik zie ze weer staan. Modellen die geen geld verdienen voor hun brood want ze eten als vogeltjes. Voor een tosti en een appel hoef je geen middagtafel te dekken. Dat is tot daar aan toe want dat moeten ze tenslotte zelf weten.  Maar kijk nou toch eens naar hóe ze erbij staan op die foto’s. Volwassen vrouwen die nog net niet met de armen zwaaiend door het leven stuntelen en struikelen. Het toont jong en dom. Deze vrouwen worden door fotografen dom neergezet omdat ze kinderlijk (en sexy?) over moeten komen. Wat een foute combinatie, denk ik dan en dan heb ik het niet over hun jurkjes, jasjes en pantalonnetjes. Ze verdienen beter. Meer eten. Een poot om op te staan. Meer zelfvertrouwen en gezien worden in de volle kracht van hun schoonheid en talenten als mens én vrouw.


Volwassen vrouw, afgebeeld op een kalender                                                                                                                     

 

Van de redactie…dinsdag 5 mei 2015
De juiste speling

Wie schrijft en publiceert, weet het. Hoe hard en geconcentreerd je ook bezig bent geweest, het blijft mensenwerk. Met je neus er dicht bovenop is de kans het grootst dat je iets over het hoofd ziet. Ook dit stukje zal eerst door anderen gelezen worden, voor het rijp is voor de drukker. Is het taalgebruik helder? Zijn de zinnen niet te lang of te kort? Worden de spellingsregels opgevolgd? Dat is nog wel een puntje. Kijk maar eens naar de evolutie van de pancoeke naar pannekoeke tot pannekoek. Vanaf 1995 worden er opeens alleen nog maar pannenkoeken gebakken. Schrijvenderwijs groei je door de jaren heen gewoon mee met zo’n gerecht. Toch is het ook wel eens fijn om alle regels even te laten voor wat ze zijn en letterlijk te gaan jongleren met taal. Dit is precies wat er gebeurde tijdens de schrijfbijeenkomst van zaterdag 2 mei j.l. in de Hofstaete. Voorzitter Laszla had uit het boek ‘Woordenregen’ van Alkmaarse stadsdichter Margreet Schouwenaar een oefening gekozen waarbij we aan de hand van bestaande lettergrepen nieuwe dierennamen gingen maken. Zo maakten we kennis met de avonturen van o.a. de branijl, de doberkrab, de faralaard en de kanneroepel. En we zagen allemaal dat het goed, zeer goed was.

Marieke van den Houten, bestuurslid Vrienden van het Schrijven N-H

 

Dinsdag 21 april 2015
Roem en geluk

The Voice of Holland, Britain’s got talent, the X-factor. Wat de programma’s met elkaar gemeen  hebben is dat talent niet aan te leren lijkt. De artiesten die winnen kunnen iets op een authentieke manier over het voetlicht brengen en dat blijft me fascineren. Hoe komt het dat een vrouw in een musical zich in het zweet staat te werken terwijl niemand haar ziet en haar buurvrouw maar één wenkbrauw omhoog hoeft te doen om alle aandacht naar zich toe te trekken? En dan heeft iemand gewonnen en het grote geluk moet beginnen. Susan Boyle heeft het geweten. De overweldigende internationale aandacht voor haar imponerende vertolking van een lied uit Les Miserables had een ontwrichtende uitwerking op haar privéleven en ze heeft rust moeten nemen om weer tot zichzelf te kunnen komen. Bij College Tour vertelde Sting dat hij in een tijd van veel succes niet gelukkig was en dat hij het geluk had gehad om bekend te worden in een tijd waarin hij al werkte en verantwoordelijkheden had leren dragen. Amy Winehouse ging ten onder, Whitney Houston haalde de 48 niet, Antonie Kamerling was een geliefde en succesvolle acteur en zanger, het bracht niet wat hij nodig had om te kunnen blijven leven.
Misschien gaat het helemaal niet om succes, rijkdom en geluk in het leven. Maar waarom dan wel? En is geluk wel te leren? Om in de buurt van die laatste vraag te blijven citeer ik Jimi Hendrix. Zijn gedicht stond op de achterkant van een album dat ik in mijn tienerjaren grijs heb gedraaid. Dit is het:

The story of life
is quicker than
a wink of an eye
the story of love
is hello and goodbye
until we meet again!


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 14 april 2015
Niets aan de hand

De vrouw giechelt en gaat wat verzitten. Bij het aanhoren van de conclusie van de trainer, dat ze tips van collega’s niet opvolgt en volledig haar eigen spoor volgt, begint ze te gieren van het lachen. Tijdens de aanvullende beroepstraining trainingsacteren in Utrecht observeren we als groep de uitwerking van de rollenspelen die we ieder van ons thuis hebben voorbereid. Over feedback. Wat je iemand ooit gaf of nog wil geven. De meeste deelnemers aan deze training zijn trainers die kunnen kiezen uit een rijke voorraad werkherinneringen en dit is er zo eentje. Het spel vind ik geloofwaardig. ‘De vrouw’ is in werkelijkheid een mannelijke cursist uit onze groep die speelt als trainingsacteur, de trainer is zichzelf en heeft een eigen praktijkverhaal meegenomen. Hij baalt van het gedrag van de vrouw en dat is tijdens hun gesprek ook te merken. Onze zeer kundige trainster Loes brengt tijdens de nabespreking een kleine, maar ingrijpende spelwijziging aan. Ze nodigt de trainer uit om de vrouw heel bewust een respectvolle en faire behandeling te gunnen, ook al doet ze voor de zoveelste keer wat ze altijd doet. En wat gebeurt? De trainer komt rustiger en neutraler over en de vrouw ontsnapt niet meer aan de kritiek door alles weg te lachen. Knap gespeeld door deze twee. Zo kan het dus ook!


Volgende keer

 

 

Dinsdag 7 april 2015
Hallo…is daar iemand?

‘Nee,…nee, pappa, NEE!’ zag en hoorde ik afgelopen zaterdag een meisje naar haar vader roepen. Voor hem schijnbaar hét teken om haar voor de 10e keer hoog op te tillen en zo ver mogelijk het water van het drukbezochte zwembad in te smijten. Zijn spelrepertoire kende misschien niet zoveel variatie maar wat mij het meest trof, was dat het kind krachtige signalen uitzond die niet of nauwelijks door de vader werden opgevangen. Hij bleef haar grijnzend het water ingooien want hij vond het waarschijnlijk zelf erg leuk om te doen. Dat zijn dochtertje er misschien moe en bang van werd, leek niet aan hem besteed te zijn. Het hoogtepunt, voor mij dieptepunt, was dat hij haar op zijn handen liet staan om haar zonder enige waarschuwing vooraf hoog met gestrekte armen ver boven zijn hoofd te laten staan. Het lijfje stond strak van de spanning, de kinderogen keken bang naar het water ver onder haar en ook hier had het woord ‘Néééé!’ niets te zeggen want ‘nee’ was ook hier het sein voor ‘dóórgaan!’ voor haar vader. Nadat ze voor de zoveelste keer geland was, sloeg ze haar armen om hem heen. Om veiligheid te zoeken? Ik hoop dat ze het ooit zal vinden.


Reuzen en draken/ Wereldverteldag 2014

Dinsdag 31 maart 2015
1 april

‘Op 1 april verloor Alva zijn bril’ is een van de eerste Nederlandse 1 aprilgrappen. Wie ervan houdt om mensen voor het lapje te houden, zomaar een kant op te sturen of op het verkeerde been te zetten, kan morgen helemaal los gaan. Ik ben stiekem altijd blij als het weer voorbij is. Misschien heb ik me te vaak voor de gek laten houden…
Tot en met mei ben ik nu een aanvullende beroepstraining aan het volgen bij Boertien Vergouwen Overduin in Utrecht en dat is geen grap. Samen met nog zeven cursisten en twee toptrainers verdiep ik mij nog verder in alle ins en outs van het trainingsacteren, dat in deze moderne tijd steeds meer de kant uit gaat van High Impact Performance. Dat is niet alleen rollen kunnen spelen en feedback geven maar ook actief meewerken met het ontwerpen van leermodellen en zelfstandig co-trainerschap uitoefenen. 
De eerste dag lag het accent op spelvaardigheden als acteur, het was boeiend om ons aan elkaar te presenteren en er is ook heel wat afgelachen. Nu volgen didactiek, methodiek, context, samenwerking met trainers en de diversiteit van werkvormen. Een vriendin vertelde me dat ze het soms een eng idee vindt dat ik me zo goed in karakters kan verplaatsen maar ik heb haar gerustgesteld: mijn voorkeursgedrag is gewoon Marieke zijn.

Dinsdag 10 maart 2015
Zeg maar niets

Misschien is het u opgevallen dat ik de laatste weken geen blog heb geschreven. In mijn verhalen en het trainingsacteerwerk is er meer dan eens sprake van verlies-ervaringen. Tot de dag komt dat het verlies raakt aan het eigen levensverhaal. Op 24 februari jl. is op 57-jarige leeftijd mijn jongste broer Jan van den Houten overleden nadat in oktober de gestelde diagnose geen zicht op herstel kon bieden. Ik heb zeer veel van mijn broer gehouden, al hadden we beiden ons eigen leven, gezin, werk en bezigheden. Jan was, in of uit het zicht, een deel van mijn leven. Ik heb een paar weken tijd en rust nodig gehad om deze insnijdende ervaring op me in te laten werken. Daarnaast is er ook dankbaarheid voor zijn enorme levenslust, daadkracht, humor, optimisme en ruimhartigheid, tot het einde aan toe. Hij werkte als brigadier in Groningen, in Doezum en was geliefd bij zijn collega’s die heel wat hebben afgelachen met hem. Om hem te eren en een stukje te tonen van zijn inzet voor de politievakbond waar hij zich sterk voor maakte, ook internationaal, plaats ik onder dit blog een beeldinterview met als titel ‘Zeg maar niets’, dat ooit met hem is opgenomen door het DAGBLAD VAN HET NOORDEN, 28 januari 2008. Het is helemaal Jan. Hij was naast het politiewerk een uitmuntende vinoloog, het glas dat door hem wordt geheven is dus niet zomaar een glas. Ondertussen ben ik weer aan het werk, nog wat verbouwereerd omdat alles gewoon doorgaat. Jan genoot zelf ook van het artikel. Als ik het weer met veel plezier bekijk, hoor ik zijn gevleugelde uitspraak (ook welbekend in de familie): ‘Mooi, man!’


Dinsdag 10 februari 2015
Alles onder contròle

Het is 8.00 uur. Na een ontbijt van koffie met brood en vruchtensap kan ik er weer tegenaan. Dat moet ook wel want er staat een stormachtige wind tegen de ramen te beuken en het regent. Met het Noord-Hollands Kanaal als dagelijks fietsterrein ben ik wel wat gewend maar het is in de winter soms echt niet fijn om ‘s morgens vroeg in het donker onderweg naar het Horizoncollege te zijn en dan heb ik nog wel een stroomfiets met kaboutertjes in de trappers…Ik pak mijn regenjas en voel in mijn andere winterjas naar mijn sleutels. Geen sleutels. Nee.…. Hè? Nog maar eens voelen…nee, echt niet. Wat raar. Ik had ze er gisteravond nog in zitten…oei, wat nu? Ik heb die sleutels nodig voor mijn fietsslot. Ik besluit dan maar de bus te nemen vanaf de vlotbrug. Ik hol naar de halte en daar komt de bus gelukkig nog aanrijden. De chauffeur kan net zo goed de motor uitzetten want we vliegen als Mary Poppins richting het gerechtsgebouw waar ik uit wil stappen. Ik druk op de stopknop en voel dan opeens verschrikt aan mijn hals. Waar is mijn mooie, nieuwe zijden sjaal? O nee, die zal ik toch niet tijdens het hollen verloren zijn? Tijdens het uitstappen springen de tranen in mijn ogen. Nou ja! Wie huilt er nou om een sjaal?! Die  #$%&*! sleutels ook. Ik meld me bij de receptie en kijk nu met m’n waterige ogen alsof ik net m’n bed uit kom, ja, dat heb je toch wel eens? En het valt niet op want iedereen is hier nog maar net wakker. Ik speel twee uur lang mevrouw Bergman die wat vergeetachtig is, spullen kwijt en zo. Ik had me thuis grondig voorbereid. De studenten vinden me zeer levensecht. Ik ben eerlijk gezegd veel levensechter dan ik zelf zou willen, terwijl ik me tussen de bedrijven door suf pieker over de magisch verdwenen sleutelbos. Eenmaal uitgecheckt met de bezoekerspas is het buiten nog steeds beestenweer. Toch maar goed dat ik niet met de fiets ben gegaan. Ik steek een reservesleutel in het slot, betreed ons huis en tref in de huiskamer zoon aan die vlak voor mijn neus vrolijk met mijn sleutelbos staat te rammelen. Waar die was? Gewoon, in die zak van die winterjas. Beetje dieper…


Met Karin Dijkstra als tante Trui en tante Toosje

 

 

 

Dinsdag  27 januari 2015
Egyptische moordenaarsbende

Dagblad Trouw meldt vanmorgen dat de 32-jarige Egyptische activiste Shaimaa al-Sabbagh is doodgeschoten door in het zwart geklede mannen met maskers. Zij was moeder van een jongetje van vijf jaar. De enige wapens die zij droeg waren bloemen die ze met een groep van dertig mensen wilde neerleggen bij het Tahrirplein, als protest tegen de doden die zijn gevallen tijdens de Egyptische revolutie, die de Egyptische leider Mubarak ‘ten val’ bracht. De stille tocht was keurig aangevraagd en de autoriteiten hadden toestemming gegeven. ‘Ten val’ zet ik trouwens tussen aanhalingstekens want zijn zonen zijn gisteren vrijgelaten vanwege ‘de verjaardag van de revolutie’ en er gaan daarom al geruchten dat Mubarak zelf ook vrij zal komen terwijl er nog 683 activisten gevangen zitten die nu weinig te vieren hebben. De ‘sterke’ man in Egypte is nu president Sisi, die letterlijk zegt ‘dat er tijd nodig is om alle eisen van de democratie in te willigen’ en die tijdens diezelfde  tv-toespraak in alle talen zwijgt over Shaimaa’s gewelddadige dood. Met een leger gewapende en gemaskerde lafbekken heeft hij niets te maken terwijl er veel aanwijzingen zijn dat het vermomde soldaten of politiemannen zijn geweest. Hij kan misschien troost gaan zoeken bij de heer Poetin, die immers ook regelmatig geplaagd wordt door zulke malle beschuldigingen. Voor Shaimaa maakt het niet meer uit. Haar verlangen naar een open, rechtvaardige en vrije samenleving heeft haar het leven gekost. En dat verlangen zal uiteindelijk overwinnen want hoe bang moet je als machthebbers zijn, dat je ertoe overgaat om  jonge moeders midden op straat dood te schieten?
De uitdrukking ‘Zeg het met bloemen’ heeft voor mij voorgoed een nieuwe betekenis gekregen en ik hoop en bid dat de moedige Shaimaa al-Sabbagh niet zal worden vergeten, net als haar Russische zuster Anna Politkovskaja, die ook anoniem is vermoord omdat zij onrecht in Tsjetsjenië bechreef en daarover publiceerde.


Shaimaa al-Sabbagh

 

Dinsdag 13 januari 2015
Poortwachters

Alle hoofdingangen van de scholen waar ik op gezeten heb en waar ik les heb gegeven hadden een vrije toegang. Dat is verleden tijd. In het ROC Horizon-college in Alkmaar kom ik eerst bij een balie. Daar meld ik mij. Dan wordt er een boek geopend waar mijn naam in staat genoteerd, met de verwachte tijd erbij en de betreffende afdeling. Over mijn naam gaat een roze markeerstift (betekent: gearriveerd). Vervolgens wordt het bezoekerspasnummer ernaast geschreven. Dan ontvang ik de pas die ik tegen een plaatje aan houd, zodat er een groen lampje gaat branden en ik met een klik verder door het poortje kan lopen. Geen wonder dat ik er altijd tien minuten van tevoren moet zijn als ik rollen speel tijdens zorg- en verpleeglessen.
Gistermiddag ‘vaardigheidstoetsen gesprekstechnieken’ met camera en vandaag was ik na het inchecken opeens 22 jaar ouder en in mijn houding een klein beetje verstrooid, speciaal voor een eerstejaars studente die als opdracht een oude dame moest helpen met wassen en aankleden.
Toen ik na een paar uur terug liep naar de hoofdingang, kwam ik langs de gedenkplaat waar in 2008 Hare Majesteit persoonlijk dit schoolgebouw geopend had toen ze nog in functie was. Ik mijmerde dat ze toen vast geen bezoekerspas op hoefde te halen en was opeens weer met een schok bij de les toen bleek dat het poortje naar buiten niet open ging. Wat kregen we nou? Ik had mijn pas er toch goed in gedaan?! Toen ik de receptioniste zag lachen, volgde ik haar blik die gericht was op iets geels dat uit het poortjesapparaat stak. In plaats van mijn bezoekerspas had ik mijn ov-chipkaart erin gestopt…


Tiltechnieken 2013

 

Dinsdag 6 januari 2014
Opnieuw beginnen

Er was eens een wilskrachtige vrouw die van de ene naar de andere therapie ging om haar verdriet ‘weg en door te werken’. Tot ze een therapeut sprak die zei: ‘Als je wilt, kunnen we nog jaren doorgaan want er is werk genoeg maar één ding kan ik je alvast vertellen. Ik kan jouw verdriet niet wegnemen en wat wij samen gaan doen ook niet.’ De vrouw leerde daarna met vallen en opstaan dat de krom getrokken rails van haar leven losgelaten moest worden omdat ze er iedere keer vanaf viel. Eerst heeft ze de stilte opgezocht en haar ogen uit hun kassen gehuild totdat het tot haar eigen verbazing ophield. Daarna begon ze met deze therapeute een nieuwe rails aan te leggen en ze heeft haar niet meer nodig omdat het een goede en gezonde rails is geworden. Dit verhaal heeft mij diep geraakt. Het laat mij zien dat gelukkig of niet gelukkig zijn meer te maken heeft met hoe je naar jezelf kijkt dan de mate van al of niet behaalde successen.
Zo zijn er ook kinderen uit oorlogsgebieden die zoveel hebben meegemaakt dat ze hun vertrouwen in volwassenen zijn kwijtgeraakt. Stichting Warchild heeft als motto: ‘Je kunt een kind wel uit een oorlog weghalen maar hoe haal je de oorlog uit een kind?’ Omdat ik met ‘Kom op verhaal’ ook maatschappelijk betrokken wil zijn, gaat dit jaar 10 % van iedere factuur naar Stichting Warchild. Opnieuw kunnen groeien en spelen. Binnen veilige grenzen.


Met Karin Dijkstra in ‘Ik wil ergens anders wonen’


Dinsdag 30 december 2014
Starten als trainingsacteur                                                                                                                                                            

Dit jaar heb ik me aangemeld bij Boertien Vergouwen Overduin voor de training ‘Starten als trainingsacteur’. Nu bén ik al gestart als Mediation Trainingsacteur, met name bij de avondtrainingen van het Mediation College maar zoals de trainingstekst in de brochure luidt: er is nog een wereld te winnen. Spelen vanuit verschillende persoonlijkheids- en trainingsmodellen is de basis voor iedere trainingsacteur en mijn spel wordt nog beter als ik mij hierin blijf bijscholen. Zodra er genoeg aanmeldingen zijn, kan ik in Utrecht starten op 23 januari.  Ook heb ik van castingbureau Act4you een uitnodiging ontvangen voor een trainingsdag over DISC in februari, lekker dichtbij in Alkmaar. Spelen vanuit vier verschillende persoonlijkheidsprofielen: Dominant, Invloedrijk, Stabiel, Conscentieus.
Daarnaast speel ik nog steeds als simulatiecliënt zorgrollen bij zorg- en verpleegopleidingen, doe samen en onder leiding van een docent Verpleegkunde regietheater over dementie in MBO-klassen en wil ik me verder gaan bekwamen als trainingsacteur bij artsenopleidingen. Ik hoor nog te vaak dat dokters en specialisten in de kwaliteit van hun communicatie nog een wereld te winnen hebben.


Horizoncollege Alkmaar / Marieke als mevrouw Verharen die lelijk gevallen is…

 

 

Dinsdag 23 december 2014
Hebben en zijn

Iemand vroeg me laatst of ik dat gedicht van Eduard Hoornik nog ergens had, over het werkwoord hebben en het werkwoord zijn. Zo’n gedicht dat zich leent voor uit het hoofd leren omdat je het altijd bij je wil hebben. Net als: ‘Denkend aan Holland…’ en ‘Waar de blanke top der duinen…’ Voordat ik eindig met een karretje dat langs de zandweg reed bevestig ik nu dat ik het gevraagde gedicht kon opsturen. Ik heb het ook met liederen en harpmuziek. Papieren kun je kwijtraken, muziek in je hoofd en hart niet, zolang je hersens en hart het goed doen natuurlijk. Soms zie ik in winkels of andere openbare ruimtes een piano staan. Wie wil spelen, mag en dat is natuurlijk prachtig. Waar harpen staan, mag ik ook graag even iets spelen maar dat gebeurt niet zo vaak en er zijn ook harpisten bij wie de nekharen overeind gaan staan en die hun tanden laten zien als je alleen al naar hun instrument kijkt. Zelf heb ik dat niet. Als iemand kan spelen, dan mag dat altijd op mijn harp. Dat vind ik juist leuk, dat je het plezier in spelen deelt. Je hebt het of je hebt het niet.


Ravenna

 

Hebben en zijn

Op school stonden ze op het bord geschreven,
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andre schijn

Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.

Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.

Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.

Ed. Hoornik

 

 

Donderdag 18 december 2014
Het perfecte kerstkado

Momenteel regent het door het hele land niet alleen hemelwater maar ook kerstvieringen in alle mogelijke soorten scholen en verenigingen en voor de organiserende comité’s is het bijna een militaire operatie. Er moeten zalen gehuurd én aangekleed worden, uitnodigingen verzonden, programma’s en optredens geregeld, boodschappen worden gedaan, feestkleding uitgezocht, haren op tijd gekapt, hapjes en drankjes geserveerd en dat allemaal binnen een bepaalde tijd en afgesproken budget. Geen wonder dat iedereen daarna aan vakantie toe is. Ik kan het weten omdat ik in deze tijd vaak word uitgenodigd om kerstverhalen te vertellen.  En uit radio en tv schalt een combinatie van kerstmuziek en reclames over ‘Koop nu uw perfecte kerstkado!’ Want ‘uw’ kerst moet kennelijk perfect zijn.
Ik heb ooit een gezin gekend waarbij alles ook perfect geregeld was tijdens Kerstavond. De kinderen mochten het ene na het andere kado bij de kerstboom uitpakken totdat een jongetje het zoveelste leerzame plaatjesboek over zwaardvissen zo spuugzat was, dat hij de kamer uitliep en een tijdje onvindbaar was. Gelukkig is hij gevonden, ik laat u hier niet achter zonder happy end. Hij had zich teruggetrokken in een hoekje op de grote zolder. Hij had een vuilniszak met versleten knuffels opengetrokken en speelde zielsgelukkig met zijn oude vriendjes die hij sinds zijn verjaardag niet meer in zijn bed had mogen hebben. Omdat hij daar te groot voor was.

 

 

Dinsdag 9 december 2014
Regietheater voor de klas

Vandaag speelde ik op een ROC een mevrouw met dementie, die voortdurend naar huis wilde om: poes Poekie melk te geven en/of  op tijd aardappels te gaan schillen omdat haar man straks thuis kwam. De verzorgende moest haar bij de deur weg zien te krijgen en de chaos was helemaal compleet toen mevrouw ook nog eens in grote woede ontstak omdat ze mee wilde met de lift en de deur voor haar neus dichtgeschoven werd. Allemaal levensechte voorbeelden uit de praktijk en tja, wat doe je dan? Hoe krijg je haar als verzorgende weer kalm? Door haar weg te trekken? Oei, kijk, dan wordt zij nog bozer! Ze begint zelfs te vechten en te slaan! Of is het nou net die mevrouw die altijd al zo zeurt en claimt? Zodat je het helemaal met haar gehad hebt aan het eind van een lange werkdag? Maar waarom doet zij dat eigenlijk? Is het gewoon een ‘z…’ wijf en zit het in de familie of…dringt het steeds meer tot haar door dat ze de regie kwijtraakt waardoor ze de regie steeds meer gaat pakken? En kan dat misschien ook op een andere manier? Door haar bijvoorbeeld nieuwe mensen op de afdeling te laten helpen op haar manier? Spelenderwijs werd het door de docente en mij uitgebeeld, waarbij de studenten aanwijzingen gaven vanuit theorie en praktijk en hier en daar zelfs actief mee gingen doen. Lesuren om nooit te vergeten…


Poekie    Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 2 december 2014
De koningin was lekker Hervormd

Voortdurend jezelf vergelijken. Oordelen. Elkaar vliegen afvangen. De grootste willen zijn, de leukste, de knapste, de beste, de rijkste, de slimste. Ik heb mensen gekend die er een dagtaak van maakten. Vermoeiend. Ik hou wel van competenties maar niet van competities. Bij competitie voel ik me niet veilig en ik heb er daarom ook geen behoefte aan. Hete hoofden, koude harten. Natuurlijk is er altijd iemand die ergens beter of verder in is dan ik. Daar kan ik me zelfs aan optrekken en spiegelen in het ontwikkelen van mijn eigen vaardigheden, zoals er ook mensen zijn die zeggen dat ze veel van mij hebben geleerd. Dat gaat vaak op een natuurlijke manier over en weer. Een goede juf of meester leert veel van zijn of haar leerlingen. Maar me gaan en willen meten? Misschien als twee kinderen die voor de lol tegen elkaar zeggen: kijken wie er het eerst aan de overkant is? Ja, dat zou nog wel gaan en dan gierend van het lachen samen een sprintje trekken en onderweg vergeten waarom ook alweer. Daar is trouwens een leuke mop over. Het is een bekend gegeven dat mensen met autisme sommige uitdrukkingen nogal letterlijk nemen:
Er staan twee jongens tegenover elkaar in een straat. Roept de ene jongen: ‘Hoe kom ik naar de overkant?!’ Antwoordt de andere jongen: ‘Daar sta je toch al?’

 

Dinsdag 25 november 2014
Weer of geen weer

Mij is altijd geleerd dat je tijdens onweer nooit onder een boom moet gaan staan, stekkers uit stopcontacten moet halen en als je in open veld bent op je hurken moet gaan zitten. Ik krijg al kramp als ik er aan denk. Ik ken mensen die doodsbang zijn voor onweer. De spookachtige flitsen, harde knallen, woest heen en weer zwiepende boomkruinen. Omdat mij nooit iets is overkomen behalve onverwachte stortbuien, is onweer voor mij iets wat er gewoon bij hoort. Was dit maar voor iedereen zo. Ik ken een schrijfster die via een geopend raam een bolbliksem door haar slaapkamer zag zweven. Ze krijgt nog steeds kippenvel zodra ze ergens gerommel in de lucht hoort. En dan de Amerikaanse Walter Summerford! Volgens een bericht in dagblad Trouw werd hij wel drie keer in zijn leven door de bliksem getroffen en vier jaar later was hij nog niet vergeten want bij de vierde keer kreeg zijn grafsteen de volle laag.


Egmond aan Zee Foto: Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 18 november 2014
Vieren en versieren

Tijdens een puberfeestje zat ik naast een jongen die even weg ging om drankjes te halen. Een vriendin gaf me een por, knipoogde naar me en zei dat ik me lekker liet versieren door die jongen. Ik keek zwaar door de wol geverfd door mijn twintig lagen mascara alsof ik haar begreep maar piekerde me ondertussen suf want ik wist niet wat ‘versieren’ precies betekende. En het vragen was een afgang want iedereen wist natuurlijk wat versieren was! Mijn gedachten kwamen niet verder dan slingers ophangen en taart halen. En bij een schoolfeest begon een jongen me te versieren terwijl ik wist dat hij op een ander meisje was. Hij had een biertje teveel op en zijn schone fee was er niet, dus hij was aan het testen of ik beschikbaar was voor een vrijpartijtje. Of ik zin had om buiten een wandelingetje met hem te maken? Ik vroeg snoeihard: ‘Hoe gaat het met Nellie?’ Hij was meteen genezen. Nee, ik hield niet van die broeierige, rokerige plakfeestjes en ik zorgde ervoor dat ik nooit verkering kreeg door uitsluitend in vuur en vlam te staan voor onbereikbare types. Tot ik die ene ontmoette… Nu ik getrouwd en moeder ben, kijk ik er met een glimlach naar terug.  Die prins op het witte paard bestaat inderdaad niet maar we hebben samen al heel wat slingers opgehangen en taart gehaald!

 

Dinsdag 11 november 2014
Honderdduizend lichtjes deel 2

Vandaag wordt in Alkmaar en omstreken St. Maarten herdacht met lichtjes in lampions en St. Maartenliedjes. Terwijl ik dit stukje schrijf, loop ik zo nu en dan naar de deur om kinderen te horen en te zien zingen en hun zelfgemaakte lampions te bewonderen. Er zitten lichtjes in met verschillende kleuren en een meisje heeft zelfs een knipperend gekleurde lichtjessnoertje in haar lange haar gehangen. Als ik in hun geopende tassen kijk, zie ik dat Haribo dit jaar weer goede zaken gedaan heeft. Een paar jaar geleden had ik cocktailvlaggetjes in de rand van mijn snoepmand gestoken en toen wilden ze allemaal graag een vlaggetje in plaats van snoep. Rozijnendoosjes werden ook goed afgenomen, met of zonder vlag, ach, je maakt er wat van. En ieder jaar gebeuren er verrassende dingen, het is nooit hetzelfde. Zoals dat jongetje dat brullend van het huilen voor mijn neus stond. Zijn broertje naast hem keek me daarbij aan met een ik-weet-het-ook-niet-meer-hoor blik. Terwijl de tranen bleven stromen, hield hij in zijn ene hand een stok met een uitgewaaid vod dat ooit een lampion moet zijn geweest en zijn andere hand verdween in mijn snoepmand met Lange Jannen terwijl hij snikte: ‘Ik wil een rooie…’ om daarna loeiend in de duisternis te verdwijnen. Ik vond het aangrijpend. Dit jaar ging het weer heel anders:
Net stond er een ster van vier voor de deur die bij elke lettergreep van z’n lied zwaar overhelde van links naar rechts. Hij zong iets vaags en onverstaanbaars over lichtjes en toen hij klaar was, vroeg ik verbaasd: ‘Maar je lichtje brandt helemaal niet?’ Hij keek me aan met een brede lach en zei: ‘Om – dat – ik – dat – niet – wil!’

 

Dinsdag 4 november 2014
Honderdduizend lichtjes aan

Onze nieuwe buren uit Zuid-Limburg waren na heel veel uitgepakte dozen eindelijk naast ons neergestreken. Aardige mensen die oorspronkelijk uit Indonesië kwamen. Hij was huidspecialist en zij schoonheidsspecialist. Ze voelden elkaar goed aan.

Op 11 november werd er tijdens het eten bij ze aangebeld en tot hun verbazing stond er een hele sliert zingende kinderen met lampions voor de deur, met van oude slopen gemaakte snoepzakken om hun nek.  En toen ze verder de straat inkeken, kwamen er nog veel meer aan! Toen de buren eenmaal begrepen wat de bedoeling was, stormden ze naar binnen om al hun koektrommels en dozen met alles wat eetbaar was in een schaal te legen en maakten zo het beste van hun bijdrage aan het Zaanse St. Maartenfeest waar ze nog nooit van hadden gehoord.
 
Als kind liep ik ook mee in de Schildersbuurt en het was heel gewoon om ‘Hier woont een Paardenkop, die vreet alles zelf op’ of ‘Hier woont een Kikkerbil, die niets geven wil’ te zingen als iemand niet open deed of niet thuis was. Toch ook weer niet zo gewoon dat ik het doorgaf aan onze kinderen. Nee, alleen dat paardenkoprepertoire niet, ik was er eigenlijk wel klaar mee. Onze buren hebben zich in ieder geval niet laten kennen (of juist wel?) en toen het een jaartje verder weer St. Maarten werd, waren ze er ook logistiek helemaal klaar voor!

Sintere Sintere Maarten
de koeien dragen staarten
de koeien dragen horens
de klokken dragen torens

oude wijven die kunnen kijven
dragen schort of doeken

Hier woont een rijk man
die veel geven kan
Veel zal hij geven
Lang zal hij leven
Honderdduizend lichtjes aan
Daar komt Sintere Maarten aan

Hooi de booi!
Hooi de booi!
Morgen Sintere Maarten mooi!

 

Dinsdag 28 oktober 2014
Akte van benoeming

Nadat ik in een kast dook om de naam van een energie-leverancier te vinden, stuitte ik in een verzamelmap op een stapel onderwijspapieren. Aanstellingen bij verschillende onderwijsstichtingen in Amsterdam, Zaandam en Alkmaar. Invalwerk,  basisonderwijs, leerkracht handvaardigheid/muziek/dramatische expressie, nascholingscertificaat behandelen van Dyslexie, groepsleerkracht Speciaal Onderwijs. Ik stond voor de klas van 1978 t/m 1988, las ik. Daarna nam ik ontslag om te onderzoeken wat ik nodig had om met plezier te kunnen werken. Ik had zowel mooie onderwijservaringen als chronische vermoeidheid opgebouwd. Lange werkdagen, vaak zonder pauze omdat ik op een streekschool werkte waar iedereen overbleef in dampende klaslokalen als het regende en er nog geen overblijfmoeders waren. Daarnaast gemaakte opdrachten en toetsen nakijken, lessen voorbereiden, lesgeven, vergaderen, pleinwacht, ouderavonden, schoolfeesten, sportdagen, rapportages, behandelingsplannen en je lokaal aantrekkelijk maken en houden, ook als er letterlijk lijken uit de kast vielen want de oude schoolgebouwen waar ik werkte waren een Walhalla voor muizen.

In 1991 werd onze oudste zoon geboren en eind 1992 verscheen zijn broer. Na een periode moederen en vrijwilligerswerk doen, richtte ik ‘Kom op verhaal’ op, ging verteltheater en later trainingsacteren ontwikkelen en vond het antwoord op mijn vraag over wat ik nu precies nodig heb om met plezier te kunnen werken. Dat blijkt heel veel te maken te hebben met m’n eigen baas zijn en op mijn eigen manier kunnen werken. Waarvan akte.


En maar zingen en spelen…

 

 

 

 

Dinsdag 7 oktober 2014
Ten voeten uit?

Na mijn eerste schreden in Trainingsacteerland als beroep, meldde ik mij kort geleden als Mediating Trainingsacteur aan bij verschillende organisaties die de belangen van trainingsacteurs behartigen. Daar kreeg ik ook de gelegenheid om een profiel in te vullen en daar referenties aan toe te voegen, zodat eventuele werkgevers weten wat voor vlees ze in de kuip hebben. Toevallig viel ik ook meteen in een discussie op LinkedIn, waar de vraag was gerezen in hoeverre de Nederlandse Vereniging voor Trainingsacteurs een betrouwbare partner kan zijn in en bij trainingsorganisaties. Of certificering van acteurs een bijdrage daaraan zou leveren. Met mijn 57 jaren levenservaring weet ik dat diploma’s belangrijk zijn maar dat het geen garantie is voor kwaliteit. Ik heb zwaar gediplomeerde mensen zien blunderen voor een klas en ik werd tijdens mijn onderwijsstage beoordeeld door een leraar die tijdens zijn lessen zelden iemand aankeek terwijl ik als ongediplomeerde student wekenlang een klas vol Zaanse straatschoffies aan het mennen was omdat hun meester ziek in bed lag.
Terwijl de discussie verder werd en wordt voortgezet, ging ik dus om referenties vragen. Bij vakmensen voor wie ik veel respect en bewondering heb.  De hierna volgende referentie mocht ik al ontvangen van Ike Aubel.
En geloof me of niet, het voelt echt wel een beetje als een diploma…ik ben er ongelofelijk blij mee!

Marieke als Trainingsacteur:

‘Marieke biedt door middel van haar spel onze deelnemers een veilige leersituatie waarin ze tegelijkertijd de realiteit van de werkvloer ervaren.
Binnen mijn experimentele les regietheater met omgangsmodellen voor de omgang met mensen met dementie, hebben we samen de meest sceptische deelnemers aan het oefenen gekregen. Dit is zeker ook te danken aan Marieke’s spiegelende en realistische wijze van spelen. Ook in haar gerichte feedback en nabespreking, waarbij de nodige humor ook voor herkenning en ontspanning zorgde waardoor falen geen issue was.’

Ike Aubel, docent Verpleegkunde MBO, ROC Horizoncollege Alkmaar.


Foto: Ronald Abrahams Fotografie

 

 

Dinsdag 30 september 2014
Vrienden van Sabeel

Afgelopen zaterdag treinde ik weer eens naar Utrecht. Ik was nog nooit in de Janskerk geweest, hoewel de bus er vaak langs reed als ik onderweg was naar de Witte Vrouwenhalte voor een ontmoetingsdag van Stichting Vertellen.
In deze Vredesweek had de Stichting Vrienden van Sabeel Nederland een Inspiratiedag georganiseerd in samenwerking met Kerk & Vrede. De dag werd druk bezocht door workshopdeelnemers uit het hele land. Betrokken, actieve mensen die in hun eigen plaats aandacht willen vragen voor de talloze getroffen families tijdens massale bombardementen en beschietingen door het Israëlische leger en het wanhopige verlangen van Palestijnse burgers naar een veilig en waardig leven met toekomstperspectief voor hun kinderen. Er waren verschillende sprekers, ook uit Israël, waar de Stichting Zochrot de herinnering aan de roof van Palestijns land vanaf 1948 levend aan het houden is door educatie, het plaatsen van oorspronkelijke naamborden en rondreizen. Het deed me goed om te zien hoe oud-premier van Agt de schrijfster, sociologe, politica en activiste Anja Meulenbelt hartelijk begroette. In de jaren zeventig stonden ze lijnrecht tegenover elkaar en nu trekken ze samen op in de strijd voor de handhaving van het internationaal recht.
Ik volgde ‘s middags een workshop bij haar en de op deze dag ook vertoonde film ‘De Omslag’ van Jacqueline de Bruijn wil ik ook beslist binnenkort zien. We stelden aan Anja de vraag: ‘Wat zeg je als mensen zich vastbijten in hun eigen paradigma’s als het gaat om Israël en Palestina?’ Want soms lopen de gemoederen zo hoog op, dat er haast niet meer met mensen te praten valt. Aan haar antwoord zag ik de wijze vrouw in haar toen ze zei: ‘Ik heb er zelf ook twintig jaar over gedaan om te komen waar ik nu ben. Hou er rekening mee dat iedereen met een eigen ontwikkeling in denken bezig is en dat het tempo daarin lang niet altijd gelijk loopt met dat van anderen.’
Genoemde feiten die kloppen met de werkelijkheid moeten de rest doen. Ook wel waarheid genoemd.


Houd hoop levend


 

 

Dinsdag 23 september 2014
Stel je voor

 
 De Nederlandse Vereniging van Trainingsacteurs heeft me uitgenodigd om een kennismakingsstukje te schrijven voor de Nieuwsbrief. Over wie ik ben, waar ik woon, wat ik doe, wat ik kom brengen en halen. Ik dacht meteen aan Wie van de drie. Openingsmuziekje….en dan drie donkere gestalten die hun plek op het podium hebben ingenomen en zeggen: ‘Mijn naam is…’ en dan probeerde je de echte meneer Haringsveen er meteen uit te vissen. Zo niet met mijn stukje. Dat is meteen raak want ik ben het van voor tot achter. Maar hoe ga ik dat doen? Dat ik het beste kan acteren door in mijn rol volledig mezelf te zijn zonder samen te vallen met mijn rol? Dat heeft iets magisch. Er is dan ook niets leukers dan tegenstellingen spelen want dubbel is ieder mens wel eens, tot tweelingen aan toe. Waarbij de één kan vallen en lachend overeind komt terwijl de ander Au! roept. Het stukje is inmiddels af. Het was een hernieuwde kennismaking met mezelf en wat kom ik uiteindelijk brengen? Het verlangen om een bijdrage te leveren aan een samenleving waarbij mensen elkaar beter leren verstaan.
Niet meer en niet minder.


Foto: Ronald Abrahams Fotografie

 

 

 

Dinsdag 9 september 2014
In beeld of beeldig zijn

Wat is het eerste beeld dat bij u opkomt als ik zeg: ‘Vrouw’ ? Uw moeder? Uw vriendin of geliefde? Uw zus of tante? Of prof. dr. E. Dekker, in 1996 gepromoveerd op Glucose metabolisme in malaria en voorzitter van de Werkgroep Erfelijke Tumoren bij het AMC? Mijn eigen ervaring is dat vrouwen vaak eerst in verband worden gebracht met relaties en dat hun uiterlijk en uitstraling zwaarder wordt meegewogen in beoordelingen dan mannen. Als meisje wist ik niet beter of vrouwen GLIMLACHTEN altijd als er bekenden in de buurt waren. Ook als ze het niet meenden. Vrouwen hoorden vriendelijk, bescheiden en vooral betrouwbaar in dienstbaarheid te zijn. Wie een stevig onderbouwde politieke mening verkondigde, ergens ongevraagd de leiding nam zonder dat er kinderen in het geding waren of zich niets aantrok van commentaar, werd als raar mens en roddelobject weggezet. Behalve een tante van me want die was voor het CDA, al was dat behelpen want roomsen waren niet te vertrouwen. En toen was daar opeens die zelfbewuste, klassiek geschoolde zangeres die nieuwe liederen met onze gemeente ging zingen omdat er een ‘proeve van nieuwe berijming’ was ingevoerd. Hoezo nieuwe berijming? Wat was er mis met de vorige!? Daar stond mevrouw van Dongen met kaarsrechte rug en blakend van zelfvertrouwen die gemoderniseerde liederen voor te zingen. De steilste gereformeerden kregen hun tanden niet van elkaar en demonstreerden hun ongenoegen door demonstratief in de Bijbel te gaan zitten lezen. Ze kreeg al snel de bijnaam ‘de Suikerspin’, vanwege haar hoog opgestoken kapsel.
Maar nu even terug naar prof. dr. E. Dekker. Ik ken haar niet persoonlijk maar het zou heel goed kunnen dat we familie van elkaar zijn want mijn oma heette Lijsje Dekker. Over familie gesproken: ging er geen belletje rinkelen toen ik het had over die Zaanse zangmevrouw? Want dat was niemand minder dan Aleida, een van mijn eerste zangleraressen en een volle tante van zangeres en cabaretière Lenette van Dongen.


Noorderkerk, gezien vanuit busraam.                                                                                                          

 

 

Dinsdag 2 september 2014
Raak

Het waren vier weekenden als voorbereiding voor de academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Kampen. Ik werkte fulltime als onderwijzeres op een school voor wat toen mlk-onderwijs heette. Moeilijk lerende kinderen betekende dat. Ik deed in de klas al veel met Dramatische Expressie en wilde fulltime Drama-docent worden.
Ik bleek een moeilijk lerende Dramadocent in wording te zijn want het liep totaal anders dan ik dacht. De eerste twee weekenden werden de aankomende studenten begeleid door ouderejaars. Er werd heel veel gespeeld en geoefend en ik kon voor opkomende vragen bij iedereen terecht. De studenten die mij begeleidden vonden mij veelbelovend en sterk overkomen. Na de leuke en speelse introductieweekenden kwamen de selectieweekenden. Door het wekenlang gewoon doorwerken zonder vrije weekenden, te weinig rust, de lange autorit vanuit Alkmaar in mijn toyotaatje en de prestatiedruk ging het helemaal mis. Tijdens de auditiescène die ik had voorbereid, sloeg ik volledig dicht en liet me met m’n rug tegen de muur op de grond zakken, brullend van het huilen. De auditieleraren raadden me na afloop aan om trainingen te volgen bij het Instituut voor Dramatische Vorming in Amsterdam om te leren hoe ik de emoties van mijn toneelpersonages van mijn eigen emoties kon gaan onderscheiden.
Dat advies heb ik opgevolgd en na jaren van oefening en zelfinzicht was ik zo ver dat ik emoties kon spelen zonder dat ik daar persoonlijk in meegespoeld werd. Zijn die emoties dan wel echt? Jazeker. Het is niet voor niets dat ik na afloop altijd veel stilte nodig heb om weer helemaal tot mezelf te kunnen komen. Ik ben dan niet zo goed in ‘social talk’. Afgelopen zondag mocht ik tijdens een familiebijeenkomst gedichten voordragen en zingen bij het graf van een dierbare overledene. De familie heeft het gewaardeerd en ik heb het met overgave gedaan. Een broer vroeg later aan me hoe ik dat kon. Of ik me ‘wapende’ tegen de aanwezige emoties? Nee, juist niet, was mijn antwoord. Ik heb me bewust laten raken maar wist op dat moment heel goed voor wie ik daar was en daar is mijn aandacht volledig naartoe gegaan.
En zo was het goed.


Foto: Marieke van den Houten/ Egmond aan Zee

Dinsdag 19 augustus 2014
De verteller verhaalt terwijl de molen maalt


Foto: Marieke van den Houten

Afgelopen zaterdag ben ik naar het verteloptreden van Dick Kortekaas en Frea Vermeer geweest bij molen De Zandhaas in Santpoort. Ik wilde alvast even de sfeer proeven en de ruimte verkennen. Ik zette koffie, maakte foto’s, hielp mee met de stoelen en sprak buiten het uithangbord  bemoedigend toe vanwege de zo nu en dan harde windvlagen. Niet dat het veel hielp maar er kwamen evengoed mensen die toevallig in de buurt waren of het in de krant hadden gelezen. Dick en Frea trakteerden ouders, opa’s, oma’s en kinderen op mooie verhalen, van Kikker en Pad tot Pluk van de Petteflet en het werd beregezellig in deze vertelschuur toen Beertje Pippeloentje ook nog even langs kwam. En as. zaterdag mag ik! Samen met kleurrijke vertelcollega Desirée Hornikx met weer heel andere verhalen:

PERSBERICHT Gewiekste Verhalen bij molen De Zandhaas                                                                                                                                         Op 23 augustus vindt van 14.00 – 16.00 uur een uniek verteltheateroptreden plaats, uitgevoerd door twee ervaren rasvertellers: Desiree Hornikx van verteltheater Friponne en Marieke van den Houten van vertelbedrijf Kom op verhaal. Marieke heeft zich vanuit haar vakgebied Dramatische Expressie ontwikkeld tot professioneel verteller, is deeltijdheks bij bezoekerscentrum De Hoep in Castricum en werkt als beroepsacteur bij communicatietrainingen. Desiree zat in een cabaretgroep met acht vrouwen, maakte vervolgens kindertheater en daar uit voort vloeiden de verhalen…sprookjes, mythen en sagen uit de hele wereld voor mensenkinderen van 4 tot 104 jaar.  Dit evenement maakt deel uit van een zomerinitiatief van Stichting Vertelkunst Haarlem.
Praktische informatie:
Datum  : za 23 augustus as. van 14.00 – 16.00 uur.
Adres   :  Wüstelaan 83, 2071 AE Santpoort Noord
Kosten :  vrijwillige bijdrage na afloop wordt zeer op prijs gesteld

 

Dinsdag 5 augustus 2014
HELP!

Tijdens een koorpauze maakte een slecht gehumeurde sopraan een spottende opmerking tegen mij over geloven en kerkgang. Want ze wist dat ik daaraan deed. Niet lang daarna zat ze verslagen bij haar tas die ze wel tien keer tevergeefs had doorgeploegd, inclusief ritsjes, op zoek naar een flesje. Om haar zenuwen de baas te zijn had ze regelmatig Bachdruppeltjes nodig. Het lag me voor op de tong om te zeggen: ‘Misschien helpen ze alleen op zondag’ maar dat zou te flauw zijn dus ik slikte het op tijd in.
Voor als u er niet bekend mee bent, dit is het:

 

Rescue Druppels

• Direct te gebruiken bij innerlijke onrust en/of stresssituaties
• Ontspant en stelt gerust 
• Op natuurlijke basis
• Ook geschikt voor kinderen
• Kan gerust langere tijd gebruikt worden
• Kan ook in combinatie met andere middelen worden gebruikt

Gebruiksaanwijzing Rescue druppels
Voeg 4 druppels van de Rescue toe aan een glas water en neem er telkens een slokje van. Is er geen water voorhanden, doe dan de 4 druppels op uw tong, zonder dat u met de pipet uw tong aanraakt.

Ingrediënten
Alcohol 27 vol.%, Helianthemum nummularium, Clematis vitalba, Impatiens glandulifera, Prunus cerasifera, Ornithogalum umbellatum.

Verpakkingsmaten
De Rescue druppels van Bach zijn verkrijgbaar in twee verpakkingen:
• Rescue druppels 10ml (adviesprijs € 9,95)
• Rescue druppels 20ml (adviesprijs € 17,95)

 

Zo hebben we allemaal onze remedies om het dagelijkse leven aan te kunnen. Fanatiek sporten om kanker of een puddinglijf te voorkomen. Schrijven. Of roken. Of allebei. Of bidden. Of drinken of wandelen in de natuur, wellicht uitmondend in een pelgrimsreis. Geloof en bijgeloof liggen soms dicht bij elkaar. Als ik nu maar…., dan….ik moest als kind eens van mezelf een tekening of een legobouwwerk klaar hebben voordat er iemand binnen zou komen. Dat zou geluk brengen of juist onheil afwenden. Ook heb ik heel wat angst in mijn leven weggevreten. Angst? Ja, angst. Daar hebben we het toch over? Over de onbewuste wetenschap dat ‘uiteindelijk iedereen iedereen verliest.’ (Jonathan Safran Foer). Dat ieder mens ten diepste alleen is. Is daar dan geen remedie tegen of antwoord op? Voor mij wel. Voor mij het enige en ieder mens kan daarbij putten uit de eigen bronnen. Voor mij draait de wereld op zorgvuldigheid, liefde en toewijding:

– direct te gebruiken bij innerlijke onrust of stresssituaties
– ontspant en stelt gerust
– op natuurlijke basis
– ook geschikt voor kinderen
– kan gerust langere tijd gebruikt worden
– kan ook in combinatie met andere middelen worden gebruikt.

 En het is gratis.

 


Alkmaar Noord. Foto: Marieke van den Houten




Dinsdag 29 juli 2014

Met de hartelijke groeten

Ooit keek ik mijn moeder zuchtend aan en zei: ‘Ik krijg nou nooit eens een brief of een kaart.’ Ze raderde met een vreemd wieltjesapparaat trefzeker door een  papieren patroon van een jurk heen terwijl ze antwoordde: ‘Schrijf je er zelf wel eens eentje?’
‘Nee.’ ‘Als je daar nou eens mee begint?’ Daar zat wat in maar op mijn dertiende was de situatie opeens totaal anders. Vanwege een aangeboren kronkel in de aorta onderging ik een open hartoperatie met 72 hechtingen en ik kreeg die twee maanden van mijn leven een enorme berg sterkte- en beterschapskaarten. Ik heb ze allemaal nog. Ik hoor wel eens van mensen dat ik zo zorgvuldig ben met kaartjes sturen. Dat komt daar vandaan. Ik was diep onder de indruk dat zoveel mensen aan mij dachten. Dat vergeet je gewoon nooit meer. Vandaag las ik op Twitter dat de porto alweer omhoog gaat. Ik denk dat ik nog mee ga maken dat de laatste rode brievenbussen uit het straatbeeld verdwijnen. Dat goede wensen alleen nog digitaal gaan, met twintig accounts, wachtwoorden, gebruiksnamen, verificatienummers. Natuurlijk ga ik met mijn tijd mee maar het is met kaarten net als met mensen: soms kun je ze even vasthouden.

 

Dinsdag 15 juli 2014
Kop d’r voor, maar dan anders

Als je nu maar hard werkt, rekening houdt met andere mensen en goed je best doet, dan kom je er wel, is het motto dat ik in mijn opvoeding heb meegekregen. Het motto van de generatie daarvoor was: Niet zeuren, aanpakken. Koppen dicht. Niet klagen maar dragen en bidden om kracht.  Een goed recept voor het ontwikkelen van flinkheid en daadkracht maar ook eenzaamheid omdat mensen uiteindelijk nergens geleerd hadden om hun gevoelens en wensen op een gezonde manier te uiten. En voor vandaag lijkt te gelden: Ontwikkel jezelf optimaal, leer samenwerken, ervaringen delen en jezelf presenteren, wees zoveel mogelijk bereikbaar (online), maak de juiste keuzes binnen 100.000 keuzes en wordt daar heel gelukkig en succesvol van. Met een goede gezondheid, een strak getraind lijf en een rijk sociaal leven naast je werk. En natuurlijk interessante hobbies en boeiende, actieve vakanties, waarbij je wel laat zien dat de zon uitbundig schijnt maar niet dat je in een onbewaakt ogenblik je paspoort of mobieltje door de wc hebt gespoeld in dat pittoreske cafeetje waar je met je hele gezelschap in was gevlucht omdat je half dood ging van de hitte.
Gelukkig beantwoordt niemand aan het ideale beeld van de reclame-mensen die in perfecte staat over het scherm rondspringen. Fotomodellen zeggen ook over zichzelf: ‘Dat ben ik niet. Dat mens op die foto is een produkt van 20 specialisten in vormgeving.’ En dat allemaal om de illusie op te wekken dat we allemaal willen zijn zoals zij, of hem. Perfect in beeld gebracht. O ja, nog iets van deze moderne tijd: hou het kort! Dit stukje is nu dus al veel te lang voor internetsurfers. Zouden we misschien nu toch terug gaan naar de tijd van: niet zeuren, aanpakken! Wij kunnen het nog navertellen…


Gormley Foto: Dirk Aart Rodenburg

 

 

Dinsdag 8 juli 2014
Maak dat de kat maar wijs!

Ik droom veel en vaak. Binnen kleurrijke decors, ik kan de kleuren zo voor u opnoemen. Ook gebeuren er dan dingen die natuurlijk in werkelijkheid NIET gebeuren. Dan zit er een optreden aan te komen en droom ik een nacht van tevoren dat het een verschrikking wordt: ik weet niets tijdens het optreden, doe niets, sta er als een plank bij, laat alles uit mijn handen vallen, ben m’n tekst al kwijt voordat ik begin en mensen beginnen alvast naar hun jas en sleutels te zoeken terwijl ik langzaam maar zeker wegzak in het drijfzand van het toneel.
Nee, dan de werkelijkheid! Dan ben ik natuurlijk goed voorbereid en stap er met plezier op af. Hoewel…je kunt niet altijd ALLES weten. Zo speelde ik laatst mee in een professioneel rollenspel waarbij ik met een pokerface vertelde dat mijn man ‘s morgens vroeg met zijn trekker naar het land reed. Tuurlijk, waarom ook niet? Hij was immers boer en ik had het toch zeker zelf in de casus gelezen! Maar stel nou dat iemand precies op dat moment  had gevraagd: ‘Maar wat dééd hij daar dan met die trekker?’ ……….geen flauw idee! Ik was een bordkartonnen boerin, zoals je decorstukken op een toneel ziet die je ervaart als deuren maar het niet zijn. Soms red je het als trainingsacteur niet alleen met natuurlijk spel en inleving. Kennis van zaken is minstens zo belangrijk om geloofwaardig over te komen als gesprekspartner in een leersituatie voor deelnemers: Corporate knowledge is de algemene vakterm.
Toch maar eens een tijdje meedraaien met een boerenbedrijf…


Verzameling zwager Jaap die werkte bij landbouwbedrijven Oost Flevoland



Uitzicht vanaf abdij Egmond

 

Donderdag 3 juli 2014
Op verhaal komen

Iemand die mijn blog nauwgezet volgt, stuurde me een mailtje. Al ruim twee weken geen blog in plaats van iedere week…zou het wel goed met me gaan? Ja, echt wel! Al ben ik de laatste weken in een soort achtbaan terecht gekomen. Er gebeurde opeens heel veel tegelijk. Een voordracht, een concert, pal daarna nog een verteloptreden en daar bovenop een pittig examen. Examen?!
Het kwam voor veel mensen als een verrassing dat ik in februari de opleiding en vaardigheidstraining Mediation Trainingsacteur volgde bij Het Mediation College Alkmaar, mede georganiseerd door Ellenor Spreeuw van castingbureau Act4you.
Er is letterlijk en figuurlijk een wereld voor me open gegaan en het sloot erg mooi aan bij de ruime speelervaring die ik in mijn onderwijswerk heb opgedaan plus de vakkennis die ik de laatste zes jaren als simulatiecliënt had opgebouwd bij de zorg- en verpleegopleidingen in mijn woonplaats. Afgelopen maandag ben ik geslaagd voor het laatste praktijkexamen!
Ik vind het fantastisch dat dit vak uitgeoefend kan worden als onderdeel van mijn vertelbedrijf. Ik blijf dus voorlopig verhalen vertellen, naast het acteren. Vanaf september word ik uitgenodigd om als trainingsacteur in te tekenen voor de basistrainingen voor aankomende mediators van o.a. het Mediation College Alkmaar en dan wil ik het trainingsacteerwerk zoveel mogelijk gaan uitbreiden.
Ik was de laatste dagen dus druk bezig met iedereen op de hoogte brengen en aanvragen regelen bij de belastingdienst en Kamer van Koophandel omdat ik nu ook als Mediation Trainingsacteur in het handelsregister sta vermeld. De website is inmiddels ook aangepast.
Wat blijft is, dat ik hoop dat u graag bij mij op verhaal zult blijven komen. Want ook een trainingsacteur die voor kwaliteit gaat zal met een goed verhaal moeten komen! (zie ook: scholing)


Marieke vanaf 1 juli 2014 Mediation Trainingsacteur

 

Woensdag 11 juni 2014
De grote trek

Het begon bij mij jaren geleden op een grauwe winterdag, ergens in december. Ongeveer een week na Sinterklaas? toen ik opeens een onbedwingbare behoefte voelde opkomen om me vol te proppen met de overgebleven suikermuizen die ik ergens achterin een kast had verstopt. Daarna was ik net Beertje Pippeloentje van Annie M. G. Ze smaakten prima en ik had nergens last van. Net als die hond van mijn schrijfvriendin Veronica. Ze bracht haar moeder naar het station en terwijl ze haar stond uit te zwaaien vrat haar hond vier verdiepingen bonbons uit een doos die thuis nog op de salontafel stond. Met folie, karton,  zilverpapier en al. Ze heeft hem de hele avond bezorgd en nauwlettend in de gaten gehouden maar hij keek haar alleen maar vrolijk aan met zijn trouwe hondenogen.
Toch gaf mijn weegschaal aan dat het roer om moest, wilde ik niet in een echt Pippeloentje veranderen. Een vriendin wist raad. Ze zei: ‘Als je een trommel leeg wil eten, vraag je dan af: WAAROM DOE IK DIT? Op een dag stond ik met een trommel koekjes in mijn handen en ik wist: dit is het moment. Ik stelde mezelf de vraag, dacht diep na en antwoordde: ‘Omdat ik heel veel zin in koekjes heb’ en at ‘m met smaak leeg.
 
Uiteindelijk ben ik toch zonder dieet 10 pond afgevallen en ik ben nu goed op gewicht. Ik heb namelijk ontdekt dat er ook heel veel leuke dingen zijn die buiten de spijsverteringssfeer liggen. En dat aan mij, en alleen aan mij de keus is: voeden of vullen.

 

Dinsdag 3 juni 2014
Mond op mond

Zodra ik ergens lees dat er sprake is van mond op mond reclame, zie ik weer een EHBO les voor me, waarbij ik levensreddende handelingen verrichtte op een pop van rubber die wat glazig uit z’n ogen keek. Gelukkig is er nooit in het echt iemand flauw gevallen, verbrand of van een balkon gestort als ik in de buurt was. Ik vergeet nooit het gezicht van de leraar EHBO toen ik zijn hand ging inzwachtelen. Het was een nogal speelse man en ik had hem onherroepelijk in een mummie veranderd als hij niet had ingegrepen.
Ik dacht er vandaag aan toen ik een telefoontje kreeg van een aardige mevrouw van de Vrouwen van Nu. Zij had van het Vrouwen Collectief Schagen gehoord dat ik een heel mooi zang/speel/verteloptreden had verzorgd in de kasteelzaal van het slot in Schagen.
Ik kijk daar zelf ook met veel genoegen naar terug want er is na een optreden voor mij niets heerlijkers dan een publiek dat tevreden naar huis gaat. Als dat geen mond tot mond reclame is…

Donderdag 29 mei 2014
Ga terug!

Ik sloeg het boek met een klap dicht. Ik kon het niet meer aanzien. Wat een sukkel! Hoe kon iemand zich zo ongelofelijk in de nesten werken op een manier die iedereen aan zou zien komen, behalve hij? Van de week werd ik in de trein op weg naar Biddinghuizen onderhouden door ‘Een mooie jonge vrouw’, van Tommy Wieringa. Uitgegeven voor de Boekenweek 2014. Hoe verder ik kwam in het boek, hoe meer ik met mijn ogen begon te rollen. Ik kreeg steeds meer de neiging om te roepen: ‘Nee! Nee! Doe het niet!’
Het hielp niet. Het leven van de hoofdpersoon was gedoemd om te kapseizen en volledig ten onder te gaan, met of zonder open einde. Toen ik het uit had, voelde ik me niet erger dan bij ‘De avonden’ van Reve maar het kwam wel in de buurt. Ook vreselijk en goed geschreven.
Terwijl ik de afloop zat te verwerken, vloog de trein langs verschillende snelwegen. Dat vond ik een treffend beeld van wat er ook in het boek gebeurde.
Er zullen altijd mensen zijn die met vol gas een afrit van een snelweg opgaan omdat ze denken dat het een oprit is, dacht ik peinzend. Maar dan in de liefde.


Alkmaar. Foto: Marieke van den Houten

Dinsdag 20 mei 2014
Alles, behalve mijn pincode

Er is voor mij een tijd geweest, dat Facebook, Twitter en LinkedIn niet bestonden omdat ze nog uitgevonden moesten worden. In het openbaar vervoer en op perrons waren mensen verdiept in boeken, tijdschriften, studiemateriaal, nieuwsbladen of elkaar.
De vloeren van treinen lagen vol met kartonnen rondjes die uit de kaartjes geknipt waren, zo groot als…..Pottertjes, van die kleine, zwarte mentholdropjes waar je tanden zo lekker zwart van werden. Ik heb net een foto van een paar kaartjes genomen die ik bewaar in een soort frummeldoos vol vage, onbestemde dingetjes die daar in de loop van de jaren terecht zijn gekomen. Hieronder kun je ze zien.
Opeens brak de tijd aan dat niet alleen Jan en alleman maar ook familie, vrienden en kennissen massaal aan social media gingen doen. Ik ging aan de e-mail omdat ik belangrijke berichten misliep. Nu weet ik niet beter, ik mail me een slag in de rondte.
Toen kwam Hyves, die is ongemerkt aan mij voorbij en inmiddels ten onder gegaan. Toen Facebook en daar had ik geen zin in. Te druk. Teveel. LinkedIn? Hm. Twitter? ‘Hmmmmmm, nou, eens kijken wat er gebeurt als ik een account aanmaak…’
En daar ontvouwde zich tot op de dag van vandaag een wonderlijke wereld van 140 tekens in berichten die echt overal vandaan komen. Prachtig en vreselijk maar daar zijn de ontvolg- en blokkeerknoppen voor.
Er zijn mensen bij die ook veel persoonlijke dingen delen, ook door verwijzingen naar hun blogs. Ook verhalen over hobbels in hun gezinsleven en dat is voor mij geen optie. Mijn echtgenoot en zonen willen hun privéleven niet geëtaleerd zien op internet. Met als argument: ‘Je zet toch ook geen groot bord met al je sores in de tuin, zodat de hele straat mee kan lezen?!’

Vrijdag 13 mei 2014
Wie het weet mag het zeggen

Zekerheid. Wat is zekerheid eigenlijk? Als we geboren worden, ervaren we de zekerheid van geliefd zijn en als we pech hebben, van ongewenst zijn. Als we ons welkom en geliefd voelen, staan we open voor de ‘waarheden’ die ons geleerd worden. Alles wat Mamma zegt is waar. Alles wat Pappa zegt is waar. Alles wat De Juf of Meester zegt is waar en in mijn geval: alles wat God zegt is waar, alles wat de Bijbel zegt is waar.
Zo leerde ik dat de menselijke natuur op zich slecht en verdorven was, gevoelens altijd verdacht, sex smerig maar het Hooglied geweldig en dat we gered werden van de eeuwige hellestraf door God’s oneindige liefde. Dat er in de tien geboden stond: ‘Gij zult niet doden’ maar dat bij de verovering van het heilige land (Exodus) vijanden dood gemaakt moesten worden tot moeders, grijsaards en zuigelingen aan toe. Daar haakte ik af, zowel als kind als jong volwassene. Ik heb ooit tegen een dominee gezegd: een God die opdracht geeft om babies van vijanden tegen de rotsen aan te slaan, is mijn God niet. Waanzin. Maar dat moest ik zien tegen de achtergrond van die tijd en de ontstaansgeschiedenis van de geschriften (?) En tijdens belijdeniscatechisatie deelde ik aan de hele groep mee dat als mijn buitenkerkelijke vriendin Elly niet in de hemel kwam ik er ook niet in hoefde. Het lijkt een vrije keuze, een geloof met de paplepel erin krijgen en dan zelf kiezen of je ermee doorgaat. Ondertussen heeft het je gevormd en is het door de opvoeding in je hele systeem gaan zitten. Wat is waar? Wat is niet waar? Wat neem je wel/niet aan?
Toch heb ik mijn keuzes wel degelijk gemaakt. Ik geloof dat God’s kinderen alle mensen zijn die zich inzetten voor een leefbare wereld voor iedereen, niemand uitgezonderd. En die vind je in alle geloven en ook binnen en buiten kerkgebouwen. Ook geloof ik dat voor God ieder mens gelijk is, ieder mens voor Hem dierbaar en kostbaar is en gelijke rechten heeft. Dat Hij ook Zij is: Hzij Zhij, waarom is daar geen woord voor?
Ik ben jarenlang pastoraal werker geweest op vrijwilligheidsbasis. Ik kreeg daar goede, moderne sociale vaardigheidstrainingen voor waarbij je vooral niet moest gaan evangeliseren, bekeren of dwangbidden of dwangbijbellezen (het moet omdat het moet) maar met een open luisterhouding namens de (synodaal gereformeerde) gemeente beschikbaar was voor wat iemand op dat moment wilde delen. Ik heb daar veel van geleerd, al was het alleen al een zwijgplicht leren hanteren en mijn eigen vooroordelen bijstellen als ik iemands levensverhaal gehoord had. Een mevrouw die ernstig ziek was, heeft mij zeer geïnspireerd: boven haar bed had ze deze tekst hangen:  ‘Heer, ik begrijp U niet maar ik vertrouw U.’


Ruïnekerk Bergen. Foto: Marieke van den Houten

 

Pas op de plaats
Dinsdag 6 mei 2014

Afgelopen zaterdagmiddag was er een ledenbijeenkomst van de vereniging Vrienden van het Schrijven N-H, waar ik bestuurslid van ben. Het fijnste onderdeel van de middag is voor mij de schrijfoefening naar aanleiding van een thema-onderwerp, foto’s of andere inspiratiebronnen. Deze middag schreven we over geluiden die we hoorden, nadat we eerst een tijdje met gesloten ogen geluisterd hadden naar het geluid van voorwerpen die uit een tas tevoorschijn werden gehaald. Als je een geluid gekozen had, liet je je opgestoken hand zakken en dan kon je los gaan met je pen. Ik koos het geluid van een houten regenpijp. Dat zachte ruisen als hij omgedraaid wordt.
Het werkte kalmerend op mij. Ik schreef dan ook over iets wat ik regelmatig doe als ik merk dat ik op een dag steeds harder begin te hollen: ik zeg letterlijk: STOP! En ik ga zitten. Als ik thuis ben, ga ik acuut op de bank liggen. Ogen dicht. Vuist dicht. En dan bij iedere uitademing tot 10 tellen. Bij 10: plop, een vinger komt tevoorschijn uit de vuist. Na weer 10: 2e vinger. Net zolang tot ik ze alle 10 tevoorschijn heb gekregen op deze manier. Daarna sta ik op en ga gewoon verder met alles maar met een groot verschil: rustig en zonder me te haasten. Wat dat met een regenpijp te maken heeft?
De geluiden die ik opeens hoor als ik op deze manier onthaast. Ik luister dan naar verschillende vogels die zingen. Naar het tikken van de klok, regendruppels op de ramen of het eeuwige ruisen van de wind door de bomen.


Foto: Marieke van den Houten

 

Midden in de zomertijd
di 29 april 2014

Samen met vriendin, sopraan en juf Karin Dijkstra heb ik in de loop van de jaren mooie projecten gedaan op het gebied van zang en kindertheater. Afgelopen Kerst voerden we ons programma ‘Kerst met Karin & Marieke’ uit tijdens een huiskamerbijeenkomst in Alkmaar waar ongeveer 30 mensen waren. De reacties waren zo enthousiast dat Karin onmiddellijk plannen kreeg voor een nieuw zomerprogramma.
Het staat inmiddels vermeld op de agenda van Kom op verhaal: zondagmiddag 22 juni as. in het Doopsgezinde kerkje in Broek op Langedijk.
We zijn nu een aantal keren bij elkaar geweest om te repeteren en de liederen zijn zo verschrikkelijk mooi dat we er zelf kippenvel van krijgen.
Er zit ook veel variatie in. We zingen meerstemmig a capella maar ook met pianobegeleiding van Gea Dijkstra, leidinggevende en muzieklerares op een school voor voortgezet onderwijs. En Karin zingt ook blokjes klassieke muziek, waaronder drie liederen met Claudia Veenstra, die prachtig fluit speelt.
Ik zing zelf ook solo met pianobegeleiding uit een Nederlandse musical, speel twee harpstukken en vertel een mooi zomerverhaal.
Gisterenmorgen vielen alle noten van alle gezamenlijke a capella stukken definitief op hun plaats. Dat is een spannend moment want we studeren alles van tevoren zelfstandig in en dan moet het ‘voegen’, ook als vierstemmige zettingen tweestemmig zijn geworden. Soms is het net goud zeven. We zien uit naar dit concert en gaan het ook promoten door op 8 juni as. tijdens een markt in de buurt van ‘ons kerkje’ lekker samen te gaan zingen.


St. Janskruid

Alle tijd

Voor de jubileumbundel van de vereniging Vrienden van het Schrijven heb ik een verhaal ingezonden. De redactie vindt het wel zo compleet als ik er ook nog een gedicht bij doe. Ik neus rond in mijn gedichtenmap en zie hoeveel lief en leed er in de loop van de tijd in de drukinkt van het blad Schrijfsels terecht is gekomen. Alleen die ene niet. Dat gedicht kon ik alleen maar bij mezelf houden. Het ging over de surrogaattroost die mensen je goedbedoeld toedienen als er iets naars is gebeurd. Ik had een miskraam gehad en kreeg telkens te horen dat ik nog zo ‘lekker jong’ was en ‘Mijn broer heeft zijn kindje tot drie keer toe naar het graf moeten dragen…’ waarop ik dan natuurlijk uit moest roepen: ‘Hoera, ik heb maar een miskraam!’ Alsof je in het ervaren van verdriet de eerste of de tweede prijs kunt winnen. Het gedicht eindigt dan ook met:

‘lief kleintje
ik heb verdriet
om jou.

Al gooien ze
honderd verhalen
over doodgeboren kinderen
tegen me aan

lief kleintje
ik heb verdriet
om jou.’

En voor de jubileumbundel heb ik deze gekozen:

Geen tijd

Welk gras staat bij sneeuwval
uitbundig in bloei?

Hoe maken de bijen
hun honing uit zaden?

Een rups kan niet vliegen
in fruit zit geen bloesem

maar ik wil geluk
op de gekste momenten

verlang naar de zon
als de uilen ontwaken.

Marieke van den Houten

 

 

Dinsdag 25 maart 2014
@#$%^&*!

Zit nu hoofdschuddend het stukje te lezen dat ik als kopij heb ingestuurd voor Schrijfsels, het twee maandelijkse lijfblad van de Vereniging Vrienden van het Schrijven, waar ik sinds kort bestuurslid van ben geworden.
Mijn eerste gedachte is: ik zou het nu héél anders doen. Zou iedere moeder dat zeggen na 20 jaar? De jongetjes uit het stukje zijn grote mannen geworden die nu zelf ook koken, bakken en braden en hun eigen zaken regelen.
En hoe anders zou ik het dan doen? Ik denk makkelijker. Me minder druk maken. Maar daar heb ik die 20 jaar voor nodig gehad…

Dit is het:

Ontwapening

Rampen komen altijd in drieën. Eindelijk zitten ze aan tafel, nadat er een beker melk over de grond is gegaan en de jongste vlak voor het eten een volle luier geregeld heeft en het op een blèren zet. Man reddert mee, ze verspillen geen energie door zich met elkaars aanpak te bemoeien, nu is het een kwestie van alle hens aan dek en hopen dat er een moment komt dat er toch gegeten kan worden, ondanks de telefoon die natuurlijk onder etenstijd gaat. Laat maar gaan, als het belangrijk is bellen ze nog wel een keer. Oudste van drie vindt dit een goed moment om ingewikkelde vragen te gaan stellen. Eindelijk zitten ze dan aan tafel en wordt het eten opgeschept. Dan stelt de oudste zijn honderdste vraag van de dag: ‘Mamma?’ en ziet zijn moeder voor zijn verbaasde ogen ontploffen: ‘JAAAAAAAAAAAA????!!!!!’
‘Heb je een leuke dag gehad?’


En dit was ik, met mijn eigen vragen…

 

 

Zondag 16 maart 2014
Kleurencirkel

Ik ging een paar jaar geleden naar een middag voor vrouwen die wilden ervaren dat ze niet alleen een hoofd hadden. Want daar zaten ze meestal in. Ik ook. Ik brak mijn hoofd er soms over maar dat was het hem nu juist. Zo kwam ik dat hoofd niet uit.  Er zaten ook dansoefeningen bij en tekenmomenten. ‘Je weet het wel weer uit te zoeken hoor,’ zei ik tegen mezelf toen ik met kloppend hart de trein in stapte. Zet me op een podium en ik begin vanzelf te spelen of te vertellen. Maar dansen en tekenen? Oei, daar zat veel schroom bij en onder. Maar ja, wat moet je als je ooit dat hoofd uit wilt komen? En dat was natuurlijk de grootste grap: dat hoefde helemaal niet! Het ging namelijk om verbinding. Dat lijf en hoofd elkaar zouden ontmoeten door middel van vrije expressievormen. In die zin was het bevrijdend. Een lichaamsdeel kiezen en dat op muziek volgen in je bewegingen, bijvoorbeeld mijn elleboog. Ik vond het heerlijk. Daarna ieder voor zich een tekening maken over een dierbare herinnering. Daar ging je dan over vertellen, zonder oordeel. ZONDER OORDEEL?  ZONDER COMMENTAAR?  ZONDER VRAGEN?  ZONDER ONGEVRAAGDE ADVIEZEN? Ja, het bestaat en het was een verademing. Toen ik weer naar huis ging, besloot ik de allereerste oefening ook in het dagelijkse leven toe te passen. Een plek in de ruimte innemen, armen helemaal zijwaarts uitstrekken en ronddraaien: Dit – is – mijn – ruimte.
Met hoofd, hart en handen.

 

Dinsdag 18 februari 2014
Het lied van de dans

Afgelopen weekend verbleef ik van vrijdag namiddag t/m zondagmiddag in het Liobaklooster te Egmond Binnen om daar met een groep onbekende mensen te gaan dansen. Als je mij vroeger had gevraagd: Kan jij dansen? Dan zou ik zeggen: ‘Nee, ik kan niet dansen.’ Maar je hebt nu eenmaal dansen en dansen. Zoals je ook zingen en zingen hebt. Tijdens een zangdag vertelde een vrouw aan het begin dat ze niet kon zingen maar dat ze het niet kon laten om voor haar kindje te zingen. Aan het einde van de dag vertelde ik haar dat haar zoontje bofte met een moeder die zo prachtig zong. Geen bestaande liederen waar ze aan moest voldoen maar haar eigen klanken en teksten waarmee ze haar kind zielsgelukkig maakte. Maar nu dat dansen. Als iedereen rechts begint, begin ik links. En ik raak uit de tel of ik sta verkeerd of kijk de andere kant op of ik begrijp de instructies niet of te laat. Ik vergeet nooit de wijkenmusical ‘Het water wijkt.’ Ik stond vooraan met ‘mijn’ nonnen en de regisseur liet vervaarlijk zijn stem dalen en zei: ‘….En wil Moeder Overste óók met het rechterbeen beginnen…..!’ Zo dus. Zingen en acteren op mijn eigen manier was meer ‘mijn ding’. In het dansklooster was het anders. Het was één grote, ruimhartige uitnodiging om met jezelf en elkaar op muziek in beweging te komen en de verschillende gevoelens van energie en verbinding mee te nemen in de stilte die er ook was. Of ik kan dansen? Ja, natuurlijk kan ik dansen. Wil ik dansen? Natuurlijk wil ik dansen! Om gaandeweg steeds beter te leren luisteren naar het ritme en de getijden van mijn eigen hart.
Met dank aan Michael, Mathilda, Coby, Suzan en alle andere dansengelen!


Dansklooster in de zaal van het Lioba gastenverblijf. Foto: Marieke van den Houten

 

Woensdag 12 februari 2014
Over tijd

Als ik erop gebrand ben dat iets goed moet gaan, gaat het geheid fout. Als ik haast heb en dingen snel goed wil doen, struikel ik, blijf ik ergens in haken of krijg ruzie met voorwerpen. Een klerehanger die blijft steken in een andere klerenhanger, een velletje dat klem komt te zitten tussen een kabelslot, een sjaal die zich als een slingerplant om de fietsbel draait zodat je half gekeeld wordt als je rechtop gaat zitten. Een vriendin van me vertelde me dat ze snel weg wilde fietsen met een boeket bloemen tussen de snelbinders (!) Met van die vrolijke dunne linten die zich razendsnel tussen je spaken vlechten. Wat er toen gebeurde kan alleen Brigitte Kaandorp nadoen.

Is hier een remedie tegen, behalve niet bewegen? Ja, kan ik vanuit eigen ervaring en de grond van mijn hart zeggen, er is nog hoop. Ik neem gewoon ruim de tijd om me te haasten, doe rustig wat ik wil doen als er geen tijd voor is en maak me vooral niet druk want daarin ligt de sleutel om de juiste tijd te vinden.


Bergen aan zee Foto: Marieke van den Houten

Woensdag 5 februari 2014
Herberg voor onmin

Vandaag volgde ik een training die werd georganiseerd door Mediation College Alkmaar en Act4you, een castingbureau voor o.a. trainingsacteurs.
‘ s Morgens lag het accent op het werk van de mediator en daar raakte ik zo in verdiept, dat een scherpe observator na de lunch glimlachend tegen me zei, dat ze de hele ochtend al een mediator in me had gezien. Niet echt verrassend want ik zie het als prachtig werk. Mensen komen er niet uit met een geschil en gaan dan zelf een oplossing zoeken, waarbij dat proces vakkundig begeleid wordt door de onpartijdige mediator, die structuur aanbrengt en een eerlijke verdeling van tijd, ruimte en aandacht bewaakt.
In de middag gingen we zelf spelen. In mijn casus vond ik een vrouw die ik nogal een zeurderig type vond. De observator werd dan ook niet goed van mijn monotone gedram.  Na de feedback zette ik in de volgende casus een totaal ander karakter neer en begon al meer instrumenten van de trainingsacteur in te zetten. Ik vond het fijn dat de leerpunten hiermee zo snel al verzilverd konden worden. Ik kreeg complimenten voor mijn timing, het volledig pakken van alle ruimte zodra ik de kans kreeg en voor levensecht spel. Het was een boeiende dag met goede trainers, mediators die meewerkten aan de speelsessies en een kleurrijke groep deelnemers, waaronder ook veel vakgenoten in het dramawerk. Ik kreeg een toolset mee en een officieel certificaat. In maart volgt het praktische examen en de theorietoets en dan hoop ik er een vlag en wimpel-stempel op te ontvangen. Spannend!!

 

Dinsdag 28 januari 2014
Schenk Troost

Vanmiddag hebben Beatrijs van Oorschot en ik een ontmoeting gehad met Dorine Dokter die professioneel begeleider is voor mensen met  ingrijpende verlieservaringen (www.schenktroost.nl). Zij heeft sinds kort een cadeauwinkel geopend in Breedstraat 45, 1811HE  in Alkmaar (achter het oude stadhuis). Daar kan o.a. letterlijk een bakkie troost gehaald worden met wat lekkers erbij en er worden daar ook gezamenlijke maaltijden en workshops georganiseerd. Beatrijs en ik zullen hier op dinsdagavond 4 maart as. een workshop geven met een prachtig inleidend verhaal, harpmuziek, schrijf- en zangoefeningen: ‘Het lied van de troost’. We hebben vanmiddag al geoefend met de koffiemachine en de voordeursleutel want een slimme meid is ook op de pauze voorbereid. Dat geldt ook voor mij op vrijdagavond 11 april as. want dan ga ik in Schenk Troost! een vertelavond met poëzie en harpmuziek verzorgen met verschillende verhalen rond het begrip ‘troost’: ‘Geen woord teveel’. En op zondagmiddag 18 mei as. vindt er in kerkje De Terp in Oudorp een nieuwe workhop plaats van ‘Zingen met harp en ziel’. Ook geleid door Beatrijs en mij, met verhalen, harpspel en veel, heel veel naar hartelust zingen!

Dinsdag 21 januari 2014
Een zaak van groot gewicht

De supermarkt waar wij onze boodschappen doen, ging verbouwen. De winkel zou groter en ruimer worden en ook buiten werd alles vernieuwd en opgeknapt. Heel fijn maar wat minder fijn was, dat de fietsenrekken verdwenen en dat ik nu geen goede plek meer had waar ik mijn fiets kon inladen en het karretje dan weer terug kon zetten.
Er zat niets anders op dan extra handtassen mee te nemen en alle boodschappen dan naar de nieuwe fietsparkeerplek te dragen want die was nu te ver weg om met een karretje heen en weer te gaan. Met als gevolg dat ik lage rugklachten begon te ontwikkelen in combinatie met een slecht humeur en kreunige nek en schouders.
Tot ik op een dag vergat om een zak met plastic weg te gooien en ik balorig via de parkeergarage naar de milieustraat ging om dat alsnog te doen. En wat zag mijn oog? Dat er een nieuwe uitgang naar de straat was gemaakt, vlakbij de lift met karretjes, met ideale stangen om je fiets aan vast te zetten! Dus wat doe ik nu? Ik zet daar voortaan mijn fiets neer, stap de lift in naar de super en ga dan met de boodschappenkar via de lift naar mijn fiets, laad in en zet het karretje terug bij de lift. Kind kan de was doen. Moraal van dit verhaal: zorg ervoor dat je op tijd iets vergeet.

 

 

Dinsdag 14 januari 2014
Op verhaal komen met je eigen stem

Afgelopen zondag speelde ik tijdens een viering een meditatief harpmoment na de overdenking. Ik had het ‘Zie, Ik ga iets nieuws beginnen’ genoemd, naar de troostrijke tekst uit het boek van de profeet Jesaja. ‘Het is al aan het kiemen, zie je het niet?’ komt er achteraan. Ik had er verder niet bij stilgestaan en na het spelen was het klaar. Dacht ik.
Tijdens de koffie sprak ik iemand die zangles zocht. Niet zozeer gericht op techniek maar wel op heerlijk, vrijuit zingen. Ik hoorde mezelf zeggen: ‘Ik denk dat ik je kan helpen.’ Met alles wat ik in huis heb op het gebied van zangervaring, drempels, angsten én successen heb ik beide kanten van het zingen leren kennen: dat juist kwetsbaarheid een enorme kracht kan zijn en dat succes iets is waar je wel aan kunt werken maar wat je nooit en te nimmer kunt afdwingen zonder bij jezelf of anderen schade aan te richten.
Met de dramalessen die ik zelf heb ontwikkeld en gegeven in de loop van de tijd, ben ik gisteren aan de slag gegaan met deze persoon in de vorm van een proefles en aangereikte zangvormen voor thuis. En de volgende afspraak is nu gemaakt. Ik vind het fijn om zo een eindje met iemand op weg gaan tot ik niet meer nodig ben omdat het steeds meer vanzelf gaat. De les is ervaren als een ‘mooi, vrolijk en vrij uur.’
Het is al aan het kiemen, zie je het niet?

Dinsdag 7 januari
Kom op verhaal in 2014

Dit eerste blog van het nieuwe jaar gaat over betrouwbaarheid. Wat kan dat beter duidelijk maken dan een verhaal?
Ik zat eens in de trein richting Amsterdam en had een afstempelkaartje bij me. De conducteur kwam, zag en stelde vast dat ik niet had gestempeld. Ik zat er dus lelijk frauduleus bij, al was het echt per ongeluk. Ik was het stomweg vergeten. Nu loop ik rond met een ov-chipkaart maar dat moest toen nog uitgevonden worden. Ai, ai, ik was er gloeiend bij met dit heterdaadje! Tot mijn verbazing streek de conducteur zijn hand over zijn hart en gaf mij slechts een milde berisping en daarmee nieuwe stempelkansen. Toen hij zijn contròleronde wilde hervatten, kon ik het niet laten om hem de volgende vraag te stellen: ‘Hoe komt het dat u mij gelooft? Ik had toch ook kunnen liegen?’ Hij glimlachte en zei: ‘Mevrouw, de mensen die fout zitten geven altijd een hele grote mond.’
Nu gebeurt dit mij natuurlijk niet meer. En ontzettend handig dat je geld terug kunt vragen als je niet uit-checkt. Maar wanneer was dat ook alweer?


Foto: Dirk Aart Rodenburg

 

Oudejaarsdag 2013
Dag aan dag

Mijn laatste blog van dit jaar en daarna ga ik er vrolijk mee verder. Het is voor mij een mooi verteljaar geweest. Vierentwintig optredens waar ik met veel plezier naar terug kijk en waar ik veel van heb opgestoken. Niet alleen oefening baart kunst. Optreden ook!
Mijn mooiste avontuur was op Kerstavond. In Hal 25 in Alkmaar Overstad was een groot Kerstevenement, georganiseerd door kunstenaar Kees Bolten en zijn team.
KERST(H)AL was een enorme fabriekshal, waar die avond ook de glas-in-lood ramen van de vroegere Don Bosco kerk met een spectaculaire licht- en muziekshow opnieuw tentoongesteld zouden worden aan het publiek, compleet met filmbeelden, organist, koor en theater. En daar, op die plek, stond aan de zijkant een rood-wit schaftkeetje met een bouwlamp erin, een tafel, een stoel en een paar krukjes.
Daar was deze verhalenverteller de hele avond schaduwverhalen aan het vertellen voor wie er langs kwam. Er was een gezin bij met een jongen die stralend zat te luisteren en me bijna een staande ovatie gaf na afloop. Terwijl ik mijn verhaal afrondde omdat de opening van de ramententoonstelling begon, was Kees Bolten al bezig om met luid klokgelui aan weerszijden van de keet tonnen aan touwen door de ruimte te laten vliegen. In elke ton zat een spotlight en het jongetje dat net bij me was uitgestapt begon vrolijk achter deze lichtcirkels aan te rennen.
Ik heb nog nooit zoiets prachtigs gezien en Kees moest zich goed concentreren tijdens het touwtrekken om die tonnen uit de buurt van het hoofd van de jongen te houden. Een kunst op zich!


Ramen voormalige Don Bosco kerk, foto Noordhollands Dagblad


Dit is’ m! Oftewel Kom op verhaal in de keet. Foto: Hal 25

 

 

Dinsdag 17 december 2013
Bewogen

Bij het spelletje Mikado haal je een stokje van een berg andere stokjes af, zonder ze te bewegen. Ieder stokje dat je zo binnenhaalt, mag je houden todat je af bent omdat er iets in de stapel beweegt. Dan is de volgende aan de beurt. Waarom schiet deze gedachte haar nu te binnen? vraagt ze zich af terwijl ze het podium betreedt.

Ze gaat letterlijk de planken op. Durft ze het wel? Is ze goed genoeg? Heeft ze haar zenuwen genoeg onder contròle? Ze heeft hard gerepeteerd en is inmiddels ervaren genoeg om te weten dat ze van tevoren haar stem niet hees moet oefenen. Het is haar stem, niet haar galeislaaf die met een zweep het door haar opgelegde ritme van de trommelslagen moet volgen.
Dan is het zover. Ze doet het goed, is goed bij stem, weet alles en staat heerlijk te zingen.
Het publiek is blij en zij ook. Op de helft een korte pauze met een hapje en een drankje.
Haar innerlijke criticus is er ook. Een oude bekende, helaas geen goede. Deze keer neemt hij de vorm aan van een goed bedoelende bezoekster die tussen twee slokjes door meent haar te gaan moeten coachen, niet gehinderd door ook maar enige zangpodiumervaring.
‘Je moet wat meer stil staan als je zingt,’ zegt ze, ‘dat komt veel professioneler over.’
Naar waarheid legt ze de bezoekster uit dat ze het juist fijn vindt om te bewegen tijdens het zingen. Dat het delen wat ze mooi vindt belangrijker is dan professioneel over willen komen. Maar het is al gebeurd. Haar blik wordt wazig…stemmen…stemmen van vroeger…’Zit stil! Doe niet zo raar! Doe eens rustig! Doe eens normaal! Sufferd! Blinde vink! Wat ben jij nou voor een ei? Stomme donder!’ (met of zonder slaan, dat wist ze nooit)
De bezoekster neemt nog een slok witte wijn. ‘Hoor je me wel?’ vraagt ze terloops terwijl ze haar vijfde hapje pakt. ‘Nee, ‘ antwoordt ze, terwijl ze weer tot haar positieven komt. ‘Niet echt.’
Na de pauze zingt ze moeiteloos de sterren van de hemel. De hele zaal swingt de pan uit en ze nodigt iedereen uit om met eigen stem en tonen het slotnummer mee te zingen.
En haar innerlijke criticus? Die zit op de voorste rij stralend en met ingehaakte armen mee te zingen dat het een lieve lust is. Want ze ziet hem niet.

 

Dinsdag 10 december 2013
Verstaat u mij?

In kinder- en jeugdseries werd en wordt heel wat afgelachen door misverstanden en mensen die elkaar, soms letterlijk, niet verstaan. Opa Knots uit de serie ‘De familie Knots’ nam altijd de aftrap bij telefoongesprekken met: ‘Hallo, wie spreekt mij?’
Zelf lag ik tijdens een HAVO-schoolkamp helemaal in een deuk toen een vriendin me uitlegde dat ik iets totaal verkeerd had verstaan. Er was een leuke jongen van een andere school die aan mij vroeg: ‘Hoe heet je ook alweer?’ Het was nogal rumoerig in dat gebouw dus ik verstond: ‘Wat vind je van het weer?’ en ik zei: ‘Nou, wel lekker.’ 

Eenmaal terecht gekomen in de volwassen wereld was het soms noodzakelijk om elkaar goed te verstaan. Als ik klassen kinderen door de drukke straten van Amsterdam loodste, op weg naar gym of zwemmen. De moeders van deze kinderen spraken allemaal dezelfde ruige volkstaal en ik was vol bewondering over de kundige manier waarop ze elkaar voor rotte vis uitmaakten om het daarna met diezelfde passie voor elkaar op te nemen. Het ging er soms heftig aan toe maar ze verstonden elkaar.
Op de Pedagogische Academie waar ik op zat werd altijd gezegd: ‘Als je orde kunt houden in Zaandam en Amsterdam, kun je het overal.’ Of dat klopt weet ik niet maar zowel in mijn onderwijs- als vertelwerk zocht en zoek ik altijd naar leuke, positieve en creatieve eigenschappen van mensen om samen uit te kunnen komen bij de taal die iedereen verstaat: de taal van het hart.


 

Dinsdag 3 december 2013
Verrassing!

Op vrij korte termijn werd ik via een vertelcollega uitgenodigd om een prachtig verhaal te komen vertellen op landgoed Beeckestijn in Velsen-Zuid. Het land daarom heen wordt beheerd door Natuurmonumenten en de opzichter had het idee geopperd om diner-arrangementen met een verhalenverteller te gaan organiseren. In overleg met twee collega’s namen we ieder een avond voor onze rekening en stemden de verhalen goed op elkaar af. Samen met mijn vriendin die wel zin had in een leuke avond en ‘hoofd logistiek’ was vanwege het bezit van een auto, passeerden we vuurkorven en lichtjes langs het voetpad naar het koetshuis, waar het publiek al aan het dineren was. Links van ons zagen we een groot, wit kasteel dat net als het koetshuis sprookjesachtig werd verlicht. We werden hartelijk ontvangen door de manager en nadat ik alles had verkend en voorbereid, kreeg ik een seintje dat ik mocht beginnen.
Zelfs de pannen op het vuur hielden hun adem in…
Want hoe begin je? Wat zeg je dan? Tegen een zaal met mensen die ik niet ken, die mij niet kennen, die elkaar als gasten niet kennen?
Ik gooide mijn voorbereide praatje overboord en vertelde de mensen gewoon wie ik was en dat het mij als binnenkomer het leukst had geleken als ik uit een taart was gesprongen.
Bij een meneer links van mij verscheen een brede lach op zijn gezicht en die is er niet meer af gegaan. Het werd een sfeervol verteloptreden waarna deze meneer en zijn echtgenote graag mijn kaartje wilden ontvangen en informeerden of zij mij misschien ook konden boeken? Misschien wordt het nog wat, die taart…

Dinsdag 26 november 2011
Zeventig maal zeven maal vergeven?

In een brief aan mijn moeder heeft mijn tante ooit eens geschreven over mijn logeeravonturen bij haar. Haar zoontje was mijn speelkameraadje die soms wilde buien had. Op een dag scheurde hij een boek van mij kapot. Mijn tante vond dat ik daarom het recht had om hem een klap te verkopen. Daar zag ik de zin en het nut niet erg van in (toen al) en als gemoedelijke kleuter besloot ik hem ruimhartig te vergeven.
Ondertussen is in de loop van de jaren dit vergevingsbeleid een beetje aangepast. Ik ben nog steeds vergevingsgezind maar daar hangt nu een prijskaartje aan. Iemand moet er spijt van hebben en het goed willen maken door voortaan zorgvuldig rekening met mij te houden. No cure, no pay. Ik vind het ook prachtig om mensen te vertrouwen. Zolang blijkt dat ze dat verdienen. Daarom vind ik het verhaal van Jozef en zijn broers zo mooi.
Ze dumpen hun irritante, verwende broertje in een put en maken zo de levensvreugde van hun vader kapot. Als ze Jozef later terug zien als onderkoning van Egypte, herkennen ze hem niet en speelt hij een spelletje met ze om te testen of ze nog steeds bereid zijn om een broer af te schrijven voor eigen belangen. Maar ze offeren Benjamin niet op omdat ze dat hun vader niet willen aandoen. Pas dan maakt Jozef zich bekend en is hij in staat om ze te vergeven. Ik vond dit als kind al slim, redelijk, broervriendelijk en moedig.
Zo ontroerend hoe Jozef en zijn oude vader elkaar na zoveel jaren weer in hun armen konden sluiten. Dat hij voor zijn dood nog meemaakte dat Jozef dus niet dood was.
En tot het moment dat zijn latere familieleden in opdracht van een vreselijke farao bouwplaatsen op geslagen werden, leefden ze nog best een hele tijd lang en gelukkig.


Foto: Marion van der Vaart, Rebup Art

 

Zondag 17 november 2013
Bakkie troost

Gisteren zag ik in de binnenstad van Alkmaar de deur van Breedstraat 45 open staan. Net achter het oude stadhuis. Dat was de deur van ‘Schenk Troost!’, een nieuwe winkel van ‘Buro Troost’ die gisteren voor het eerst open ging.
Dorine Dokter ontving ook mij hartelijk met koffie en gebak en ik bewonderde de mooie lichte ruimte met een hele lange houten tafel en de smaakvolle artikelen die ze vanaf nu zal gaan verkopen, naast de verliesbegeleiding die zij geeft. Het is haar bedoeling dat de winkel een platform wordt van troost op het gebied van alle mogelijke verlieservaringen. Samen met Beatrijs van Oorschot ga ik in overleg met Dorine een schrijf/zangworkshop organiseren: Het lied van de Troost en op vrijdagavond 11 april as. stelt zij deze ruimte beschikbaar voor mij om een muziek/poëzie/verhalenavond te houden over troost: Geen woord teveel.


Foto: Marieke van den Houten

 

Dinsdag 5 november 2013
Nieuwe verhalen

Nadat ik twee verhalen heb geschreven voor Sprookjeswandelingen, is het succes zo groot dat ik na overleg met de pr-contactpersoon twee nieuwe verhalen ga schrijven. Eentje voor in de kerstvakantie en één voor de voorjaarsvakantie. Ze worden verdeeld over vier dagen met in totaal acht wandelingen. Twee per middag.
Het eerste verhaal heet ‘Heksje Hoeplakee en de gestolen ijskristallen’ en de tweede ‘Heksje Hoeplakee en de Waterkoning’.
Ook in deze verhalen voor kinderen van ± 4 t/m 8 zal doorklinken hoe kostbaar schoon water is en dat we daar natuurlijk zuinig mee om willen gaan. Binnenkort staan ze op de agenda. En de kinderen mogen natuurlijk weer meetoveren:

‘In het paleis van koning Winter staat een grote, witte kast. Daar zitten ijskristallen in. Dat zijn sneeuwvlokken die over de aarde uitgestrooid worden zodat de kinderen lekker in de sneeuw kunnen spelen. Maar als de koning de deur van de kast open doet, schrikt hij zich een hoedje! Alle kristallen zijn weg, foetsie! Zal heksje Hoeplakee ze terug kunnen vinden? Helpen jullie mee?’


Na afloop gingen de kinderen nog even heksie spelen in de takkenhut. Genieten!

Woensdag 30 oktober 2013
Iedere ster is er één

Kent u dat verhaal van die jongen in India die nog levende zeesterren terug gooide in zee? Een oude man stond het een tijdje aan te zien en zei tegen de jongen: ‘Het zijn er zoveel. Je kunt ze toch onmogelijk allemaal redden?’ ‘Nee,’ zei de jongen, ‘maar deze wel.’

In het dagblad Trouw stond deze week een uitgebreid artikel over de massademonstraties in de jaren negentig tegen de kruisraketten. Ik liep ook mee. In Alkmaar, Amsterdam en met geheven fakkel bij een legerbasis in Steenwijk. Daarbij droeg ik de button: JE HOEFT NIET AAN EEN BOOM TE HANGEN OM EEN EIKEL TE ZIJN. En die krengen zouden er niet in komen!  Ze werden toch stiekem gestationeerd en de geldverslindende krengen die ze kunnen droppen komen er ook gewoon in. Hebben we het dan voor niets gedaan? Die beslist niet effectieve button heb ik inmiddels weggedaan en ik vind nog steeds dat massavernietigingswapens geldverspilling zijn.
Hoe maak ik nu letterlijk werk van mijn protest hiertegen? Dit is het geworden:
Mijn vertelbedrijf richt zich doelbewust op het leefbaar maken van de samenleving. Op initiatieven en samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid. Door mee te doen met duurzame acties, door samen met waterbedrijf de PWN mensen en kinderen door spannende verhalen in aanraking te brengen met de schoonheid en kostbaarheid van de natuur en schoon water. Op de homepagina kunt u lezen welke maatschappelijke organisaties vanaf januari al ondersteund zijn door ‘Kom op verhaal’.
‘Maar je kunt toch niet álles steunen?!’ Nee, maar deze wel.


Foto: Marieke van den Houten

 

Woensdag 23 oktober 2013
Lieve heks

Dit is wat een van de kinderen zei, in één van de drie groepen die gezellig met mij door de tuin liepen tijdens de Sprookjeswandeling die ik had uitgezet bij bezoekerscentrum De Hoep. Misschien had ze zich van tevoren toch wat zorgen gemaakt. Een vertelheks? Hm…maar ze voelde zich al snel op haar gemak en vertrouwde haar vriendinnetje (of zusje?) toe: ‘Dit is een lieve heks.’ Voor de zekerheid…
Ondertussen waaide het zo hard dat de lieve heks voortdurend met haar handen haar punthoed tegen hield, die er hartstochtelijk met de wind vandoor wilde gaan en ze werd in haar zicht belemmerd door zwarte, lange haren die voortdurend haar gezicht in vlogen.
Buitengewoon leerzaam, want de volgende wandeling bond ik de woeste haren bijeen in een lange staart en de hoed ging buiten gewoon af zodat ik deze keer letterlijk mijn handen en gezicht vrij kon houden. Het was heerlijk om eerst op de magische harp te spelen en daarna met z’n allen letterlijk het verhaal en de tuin in te stappen. Na afloop gingen de kinderen het verhaal spontaan naspelen in de grote feest-takkenhut en twee kinderen wilden naar binnen om mijn verhaal nog eens lekker na te tekenen: ‘Heksje Hoeplakee en de vliegende zwammen.’

 

Dinsdag 15 oktober 2013
Nog lang en gelukkig

Dit is de naam van de verhalenbundel die speciaal voor de Dag van de Duurzaamheid is uitgegeven door Zwijsen, op initiatief van o.a. kenniscentrum Urgenda, Duurzame PABO en Greenpeace. Op 10 oktober waren er duizenden landelijke activiteiten op het gebied van duurzaamheid en geluk. Met mijn vertelbedrijf wilde ik ook een steentje bijdragen door met de Duurzame PABO in Alkmaar af te spreken dat scholen mij konden benaderen voor een verteltheaterbewerking van de verhalen uit de genoemde bundel. In heel Nederland werd daar namelijk op die dag uit voorgelezen.
Ik ben met veel enthousiasme ontvangen op de Montessorischool aan het Arkplein, waar de kinderen heel bewust bezig zijn met afval- en milieuprojecten. Ik stond in een prachtig decor van de Kinderboekenweek. Als aandenken ontving ik een feestelijke beker waar je op kunt schrijven als een schoolbord. Als ex-juf werd dat natuurlijk met gepaste vreugde door mij in ontvangst genomen. Op de versierde bedankkaart stond:

Marieke,
Jouw vertelkunsten
maken een duurzame indruk!
                                  
                                Dank je wel!
Kinderen & team
1e Montessorischool Alkmaar

 

Groep 1 t/m 4 ‘Een pakketje zon’



Dinsdag 8 oktober 2013
Het is niet waar!

Op het moment dat wij ‘s morgens de deur uit stappen, vertrouwen wij er op dat de stenen nog in de straat liggen, de bomen niet allemaal weggewaaid of omgevallen zijn en dat de zon en de maan niet met elkaar geruild hebben.
Dat zit in ons systeem. Maar wat doe je als de werkelijkheid niet meer klopt?
Daar hoorde ik een bijzonder verhaal over. Om precies te zijn, in de bus van station Zaandam naar de Vincent van Goghweg. De chauffeur vertelde dat een Haagse collega van hem naar zijn bus liep en die bleek foetsie te zijn, met passagiers en al. Niemand wist ergens van en alle medewerkers van het busbedrijf bundelden hun krachten om de vermiste bus zo snel mogelijk te traceren.
Uiteindelijk lukte het om er een verbinding mee te maken en degene die ermee vandoor was gegaan hield nog een plausibel verhaal ook.
Ter hoogte van Schiphol werd de bus door de politie van de weg af gehaald. De bestuurder was geen chauffeur. Het was een wildvreemde vent die bij het busstation een chauffeursjas en zelfs een geldkist bemachtigd had en vervolgens keurig zijn rondjes had gereden. De passagiers hadden er niets van gemerkt.
Terwijl ik het verhaal van boven opsloeg op mijn harde schijf, ontweek ik een scooter die bijna recht op me inreed bij het uitstappen en ik haalde even diep adem.
Naast me stond een jonge vrouw die ook in de bus had gezeten. ‘Wat een verhaal! Hoorde je het ook?’ Ze begon te lachen. ‘Ja ja,’ zei ze. We raakten aan de praat en ik vroeg of ze ook in de Schildersbuurt moest zijn. Nee, ze werkte bij de rechtbank. En ja inderdaad, daar liggen de wonderlijke verhalen ook voor het oprapen! Toen ze hoorde dat ik verteller ben en een blog hierover ging schrijven, stak ze ferm haar hand uit en zei: ‘Nou, u heeft er in ieder geval een fan bij!’ En proestend: ‘Misschien kom ik er ook wel in voor!’

Station Heerhugowaard, ’s morgens om 8 uur, niets aan de hand…

 

Dinsdag 1 oktober 2013
1001 lichtjes…

Maandag was het prachtig weer. Ideaal voor een ontmoetingsdag van de 1001lichtjes-partners. We waren bij elkaar gekomen in ‘Den Heyligen berg’ in Leusden.  Daar is een heerlijke tuin en een kas, waarin tafels stonden met heerlijke hapjes en drankjes. Liesbeth en Esmée Steur ontvingen ons hartelijk en we sloegen meteen aan het netwerken en uitwisselen van ervaringen. Alle deelnemers van www.1001lichtjes.nl zijn kunstenaars en kleine bedrijfjes die mooie en goede produkten maken en diensten aanbieden op het gebied van zorgvuldig afscheid nemen en rouwrituelen.
Machteld van Barchjansen vertelde over het ontstaan van Allerzielen Vondelpark, waar mensen lichtjes in bootjes kunnen zetten, Boukje Canaan maakte zichtbaar hoe zij integer fotoreportages kan maken die soms een therapeutisch effect op mensen hebben en Roos van Vugt en Madelon Revermann behandelden de kunst van het hanteren van social media en hoe Madelon naast het verdriet, ook schoonheid en troost heeft ervaren bij de thuisopbaring van haar moeder.
Wat mij het meest van de dag is bijgebleven, is de vreugde van geven en doorgeven en dat ieder lichtje het waard is om gezien te worden.

 

Dinsdag  24 september 2013
Wat gaat ze allemaal doen in dit seizoen?

Vandaag zijn de nieuwe visitekaartjes binnengekomen. Ze zien er mooi uit en zijn helemaal up to date gemaakt. Ook is mijn pagina op de website van Stichting Vertellen opgefrist en heb ik daar een nieuwe rouleerfoto naartoe gestuurd. Ik herkende mezelf niet meer in de oude foto. Afgelopen zondagmiddag liep ik voor het eerst met een groep ouders en kinderen een Sprookjeswandeling in de tuin van bezoekerscentrum De Hoep in Castricum en er zijn nu plannen om een volgende wandeling uit te zetten voor de herfstvakantie. Ik heb het gevoel in een stroomversnelling terecht gekomen te zijn en dat bevalt me erg goed dus ik ga nog even door: op LinkedIn volg ik met veel plezier de groepsdiscussies, op Twitter ontdek ik veel interessante mensen en onderwerpen om me in te verdiepen en gisteren heb ik met vriendin, stembevrijder en mededocente Beatrijs van Oorschot opnieuw een verbond gesloten om dit seizoen een of meerdere prachtige workshops op te gaan zetten. Het is mogelijk dat dit gecombineerd gaat worden met een uitnodiging die ik heb ontvangen om een muziek/poëzie/verhalenavond of middag rond troost en afscheid te organiseren in een pand in de binnenstad van Alkmaar, dat op 2 nov. as. geopend gaat worden als onderdeel van Bureau Troost. En verder vind ik het een eer om in november een congres in Haarlem af te sluiten met een prachtig lied van Huub Oosterhuis en wil de Stichting Wonen Plus Welzijn Schagen mij meer vertelworkshops laten geven over contact maken. Tenslotte komen er ook zeer interessante speelopdrachten aan op de zorg- en verpleegopleidingen waar ik als simulatiecliënt aan verbonden ben.
Gelukkig gebeurt alles niet tegelijk…
Dus nu eerst op naar de 1001Lichtjes Inspiratie/Netwerkdag, as. maandag. Ik verheug me op de ontmoetingen met de andere partners! (www.1001lichtjes.nl)

De kikkertjes hadden zondagmiddag ook veel te vertellen. Het heksje verzorgde de vertaling.


Foto: Marien van den Houten
Op naar het bijenhotel!

 

Dinsdag 17 september 2013
Kat in het bakkie

Een gevleugelde uitspraak is een uitspraak met een verhaal. Er is iets gebeurd en de mensen dragen de herinnering met zich mee door zo nu en dan een bijpassende uitspraak uit te laten vliegen en hem zo weer verder door te sturen.
Dan moet je natuurlijk wel begrijpen waar het over gaat. Een vrouw verhuisde naar de andere kant van het land en sprak daar over een grote afstand ergens naartoe. In haar oude stad begreep iedereen het als je zei: ‘Dat is een eind van hier tot aan de Westzij!’  Dat was de straat aan de westzijde van de rivier die door de stad heen liep, zoals de Oostzijde ook een begrip was. Maar in Oldenzaal weten ze dan echt niet waar je het over hebt. En Johan Cruijff grossiert in gevleugelde uitspraken. Hij vertelt een voetbaltechnisch verhaal en maakt dan zijn punt met ‘Je snapt het pas als je het begrijpt.’ De laatste gevleugelde uitdrukking die ik hier noem, was van toepassing toen ik op de katjes van een vriendin paste. De eerste keer dat ik me liet zien, was nijdig geblaas en gesis mijn deel. Toen ze eenmaal doorhadden dat ze het met brokjes en water letterlijk van mij moesten hebben, kwamen ze me charmant spinnend en kopjes gevend begroeten om de laatste kattennieuwtjes met me door te nemen. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Zondagmiddag 22 september as. : Heksje Hoeplakee en de vrolijke bijen. Hier in de tuin van De Hoep. Zie agenda!

 

Dinsdag 10 september 2013
Spiegelbeelden

In de roman ‘Ik heb je nooit een rozentuin beloofd’, van Hannah Green, komt een verpleger voor die voortdurend wordt uitgedaagd door de psychiatrische patiënten van de inrichting waar hij werkt. Ze dagen hem uit en zoeken voortdurend zijn grenzen op.
Hij wordt er gek van en houdt het werk voor gezien.
Een collega van hem doet hetzelfde werk met dezelfde mensen en heeft nergens last van.
Hoe kan dat? In het boek wordt steeds meer zichtbaar gemaakt dat de eerste verpleger bang is. Bang voor de waanzin van deze bewoners. Bang dat hij zelf gek zal worden en dat voelen ze.
De collega is niet bang en erg betrokken op de mensen met wie hij werkt. Hij wil het beste voor ze en dat is wat hij weerspiegelt in zijn gedrag.
Vrijwel alle verhalen gaan over de weerspiegeling van iemand’s innerlijk in zijn of haar woorden en daden. Soms zonder het zelf te weten. Wie heel open doet, kan dat als masker voor geslotenheid gebruiken. Wie potdicht zit, kan soms zomaar openbloeien als het sein op veilig staat. Vooral kinderen zien vaak meer van ons dan we beseffen.
Vlakbij Artiance, waar ik mijn harplessen volg, ligt theater De Vest. Daar heeft een kunstenaar een aantal weken geëxposeerd met levensgrote foto’s voor de ramen, van mensen met gesloten ogen. Jong, oud, dik, dun, ver weg, dichtbij, alles door elkaar. En in alle gezichten kom ik mezelf tegen. Dit gedicht heb ik er over geschreven:

In jouw spiegel

Ik zie je maar jij ziet…
Ik zie je vragend opkijken.
Ik zie je aarzeling.
Ik zie je afbuigen.
Ik zie je slikken.
Ik zie je stralen.
Ik zie je soms.

 

 

Dinsdag 3 september 2013
Lachwekkend

Wat ik zo bijzonder aan lachen vind, is dat het niet op commando kan. Ik heb in mijn leven heel veel rollen gespeeld maar lachen lukt alleen als ik  vrolijkheid in mezelf kan oproepen. Net als huilen. Het lijkt op aan en uit zetten maar dat is het niet. Na afloop van het spelen van emoties moet ik me altijd een tijdje afzonderen om rustig bij te komen van alles wat zich in mij heeft aangediend in dienst van het spelen. Dat geldt zowel voor vertellen als zingen en acteren. Los van het resultaat is lachen voor mij een waarde op zich. Ik heb ooit aan een toneelstuk gewerkt met een vriendin maar door allerlei omstandigheden is dat ene stuk nooit tot een uitvoering gekomen. Wat ik er nog van weet is, dat ik tijdens het repeteren regelmatig over een stoel hing te huilen van het lachen. Ik had het voor geen goud willen missen. Net als die workshop ‘Vertellen met en voor kinderen’ op de Vertelacademie in Utrecht onder leiding van Marco Holmer. Het was zeker leerzaam maar het mooiste vond ik dat ik tijdens het verzinnen van verhalen regelmatig de slappe lach kreeg met een Vlaamse collega en dat dat gewoon kon. In mijn schooltijd werd ik meer dan eens de les uitgezet omdat ik niet mocht lachen en hier was het normaal en droeg het juist bij aan het leren door het enorme plezier dat ik had. En de vraag waarmee ik naar de workshop ging, kreeg op deze manier vanzelf een antwoord. Want wat doe je als verteller als kinderen erg druk worden en uit hun dak gaan? Simpel. Gewoon dat moment laten gebeuren en als jij rustig bent, dan zullen zij het ook worden. Tenzij je natuurlijk de slappe lach krijgt.

 

Dinsdag 27 augustus 2013
Het allereerste gedicht

Er zijn in de loop van mijn leven al heel wat gedichten mijn pen uit gerold. Volgens professionele schrijvers is schrijven een vak en gaat het in de eerste plaats niet om aanvallen van inspiratie maar om vakbekwaamheid. Maar dat boeit me niet.
Ik begon gewoon omdat het eruit moest. Zoals ik ook zing. Zoals ik ook emoties in rollen speel. Voor mij is het goed en wat mensen daar van vinden, mogen zij weten.
Ik ontdekte ook dat samen schrijven fijn is. Als het klikt tenminste, met mensen die op mijn zenuwen werken kan ik helemaal niets, ook niet schrijven.
Ik kwam in contact met een groep kunstenaars op het gebied van poëzie en beeldende kunst. Ze maakten deel uit van een moderne Protestantse wijkgemeente waar ik ook kind aan huis was en nog steeds ben. Er werden Bijbelse thema’s gekozen uit dat duizendjarige boek vol literatuur over moord, doodslag, vurige liefde en soms die unieke, troostende, koele en zachte Aanwezigheid voor zielen die zich moederloos alleen kunnen voelen.
Het nieuwste thema is De Schepping. Vanaf september is onze expositie te zien in de hal van wijk- en kerkelijk centrum De Blije Mare in Alkmaar Noord.

Vanavond komen we bij elkaar en worden alle kunstwerken letterlijk uit de doeken gedaan, net pakjesavond. Ik heb een Scheppingsdrieluik gemaakt in dichtvorm en gisteren heb ik het gereed gemaakt voor de presentatie en ingelijst.
En dit is de eerste…

             Schepping

 

 

            Hoe komt het toch

            Dat ik jou zie

            Zoals je bent

 

            Dat ik jou neem

            Zoals jij bent

 

            Hoe komt het toch

            Dat ik niet ben

            Wie ik ben

 

            Zonder jou?

 

 

 

 

  

Dinsdag 13 augustus 2013
De schoonheid van de natuur

Het werkelijke leven speelt zich af tussen onze bedrijvigheid door, schreef John Lennon in een helder moment. Zo kwam ik een mooi staaltje van opvoeden tegen tussen het zwemmen en weer naar huis gaan. Kleedhokjes hoorspel:
‘Pappa, wat staat daar?’ 
‘Dat vertel ik je wel als je wat groter bent.’                                                                                                                       
‘Maar ik wil het nu weten. Wat staat daar?’
‘Homo.’
‘Homo. Wat is dat?’
‘Dat is een man die met een man vrijt. Of een vrouw met een vrouw.’
‘Maar dat kan toch niet?’
‘Waarom niet?’
‘Dat is niet natuurlijk.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat het in de natuur niet voorkomt.’
‘Ja hoor, het komt wél voor in de natuur.’

In Rusland klinkt nu een heel ander hoorspel. Daar is een wet aangenomen die kinderen moet ‘beschermen’ tegen homoseksualiteit. Het gevolg van deze wet is dat kinderen daar nu angstig en in onveiligheid leven omdat hun ouders of andere familieleden in elkaar geslagen worden als zij tegen deze wet protesteren. De politie staat er lachend of zwijgend bij. Daarom voelen mensen zich zelfs gedwongen om met hun gezin het land te ontvluchten. Russische toestanden.

‘Mamma, wat lees je daar?’
‘Dat vertel ik je wel als je wat groter bent.’
‘Maar ik ben nu al groot. Wat lees je nou?’
‘Maar de grootste daarvan is de liefde.’

 

Dinsdag 6 augustus 2013
Leiding nemen of geven?

Vorig jaar kreeg de zorgvraag spelersgroep waar ik deel van uitmaak een training op het ROC Horizoncollege Alkmaar, afdeling Zorg. Om alle aspecten van gedrag en communicatie de revue te laten passeren, stond de training in het teken van ‘De roos van Leary’. Daarin wordt schematisch aangegeven hoe en op wat voor manieren mensen invloed op elkaar uitoefenen en welke (vaak onbewuste) strategieën er worden gebruikt om doelen te bereiken. Zo zijn er leiders die teveel verantwoordelijkheid nemen en volgers die hun eigen leiderscapaciteiten liever meer ruimte zouden willen geven. En er bestaan ook rolstoelpatiënten die regeren als Nero’s door effectief in te spelen op schuldgevoelens in hun omgeving. Het is voor mij een boeiend terrein omdat er voortdurend beweging in zit. Mensen kunnen nooit volledig in hokjes worden ingedeeld omdat ze verschillende petten dragen. In het verhaal ‘Ciske de rat’ is zijn moeder een verschrikkelijke heerseres (boven-gedrag) terwijl ze zich in haar afhankelijke rol van minnares laat vernederen (onder- slachtoffergedrag). Wat minder extreem: Als ik les geef, geef ik leiding aan een groep. En in de stoel van de tandarts doe ik braaf mijn mond open en volg de aanwijzingen van de tandarts die de leiding heeft. Want hij heeft meer verstand van gebitten dan ik. Dat vind ik een goede reden om leiderschap van iemand te accepteren: omdat hij of zij weet wat er nodig is om iets goed te laten verlopen. En een goede leider ziet en gebruikt die capaciteiten ook binnen zijn of haar team.
Maar wat moet ik daarmee als ik met mijn gespeelde halfzijdige verlamming gewassen moet worden door een bloednerveuze eerstejaars die dat voor het eerst doet?
Door bewust ‘laag in de roos’ te gaan zitten. Haar of hem te zien als die fijne zuster of broeder die mij goed gaat helpen in plaats van te ‘helpen’ door te laten voelen dat ik alles beter weet. Bij hen het beste van zichzelf naar boven laten komen.

 

Dinsdag 30 juli 2013
FOUT!

Een paar jaar geleden behandelde ik jongeren en volwassenen voor dyslexie, waarbij naast motorische oefeningen, ook geschreven werd.
Ik liet de cursisten iedere week schrijven in een dagboekschrift. Daar haalde ik dan stukjes tekst uit waar ik oefeningen op maat bij ging maken. We deden ze dan gezellig samen, ze oefenden het thuis en we sloten het tenslotte af met een dictee. Ze gingen goed vooruit en er kwam geen enkele rode streep of goedkeuringskrul aan te pas. Ik zorgde er alleen maar voor dat ze uitsluitend het goede woordbeeld te zien kregen.
Vroeger wist onderwijzend personeel niet dat je fouten erin brandt door het lekker in te gaan wrijven met rode pen-geknoei, dwars door de tekst van een leerling. Zo respectloos.
Zo kwam ik laatst een opstel tegen van mijn moeder. Zij had in haar zwierige, regelmatige en verbonden handschrift een verhaal geschreven over een gezin dat op een avond bezoek krijgt van een speelman. Ze was toen zestien. Het verhaal eindigt in een mooie sfeer maar daar heeft de juf met schuim op de lippen en een venijnige pen wild doorheen zitten krassen. Misschien hield ze niet van een mooi einde. Mijn dyslexie-lessen eindigden in ieder geval wel mooi: de tiener die ik had geholpen belde me na een paar weken op om te vertellen dat ze glansrijk door haar examen gekomen was. En ik kon het niet laten om te roepen: ‘Wat GOED!

 

Dinsdag 23 juli 2013
Dichtbij en ver weg

Babietjes worden gekoesterd en dicht tegen vader en moeder aan gehouden als ze eenmaal zijn gearriveerd. Als het meezit. Dat is voor ieder mens het begin van het avontuur van het eigen leven. Ook tijdens het ouder worden blijft een goede balans in nabijheid en afstand belangrijk. Ik heb ooit tijdens een training de opdracht gekregen om ‘Stop!’ te zeggen als iemand me naderde. Of ik riep het al als iemand bij wijze van spreken nog op de gang was, of ik kreeg het benauwd omdat ik het te laat had gezegd omdat ik niet onaardig wilde zijn. Ik heb er veel aan gehad want nu weet ik hoe het werkt en handel ernaar. En het is zo verrassend eenvoudig. Goed naar je gevoelens luisteren maar dan moet je ze natuurlijk wel eerst leren kennen! Als een goede vriend of vriendin. Hee, hallo gevoel, ben jij er ook? Kom er eens lekker bij zitten en vertel eens…

 

Dinsdag  16 juli 2013
Waarom, hoezo?

Voor beginnende bedrijven staan meteen hele goede coaches klaar die graag raad willen geven. Advies nummer één is: Focus! Werk met plezier en houd je doel voor ogen. Advies twee: kijk vooral naar wat je mensen te bieden hebt. Wees behulpzaam en inlevend. Zelf koop je immers ook alleen bij mensen die je vertrouwt…
Voor mij was het goed om stil te staan bij het focussen. Waarom stond ik ooit voor de klas? Omdat ik kinderen wilde laten leren. Waarom vertel ik nu verhalen? Omdat ik het leuk vind. Goed antwoord. En er is nog iets. In mijn leven ben ik heel veel situaties tegengekomen waarbij het tussen mensen mis ging omdat ze elkaar niet goed begrepen of elkaar niet konden bereiken. Dat is niet uniek want de meeste boeken zijn hiermee volgeschreven. Mensen die uitsluitend in harmonie met elkaar leven halen de uitgevers en de kranten niet. Aan het eind van zijn leven schreef John Lennon over lekkere soepjes maken en brood bakken.
Wat niet wegneemt dat miscommunicatie veel pijn kan doen en dat elkaar of elkaars vertrouwen verliezen misschien voorkomen had kunnen worden als er meer wederzijds begrip, vertrouwen of inzicht was geweest. En het zijn vooral kinderen die de klos zijn als het mis gaat tussen volwassenen. Door scheidingen of vormen van misverstaan die uitlopen in grote of kleine oorlogen. Mijn vertelbedrijf heet ‘Kom op verhaal’. Met mijn verhalen mogen mensen even op verhaal komen en zien, herkennen, horen en beleven dat het soms ook anders kan. Dat je met onverdeelde aandacht, liefde en begrip wel degelijk een wereld van verschil kunt maken. In mijn vertelworkshop over contact maken, vertelde een vrouw die zorg verleende dat het vaak de gewone momenten zijn die haar werk bijzonder maken. Dat een meneer zegt: ‘Ha Ineke, wat fijn dat jij me vandaag komt helpen!’
Kleine en grote verhalen over toewijding, bezieling en het opkomen voor menselijke waardigheid. Ik zal ze blijven vertellen. Daarom en vandaar.

 

Dinsdag 9 juli 2013
Andere tijden

Er zaten twee meisjes op de fiets. Het ene meisje zei: ‘Je haat me, hè…, je háát me, hè! Je HAAT me, hè?! Het andere meisje liep ondertussen rood aan en schreeuwde terug: ‘Nou, goed dan, als je het weten wil: JA!!’ Waarna ze gierend van het lachen de berm inreden om zich in het gras te laten vallen. De vriendschap tussen mijn vriendin Els en ik kon wel een stootje hebben toen we vijftien waren. In sprookjes en verhalen zijn het sterke emoties die mensen en dieren ertoe bewegen om op weg te gaan. Het gevoel dat het zo niet langer kan. Er moet iets gebeuren. Op weg naar anders, beter, of vanuit een onvervuld verlangen.
Ik volg met veel belangstelling de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van een snel veranderende samenleving. Zelf ben ik zowel thuis als op school opgevoed met: in de eerste plaats gehoorzamen, wij weten wel wat goed voor jou is, vooral goed je best doen en hard werken en dan komt alles vanzelf in orde. Gelukkig hield ik me daar niet altijd aan, ook niet in mijn werk. Sommige kinderen waren als de dood voor gymtoestellen. Daar waren ze op vorige scholen over- en doorheen gejaagd in het mee moeten komen met de groep. In de lessen die ik naast de vakleerkracht gaf, liet ik de kinderen vrij spelen in de gymzaal. De bok werd een paleis, het klimrek een spannend sprookjesbos of een piratenschip waar de matrozen hoog in klommen om te zien of er al land in zicht was. Dat verzonnen ze zelf. Of ze gingen hutten bouwen. Het stond niet in het leerplan maar ze huppelden wel zingend die gymzaal in. Ik onderschrijf de visie dat de nieuwe volwassenen in een nieuwe tijd ook nieuwe vaardigheden nodig hebben. Met een schoolsysteem dat ieder kind helpt om het beste uit zichzelf te halen. Met mijn verhalen wil ik daar ook graag aan bijdragen.

 

Dinsdag 2 juli 2013
Zomaar

Soms ontstaat iets vanzelf.  Zoals dit stukje. Ik heb geen idee waar ik nu over ga schrijven en laat me volledig verrassen. Als het goed is komt nu boven borrelen waar ik mij mee bezig houd. De gedachten over de dingen die ik belangrijk vind. Ja, laat ik daar eens fijn op ingaan. Wat is voor mij belangrijk? Het eerste wat bij mij opkomt is: de weg vinden. Dat is een belangrijk thema in mijn leven. Letterlijk. De weg vinden. Vanmorgen ging ik op kraamvisite in de Waalstraat maar ik stond bij hetzelfde huisnummer in de Maasstraat. Ik ben iedere keer weer vol bewondering over mijn vermogen om ergens totaal verkeerd aan te komen. Gelukkig is mijn levenspad tot nu toe bezaaid met engelen en ja hoor, naast mij stond een mevrouw te lachen om mijn verbouwereerdheid toen er niet opengedaan werd. Ze dacht: wat moet die nou voor de deur van mijn buurvrouw? (vertelde ze later) En zei: ‘Kom maar, ik fiets wel een stukje met je mee.’ Ik bedankte deze wegwijsengel natuurlijk uitvoerig en vertrouwde haar met een zucht toe dat ik op het moment dat ik voor de hemelpoort kom te staan, nog in staat zal zijn om met een blij hoofd rechtstreeks de hel in te lopen. Waarop ze zei: ‘Nou gaat u wel heel ver, mevrouw!’

 

Dinsdag 25 juni 2013
Onversneden

Gistermiddag opende ik met een Sprookjesoptreden een verhalenweek in ‘t Rekerheem, een Zorgcentrum bij mij om de hoek. Met de activiteitenbegeleiders had ik afgesproken dat belangstellende bewoners zelf sprookjes zouden kiezen die ze graag nog eens wilden zien en horen. In hun meest pure vorm om zo het feest van herkenning optimaal mogelijk te maken. De keuze viel op De Chinese nachtegaal, Repelsteeltje, Het lelijke jonge eendje, Vrouw Holle en De nieuwe kleren van de keizer. Er was een glanzend doorzichtig gordijn opgehangen met een jagerspet en andere sprookjesvoorwerpen erin. Daarvoor stond een tafel met een kleurig kleed en een kussen waarop een kroon lag, omringd door smaragden en diamanten…En een poef met een rood muiltje, dat ook door mij als klomp gebruikt werd waarmee de boer het lelijke jonge eendje uit het ijs bikte om hem later naar zijn kop te gooien toen het arme beest tegen de boerin en haar kan melk aanvloog. We hebben erg van de verhalen genoten en het was voor mij verrassend dat een mevrouw met een rollator na afloop terugkeerde om haar geleende rode pump van de poef af te halen. Meestal gebruik ik sprookjeselementen in mijn verhalen maar het was nu juist bijzonder om ze helemaal in hun oorspronkelijke staat te vertellen. Het was dan ook geen toeval dat ik bij het einde van ‘Het lelijke jonge eendje’ de grondtekst van Andersen liet horen: ‘Van zoveel geluk had ik niet kunnen dromen toen ik nog het lelijke jonge eendje was!’

 

Dinsdag 18 juni 2013
Op adem komen

Toen ik dertien was, lag ik in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam te herstellen van een zware operatie. Ik zal u verdere medische details besparen maar ik had 72 hechtingen dus ze zijn wel een tijdje met me bezig geweest. Toen ik uit de intensive care kwam, herstelde ik snel omdat ik jong was en na drie weken kon ik thuis gaan revalideren.
Maar zover was het nog niet. Op een dag werd er een meneer naar binnen gereden en het kwam zo uit dat we een tijdje met z’n tweeën op zaal lagen. Ik had al een licht zuurstofkapje maar hij nog de zware omdat hij pas geopereerd was, geen flauw idee waaraan, maar we lagen op cardiologie dus het zou ook wel met het hart te maken hebben. Hij kon niet praten. Maar ik wel! Afgezien van verpleging en bezoek (o, al die lieve schatten die de moeite namen om mij te bezoeken 🙂 bestond de dag uit het spellen en tellen van kaarten, bomen, rode daken en een woud van zigzag-antennes. Dus begon ik van alles aan die geopereerde meneer te vertellen. Over mijn poes, over thuis, school en de dingen waar ik van hield. Hij zei niets terug. Dat kon ook niet want hij was nog heel zwak en dat grote zwarte zuurstofmasker bedekte bijna zijn hele gezicht. We sliepen ook veel op een dag.
Soms aarzelde ik of ik iets zou vertellen. Dan dacht ik: wordt die man nou niet hardstikke gek van dat kind dat maar tegen hem aan zit te blaten?
Tot die ochtend dat zijn bed opeens weg was. Dat heb ik goed onthouden. Zo voel je een band met mensen en hup, het volgende moment zijn ze uit je leven verdwenen. Mijn moeder kwam bij mijn bed zitten en vertelde me dat mijn kamergenoot naar een andere afdeling gebracht was en dat het goed met hem ging. Ook namens zijn vrouw wilde hij me heel erg bedanken want hij had enorm genoten van mijn verhalen toen hij nog helemaal voor Jaffa lag. Het had hem door de moeilijkste dagen heen geholpen.
Lachen was voor mij nog niet mogelijk om de wonden te ontzien maar wat was ik zielsgelukkig met dat bericht. Ik koerste in het contact met die meneer volledig op mijn gevoel en ik had het dus toch goed gedaan! En gelukkig heb ik hem niet aan het lachen gemaakt want echt, dat doet verschrikkelijk zeer. Een vriendinnetje stuurde heel lief een brief met moppen…ha haha! AU! Haha AU au…hi hihi…oef…

 

Dinsdag 11 juni 2013
Op verhaal komen in de Zorg

Gisteren gaf ik op een ROC in Schagen een vertelworkshop aan een examengroep van twintig volwassenen, die een tweejarige verkorte opleiding in de Zorg hebben gedaan. Het thema was: Contact maken in zorgsituaties.
Ik begon met een lekke band. Ik zei: ‘Mijn band is lek.’  Daarna nodigde ik de groep uit om mij dat op verschillende manieren te laten zeggen en daarbij goed te letten op toon en lichaamshouding. Ik zei het dus verdrietig, boos, vrolijk, verlegen, gefrustreerd, onverschillig en agressief. Zo maakten we zichtbaar dat de manier waarop een boodschap gebracht wordt, soms meer bepalend is voor onderling contact dan de woorden zelf. Het voordeel van deze oefening was, dat de groep mij zo een beetje leerde kennen en dat er ook gelachen werd om de snelle gedragswisselingen rond één en hetzelfde zinnetje. De toon was gezet. We doken daarna het verhaal in, waarna de studenten in groepjes schrijfopdrachten kregen die ze later aan elkaar presenteerden. Tenslotte verzamelde ik trefwoorden over de mooiste en moeilijkste contactmomenten die ze hadden meegemaakt en nodigde ik drie studenten uit om hun eigen verhaal nu aan de hele groep te vertellen of voor te lezen. Dat was een heel bijzonder moment, voor zowel de groep als de twee aanwezige docenten en toen ik later in de trein alle ingeleverde verhalen las, was ik diep onder de indruk van wat deze aanstormende professionals aan het papier hadden toevertrouwd. Recht uit het hart.

 

Dinsdag 4 juni 2013
Deus ex machina

De schurken gaan er schaterend vandoor en de geknevelde held of heldin staat het water letterlijk tot aan de lippen. Er is geen ontsnappen mogelijk. En dan………komt er opeens een engel nedergedaald die de zaken even recht gaat zetten. Een prachtig voorbeeld hiervan is het verhaal achter de Portugese gelukshaan. Een man is op weg naar Santiago de Compostela en doet een dorpje aan. Daar is hij op de markt getuige van een diefstal, waarna hij zelf beschuldigd en veroordeeld wordt. Op het moment dat hij de strop om krijgt, vindt er een Deus ex machina plaats via de lunch van de rechter.
In oude toneelstukken daalde er letterlijk een kooi of ‘machine’ naar beneden, van waaruit de beslissende slag werd toegebracht, of het verlossende woord gesproken.
In ons eigen leven zal het er wat minder spectaculair aan toe gaan maar ik ken verhalen van mensen die iets meemaakten en achteraf zeiden: ‘Hoe is het mogelijk dat nét op dat moment…’ Zo fietste een Zeeuws meisje tijdens de watersnoodramp in 1953 naar familie toe om daar te logeren toen ze opeens haar moeder indringend in haar hoofd hoorde roepen dat ze terug moest keren. Ze aarzelde maar keerde toch om, zonder te weten dat doorfietsen haar dood zou betekenen. Ik heb ook het boek van Kees Momma gelezen: ‘En toen verscheen een regenboog’. Toen iemand hem vroeg waarom hij voor de voorkant een regenboog had getekend, zei hij: ‘Omdat er in mijn leven altijd wel iets of iemand was, waardoor ik weer door kon gaan.’ Dat wist het publiek vroeger natuurlijk ook wel na zo’n voorstelling: een mensenleven kan soms wonderlijk verlopen maar het is en blijft mensenwerk.

Dinsdag 28 mei 2013
Stapje voor stapje

Mij is verteld dat ik ooit in mijn witte aardbeienjurk vrolijk op mijn vader afwaggelde en dat hij me dan opving in zijn armen. De eerste stapjes. Ik vind dat een mooie herinnering, al is het niet de mijne. Iedere mooie herinnering aan hem is kostbaar omdat hij overleed toen ik zestien was. Uit mijn vroegste herinnering zie ik mezelf achter op de fiets zitten bij hem. Of was het een solex? Hij fietste langs weilanden en ik zong een liedje dat ik op school geleerd had. Het ging over lammetjes. Misschien dat ik daarom zo graag regelmatig de Oosterdijk opzoek, omdat ik daar even helemaal alleen kan zijn met de koeien en de schapen. Het zal hen een zorg zijn of ik er wel of niet ben en dat is weldadig. Vorige week was ik laat, waardoor ik even iets ging eten in een broodjeszaak. Er zat een groepje jongeren. Ze spraken over relatieproblemen met hun ouders. Toen ze vertrokken, kwam er een stelletje binnen. Ook problemen met een vader. Het heerste kennelijk. Ik wist niet wat zij misten en zij wisten niet wat ik miste. ‘Veilig achterop, bij vader op de fiets, vader weet de weg en ik weet nog van niets….’, zong Paul van Vliet. Toen we voor het eerst in verwachting waren, sprak ik mijn twijfels over het moederschap uit omdat ik niet kon naaien. Mijn moeder was daar een ster in maar ik kon alleen repareren. Mijn vriendin had op dat moment haar eerste in haar armen, schonk me een stralende lach en zei: ‘Gewoon heel veel van houden Marieke, de rest gaat vanzelf…’

 

Dinsdag 21 mei 2013
Niet te kort

Iemand zei me laatst dat als een bericht langer dan drie regels duurt, het op internet al niet meer wordt gelezen. Geen tijd. Nieuws, info, foto’s, meningen, tips, uitnodigingen en filmpjes razen over het scherm. Hoe kom je daar het snelst doorheen? Daar is het volgende op gevonden: afkorten en inkorten. En dan kom ik aan met mijn www.komopverhaalmetmariekevandenhouten.nl en dat laat ik nog gewoon staan ook. Ik vind het goed lezen van mijn naam nu eenmaal belangrijk. Als iemand dat niet wil, prima, ook goed. Afkortingen zijn dus handig maar hebben natuurlijk wel invloed op de manier waarop we ons presenteren. Als ik ‘Met vriendelijke groet’ lees, voelt dat anders dan ‘ vr. gr.’  Zoef, weg. Meer te doen. Of iemand heeft heimelijk de pest aan me: vrrreselijke grrroeten maar daar ga ik maar niet van uit. Verhalen worden soms ook ingedikt. Ik herinner me Jerommeke uit ‘Suske en Wiske’. Hij vertelt met brede armgebaren: ‘Jantje zag pruimen hangen – eieren zo groot – wou plukken – mocht niet – was braaf – kreeg hoed vol.’ En de Romeinse filosoof Cicero schreef zijn vriend een brief en eindigde met: ‘Ik had weinig tijd dus het is een lange brief geworden.’ Twitter bestond toen nog niet eens, een voor mij nieuw fenomeen waarin ik ook veel samengeperste taal tegenkom. Nuttige tips en goede raadgevingen die heel knap zijn verwoord, gezien het toegestane maximum van 140 tekens. Ik zou niet verder komen dan: ‘Doe het niet!’ (over alles waarvan je zelf allang al weet dat je het niet moet doen.) Of: ‘Doe het wel!’ (over alles waarvan je zelf al weet dat je het gewoon moet gaan doen.) Kort samengevat.

 

Dinsdag 14 mei 2013
Juf Marieke

Wat is het lang geleden dat ik met mijn klas kinderen in het zwembad was. Dat ik een gele, strakke broek droeg met een kort blauwwit gestreept shirtje waardoor een leerlinge riep: ‘Hee juf, je lijkt wel een Dolly Dot!’ Ach, dat onderwijs. Wat deed ik mijn best en werkte ik me een slag in de rondte. De groepen in het speciaal onderwijs werden steeds groter en de leerlingen steeds ingewikkelder. Wat voelde ik me machteloos toen een nieuwe leerling, net uit een gesloten jeugdinrichting, tijdens een les opeens de straat op rende. Ik moest kiezen: een stuurloze groep, of hem achterna gaan. Gelukkig sprong de directeur bij, letterlijk. Ik kreeg op een dag een nieuwe collega in de klas naast mij. Vers en enthousiast van een basisschool, fit en uitgerust na een lange vakantie. Na drie maanden zat ze een jaar overspannen thuis en ze heeft nooit meer een voet in een school gezet. Ik wilde een goede collega voor haar zijn maar dat was helaas niet genoeg. Mijn mooiste herinneringen zijn gekoppeld aan het opbloeien van angstige kinderen in mijn klas. Die omver gelopen waren in het basisonderwijs. Om ze zekerder te zien worden in het leren. Ze weer te zien lachen en spelen en gekkigheid uithalen met hun juf, die haar gezag ontleende aan het vertrouwen van haar groep.

 

 

Dinsdag 7 mei 2013
Gewoon doen

In Het Gulden Vlies in Alkmaar maakte ik deel uit van een groep die als schrijfopdracht kreeg: zoek een plaats in het café en schrijf een feitelijk, zintuiglijk en innerlijk verhaal over een ontmoeting. Ik vond een plekje aan een leestafel met veel spiegels en klatergouden krullen en mijn pen droomde weg…

Ik loop het café in alsof ik dit dagelijks doe maar dat is niet zo. Ik ben nooit alleen in een café, altijd samen of met een groep. Een vrouw alleen in een café? Daar slaapt de duivel tussen! En toch doe ik het en ga aan een lange tafel met tijdschriften zitten. In plaats van een zwaard boven mijn hoofd zie ik alleen maar kranten. Nu moeten er enge mannen binnen komen die iets van mij willen, die ik niet kan weerstaan en met wie ik aan het eind van de ochtend door de bosjes rol, achter de Molen van Piet. Zo is het in mijn gereformeerde jeugd immers altijd voorgesteld. Als je een lekker luchtje op deed en uit wilde gaan, was dat ook niet zonder risico’s. Huu, enge mannen…. Maar er gebeurt niets. Alle tafeltjes met kleedjes en stoelen staan loom in de stoffige ochtendzon en uit de radio klinkt zacht: ‘She ’s got a ticket to ride.’ Ik bestel een capuccino en kijk in de spiegel tegenover me. Daar lees ik een vraag in. Wat ben je aan het doen? Maar daarvoor ben ik toch niet gekomen? Dan kan ik net zo goed op Facebook gaan zitten. Wat ben je aan het doen? Zouden mensen daar nu echt naar waarheid op antwoorden? ‘Nou weet je, ik zit even te pauzeren want ik lig hier al de hele dag met opengehaalde knieën naar m’n lenzen te zoeken.’ Dan schiet ik overeind. Daar!…bij de ingang staat een man die zoekend om zich heen kijkt. Zwart, glad haar, louche blik….ik neem behoedzaam de laatste slok van mijn koffie. Zal ik afrekenen? O nee, hij loopt naar me toe! Als hij voor me staat, voel ik me net een konijn, gevangen in de koplampen. Hij maakt een galante buiging en opent zijn rechterhand, waar mijn autosleutels in liggen.

 

 

Dinsdag 30 april 2013
Op je eigen vierkante meter

‘Mens, durf te leven!’ is de titel van een schoon lied, geschreven door Dirk Witte, die net als ik opgroeide aan de Zaan. Bijna een eeuw geleden en nog steeds actueel. Ik ken het van de uitvoering van Ramses Shaffy. Het was hem op het lijf geschreven omdat hij altijd zong over vreugde, liefde en passie maar ook over eenzaamheid en verscheurend verlangen. Misschien is jezelf mogen zijn wel het diepste verlangen van ieder mens. Gekend en aanvaard worden. Gewaardeerd worden om wie je bent, in plaats van je meningen, uiterlijk of prestaties. Hoewel goed en zinvol werk ook veel vreugde kan geven. Wat dat betreft heb ik iets heel wonderlijks ontdekt. Ik sta nu ingeschreven als vertelbedrijf, heb een profiel op Twitter en LinkedIn en heb daar vermeld wie en wat ik ben. Maar het belangrijkste staat er niet. Ik speelde als kind al toneel toen ik nog niet eens wist dat daar opleidingen voor waren en ik speel al jaren rollen bij zorg- en verpleegopleidingen, ook met een 0 uren-contract bij de Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde. Daarin maak ik via toegestuurde casussen zichtbaar hoe mensen ziekte en beperkingen ervaren en wat ze nodig hebben, qua aandacht. Dat werk breidt zich steeds meer uit en ik vind het geweldig om beginnende en gevorderde studenten op weg te helpen in het vinden van een professionele werkhouding. Vooral het laten groeien van zelfvertrouwen is daarbij mijn grootste aandachtspunt. Terwijl ik dit schrijf, wordt koning Willem Alexander ingehuldigd in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik wens hem toe wat ik ook de studenten toewens en soms ook mezelf om goed bij de les te blijven: ‘Mens, durf te geven!’

 

 

 

Dinsdag 23 april
Je best doen of het beste van jezelf geven?

Op school leerde ik vooral dat ik mijn best moest doen. Ik heb heel vaak mijn best gedaan en als ik mijn best niet deed, nou, dan was het niet best. Zo werd ik door een bovenmeester gestompt omdat ik een opmerking maakte die niet in zijn script stond en een directeur schreeuwde me plotseling van achteren helemaal stijf en smeet mijn pukkel met boeken de hele gang door omdat ik eruit gestuurd was. Dat mocht hij dus wel. Ik had te hard gelachen, volgens de wraakzuchtige leraar. Gelukkig viel er dus ook wat te lachen in die tijd. Na mijn onderwijstijd en jaren van moederen, besloot ik verhalenverteller te worden. Het doel was: kijken wat er gebeurt. Er was geen enkel plan, alleen nieuwsgierigheid of ik hier gelukkig van werd. Ik begon gewoon. Het beviel goed en het breidde zich steeds meer uit, soms met vallen en opstaan. Ondertussen deed ik ook veel aan toneel, zang, expressie, schrijven en muziek. Ik kon het gewoon niet laten. Ik kwam mezelf ook tegen. Ik had een flink en breed stemregister maar was bang om hoog te zingen bij solozang. Dat wilde ik oplossen door te oefenen. Ik oefende en oefende en oefende. Totdat mijn lerares me een keer onderbrak en zei: ‘Stop! Stop met je best doen!’ Ik keek haar nietbegrijpend aan. Ik moest toch mijn best doen om…? Er viel een stilte.  Ze keek me strak, met opgeheven hoofd aan en zei zacht: ‘Laat ze maar komen…. laat ze maar naar je toe komen.’ Toen viel de munt. Vanaf dat moment ging ik zingen in plaats van voldoen aan oordelen en verwachtingen. Ik bloeide op en er was niemand die me stompte of mijn eigendommen over de grond smeet.

Ik kom uit een familie van ondernemers, clowns, kennis- en zorgoverdragers. Van alle drie heb ik wel iets. Soms vraag ik me af waar ik in deze geschiedenisketen sta. Met mijn vertelbedrijf wil ik graag een plek zijn voor mensen, waar ze op verhaal kunnen komen, maar waar ze ook sterk, vrijmoedig en vrolijk mogen zijn. Zolang ze maar niet hun best doen.

 

 

Dinsdag 16 april 2013
Het allerbeste

Op het moment dat u dit leest, is het de eerste keer dat ik de tekst zelf op de website heb geplaatst. Ik heb het beheer overgenomen van Rineke, die het een paar jaar geleden leuk vond om een website voor mij te gaan bouwen. Ik ben haar daar erg dankbaar voor en ik verbaasde me al vanaf het begin over de grote hoeveelheid tekst, foto’s, flyers en artikelen die ik aan kon leveren. Ik was al jaren behoorlijk actief.

Sinds gisteren nu ook op LinkedIn. Wat zou mijn eerste bericht naar mijn connecties worden? Een ronkend bericht over al mijn kwaliteiten? Alsjeblieft niet, dacht ik. Mijn keuze viel op de mooiste en voor mij meest dierbare haiku die ik ooit geschreven heb. Het was een zomerse natuurbeleving bij een vijver, toen we op het huis van vrienden pasten. Ik heb er ooit een prijs mee gewonnen en een onderdeel daarvan was, dat de haiku in het groot in een boekhandel te zien zou zijn. Toen ik ging kijken hoe dat eruit zag, bleek ik pal boven een plank met blotedamesbladen te hangen. Ik ben een  verbindingsmens en ik kan wel tegen een stootje, maar hier zou ik zelf echt niet op gekomen zijn. Ik ben benieuwd naar de nieuwe verbindingen die gaan ontstaan via LinkedIn en Twitter.

In mijn vertelwerk zoek ik bewust naar verdieping. Ik zou mijn vertelkunst willen inzetten om een steentje bij te dragen aan een maatschappij waar ruimte is voor iedereen, waar mensen elkaar beter leren verstaan in plaats van elkaar altijd en eeuwig de maat nemen.

Van de haiku heeft mijn man vier etsen gemaakt, waarbij hij een libel boven de tekst heeft geplaatst. We hangen nu samen boven de bank en er kijken nu minder mensen naar dan toen in die boekenzaak, maar het voelt wel een stuk beter!

 

Een libelle zweeft / door de schaduw van een web / boven het water

 


Inclusief selfie…

 

Dinsdag 9 april 2013
Ra ra, wie ben ik?

Voor een komend verteloptreden ben ik personen in mijn verhaal aan het bestuderen. Ik zal nooit kunnen luisteren naar mijn boekhouder en mijn werkuren thuis opschrijven want dit proces verloopt innerlijk en gaat met tussenpozen de hele dag door. Net als zangpartijen instuderen. Dat gaat zelfs ‘s nachts door. Dan schiet ik wakker omdat er opeens een lastige noot op de goede plek valt. Net of er een bandje doordraait op de achtergrond van mijn bewustzijn. Terug naar de studie. Wat voelt of denkt de hoofdpersoon en waarom? Ken ik dat ook van mezelf en kan ik me daar in vinden of juist helemaal niet? Roept de persoon sympathie op of juist weerstand? Een collegaverteller vertelde eens na afloop van een voorstelling dat hij tijdens de voorbereidingen de hoofdpersoon eigenlijk een irritante betweter vond, held of niet. Dat was ook te merken want de schurken glorieerden bij hem in glansrollen terwijl de held daar wat magertjes bij af stak. Gisteren zat ik op mijn fiets en leefde me weer eens in. Bij een stoplicht voor de snelweg aangekomen, wist ik opeens hoe ik iemand iets zou laten zeggen. Alleen de dosering was nog even zoeken.
Me onbespied wanend riep ik: ‘En nóu is het genoeg!’
De fietser achter me schrok zich wild en ik ben me toen maar snel gaan inleven in het verkeer.

Dinsdag 2 april 2013
Gevonden elfje

‘Wat is nu het moeilijkst van vertellen? Waar heb je het meeste werk aan?’ is een vraag die mij regelmatig gesteld wordt. Daar hoef ik niet lang over na te denken: ‘Geschikte verhalen vinden.’ Ik voel me soms net Sherlock Holmes bij het speurwerk naar passende verhalen voor een bepaalde gelegenheid. Dat is ook niet erg, ik kom daarbij veel nieuw materiaal tegen waar ik mijn verhalenschatkist mee aan kan vullen maar het kost wel tijd. Ik vind het ook fijn om verhalen zelf te schrijven, verhalen te bewerken of een goed verhaal vorm te geven in een door mij bedachte raamvertelling. Het is voor mij een taalspeeltuin, net als Twitter. De beperking van 140 tekens is voor mij een bron van creativiteit en dat geldt ook voor het pasklaar maken van verhalen. Pas op het moment dat het zich gaat ontvouwen voor en met het publiek, is het pas helemaal af.

Verhalen
laten zich
alleen maar kennen
door veel liefde voor
verhalen

Woensdag 20 maart 2013
Wereldverteldag / Fate & Fortune

IJzige windvlagen blazen me in de richting van het IJ, maar bij cultureel centrum Mezrab word ik hoffelijk begroet door Sahand Sahebdivani en zijn vader, die me naar de ingang loodsen. Ik stap naar binnen en het is nu 16.00 uur op deze World Storytelling Day. Ik zie een gezellige bar, sfeervolle verlichting, een zithoek met banken en kussens, en een podium met een groot scherm, waar druk gewerkt wordt aan een Skypeverbinding met o.a. België, Zweden, Oostenrijk en Canada, waar de vogeltjes nog maar net aan het ontwaken zijn. Straks zullen internationale vertellers hun verhalen gaan presenteren, ook via een live stream zodat iedereen het ook thuis kan volgen.
Langzaam maar zeker druppelen er steeds meer vertellers en belangstellenden binnen, die elkaar enthousiast begroeten. Melanie Plag heet iedereen welkom namens de werkgroep Wereldverteldag en terwijl de puntjes op de i worden gezet voor een goede geluidsverbinding met België, opent Marin Millenaar dit vertelfeest met een spannend Arabisch avontuur. Dan volgt Fabula met een boeiend eigen verhaal.
In onze charmante gastheer Sahand komen ook vandaag twee culturen bijeen want hij vertelt ons dat hij zowel de Wereldverteldag wil vieren, als het Iraanse Nieuwjaarsfeest. En hoe je dat nieuwe jaar ingaat, is allesbepalend voor hoe jouw jaar zal verlopen…

Philip van der Zee is inmiddels ook welkom geheten met zijn vrouw Theresia en hij vertelt over moeder Aarde, die ons zo graag cadeautjes wil geven en dat je die kunt openen met rituelen. Dan neemt Marijn Vissers het vertelstokje over. Hij neemt ons mee naar zijn werk, waar hij zich met hart en ziel inzet voor jongeren, die hun leven leiden op hun eigen manier, die niet altijd strookt met de manier van ‘de maatschappij’. Daar vertelt hij een prachtig verhaal over. Canada is nu ondertussen helemaal wakker, dus vertelt Wim Wolbrink via Skype een verhaal over broken dreams, stolen hearts and a family with a great talent.

Voorzitter van Stichting Vertellen Mirjam Mare is nu ook om 18.40 uur gearriveerd en Melanie vertelt ons dat in Zwolle de uitverkiezing van de ’Jonge Verteller Van Het Jaar’ nu ook behoorlijk spannend gaat worden. Voor de Verteller Van Het Jaar 2013 zijn de volgende meestervertellers genomineerd: Wim Wolbrink, Pauline Seebregts, Sahand Sahebdivani, Wijnand Stomp en Philip van der Zee.

Marin kan niet alleen spannend vertellen maar ook prachtig zingen en gitaar spelen. Hij zingt voor ons zijn vrolijke lied: ‘Ik ben een zeemeeuw’ en kondigt daarmee zijn dochter Meeuw aan, die ons een bloedstollend verhaal vertelt over de verschijning van een meer dan geheimzinnig meisje.

Om 19.05 uur is het geluid nu ook verbonden met de luidsprekers en Heidi Coccard uit Leuven komt vanuit België binnen met een Joods wonderverhaal. Daarna overlegt Madeleine met Fred uit het Broek, die nu zowel voor ons als voor haar en de andere vertellers in België te zien is. Hij vertelt een echt ‘Fate & Fortune’ verhaal, waarin grote en kleine levensvragen aan God worden voorgelegd, op eigen risico uiteraard. Daarna houdt Peter Liekens via Skype Scheherazade in leven met het sprookje dat hij haar laat vertellen.
En dan Anje Robertson! Ze weet een prachtig verhaal te smeden van –the wishinghat-the whale, king of the ocean-the castle of the sun-the spell-the eagle-the princess-the mirror-the old key- the new key.

Daarna voel ik me net Assepoester die het bal verlaat want morgen word ik in Heemskerk verwacht, waar ik ga vertellen, zingen en spelen voor een feestelijke en volle zaal vrijwilligers. Dat betekent: op tijd naar huis gaan om morgen fit en uitgerust te zijn. Nog snel even Frans de Vette en Raymond den Boestert begroeten en de gastfamilie bedanken voor de gastvrijheid.

Naschrift om 21.30 uur: Het was een geweldige middag en vooravond in de Mezrab, met dank aan alle medewerkers die ik niet genoemd heb, maar die deze middag met hun inzet hebben mogelijk gemaakt. Ik heb met veel plezier tussen de bedrijven door zelf ook nog een kort eigen verhaal en gedicht mogen vertellen en zingen. En de soep van Sahand’s moeder Parvin was verrukkelijk en zojuist is via Twitter het bericht binnnengekomen dat Wijnand Stomp Verteller Van Het Jaar 2013 is geworden en Marieke van Bolderen Jonge Verteller Van Het Jaar 2013.
VAN HARTE GEFELICITEERD!

Dinsdag 12 maart 2013
In het voorbij gaan

Er zat een vrouw te huilen in de trein. Ze zat schuin achter me en iets vertelde me dat het niet de eerste keer was omdat haar verdriet volmaakt geruisloos op het boeket rozen viel, dat ze op haar schoot had gelegd. Ik wist niet hoe ik moest reageren of wat ik moest zeggen. Het moment was zo teer, zo privé, de gevoelens zo krachtig, zonder een spoor van schaamte. Ze moest veel meegemaakt hebben om zover te kunnen komen.
De trein naderde het volgende station en begon af te remmen. De vrouw droogde haar gezicht met een zakdoekje, zoals je een kind opraapt dat gevallen is. Stil maar, het komt allemaal heus wel goed. Toen ze me passeerde, viel het kaartje van de rozen op de grond.
Ik raapte het snel op en reikte het haar aan. Ze draaide zich verrast om, keek me even peinzend aan en stapte even later glimlachend uit. Want wanneer gebeurt je dat nou? Dat je in een trein jezelf tegenkomt?

Dinsdag 5 maart 2013
Morgen

Het gebeurt honderdduizend keer in verhalen en soms ook in onze eigen levensverhalen. Je bent als kind iets van plan en dan gebeurt er iets waardoor de boel hopeloos in de soep loopt. De weg wordt versperd door een vuurspugende draak. Een kakelende heks draagt je smerige klusjes op en als je niet doet wat ze zegt, ga je de pan in, als dat al niet evengoed gebeurt. Je gaat blijmoedig de wijde wereld in met de droom om gelukkig of beroemd te worden en opeens hang je in een kooi om verkocht te worden door de eerste de beste rotzak die je tegenkomt. Maar gaandeweg wordt het kind groter en een stuk wijzer. In plaats van de draak te lijf te gaan, gaat het  een fijner pad volgen, zonder draak. Het laat de heks rustig in haar sop gaar koken en laat zich niet meer vangen. Het heeft de eigen weg gevonden.

Dinsdag 26 februari 2012
Geluk zit in een klein hoekje…

Gisteren heb ik in Zorgcentrum ‘t Rekerheem in Alkmaar een voorbereidingsbijeenkomst gehad met de activiteitenbegeleiders. Twee jaar geleden trad ik daar op in verband met de Wereldverteldag. Het was een succes maar alles was wel een beetje op het laatste moment geregeld door mijn nogal late aanmelding. Om wat meer mensen hiervan te kunnen laten genieten, spraken we af om een volgende keer ruim tijd te nemen voor de voorbereidingen. We gingen er dus even goed voor zitten en mijn vlag met logo werd al enthousiast ontvangen.
Het wordt een optreden voor alle senioren in Alkmaar Noord. Het thema van dit jaar is: ‘Noodlot en Fortuin’ en de titel van de voorstelling ziet u boven dit stukje staan. Ik ben al mooie harpmuziek aan het componeren en we willen de mensen graag een hele fijne vertelmiddag bezorgen, vanaf 15.00 uur op maandag 18 maart.
Toevallig ontving ik kort geleden een brief van de gemeente, met de vraag of ik als vertelbedrijf iets voor Stichting Warchild wilde organiseren. Met als gevolg dat na afloop van dit optreden de mogelijkheid bestaat om een vrijwillige bijdrage te geven voor kinderen die met oorlog te maken hebben en die uit het verdomhoekje worden geholpen. Op 24 maart zal ik dan de opbrengst persoonlijk overhandigen aan de medewerkers van radio 538 op het Waagplein.

Dinsdag 19 februari 2013
Tweet!

U voelt hem vast al aankomen…ja hoor, ik heb een Twitter-account aangemaakt en de eerste tweets zijn de lucht in gegaan. Ik heb al gekeken of ik dit elfje kon plaatsen:

kleine
ranke sneeuwklokjes
wiegen hun hoofdjes
in de zachte winter
wind

maar dat werd een doorlopende zin. Ook merk ik dat er een grote aantrekkingskracht uitgaat van ieder bericht plaatsen dat je maar wilt: over politiek, lollige opmerkingen, spontane felicitaties, over van alles en nog wat. Precies de reden waarom ik Facebook altijd gemeden heb…tijd voor bezinning dus.
Door eerst maar eens de volgende vraag aan mezelf te stellen:
Waar wil jij Twitter voor gebruiken?
Waarna een moment van spontane verlichting volgde: ‘Om ervaring en kennis vanuit mijn vakgebied te delen en me zo verbonden te voelen met anderen.’
Er komt binnenkort een koppeling van mijn website aan Twitter zodat de nieuwste updates meteen bekeken kunnen worden. Ik ga dus met mijn tijd mee maar niet de hele dag hoor want de gelukkigste momenten in mijn leven zijn tot nu toe 100% offline en daar wil ik echt niets van missen.

Zaterdag 9 februari 2013 
Een impressie

Aan mij viel vandaag de eer toe, om een verslag van deze bijzondere dag te schrijven:
(binnenkort ook te zien op de site van de Stichting)

Verslag van de ontmoetingsdag van Stichting Vertellen, 9-2-2013 in ZIMIHC, Bouwstraat 55 te Utrecht

Rond 10.30 uur ontvangt onze gastheer Sahand Sahebdivani ons in de theaterzaal, die voor deze gelegenheid is omgetoverd in een Perzisch theehuis, compleet met bloemen, kussens en kleurige tapijten.
Mirjam Mare heet ons ook welkom, samen met het bestuur van Stichting Vertellen, waar nu ook Reinou Vogel deel van uitmaakt en Esther Kornalijnslijper, die Irene vervangt als contactsecretaris. Helaas kan Mieke Aalderink vandaag niet bij ons zijn omdat ze ziek is.
Ook is er een woord van hartelijk welkom voor Madeleine, die hier aanwezig is als afgevaardigde namens het Vlaamse Van Stoel Tot Stoel.
Er volgen een aantal mededelingen over het jaarverslag, iedereen wordt opgeroepen om te stemmen op haar of zijn ‘verteller van het jaar’, en Wil Spronck laat ons weten dat de financiële situatie gezond is en dat er daarom meer geld in nieuwe initiatieven rond het vertellen kan worden gestoken.
Die zijn er volop, zoals een werkgroep Vernieuwing, die zal worden opgericht, een vertel-wikipedia waar aan gewerkt wordt, en een grotere rol voor social media.
Het thema van de Wereldverteldag is Noodlot en Fortuin. Melanie Plag roept iedereen op om de geplande activiteiten op de vernieuwde WVD-website aan te melden.
Er zal weer een internationale Skype-verbinding zijn op 20 maart a.s. in de Mezrab in Amsterdam, deze keer met een life-streamverbinding.

Nu vertelt Sahand hoe hij als 14-jarig vluchtelingjongetje in contact kwam met Anne van Delft en hoe hij is gevormd door de verhalen van zijn vader en de liederen van zijn moeder. Toen Anne hem de vraag stelde: ‘Hoe ziet voor jou een vertelplek er uit?’, hoefde hij niet lang na te denken: een druk café!
Zijn vader had een Iraans cultureel centrum opgezet in Amsterdam en daar zag Sahand voor het eerst vertellers aan het werk en ook wat dat met de mensen deed.
Het leidde uiteindelijk tot de opening van Theehuis en Cultureel Centrum Mezrab (plectrum), een vrijplaats voor vluchtelingen, kunstenaars, musici en alle wereldbewoners die van gastvrijheid, ontmoeting en een goed verhaal houden.

Om ons het verschil tussen een ‘officieel’ vertelpodium en een verhalen-ontmoetingsplaats te laten ervaren, neemt Sahand ons mee naar de koffie- en theeruimte, waar we allemaal plaatsnemen op de kussens, stoelen en tapijten. Sahand begint te spelen op zijn taar, een Iraanse luit met een lange hals, en zijn moeder begint voor ons te zingen met een stem als een stralende zonsopgang.
Sahand stelt daarna zijn vader en moeder aan ons voor: de heer Ali-Reza Sahebdivani en mevrouw Parvin Akhbari.
Onder het genot van o.a. Iraanse zoetigheden genieten we van Sahand ‘s raamvertelling, die zeer uitnodigend is om zelf ook met verhalen of liederen te komen. Tenslotte vraagt hij wat voor ons het beslissende moment was, waardoor we besloten om verhalen te gaan vertellen.

Van 12.45 – 13.45 uur houden we een lunchpauze met veel, heel veel verhalen. Er is een informatietafel ingericht over vertelopleidingen en actuele vertelzaken rond de Stichting Vertellen en er kan pr-materiaal meegenomen en/of gekocht worden voor de Wereldverteldag.

Na de pauze maken we kennis met Marijn Vissers, die vanuit zijn bedrijf ‘Impro Phondo’ door middel van improvisatietheater mensen tot groepen weet te vormen op plaatsen waar dat niet vanzelfsprekend is. Hij doet dat op een speelse, ontregelende manier onder zijn bedrijfsmotto: ‘Durf te stralen, durf te falen en heb er ook nog lol in.’
Marijn vertelt als inleiding een verhaal over een voorstelling van vluchtelingkinderen als opening van het Holland Festival, over Heracles die als asielzoeker in Athene terecht komt. Hij werkte persoonlijk aan het optreden mee en door de hilarische manier waarop hij daarover vertelt, wordt dat een voorstelling op zich.

Nu vertrekt Sahand met de helft van de groep om met elkaar in gesprek te gaan over de vraag:

‘Wat kunnen we, vanuit wat we vandaag met elkaar beleefd hebben, toevoegen aan de bestaande vertelconcepten en ons eigen vertelwerk?’

Marijn gaat hier met de andere helft ook mee aan de slag en begint met de vraag: ‘Was alles voor iedereen even boeiend vanmorgen?’ In het gesprek dat daaruit ontstaat, blijkt dat er verschillende factoren zijn die bepalen of een verhaal goed overkomt of niet.
De een voelt zich bijvoorbeeld aangesproken door een persoonlijk verhaal omdat het authentiek is, terwijl een ander liever spannende, fictieve of grappige verhalen met veel actie wil zien en horen. Uit de voorbeelden van de ochtend werd in ieder geval duidelijk dat het talent om beeldend te kunnen vertellen, een goede basis is voor het vertellen van een goed verhaal. (‘Die eenvoud….je zag het gewoon gebeuren…’)

Terwijl Marijn nog wat improvisatiespel gaat leiden met een groep zeer enthousiaste deelnemers, ben ik ondertussen bij de andere groep beland.
Sahand benadrukt dat het wat hem betreft niet gaat om de juiste antwoorden, maar om onderling zoveel mogelijk inspiratie op te doen door middel van uitwisseling, nieuwe initiatieven, kruisbestuivingen van bestaande vormen en samenwerkingsverbanden.
Naast geformaliseerd vertelwerk ook ruimte voor informele werk-, oefen- en ontmoetingsplaatsen die aantrekkelijk voor leeftijdsgroepen of alle leeftijden zijn. Ook oog en oor hebben voor de verhalen die bij mensen los komen, of, zoals Nancy Wiltink het uitdrukt, misschien wel wakker gekust…. nadat ze een vertelling hebben beleefd.

We houden nu een theepauze tot 15.30 uur.

Dan is het alweer tijd om de dag af te gaan sluiten. De heer Ali-Reza Sahebdivani vertelt volgens de Iraanse verteltraditie een fragment uit een oud Perzisch verhaal in verschillende stadia: als verteller begint hij jong-wat ouder-oud-echt oud-heel erg oud-onnavolgbaar oud.
Sahand is geen revolutionair geworden, zoals zijn ouders dat in Iran waren geweest. Toch kruipt het bloed kennelijk waar het niet gaan kan, want Sahand vertelt graag op plaatsen waar mensen zich verzetten tegen onrecht. Hij nodigt Rik Vuur uit om nog een voorbeeld van ‘revolutionair vertellen’ te laten zien. Rik maakt deel uit van Vertelcollectief ‘De jonge honden’ en hij beschrijft in geuren en kleuren, hoe hij met een verzetsgroep in Limburg letterlijk de bomen in is gegaan om kappen te voorkomen.
Sahand eindigt de dag zoals hij begonnen was: aan onze eigen Amsterdamse grachten beroert hij de snaren, en zijn moeder ons hart met een prachtig gezongen, laatste lied.

Alle medewerkers en gasten worden nu door Mirjam op passende wijze bedankt en in de bloemetjes gezet en wij hopen elkaar weer te kunnen ontmoeten op 11 mei as. waar de dag in handen is van De Vertelplantage en Twoes uit Groningen.
Met dank aan de Stichting Vertellen, die deze dag mogelijk heeft gemaakt.

Marieke van den Houten


Dinsdag 29 januari 2013
Vroeg of laat

Een verteloptreden is vaak een opening of sluiting van een evenement dat wordt georganiseerd. Of ik op tijd begin is bij een opening van een middag geen moeilijke vraag of probleem. Meestal word ik aangekondigd door een gastheer of gastvrouw en dan gaat iedereen er lekker voor zitten.
Bij een vertelling als afsluiting komen er andere zaken bij kijken.
Vorig jaar was dat bij mij het geval toen ik optrad voor een patiëntenvereniging. De verhalen vielen na het diner goed in de smaak, maar ik miste wel een kwart van de aanwezigen omdat zij op een verdieping hoger hun koffers aan het inpakken waren.
Het logeerweekend was bijna afgelopen en er waren bussen ingezet om de deelnemers op te halen, dus wilde iedereen graag op tijd klaar staan.
U begrijpt dat ik mij nu voortaan eerder laat aankondigen, want er is voor alles genoeg tijd onder de zon. Als je maar op tijd begint.



..een verstild moment…

Dinsdag 15 januari 2013
Koek en zopie

Het vriest buiten dat het kraakt, dus de schaatsen kunnen uit het vet en ik kan de winterverhalen tevoorschijn halen die bij dit jaargetijde passen. Vanmiddag ga ik ze vertellen aan EVA (Eigentijdse Vrouwen Alkmaar).
Verhalen om je aan te warmen, met zang en harpspel. Gaandeweg ontdekken dat de dagen langer worden, dat er ruimte ontstaat voor een nieuw begin.
Dat de bladeren aan de bomen plaats hebben gemaakt voor knoppen die de belofte van een nieuwe lente al in zich dragen. Voor wie het wil (of kan?) zien.

Dinsdag 8 januari 2013
Cum Laude

Zondagmorgen werd ik wakker met een nachtmerrie. Ik droomde dat ik een mondeling examen had, dat ik er een boek voor gelezen moest hebben dat ik niet kende, het was bij een leraar waar ik al jaren geen les van had gehad en ik had precies een half uur om de trein naar Amsterdam en het examen te halen. STRESSSS! Totdat ik de vogeltjes buiten relaxt hoorde fluiten en besefte dat ik ook deze dag volledig gediplomeerd wakker was geworden, wat dat dan ook mag betekenen.
De avond daarvoor had ik mijn profiel op LinkedIn bijgewerkt, misschien had het daar mee te maken. Wie op LinkedIn verschijnt, presenteert namelijk opgebouwde kennis en vaardigheden door middel van een profiel.
Na al mijn opleidingen en trainingen heb ik in ieder geval één ding geleerd: het zijn geen diploma’s die beslissende factoren zijn voor een loopbaan.
Het woord zegt het al: om je te ontwikkelen is het nodig dat je in beweging komt en nieuwe stappen durft te doen. Wie de moed heeft om dat daadwerkelijk te doen, ontvangt van mij al bij voorbaat mijn grote lof.

Dinsdag 25 december 2012
Een leefbaar nieuw jaar

Iemand vroeg me: ‘Heb je nog plannen of wensen voor het nieuwe jaar?’
Ik reageerde wat verbaasd. Ik had er geen moment bij stilgestaan.
In het afgelopen jaar ben ik goed en zinvol bezig geweest met mijn werk en daar wil ik gewoon mee doorgaan. Er is nog zoveel te ontdekken op het gebied van spelen, zingen, muziek maken, schrijven en vertellen.
Naast het grote plezier is de behoefte aan inhoudelijke verdieping ook steeds groter aan het worden. De optredens en activiteiten moeten echt ergens over gaan. ‘Hoe kan ik met mijn verhalen bijdragen aan een leefbare wereld?’ is een vraag waar ik beter mee uit de voeten kan.
En het zijn vaak de kleine dingen die daarbij het leven aangenaam maken:

Zin om ’s morgens op te staan
– Interessante ontmoetingen zonder telefoononderbrekingen
– Schone treinramen
– Goede boeken
– Tijd om ze te lezen

Vrijdag 21 december 2012
Rock around the clock tonight

De vaste cartoonist van het dagblad Trouw meldt dat er vandaag geen cartoon van hem verschijnt in verband met het einde van de wereld.
Het heeft te maken met de Mayakalender, die doorgaat tot vandaag.
De huidige Maya’s vinden het zelf allemaal grote onzin, maar kennelijk spreekt het verhaal van de ondergang der wereld tot de verbeelding.
Dat is wereldwijd te zien aan de grote hoeveelheden ingeslagen proviand in kelders, schuren en zelfs overlevingsboten.
Ik vraag me af waar die fascinatie voor het einde der tijden vandaan komt.
Misschien heeft het te maken met het besef van onze eigen eindigheid.
Dat bepaalde mensen hun onbewuste angsten overbrengen op doemscenario’s. Ik blijf er erg nuchter onder en heb tot nu toe geen aandrang gehad om extra blikjes ananas in huis te halen.
Als het mijn tijd is, dan merk ik het wel. Wie schreef dat ook al weer: ‘Als ik er ben, is de dood er niet, en als de dood er is, dan ben ik er niet.’
Ik beloof u dat er om 24.00 uur geen fluit gebeurt en als u toch besluit om het hoog nodige in te slaan, pak dan ook de EHBO-koffer voor uw ziel in, vol verhalen van moed, hoop en liefde.

Dinsdag 11 december 2012
Nieuwe ontwikkelingen

Vanmiddag vond de eerste editie van Kerst met Karin & Marieke plaats voor de Protestants Christelijke Ouderenbond in de Trefpuntkerk te Alkmaar:
‘Verhalen en liederen van hoop en verlangen’.
Het was een plezierig optreden, al blijft het werken met versterkende apparatuur een avontuur. Vanavond vertelde ik in bibliotheek de Mare vijf keer een kerstverhaal voor alle leeftijden, samen met mijn harp. Er zijn zeker meer dan 200 mensen langs geweest en ze hebben tijdens deze Kerstwandeling ook erg genoten van de activiteiten op de andere locaties.

Aanstaande dinsdag vindt de laatste avond plaats van Zingen met Harp & Ziel.
Warm aanbevolen! Het wordt een heerlijke zangavond in Kerstsfeer (zie agenda overige activiteiten). Beatrijs van Oorschot en ik gaan eind volgend jaar weer een zangworkshop organiseren, waarbij sommige elementen van Zingen met Harp & Ziel terug zullen komen, naast een nieuwe vormgeving en een nieuwe organisatie. Ik houd u op de hoogte!

Tenslotte wil ik hier vermelden dat ik met ‘Kom op verhaal’ sinds een paar weken ook ben te vinden via de website www.1001lichtjes.nl bij ‘afscheidswoorden’.

In januari a.s. komt er een ontmoetingsdag voor alle medewerkers van deze website en daarmee stap ik weer een nieuwe wereld binnen…

                                 
Foto: Esther Bonoo

Dinsdag 4 december 2012
Nicolaas de barmhartige

Voor mij persoonlijk is het al weer een tijd geleden, dat er voor de kolenkachel een paar wasmanden vol kadootjes stonden, met gedichten waar drs. P jaloers van zou kunnen worden. We waren met z’n tienen thuis, dus we begonnen op tijd. Voor mijn moeder was het Sinterklaasfeest een grote logistieke operatie, net als St. Maarten. Omdat op 11 november al het bijeengezongen snoep in pannen werd gedaan, aten we steevast zuurkool. Daarvoor werd een enorme pan gebruikt, ook wel de oceaanstomer genoemd.
Als verhalenverteller heb ik nu weer met Sinterklaas te maken. Gistermorgen vertelde ik in Haarlem Sint Nicolaaslegenden in een gezellig buurtcentrum. Toen ik ’s morgens station Haarlem uitliep, begon het voor het eerst dit jaar ruimhartig te sneeuwen. Een heerlijke sfeer om in te gaan vertellen en gelukkig had ik stevige laarzen aan, zodat ik zonder gebroken ledematen naar de plaats van bestemming gleed.
De muziekgroep had Sintspullen meegenomen en voor mij was er ook een Zwarte Pietbaret. Het stond me verrassend goed…
Maar Zwarte Piet spelen doe ik nooit meer. Daar moet je ook een beetje ondeugend voor zijn en dat gaat me niet zo goed af.
Laat mij maar lekker vertellen.

Zondag 25 november 2012
De woestijn zal bloeien als een roos

Misschien heeft u het al gezien. Bij mijn aanbod van thema-voorstellingen is een nieuw onderwerp toegevoegd. Verhalen van Palestijnse en Israëlische burgers, over hoe zij de bezetting van de Gaza-strook, Oost Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever ervaren. Verhalen van moed en hoop, over het doorbreken van patronen van wantrouwen en cynisme en een toenemend verlangen naar gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen.
Afgelopen week was ik in Heiloo. Daar vond een studieavond plaats over de ideeën van de organisatie Een Ander Joods Geluid.
Zij streeft naar vrede in het Midden-Oosten door de toepassing van het Internationale Recht op alle bevolkingsgroepen die in Israël en Palestina wonen. Dan hoeft Israël geen Palestijnen meer te onderdrukken, dan stoppen de raketaanvallen en ‘precisiebombardementen’ en dan kan iedereen eindelijk eens normaal naast en met elkaar gaan leven onder het motto: zonder recht geen vrede, zonder vrede geen recht. Shalom, Salaam!

Donderdag 15 november 2012
Een goed begin

Vanmorgen ben ik om 8.15 uur in het Horizoncollege in bed gewassen door twee eerstejaars verpleegkundigen in opleiding. Vanuit deze opdracht gaan ze de stage in om met ‘echte’ patiënten te gaan werken. Ze waren van tevoren erg nerveus. Een onbekende mevrouw in pyamagewaad is toch een andere ervaring dan oefenen met jaargenoten.
Het deed me denken aan mijn eerste les voor een klas met echte kinderen, mijn eerste verhaal dat ik vertelde, het eerste lied dat ik voor publiek zong.
Je kunt er 100.000 boeken over lezen en talloze trainingen volgen maar eens komt het moment dat je het gewoon zelf gaat doen. Ook bij mij is tot op de dag van vandaag de praktijk de beste leermeester geweest.
De twee meisjes waren blij met mijn opmerkingen over hoe ik hun zorg ervaren heb. Kort samengevat: als zij in hun werk net zo leergierig en enthousiast zijn als bij mijn bed, dan komen er twee hele goede verpleegsters bij!

Dinsdag 6 november 2012
Sterke verbeelding

Toen ik nog klein was, keek ik liever niet naar bepaalde tv-programma’s of films. Ik zal wel een gevoelige ziel zijn geweest. Bij slapsticks van Laurel en Hardy lag de hele klas dubbel om valpartijen en brokken die gemaakt werden, maar ik had met Oliver Hardy te doen als hij ongeveer vijftig traptreden naar beneden stuiterde. Ik was zelf ook een keer thuis van de trap gevallen en dat deed erg zeer. Die man zag er ook zo moe en ongezond dik uit, met kringen onder zijn ogen. Ook begreep ik niet waarom iedereen lachte als iemand van achteren werd geschopt. Ik heb iemand schoppen nooit leuk gevonden. En dan ook nog op zo’n gemene manier.
Wat vond ik dan wel leuk? Daar hoef ik niet lang over na te denken: spannende verhalen! ’ t Was nacht….stikdonkere nacht…achter een struik zaten veertig rovers….
Bijna alles was geoorloofd maar het moest wel goed aflopen want ik had net als ieder kind de taak om te groeien, dus ik had recht op een goede nachtrust.
Zelf fantaseerde ik er ook flink op los en speelde die verhalen na met vriendinnetjes, in zelfgebouwde tenten van oude gordijnen die met knijpers aan elkaar hingen.
Maar iets waarnemen wat er niet is, deed en doe ik niet. Zoals pratende bomen. Het idee!


Foto: 24-10-2012 / Marieke van den Houten

Dinsdag 30 oktober 2012
Ik ben vandaag zo vrolijk

Vanaf morgen doe ik mee aan een onderzoek van de Rijksuniversiteit in Leiden. Het is een psychologisch onderzoek over de kracht van positief denken.
Psychiaters en psychologen houden zich vooral bezig met de problemen en tekorten van hun cliënten, maar in Leiden wordt een behandelingsplan ontwikkeld, dat uitgaat van de kracht van mensen. En die kracht kan opgeroepen en gestimuleerd worden door middel van positief denken, door middel van ‘geluksoefeningen’.
Nu kan dat natuurlijk niet onbeproefd ingezet worden, dus zijn er vrijwilligers gevraagd om deze methode te testen.
Gelukkig ben ik niet depressief, hoogstens een beetje stiller als de bladeren weer massaal gaan vallen om zo te laten zien dat het leven prachtig en kleurrijk, maar ook een voortdurende oefening in afscheid nemen is.
Hoe dan ook, de komende weken ga ik iedere avond een geluksoefening doen, waarna ik een aantal vragenlijsten ga invullen.
Onder de deelnemers die meedoen tot aan de eindstreep, worden een paar geldbedragen verloot, van 100 tot 400 euro.
Als ik niet een van de gelukkigen ben, zal ik pas echt weten wat de oefeningen waard waren. Maar nu even zonder dollen: ik ben benieuwd naar dit interessante onderzoek.
Wat mij ook gelukkig maakt, is een aantal verteloptredens die in het najaar zullen plaatsvinden, naast de drie avonden ‘Zingen met harp en ziel’, te beginnen op 20 november a.s. U kunt ze vinden op de agenda.
Ik wens u voor deze week veel geluk en mooie verhalen.

Dinsdag 23 oktober 2012
Ontmoeting

Op 6 oktober jl. was er weer een ontmoetingsdag voor vertellers in een wijkcentrum in de Bouwstraat in Utrecht. De zaal waar alle vertellers bijeen komen, voelt voor mij heel vertrouwd want hij lijkt sprekend op de theaterzaal in Provadja (Alkmaar).
Deze dagen worden georganiseerd door de Stichting Vertellen, die ook hiermee het vertellen in Nederland wil stimuleren.
Ik heb met veel plezier het middagverslag geschreven. Als het is samengevoegd met het ochtendverslag, kunt u het lezen op www.stichtingvertellen.nl
Vertelkring ‘Het vijfde seizoen’ had deze dag voorbereid, met als thema:
‘De kracht van ‘oral (hi)stories’.
Het vijfde seizoen stelde ons voor aan Roza Laptander. die als wetenschapper onderzoek doet naar de taal en verhalen van haar volk, de Nenets in Siberië, die grote kuddes rendieren hoeden op de toendra’s.
We waren allemaal onder de indruk van de bewogen geschiedenis van haar volk, de prachtige beelden van de toendra’s en het vrije herdersleven met de rendieren.
Tijdens de lunch trakteerde ik op kletskoekjes, om te vieren dat ik vanaf juni een zelfstandig vertelbedrijf ben geworden. Sommige reacties waren hartverwarmend!
’s Middags zijn er door ons zelf ook nog vele verhalen aan elkaar verteld en als afsluiting vertelde Fred uit het Broek een schitterend Nenet-verhaal.
Deze verteller heeft ook het verhaal ‘De dictator en de kunst’ geschreven. Ik mocht het verhaal van hem vertellen toen ik naar de Columbus ging, de school die ik noemde in het weblogstukje van vorige week. Daarmee had ik geluk want voor een succesvolle ontmoeting met een eindgroep heb je maar één ding nodig: een goed verhaal.

Dinsdag 16 oktober 2012
Hallo wereld! (thema en vertelopdracht Kinderboekenweek)

Afgelopen vrijdag was ik uitgenodigd om met verhalen de Kinderboekenweek op de Columbus, een basisschool voor Dalton onderwijs, af te sluiten. Om 8.30 uur was ik in Heerhugowaard en om 9.00 uur startte het eerste verhaal. De kinderen hadden samen met de juffen prachtige vertelplekken voor me ingericht en mijn vriendin Karin Dijkstra, die cultuurcoördinator op de school is, had van tevoren aan mij doorgegeven waar alle groepen de laatste week mee bezig geweest waren.
Er was bijvoorbeeld veel contact geweest met de Kunstuitleen en er was veel aandacht voor vorm, technieken, architectuur en verschillende kunststromingen zoals de COBRA-groep in de unit met oudste kinderen.
Dankzij een grondige voorbereiding met de school, sloegen de vijf verteloptredens goed aan bij zowel de kleuters als de eindgroepen.
Ik herinner me, dat ik ooit op de boot naar Texel zat en doodzenuwachtig was, omdat ik voor het eerst vier verhalen ging vertellen tijdens een vertelfestival waar ik verder niemand kende.
Nu vertelde ik van 9.00 – 13.00 uur vijf verhalen, vijf keer een half uur, voor vijf verschillende leeftijden, aan ± 250 leerlingen en ik vond het geweldig
Door twee pauzes, een half uur, en later een uur, was het prima te doen.
Herstellend van een luchtweginfectie, vreesde ik nog wel een beetje voor mijn stem maar de kinderen waren als muisjes zo stil, waardoor ik het kon redden met klank in plaats van volume.
Ik kijk met ontzettend veel plezier terug naar deze dag en ben nog steeds onder de indruk van de manier waarop de verhalen werden verwerkt.
Er is door een meisje zelfs een stripverhaal van gemaakt!

Dinsdag 9 oktober 2012
De groeten

Op het moment dat ik de deur uitstap en iedere keer weer blij verrast ben dat mijn fiets er nog staat, roepen de afscheidnemers: ‘En doe je de groeten aan ….?’ Ondertussen organiseer ik mijn vertrek met kabel, voor- en achterlicht, controleer ik preventief de positie van mijn sjaal, waarvan de kwastjes altijd om mijn fietsbel willen draaien, waardoor ik niet meer overeind kan komen zonder langzaam gewurgd te worden en roep: ‘Ja hoor, zal ik doen!’ Om het vervolgens straal te vergeten.
Dan word ik de volgende morgen wakker en denk: hee, moest ik niet iemand de groeten doen? Om me heilig voor te nemen het alsnog te doen, bij gelegenheid, en als ik dan bij die tweede kans op het punt sta om te zeggen: ‘Hee, je moet nog de groeten hebben van……’ vertrekt er net een trein, springt er een hoestende hond tussen, begint de maandelijkse ochtendsirene te loeien, of ik vergeet de naam van degene die de groeten deed. Nee, het gaat me niet makkelijk af.
De hoogste moeilijkheidsgraad is: ‘Ja, doe ……. maar de groeten van me, maar waarschijnlijk kent ze me alleen van de naam die ik had toen ik nog niet getrouwd was, namelijk….’
Toch is het idee best gezellig en het is beslist geen onwil van me, maar in deze tijd van moderne communicatiemiddelen is het allemaal niet zo bijzonder en nodig meer als vroeger, toen ze het moesten doen met troubadours, trekschuiten, paarden en postkoetsen. Wie nu iemand persé wil groeten, heeft mij daar niet voor nodig.
Weet dus waar u aan begint als u na afloop van een verteloptreden afscheid van mij neemt. Met een hartelijke groet.


Dinsdag 25 september 2012

Ongelogen

Vandaag heb ik een voorlichtingsbijeenkomst bezocht bij de Kamer van Koophandel.
Het ging over het verschil tussen inkomsten- en omzetbelasting. Dat klinkt misschien heel saai, maar dat was het niet. Er waren aardige mensen om in de pauzes mee te praten en de belastingmannen die ons lieten zien hoe het allemaal werkt, hadden ook leuke verhalen meegenomen. Mensen verzinnen werkelijk alles om te voorkomen dat ze op fraude betrapt worden. De slechte ondernemers dan, want goede ondernemers draaien goed en hebben daarom niets te verbergen.
Liegen kost ook veel tijd en energie die je beter voor je zaak kunt gebruiken.
Het werkte soms op mijn lachspieren. Zo was er het verhaal van een horecameneer, waar de belasting een schrift vond met het opschrift: ‘Zwarte orkesten’.
De man gaf als verklaring dat het om Surinaamse musici ging. Waarop de inspecteur zei: ‘Daar trappen zelfs wij van de belasting niet in, meneer.’
Tijdens de hele presentatie werd duidelijk dat er binnen de belastingwereld veel mensenkennis wordt opgebouwd. Gelukkig zijn de meeste ondernemers serieus en betrouwbaar. Logisch. Als je klanten wilt, heb je een naam hoog te houden.
Zelf hanteer ik ook een goede graadmeter in mijn ontmoetingen met mensen in het vak dat ik uitoefen: aan de vruchten herkent men de boom.

Terschelling, dinsdag 18 september 2012
Op goed geluk

Met het zand nog in mijn zilte haren, groet ik u na een fikse strandwandeling, vanaf een luie stoel. Terwijl even verderop konijntjes in het gras dartelen, leg ik met een zucht mijn boek neer.
Het overkomt iedereen wel eens, denk ik. Je zoekt een boek uit om mee te nemen op vakantie en denkt na een paar bladzijden: dit boek ga ik niet uitlezen.
Hoe zou dat toch komen?
Op de achterkant las ik dat de schrijver een aantal legenden in zijn verhaal had verwerkt. Dat had me moeten waarschuwen. Een verhaal schrijven is iets anders dan legenden verwerken.
Ik ga straks de bibliotheek van Midsland maar een bezoekje brengen.
Toch blijft die vraag me bezig houden. Waarom spreekt het ene verhaal wel aan, het andere niet?
Misschien is het schrijven van een goed verhaal wel net als met geluk:
“Geluk overkomt je. Al het andere is bedacht.” *

* Freek de Jonge


Dinsdag 11 september 2012
Kalief worden in plaats van de kalief

Met veel plezier denk ik terug aan de verhalen van Iznogoedh, een hooggeplaatste dienaar, die er zijn levenswerk van maakte om de kalief van zijn troon te stoten. Het hield hem actief en in beweging, hij had daarmee zijn levensdoel gevonden.
Daarbij ging het niet om het werk of de verdiensten van de kalief voor zijn volk, maar om de positie, de macht en de rijkdom die dat met zich mee zou brengen.
Iznogoedh genoot niet van zijn positie van grootvizier, toch ook niet gering, en met bijbehorende privileges en een goed gevulde beurs.
Hij is niet de enige. Ik kan geen verhaal bedenken waar zo’n type niet in voorkomt.
Er zijn er veel van en het zit ook wel een beetje in ons allemaal.
Hoe vaak gebeurt het niet bij kinderen, dat ze tijdens een schoolreisje denken dat het in de bus vóór hen veel leuker is?
En wie kent deze spreekwoorden niet:
‘Het gras bij de buren is altijd groener.’
‘Met de hand naar de hemel reiken.’
‘Het hebben van de zaak, is het einde van het vermaak.’
In onze maatschappij is zelfs onze hele economie gericht op groei en meer willen hebben.
Werken, consumeren, werken, nog meer consumeren, nog meer werken, nog meer consumeren. Vermoeiend.
Ik ben geen Boeddhist, maar het uitgangspunt dat alles wat je nodig hebt, er al is, vind ik rustgevend. Regelmatig de stilte opzoeken, er gewoon maar zijn en waarnemen waar het werkelijk om gaat, geeft mij meer energie dan funshoppen in een druk muzak-winkelcentrum.
Ik heb nog niet verteld waarom ik Iznogoedh zo grappig vond in zijn pogingen om kalief te worden in plaats van de kalief.
Omdat het mislukte. Omdat het altijd mislukte. Je zag het gewoon aankomen.
Het was een natuurwet waar je van op aan kon.

                                          

Dinsdag 4 september 2012
Alles op z’n tijd

Ik vind het een geruststellende gedachte dat mijn hart gewoon blijft kloppen als ik slaap.
Dat de zon precies weet wanneer ze op moet komen en dat de dag vanzelf overgaat van de avond in de nacht. Er springen nu meteen weer allerlei volkswijsheden als kikkers door mijn hoofd: met tijd en stro rijpen de mispels (over geduld), zij weet tijd en tij te kavelen (het juiste moment kiezen).
De tijd van vakantie is voorbij en de voorbereidingen voor nieuwe voorstellingen zijn in volle gang. Ik zou u op de hoogte houden over het nieuwe logo en dit lijkt me het goede moment om het te presenteren, met dank aan twee anonieme kunstenaars die mijn basis-idee als volgt hebben uitgewerkt en vormgegeven:

Dinsdag 28 augustus 2012
Als je haar maar goed zit

Voor Assepoester was het duidelijk hoe ze naar het bal zou gaan. Haar schitterende kleding was bij de service van de fee inbegrepen.
Op de terugweg had ze er ook geen omkijken naar want het verdween gewoon en toen ze thuis kwam had ze weer haar gewone kloffie met gaten aan, met bijpassende versleten schoenen.
Voor vertellers, op weg naar een verteloptreden, is het een beetje anders.
Maar het is wel een punt van aandacht: wat trek je áán?
Als ik de blits wil maken door een betoverende jurk aan te trekken, of binnen te schrijden met een pijpenkrullenpruik, hoog boven mijn staatsiegewaad, zal de aandacht waarschijnlijk meer naar mij gaan dan naar het verhaal dat ik heb meegebracht.
Dat ligt dus niet voor de hand. Maar wat dan wel? En hoe zit het met de kleuren?
Zie ik het allemaal wel, of voorkom ik dat ik bijvoorbeeld als een kameleon met een rood jasje voor een knalrood gordijn ga staan?
Ook hier is een goede voorbereiding het halve werk. Hoe ziet de ruimte er uit?
Is het gemoedelijk, deftig, kunstzinnig, zakelijk, zwart-wit, kleurig of plant-aardig?
Planten staan er soms zo dorstig bij dat ik wel eens de neiging heb om een gieter van huis mee te nemen.
Komt het publiek vrijwel zeker in smoking en avondjurk, of zit er straks een groep bont verklede kinderen voor aanvang gezellig met elkaar te tetteren?
In mijn kleding zal ik in ieder geval herkenbaar zijn voor mijn publiek, of ik nu opkom als het monster van Loch Ness of gewoon als… mezelf.


Dinsdag 21 augustus 2012
Stemmen

Wie een instrument bespeelt, is vertrouwd met het regelmatig stemmen van de gitaar, viool, klarinet, en ga zo maar door. Ik stem mijn harp meestal een keer in de week en soms een gevoelige snaar tussendoor.
Voordat een klassiek concert begint, volg ik meestal aandachtig het stemmen-ritueel van de instrumentalisten. Alles blaast, strijkt en toetert door elkaar heen en toch weet iedereen precies de juiste toon te vinden. Dat heb ik als kind al heel knap gevonden want voor mij klonk het als één veelbelovende klankenbrij met de boodschap: Let op! Straks gaat er iets gebeuren!
Zangers dragen hun stem als instrument met zich mee en zijn er vaak zuinig op door niet te roken, niet hard te schreeuwen of op de tocht te staan, helemaal als ze er hun brood mee willen verdienen. Eén koutje en je kunt je optreden in Ahoy wel vergeten.
Mijn eigen stem hou ik soepel door dagelijks te zingen volgens de methode Jan Kortie, waarvan de basis plezier in zingen is.
Ik heb ook jarenlang zanglessen gevolgd om het hogere register te verkennen en die oefeningen zijn nog steeds erg nuttig om in vorm te blijven.
Bij verteloptredens is een ontspannen, open en heldere stem prettig om naar te luisteren, ik loop dus altijd te zingen van tevoren.
Ik gebruik ook -zelf samengestelde- verzamelcd’s met heerlijke meezingers, de nummers oplopend in zanghoogte. Want dat moet je rustig opbouwen. Voor een breed stembereik is het beter om een half uur met plezier te zingen, dan jezelf een uur lang door verplichte zangoefeningen heen te beuken.
Als ik Joling’s ‘Ticket to the tropics’ moeiteloos mee kan zingen, weet ik genoeg.
Tenslotte: niet alleen mijn stem is instrument, maar ik ben dat zelf ook.
De stille concentratie vlak voor een optreden zorgt ervoor, dat er geen valse ruis, afleiding of andere hindernissen hoeven te komen in het contact met het publiek.
Want het is uiteindelijk de toon, die de muziek maakt.

Dinsdag 14 augustus 2012
Verhaal op maat

Zet mij neer in het centrum van een willekeurige stad en ik zal meteen op zoek gaan naar boekwinkeltjes. Liefst van die smalle, waar je letterlijk met je neus in de boeken staat en waar je je absoluut niet moet omdraaien als je een rugtas draagt. Ik heb namelijk ooit op die manier per ongeluk een halve etalage laten instorten. De eigenares kwam meteen aanhollen: ‘Niets aan de hand! Niets aan de hand!’ Ze is heel vriendelijk en we kennen elkaar goed omdat ik al jaren een vaste klant van haar ben, ik kon dus een potje bij haar breken… Gelukkig was er niets beschadigd.
Naast bibliotheken snuffel ik graag rond in boekenzaken om die ene verhalenbundel tegen te komen die ik nog niet ken. Er zijn miljoenen verhalen, maar ook voor vertellers geldt: ‘Wie de schoen past, trekke hem aan.’ Ik vertel immers alleen verhalen waarmee ik uit de voeten kan.
Soms moeten ze wat ingelopen worden, of ze zijn juist soepel, feestelijk, avontuurlijk of vertrouwd, maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze tot leven komen op het moment dat ik ze samen met het publiek om ga zetten in beelden.
Afgelopen week was het raak: drie bundels in een antiquariaat. Indische, Noorse en Boeddhistische sprookjes. Balsem voor de ziel.

Dinsdag 7 augustus 2012
Logisch

Of het nu Albert Heijn is, the Fashion Corner of de Hema: een beetje bedrijf heeft een logo. Het is de vlag op je schip en laat in één oogopslag zien wat voor bedrijf je bent.
Het luistert nauw, zo’n ontwerp, dus voor ‘Kom op verhaal’ zit ik al enige tijd te broeden, samen met een mevrouw die hierin gespecialiseerd is (in logo’s ontwerpen).
Het basisidee heb ik bij haar ingeleverd en nu zijn we het samen aan het uitwerken.
Daar komt veel bij kijken: duidelijkheid is goed, maar niet te want dan wordt het weer te massief of te saai of te star. Er mag ook beweging en speelsheid in de lijnen zitten, zolang ik mezelf er maar in kan blijven herkennen.
Ik vind het heel spannend, we naderen het eindproduct. Ik houd u op de hoogte!

Dinsdag 31 juli 2012
Helemaal naar Vinkenveen…

‘In een rijtuigie..’ hoor ik Leen Jongewaard als ondeugende Opa uit ‘Ja zuster, nee zuster’ zingen, nu ik de eerste woorden van dit stukje schrijf. Want ik was er, in Vinkenveen, op een mooie zomeravond ‘Onder de linden’. Een zomerpodium onder de vleugels van Elza Vis, collega en bezield vertelster. Het was op vrijdagavond 20 juli jl. De vertellers waren Elza, Joke Dekker, Gerrie Stevenhage en ondergetekende. Tussendoor speelde ik harpmuziek, wat verrassend veel klank opleverde in het gras en onder de bomen. Mijn Ravenna is gemaakt van berken- en essenhout, ze voelde zich kennelijk thuis tussen al dat hout om haar heen. En ze heeft de krant gehaald. U kunt haar bij mijn publicaties (zie menubalk) en via onderstaande link bewonderen, naast de mooie foto van Elza die haar vertelbedrijf ‘Binnenste- Buiten’ regelmatig op de kaart zet door het organiseren van o.a. deze prachtige vertelavonden.
Het publiek was zeer enthousiast en ik heb zelf ook erg genoten van de verhalen. Ik vertelde over de zoektocht van Theseus naar de Minotaurus, in dat verschrikkelijke labyrint onder het koninklijke paleis op Kreta.
En hoe hij dankzij prinses Ariadne in dit gevecht uiteindelijk aan het langste eind heeft getrokken.

Klik hier: Zomerpodium Vinkenveen 2012

 

Dinsdag 10 juli 2012
Met andere woorden

Dit keer geen weblogstukje maar een gedicht. Gevonden in een schrijfblokje in mijn tas, tijdens een treinreis richting Harderwijk. Net toen ik met dit stukje wilde beginnen.
Misschien herkent u er wel iets in. Helden bestaan immers niet alleen in verzonnen verhalen.
Maar laat mijn gedicht maar voor zichzelf spreken. Ik wens u een fijne zomer.
Het volgende stukje verschijnt in de eerste week van augustus. Met het formulier van de website ben ik tot die tijd niet te bereiken, wel via komopverhaal@gmail.com

Moed

Angst houdt vast.
Angst houdt klein.
Angst wil niet veranderen.
Angst laat niet los.
Angst durft niet.
Angst schiet altijd tekort.
Angst is bang als de dood

voor nieuwe wegen,
vrijmoedig leven
buiten de benauwde,
afgesloten en schijnveilige muren
van het eigen gelijk.

Dag Angst,
het ga je goed.


Dinsdag 3 juli 2012
Taalspeeltuin

Eens per maand ben ik regelmatig te vinden in het Shodo-schrijfcafé in Het Gulden Vlies, in het centrum van Alkmaar. Onder leiding van Christine de Vries worden er verschillende oefeningen gedaan op het gebied van creatief en reflectief dagboekschrijven. Er zijn dan ongeveer 25 vrouwen die zitten te schrijven en hun werk (zonder commentaar van de luisteraars!) aan elkaar voorlezen. Onder het genot van verse muntthee of een lekkere capuccino, heerlijk! Voor mij is het een uitje waar ik veel energie van krijg en er wordt ook veel gelachen (zie ook de Shodo-link op mijn site).
Er zijn zo ontzettend veel mogelijkheden om je met woorden en taal uit te drukken.
We spreken er aan tafel ook wel eens als gezin over, over hoe moeilijk het soms voor buitenlanders is om onze taal te begrijpen. Zo noemde onze jongste zoon (19) de volgende zin: ‘Als graven graven graven, graven graven graven.’
Als variatie op: ‘Wat Kan kan, kan Kan alleen.’
En toen ik nog klein was, was deze een topper: ‘Toen moeder aan de was was, zag zij zeven vliegen vliegen. Er was ook een bij bij.
Maar het mooist is natuurlijk de vertaalmisser, zoals dit pareltje:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Nederlandse premier Gerbrandy te gast bij Winston Churchill. Tussen de besprekingen door maakten Churchill en Gerbrandy een wandelingetje. Churchill keek om zich heen en zei: ‘Spring is in the air.’
Waarop Gerbrandy antwoordde: ‘Why should I?’

                                                   

Dinsdag 26 juni 2012
Nieuw jasje

Als je een modezaak of C&A bezoekt en voor de spiegel staat rond te draaien in een pantalon die helemaal voor jou gemaakt lijkt te zijn, denk je misschien: maar daar hoort dan ook een bijbehorende blouse of overhemd bij. En als, heel wat haakjes verder, de blouse bevalt en ook nog lekker zit, kijk je naar beneden: hmm.., tja, die schoenen kunnen eigenlijk ook niet meer.
Zo is het nu ook een beetje met mijn website. Vanaf vandaag heb ik de homepagina aangepast bij het vertelbedrijf dat ik inmiddels ben geworden.
Ik heb nu het gevoel dat de vlag de lading beter dekt en ik heb met veel plezier aan de tekst gewerkt.
De vergelijking met kleding vind ik heel toepasselijk. Je bent immers een gelukkig mens als je je plezierig in je werk kunt bewegen.


Dinsdag 19 juni 2012
Nieuwe initiatieven

Misschien heeft u het al gezien? Bij de link ‘Verhaal op maat’ heb ik iets nieuws toegevoegd. Het gaat over afscheid nemen. Vanaf heden bied ik de mogelijkheid om ondersteuning te bieden bij het maken van een afscheidstoespraak voor een dierbare overledene.
Ik heb het eerder een keer aangeboden als vriendendienst en dat werd enorm gewaardeerd, ook door het positieve resultaat. Vandaar dat ik er nu ook vanuit ‘Komopverhaal’ werk van wil maken.
Iemand wil bijvoorbeeld graag een toespraak maken, maar weet niet goed waar te beginnen of waar te eindigen. Of hoe en waar emoties daarin een plaats kunnen krijgen.
Aan de hand van vragen die ik stel, verzamel ik alle belangrijke gegevens en help met het ordenen en vormgeven van het persoonlijke verhaal.
Vervolgens kan de toespraak tijdens de plechtigheid rustig worden voorgelezen, omdat het uiteindelijk de eigen woorden van de spreker zijn, die naar voren zullen worden gebracht.

Het tweede initiatief is, dat van alle ‘Komopverhaal’-facturen 10% van het nettoloon naar een goed doel gaat. Met bijvoorbeeld het boeken van een verteloptreden kunt u mij inspireren door een goed doel te noemen, dat volgens u wel een extraatje kan gebruiken.
En zo wordt mijn werk steeds leuker!
Tenslotte: aanstaande donderdagavond is er weer ‘Zingen met harp en ziel’ in De Terp in Oudorp.(Zie: agenda overige activiteiten.)
Er zijn al veel aanmeldingen maar er is nog volop ruimte, ook voor nieuwe deelnemers.
Wilt u na de zomer meer van dit soort activiteiten, dan horen Beatrijs en ik dat graag van u via de mail of het contactformulier van deze website.
Bij voldoende belangstelling gaan we dan een nieuwe serie maken en/of een workshop organiseren. Graag tot ziens!

Dinsdag 12 juni 2012
In vuur en vlam

Afgelopen zaterdag hebben toch tientallen bezoekers de gure wind en regenvlagen getrotseerd om te komen kijken en luisteren naar de vertellers en muzikanten in diverse hofjes in de binnenstad van Haarlem.
Ik heb de samenwerking met verteller Rudolf Roos en muzikanten Kees van Boxtel en Josette Pangels als heel plezierig ervaren. Helaas werd ‘In den groenen tuin’ voor ons ‘In den tochtigen hal’, maar we hebben er met vereende krachten iets moois van gemaakt!
Mijn, in alle opzichten, onbetaalbare webmaster Rineke kwam ook nog even gezellig langs.
Voor wie er niet geweest is en toch wil genieten van een mooi vertelprogramma, is het alsnog mogelijk om een prachtig verteloptreden van ± vier vertellers te gaan beleven.
Het zal plaatsvinden in een prachtige, ruime tuin in Bergen, rond een vuur dat tijdens de verhalen zal branden.
Deze avond wordt georganiseerd door Ria Nagel, die met haar Ankerplaats in Ursem mogelijkheden biedt voor rust, bezinning en ruimte voor aandachtspunten binnen verschillende levensgebieden.
Deze avond is de laatste bijeenkomst in de serie aarde, water, lucht en vuur, waarbij een zo breed mogelijk publiek welkom is.
Zodra de flyer klaar is, zal ik hem van Ria ontvangen en op de agenda plaatsen. Wat ik al weet:
De datum is zaterdag 30 juni as.
De plaats is een mooi atelier/vakantiehuis aan de Voert in Bergen: Ailanthus
Er is een toegangsprijs, met lager tarief voor kinderen (het bedrag is nog niet bekend maar komt in de flyer te staan).
Aan mij is de eer toegevallen om ook een verhaal te gaan vertellen, waar de vonken van af spatten…


Woensdag 6 juni 2012
Ondernemend type

Hoewel ik geen mantelpakje met hoge hakken heb aangeschaft (altijd het bonnetje bewaren..), ben ik vanaf vandaag zelfstandig ondernemer. Het moest er maar eens van komen. Ik ben nu een aantal jaren bezig met spelen, vertellen en zingen en de opdrachten beginnen steeds groter en afwisselender te worden.
Wat als hobby begon, is een beetje uit de hand aan het lopen. Niet dat alles opeens met bakken tegelijk binnenkomt, maar er zit de laatste jaren wel een gestage groeilijn in en er zijn een aantal mooie en grote opdrachten voor het komende half jaar binnengekomen.
Vanmorgen heb ik dus een boeiend oriëntatiegesprek gehad met een medewerkster van de Kamer van Koophandel. Ze checkte meteen of ‘Kom op verhaal’ een vrije bedrijfsnaam voor mij is en dat is het geval. Ik mag mijn vertelbedrijf nu dus ook officieel ‘Kom op verhaal’ noemen en zo ben ik nu aangemeld en als verse ondernemer welkom geheten bij de belastingdienst.
’t Is nog even wennen. En nu meteen maar de eerste belangrijke stap doen: gebak halen.


Dinsdag 29 mei 2012
De Kunstschatten van Schalkwijk

Op zaterdag 27 oktober a.s. vindt in Haarlem de opening van dit evenement plaats. Een kunstproject, georganiseerd door de Stichting N’goma Kongo (N’goma is een trommel). Afrikaanse kunst en cultuur in de vorm van schilderijen, beelden, foto’s, verhalen, poëzie en muzikanten. Op zaterdag 3 november a.s. wordt de manifestatie afgesloten.
Mede-organisator Stichting De blauwe Kom heeft mij uitgenodigd om op zondag 28 oktober a.s. samen met andere vertellers Afrikaanse verhalen te komen vertellen.
De mogelijkheid bestaat om in contact te komen met een beeldend kunstenaar om verhaal en kunstwerk aan elkaar te verbinden. Dat lijkt me geweldig! Het zal de tweede keer zijn dat mijn werk gecombineerd wordt met een andere kunstvorm:
Ik heb ooit een haiku geschreven en daar heeft mijn echtgenoot een ets bij gemaakt.
We hangen nu al jaren gezellig samen ingelijst in de huiskamer:

Een libelle zweeft
door de schaduw van een web
boven het water

Ik heb het geschreven toen we op het huis van vrienden pasten. Het was zonnig en warm en ik zat met pen en papier in een rieten stoeltje aan de rand van de vijver. Toen zag ik de libelle zweven, boven ragfijne draadjes in de schaduw. Sterker nog: het waren er twee en ze vlogen pal naast elkaar.
Maar nu weer terug naar het koninkrijk Kongo, met zijn bewogen, helaas ook koloniale geschiedenis en nu al meer dan vijftig jaar onafhankelijk. Ik herinner me dat Miriam Makeba een prachtig lied heeft gezongen (Congo) over een moeder en haar kindje. Ik hoop ook een Afrikaans lied mee te kunnen nemen!

Dinsdag 22 mei 2012
Dromen

‘Wat zit je toch te dromen!’ kreeg ik als kind op school vaak te horen.
Terwijl ik het toch zo graag deed. Ik kwam ooit op de middelbare school een meisje tegen die begon te gieren van het lachen zodra ze me daar voor het eerst tegenkwam. Zij wist zich namelijk nog te herinneren dat we samen op de kleuterschool waren. Op een dag was de juf heel boos geworden en moest de hele klas voor straf heel lang met de armen over elkaar zitten, met het hoofd op de armen. Ik had geen flauw idee waar het mens zich druk om maakte en ben in die houding in slaap gevallen.
Ik vind dromen belangrijk. De eerste de beste (goede) manager weet ook allang dat persoonlijk leiderschap begint met een droom.
Alles wat groot is in de wereld, is begonnen met een droom: vliegen, ontdekkingsreizen, de droom van kinderen om armoede en ellende te bestrijden door bijvoorbeeld de dokter te worden die zij zelf nooit hadden gehad.
Waar mensen gevangen zaten, vertellen ze vaak dat het een droom of dromen zijn geweest waardoor ze het vol konden houden. Of het nu verlangens of idealen waren, of waardevolle herinneringen, of het vermogen om flarden toekomstmuziek op te vangen.
Anne Frank, die een wereldberoemde schrijfster wilde worden, was daar ook heel goed in toen ze op 15 juli 1944 de laatste woorden van haar dagboek schreef:
‘Ik zie hoe de wereld langzaam steeds meer in een woestijn herschapen wordt, ik hoor de aanrollende donder steeds harder die ook ons zal doden, ik voel het leed van miljoenen mensen mee en toch als ik naar de hemel kijk, denk ik dat dit alles zich weer ten goede zal wenden, dat ook deze hardheid op zal houden, dat er weer rust en vrede in de wereldorde zal komen. Intussen moet ik m’n denkbeelden hoog en droog houden, in de tijden die komen zijn ze misschien toch nog uit te voeren!’

Dinsdag 15 mei 2012
Vereeuwigde duif

In 2025 is het weer mogelijk om de lijkwade van Turijn te bezichtigen. Een eeuwenoud linnen kleed, waarop een afbeelding is te zien van een man die gekruisigd zou kunnen zijn. Eeuwenlang zijn er christenen geweest die dit kleed beschouwden als het bewijs van de opstanding van Christus. De afbeelding zou ontstaan zijn door de energie die vrijkwam tijdens de opstanding. De Rooms-Katholieke kerk houdt het op een vervalsing, maar dan wel een hele knappe vervalsing. Vele wetenschappers hebben hun tanden er al in gezet, maar het relikwie mag wel degelijk vereerd worden als een kunstzinnig aandenken. Zo kan iedereen beweren wat hij wil en kan de kerk toch met iedereen door één deur. Wel zo praktisch.
Nu is er een paar weken geleden iets gebeurd waar we nogal van onder de indruk zijn. Het gebeurt wel vaker dat er iets tegen het raam van onze woonkamer aan vliegt, kruipt en springt. Slakken, spinnen en glazenwassers zijn bijvoorbeeld goede bekenden maar deze keer ging het er wel erg heftig aan toe: er knalde een duif tegen ons raam, frontaal, in volle vlucht. Het beestje vloog verdwaasd verder, waarschijnlijk met sterretjes en een flinke pijn in kopje en lijf. Einde verhaal? Neen! Wij keken later met stijgende verbazing naar het raam: de duif had er een onvergetelijke afdruk op nagelaten. U ziet het resultaat op de foto onder dit stukje. Misschien een nieuwe doorbraak voor de wetenschap?


Foto: Dirk Aart Rodenburg

Dinsdag 8 mei 2012
Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?

Voor aanstaande zaterdag ben ik verhalen aan het instuderen, waar veel vrouwen in voorkomen.
Dat zijn bepaald geen doetjes en dat is geen toeval. Ik hou van verhalen waar zelfstandig denkende vrouwen in voorkomen. Gek, dat in zelfs zo’n modern land als Nederland mannen en vrouwen nog steeds niet overal hetzelfde verdienen, voor hetzelfde werk.
Toen ik voor het eerst in verwachting was, viel het me pas op hoe vaak er verkleinwoordjes gebruikt worden zodra er vrouwen in de buurt zijn. Alsof ze niet helemaal voor vol worden aangezien. Ik heb zelf een HBO-opleiding gedaan en las met stijgende verbazing in een zwangerschapsboek dat je een pleister op je buik moest plakken als je naar de dokter ging, dan wist je zeker dat je iets niet zou vergeten. Daarnaast een afbeelding van een vrouw met dikke buik, staartjes in het haar en kniekousen, die een legpuzzeltje aan het maken was op de grond, met een glaasje ranja erbij, compleet met rietje. Het mens kwam een beetje sneu op me over.
Vrouwen doen het zelf ook. ‘Ik ken een vrouwtje, dat….’ ‘Ja, dat zei dat vrouwtje met wie ik hardloop ook al…’
Ook ken ik geen enkele man die zijn zin begint met: ‘Ja, het is misschien wel een heel erg stomme vraag, maar…’
Ik stond een keer bij een kassa, toen een man zei: ‘Mag ik er even bij, mevrouwtje?’
Waarop ik zei: ‘Dat is goed, meneertje.’ Veel te bijdehand natuurlijk, voor een vrouw.
Ik had natuurlijk glimlachend als een geisha ruimte voor hem moeten maken.
En dan die namen! Heeft u wel eens van een man gehoord die zijn JONGENSNAAM moet opgeven? Ja, daar zouden we van opkijken, maar vrouwen worden dus wel naar hun MEISJESNAAM gevraagd. Ik ga dus stug door met het voeren en noemen van mijn ‘eigen’ naam, maar het gaat niet vanzelf, vooral bij officiële stukken, dat kan ik u verzekeren.
En dan die kledingwinkel, waar ik me moedeloos door al die rekken met lila, rose en blauwe beertjes worstelde. Ja, die hingen er echt voor volwassen vrouwen!
Een verkoopster hield me tenslotte een nachtpon voor met een printje van een snoezige babydierentuin. Ik ben de winkel uitgevlucht.
Er zit maar één ding op: onze kinderen opvoeden als mensen. Annie M. G. Schmidt zei het al. Niet in de eerste plaats tot jongetjes, meisjes, mannen en vrouwen, maar mensen. En ze vertellen dat de gelukkigste mensen op aarde zijn te vinden op plaatsen waar mensen gelijk behandeld worden.

 

Dinsdag 1 mei 2012
Arbeid adelt

‘Werken veredelt de mens’ is de betekenis van de titel voor het stukje van vandaag, de dag van de arbeid. De socialistische, communistische internationale 1 mei-vieringen komen voort uit een zwaar bevochten strijd om arbeiders acht uren per dag te laten werken. Dat vinden wij inmiddels heel gewoon, maar er zijn dus anderen geweest die dit ooit, rond 1890 voor ons in gang hebben gezet. Daarvoor werkte iedereen gewoon tot hij of zij er soms letterlijk bij neerviel. Zo zijn er meer dingen die wij vanzelfsprekend vinden, zoals vrede en de vrijheid om te zeggen wat je wilt, om te stemmen op wie je wilt. Terwijl het in de lijn van de wereldgeschiedenis uniek is, dat in ons land zoveel mensen opgroeien en opgegroeid zijn, die geen flauw idee hebben wat een oorlog is. Zonder de geallieerde bondgenoten zou immers de gehersenspoelde Hitlerjugend nog steeds brallend in onze straten rondstampen, brr, ik moet er niet aan denken. Waar ik nu wel aan moet denken, is aan een tekst uit Jesaja 9, over een volk dat in duisternis ronddoolt en een groot licht zal zien. Ik heb het even opgezocht:

‘Het juk dat op hen drukte,
de stok op hun schouder,
de zweep van de drijver,
U hebt ze verbrijzeld, als Midjan destijds.
Iedere laars die dreunend stampte
en elke mantel waar bloed aan kleeft,
ze worden verbrand, een prooi van het vuur.’

Ondertussen gaat mijn vertelwerk ook door, al of niet acht uren per dag. Dit is wat er op de rol staat: (zie ook ‘agenda’ voor uitgebreide informatie)

Zaterdag 12 mei:    Benefietconcert en verhalen/gedichtenbuffet VPSG- Haarlem.
Donderdag 17 mei: Sprookjes/legendes verjaardagsfeest Zaandam (besloten).
Zaterdag 9 juni:      Verhalenfestival Kennemerland 13.00 – 16.00 uur centrum Haarlem,
samen met Rudolf Roos en muzikant Kees van Boxtel.
Vrijdag 20 juli:        Vertel/muziek Zomerpodium ‘Onder de linden’, Vinkeveen.


Donderdag 26 april 2012
Neem je vrijheid

Ik zit nu in de Intercity van Arnhem richting Den Helder en hij gaat niet. Er is geen machinist. Vanmiddag heb ik Bevrijdingsverhalen verteld in Groesbeek, in Werkenrode, een internaat voor jongeren van 12 t/m 20 jaar.
Toen ik arriveerde, maakte ik volgens afspraak mijn vertelplek in orde, terwijl de hele school op de Canadese begraafplaats was voor een herdenkingsplechtigheid.
Ik had de Nederlandse vlag over een tafel gevleid en er een lichtje neergezet, een aantal boeken die ik als bron heb gebruikt en vier kleine vaasjes met rode, witte, rose en gele anjers. Ik hing mijn collage-achtige poster met aanvangstijden en titels van de verhalen op om de hoek van de deur, toen iedereen zo’n beetje binnen druppelde, nog diep onder de indruk van de herdenking.
Tijdens de lunch ontmoette ik o.a. een leuke vertelcollega die ’s morgens al een aantal boeiende oorlogsverhalen had verteld.
Om 13.30 uur startte ik met mijn eerste vertelling over een joods gezin dat na de bevrijding telkens naar het station gaat omdat Opa en Oma ieder moment terug kunnen keren uit Theresienstadt. Of niet. Het was immers tijdens en na de Bevrijding voor veel gezinnen heel spannend om af te wachten wie er wel of niet terug kwam uit de kampen.Om 14.00 uur begon de tweede vertelronde. Ik had een boek over onderduiken en verraad bewerkt tot een vertelling, het was het beste verhaal dat ik had meegenomen.  Er kwam niemand. Tot mijn verbijstering werd me verteld dat er in de wandelgangen klonk dat er niet zoveel actie in mijn eerste verhaal had gezeten en daarom bleef iedereen maar weg want het was vrij kiezen om wel of niet te komen luisteren.
Wat doet zoiets met een verteller, ervaren of niet? Ik zal u een inkijkje geven in mijn ziel op dat moment:
1-Van schrik verloor ik de helft van mijn spraakvermogen.
2-Mijn Bevrijdingsoptredens waren teruggebracht tot: wel of niet ‘scoren’ als verteller.
3-Ik klampte me als een drenkeling vast aan een uitspraak van Sir Winston Churchill himself:
‘Succes is: van de ene mislukking naar de andere gaan zonder je
enthousiasme te verliezen.’
Maar er gloorde hoop aan de horizon: bij de laatste vertelronde waren er dankzij mijn contactpersoon toch nog wat bereidwillige leerlingen bij elkaar gesprokkeld en zij vormden een aandachtig, betrokken en zelfs enthousiast publiek.
Ik ontving na afloop een mooie fles wijn als attentie en daarna gingen we naar de aula, waar de themadag afgesloten zou worden. De schoolband gaf nog een spetterend hardrock-optreden met lichtshow en daarna werd iedereen bedankt voor alle persoonlijke bijdragen aan de dag: alle medewerkers, militairen, verzetsstrijders, veteranen, vertellers, ook van War Child.
Ik mocht net als iedereen ook een vredesboodschap op een kaartje schrijven en in de vredesboom hangen. Bij mij borrelde op: ‘Neem de vrijheid om jezelf te zijn. Er is niemand anders die het voor je kan doen.’
Na afscheid genomen te hebben, zocht ik rond 15.30 uur de bushalte weer op en ging nog even gezellig langs bij familie in Dieren.
Daarna stapte ik dus in deze trein en daar zit ik nu. De machinist is er nog steeds niet.
Hij is gevlogen.

(Naschrift: enige tijd later werd in de trein omgeroepen dat de machinist zich vergist had in de tijd. Nadat contact met hem was opgenomen, ging hij alsnog als een speer naar het station.)


Sir Winston Churchill


Dinsdag 17 april 2012
Zonder vrede geen recht, zonder recht geen vrede

Volgende week ga ik verhalen vertellen over de Bevrijding, het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Naast alles wat ik er nog van weet, heb ik veel materiaal verzameld via boeken, films en internet. Gelukkig heb ik zelf de oorlog niet meegemaakt maar die bevrijdingsdagen dus ook niet. In oude films zie ik een juichende menigte rond jeeps en pantserwagens, van waaruit breed lachende Amerikaanse en Canadese soldaten  met losse hand chocola en sigaretten rondstrooien. Toch, hoe vrolijk die beelden ook zijn, kom ik ook de schaduwkanten tegen van die dagen. Vlak na de capitulatie liepen er bijvoorbeeld nog groepjes wanhopige en verwarde Duitse soldaten rond die vanuit hun frustratie plotseling konden gaan schieten op alles wat bewoog. Er zijn mensen geweest die in een rood-wit-blauwe feestroes de straat op zijn gegaan en om die reden letterlijk te vroeg hebben gejuicht.
Wat ook typerend voor die dagen was, dat er opeens ‘helden’ opstonden die tegen de Duitsers niets durfden te doen, maar wel ‘foute’ vrouwen gingen kaalscheren en aanranden om dat die, in de eerste plaats, niets terug konden doen. Ja, zo kan ik het ook.
Ook alle families wiens geliefden in de concentratiekampen zijn vermoord, hadden geen reden om gezellig te gaan lopen hossen op straat.
Ik denk dat ik alles maar in een vorm ga gieten van persoonlijke verhalen.
Feitenkennis vindt het publiek overal wel, maar een goed verhaal blijft je bij, zo werkt het bij mij tenminste. Ik zal een goed evenwicht moeten vinden in de vreugde en de tragiek van die bijzondere tijd in de geschiedenis van ons land.
En zoals altijd leer ik er door de voorbereidingen weer veel bij.

Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze, vele malen
alle malen zal ik wenen.
Leo Vroman


Dinsdag 10 april 2012
Vrolijk

We wensen elkaar gezellige Kerstdagen en een vrolijk Paasfeest. Haasjes dartelen rond op gele servetjes en schattige kuikentjes kijken ons vanaf eierdopjes olijk aan. Ook in de winkels was alles letterlijk koek en ei met de boodschap: ‘Als je dit in huis haalt, is je paasfeest een succes!’ Wat dat dan verder ook mag betekenen.
Ook ik leef me uit in het kopen van eieren, paasbrood en een feestelijke taart. Toch zou ik het schraal vinden als ons geluk alleen af zou hangen van de vormgeving van feesten. Ik zie het liever andersom: we zijn ergens gelukkig mee en dat willen we vieren. Op Goede vrijdag (wie dat toch heeft verzonnen…) was ik ingeroosterd als schriftlezer in de Protestantse gemeente Alkmaar Noord. Ik las in vier gedeelten het verhaal van Jezus zijn gevangenneming  volgens het Lucas-evangelie, gevolgd door zijn kruisdood.
Daarna werd de grote Paaskaars die bij ons het hele jaar iedere zondag gebrand had, gedoofd. Die stilte was indrukwekkender dan welk passiespektakel dan ook. De zondag daarna verdween mijn zwarte kleding in de kast en we vierden op ons paasbest het Paasfeest, met een mooie nieuwe kaars.
Ik zag mensen zingen waarvan ik weet dat het leven diepe sporen in hun ziel heeft getrokken. Waar halen ze de moed vandaan? Koppig blijven geloven dat er een hoopvolle toekomst is, ruimte voor een nieuw begin, dat de dood niet het laatste woord heeft, dat de woestijn zal bloeien als een roos. Amen.

Dan zal ik leven

Het zal in alle vroegte zijn als toen.

De steen is weggerold. Ik ben uit de grond opgestaan.
Mijn ogen kunnen het licht verdragen.
Ik loop en struikel niet. Ik spreek en versta mijzelf.
Mensen komen mij tegemoet. Wij zijn in bekenden veranderd.

De ochtendmist trekt op. Ik dacht een dorre vlakte te zien.
Volle schoven zie ik, lange halmen, aren, waarin de korrel zwelt.
Bomen omranden het bouwland.
Heuvels golven de verten in, bergopwaarts, en worden wolken.

Daarachter, kristal geworden, verblindend,
De zee, die haar doden terug gaf.

Huub Oosterhuis

Dinsdag 3 april 2012
Hallo, wie spreekt mij?

Eergisteren sprak ik een mevrouw die in een appartementencomplex woont, in Heerenveen. Vanuit haar woonkamerraam heeft ze uitzicht op een parkje met grasvelden. In de ochtend- en middaguren strijken daar vogeltjes neer en rond het middaguur groepjes scholieren. Die kwetteren er ook lustig op los, maar wat die mevrouw opviel was, dat ze niet met elkaar spraken maar voortdurend met zwarte apparaatjes en schermpjes in de weer waren. Zij heeft in haar 92-jarige leven nog nooit een mobieltje van dichtbij gezien, misschien zag ze het daarom wel zo scherp. Het verbaasde haar dat de jongeren zo weinig contact met elkáár hadden. Het leek of ze daar geen tijd voor hadden. Er wel zijn maar eigenlijk ook niet, het kwam op haar erg vluchtig en vervreemdend over. Het is een verschijnsel dat hoort bij de moderne tijd, maar wat gelukkig van alle tijden is, is dat er altijd nog mensen zijn die zorgvuldig en aandachtig in het leven willen staan, ook ergens binnen die groepjes, met of zonder mobiel. Mensen die genieten van kwaliteitsaandacht geven en ontvangen, zonder zichzelf of anderen geweld aan te doen. Ik hoop er ook zo eentje te worden, want ik vlieg soms ook van het één naar het ander. Ik ben in ieder geval begonnen met het organiseren van momenten van stilte en rust in mijn agenda: jawel, een afspraak met mij.
Spreek ik mezelf ook nog eens.


Foto: Egmond aan Zee, Dirk Aart Rodenburg

Dinsdag 27 maart 2012
De engel van de vriendelijkheid

Deze keer schrijf ik vanaf een bijzondere plek. Ik bevind mij nu in het Lioba-klooster in Egmond-binnen. Ik volg de driedaagse schrijfcursus “Luisteren naar je pen”. Een vorm van creatief dagboekschrijven onder leiding van Christine de Vries.
De deelnemende vrouwen komen uit het hele land en de meesten zien elkaar hier voor het eerst.
We doen schrijfoefeningen en die lezen we aan elkaar voor. Zo ontvangen we inzicht in wie we zijn en wat we werkelijk belangrijk vinden in ons leven. Juist door de stilte van het klooster en de natuur er omheen, komen we letterlijk tot onszelf en als we donderdag terugkeren naar de plaatsen waar we verantwoordelijkheden dragen, kunnen we ons voeden met de meegekregen stilte, die ons vertelt dat we vrije en waardevolle mensen zijn, wat er ook gebeurt.

Dinsdag 20 maart 2012
Afscheid

Het was mijn bedoeling om een leuk stukje te schrijven over de Wereldverteldag, die jaarlijks op 20 maart plaatsvindt, maar het loopt vandaag anders.
Afgelopen zaterdag is er een oude schoolvriend van me overleden. We kwamen elkaar na jaren tegen en besloten een reünie te organiseren om onze klasgenoten van de lagere school weer te ontmoeten. Drie jaar geleden vond dat feestje plaats en iedereen bewaarde er goede herinneringen aan. Ik heb daar zelfs een dierbare vriendin teruggevonden. Het is zo moeilijk voor te stellen dat hij niet meer leeft. Hij ging veel te vroeg, hij was 55, net als ik en hij hield ook van acteren en zingen.
Ondertussen gaan alle afspraken en voorbereidingen voor optredens in de komende maanden door en ik studeer verhalen, liederen en harpmuziek in.  Dat vraagt veel aandacht en concentratie. En dat is goed voor me.
Ik zal mijn oude schoolvriend missen en ik ben blij dat ik hem gekend heb.

Alles wordt bedekt door de hemel.
Alles wordt gedragen door de aarde.
Tswang Tse

Dinsdag 13 maart 2012
Snoeien en kappen

Ik heb altijd gedacht dat mensen die tuinieren, erg van de natuur houden. Tot ik iemand zonder pardon een slak zag doodtrappen om daarna stug door te gaan met het wieden van onkruid, dat bestond uit het uit de grond rukken van ongewenste plantjes.
Gras wordt weggemaaid, struiken gesnoeid, wortels doorgesneden, soms lijkt tuinieren wel een strijd tegen de natuur, of op z’n minst het cultiveren en regisseren van de groei en bloei die onder onze ramen plaatsvindt. Ik zie zelf absoluut geen verschil tussen gewenst en ongewenst groen en mijn lievelingskleuren worden gedragen door wilgenroosjes en blauwe korenbloemen. Maar het moet ook een beetje in je zitten, die groene vingers. Tijdens biologielessen heb ik wel eens de toorn van de lerares opgewekt omdat ik de filters die voor proefjes nodig waren, op mijn hoofd had gezet met een bijpassende tekst die ik erbij verzonnen had. Nee, er zit geen bioloog in mijn bloed.
Toch geniet ik wel degelijk van mooi aangelegde tuinen. Er gaat rust van uit en ik geniet dan van de stilte, de bloemen en geuren om me heen.
Misschien is de Veertigdagen-vastentijd voor Pasen daar wel uit voortgekomen, uit de gedachte dat je in je leven soms moet snoeien en kappen om ruimte te maken voor wat je echt wilt laten groeien. Ruimte maken voor een nieuw begin.

                
                       Foto: Dirk Aart Rodenburg

Dinsdag 6 maart 2012
Jaar in, jaar uit

2012 is uitgeroepen tot jaar van…
– de Draak
– de Bij
– de Bever
– het Immateriële erfgoed
– Grimm
– de Historische Buitenplaats
– de Zwerm (geen bijen maar een samenwerkende kennisgroep van kleine bedrijven)
– de GUN-factor (geen schiettuig maar vrouwen die elkaar topfuncties gunnen)
– de Berg (Die Berg Komt Er)

En dan hebben we nog de maand van:
– Spiritualiteit (januari)
– De Gebitscontrole (honden en katten) (februari)
– Het Toetje (luchtige Franse appeltaartpudding met kaneelsaus) (maart)
– Darmkanker (ook maart)
– De Filosofie (april)
– Het Spannende Boek (juni)
– De Geschiedenis (oktober)
– Het Groene Hart (?)

En dan is er ook nog de dag van:
– Valentijn (14 februari)
– Warme Truien (10 februari)
– Nationale Complimenten (1 maart)
– Wereldgebed (2 maart)
– Europese Dag Van De Logopedie (6 maart)
– Internationale Vrouwendag (8 maart)
– Wereldverteldag (20 maart)
– Wereldpoëziedag (21 maart)
– Nationale Boomfeestdag (21 maart)
– Make a Difference Day (16, 17 maart)
– 1 april, (kikker in je bil)
– Wereld Autisme Dag (2 april)
– Popmuziek (14 april)
– Secretaressedag (16 april)
– de Koningin (30 april)
– de Arbeid (1 mei)
– Dodenherdenking (4 mei)
– Bevrijdingsdag (5 mei)
– Europa (9 mei)
– Verpleging (12 mei)
– Nationale Molen&Gemalen (12 mei)
– de Duurzaamheid (10 oktober)
– de Nederlandse Jutter (12 mei)

Nu ben ik nog niet eens op de helft, er zijn er nog veel meer en ik zal u de weken besparen want dan zijn we zo een half uur verder. Wat moeten we nu allemaal met die bijzondere maanden, weken en dagen? Heel gewoon, verhalen vertellen natuurlijk! Bij ieder onderwerp heeft iedereen wel een bijzonder verhaal te vertellen. Neem nou ‘De dag van het park’. Nog niet zo lang geleden stond ik in Haarlem met een aantal vertellers verhalen te vertellen bij een lieflijke vijver. Ik had een geleend handharpje meegenomen en daar zat ik tussen de bedrijven door zoet op te spelen, in het gras. Collega Naomi naderde me behoedzaam, zei zacht: ‘Kijk eens links van je….maar blijf vooral doorspelen…’ Verbaasd keek ik op en zag opeens een groep mensen die op het gras Tai-chi oefeningen deden, op mijn muziek!
Ik speelde improviserend door en concentreerde me op hun bewegingen. Gingen zij met de armen omhoog, dan liet ik de melodielijn stijgen en zo ontstond een spontaan samengaan van klank en beweging. Het ging volkomen vanzelf en het was heerlijk om te doen.
Dus laten we vooral doorgaan met het vieren van welke dag dan ook, al is het alleen om elkaar te verrassen met onverwachte, bijzondere ontmoetingen! 

Dinsdag 28 februari 2012
Vertellen in het wild

Op 20 maart as. is het Wereldverteldag: World Storytelling Day.
Over de hele wereld worden er dan verhalen verteld. Verhalen die inspireren, mensen met elkaar verbinden, verhalen die ontroeren, verhalen waar je bij omvalt van het lachen. En wat je van ver haalt is lekker, dus er zijn ook internationale vertelgrootheden die ons land die dag zullen aandoen. Een landelijk overzicht van alle verteloptredens is te vinden op de website www.wereldverteldag.nl Van harte aanbevolen!
Vorig jaar was het thema: WATER en nu BOMEN.
Ook bij onze Zuiderburen zal het een groot feest worden waar menig boompje zal worden opgezet. Ik bezoek regelmatig de website van de Stichting VAN STOEL TOT STOEL, en lees daar met veel plezier over de Vlaamse vertelkunst. Wat ga ik zelf doen dit jaar?
Vorig jaar vertelde ik Waterverhalen in zorgcentrum ’t Rekerheem in Alkmaar en ik ben ooit met een ploeg enthousiaste vertellers scholen gaan overvallen met verhalen.
Prachtige ervaringen! Dit jaar wil ik iets gaan doen met de gebroeders Grimm.
Voor als u het nog niet wist: 2012 is uitgeroepen tot GRIMMJAAR omdat de twee gebroeders precies 200 jaar geleden hun verzamelde verhalen in een boek hebben samengebracht. Het lijkt me enig om wat Grimmverhalen te gaan vertellen en dat ben ik nu aan het regelen. En anders zoek ik een leuke plek op om spontaan te gaan vertellen, als een variatie op wildbreien.


Foto: Dirk Aart Rodenburg

Dinsdag 21 februari 2012
Verteller van het jaar

Drie jaar geleden bedacht de Stichting Vertellen (www.stichtingvertellen.nl) het jaarlijkse uitroepen van de Verteller van het jaar.
Alle vertellers die aangesloten waren bij de Stichting Vertellen konden een stem uitbrengen op iemand die zich ervoor inzet om plaatselijk, landelijk en zelfs internationaal het vertellen als podiumkunst op de kaart te zetten.
In 2010 was Mirjam Mare gekozen, in 2011 Anne van Delft, die ook veel projecten organiseert om mensen met elkaar te verbinden door het vertellen van elkaars verhalen, en op 11 februari jl. is Raymond den Boestert uitgeroepen tot Verteller van het jaar 2012.
Hij is directeur van de Vertelacademie en is een bruggenbouwer op het gebied van het opzetten van vertelopleidingen en het ontwikkelen van het vertellen als een volwassen podiumkunst. Er ontstaan zowel landelijk als internationaal steeds meer culturele vertelcentra die voortdurend in ontwikkeling zijn, soms in samenwerking met andere kunstdisciplines.
Ik ga regelmatig naar de ontmoetingsdagen van de Stichting Vertellen. Ik ontmoet er andere vertellers, het is verfrissend om daar optredens van elkaar mee te maken en er ontstaan zo ook weer nieuwe vertelinitiatieven of uitnodigingen om met verschillende podia mee te gaan doen. Sinds ik een websitepagina kreeg bij de Stichting, begonnen bij mij de opdrachten binnen te stromen. Ik heb er dus veel aan te danken, al heb ik nu ook mijn eigen webstekkie.
Dat lijkt allemaal heel vanzelfsprekend maar dit gebeurt allemaal omdat ooit een paar mannen de koppen bij elkaar hebben gestoken om iets moois te beginnen.
Daarom wil ik ze nu ook even in het zonnetje zetten:
Marco Holmer (Het Verhalenbedrijf), Frans de Vette (Nationale Vertelschool) en Pieter Quelle, de oprichters van de Stichting Vertellen.

                                          
Dinsdag 14 februari 2012
Frisse lucht

Afgelopen vrijdagmiddag:
Rats, bang, klang! Met een wat ongemakkelijk gevoel sta ik onderaan de trap en kijk naar boven. Daar zijn twee mannen van een installatiebedrijf op de zolder aan het werk om een nieuw ventilatiesysteem aan te sluiten. Ze hebben een stofzuiger bij zich waar je een jong olifantje mee kunt opzuigen en ze stelden net tijdens hun werk met kennersblik vast dat onze ventilatiekanalen nooit, maar dan ook nooit ooit fatsoenlijk zijn schoongemaakt. De ventielen van de afvoerkanalen in de keuken, de wc en de badkamer zijn zo vergrijsd door de jaarlijkse wildgroei van stof, dat ik van schrik maar koffie ben gaan zetten. En verder kom ik tot niets, zolang het boren en het gekling-klang-klong door gaat. Twee weken geleden had een onderhoudsman ons het droeve nieuws gemeld dat de Storck-motor op sterven na dood was. De isolatiewand van het apparaat was van ellende al uit elkaar gevallen en de man beeldde mimisch heel knap uit hoe scheef de schoepen hun zielige laatste rondjes aan het draaien waren. De boodschap kwam keihard binnen: hij kon het elk moment begeven, het was een kwestie van weken, dagen, uren, minuten, seconden…
Het nieuwe systeem zou 80% energiezuiniger worden en veel minder herrie maken, vertelde hij er opgewekt bij.
En nu is de klus geklaard. Alle ventielen hebben inmiddels een sopje van de mannen gehad en zijn teruggeplaatst in de blinkende kanalen.  We staan op zolder en de heren kijken me verwachtingsvol aan. De nieuw aangesloten ventilatiemotor laat flink van zich horen.  ‘Het ziet er keurig uit,’ zeg ik, naar de juiste woorden zoekend, ‘…maar ik vind ‘m niet zo stil.’  ‘Dat klopt mevrouw, want hij staat nu op de hoogste stand.’ Standje drie. Voor douchen of vis bakken, fijn dat hij dat er even bij zegt.
Nu ik de laatste regels schrijf, ben ik weer beneden. Wat is het stil in de kamer. Zo stil is het nog nooit geweest! Ik zal de oude Storck niet missen. En dat na zoveel jaren trouwe dienst: een zuiver voorbeeld van stank voor dank.

Dinsdag 7 februari 2012
Het pact van Vrouwbuurstermolen

Nog niet zo lang geleden schreef ik over de bloeiende narcissen in januari. Intussen horen we geen eend meer kwaken omdat hun snavels vastgevroren zitten.  Afgelopen zaterdag vroor het -22,9 graden in Lelystad, in Amsterdam springen de waterleidingen en in Friese dorpjes staat iedereen als een bezetene sneeuw van het ijs te vegen vanwege de hoog oplopende Elfstedenkoorts.
Tijdens journaaluitzendingen kijken we naar wakken die ijsveegmachines verzwelgen en de Vereniging De Friesche Elf Steden vergadert dag en nacht over de staat van het Friesche ijs. Vanmorgen hoorde ik via radio Noord-Holland een aantal verhalen van schaatsers die de Tocht der Tochten verschillende malen hadden gereden.
Over oude kranten die goed isoleren en de wind tegenhouden, en rugtasjes gevuld met slippers en zakken krentenbollen. Wat was het allermoeilijkste tijdens zo’n tocht?
‘De laatste twintig kilometers, dat waren de echte nekkenbrekers!’
Tijdens de elfde Elfstedentocht op 14 februari 1956 waren er een paar schaatsers die daar kennelijk ook zo over dachten. De vijf koplopers in deze schaatswedstrijd spraken bij de Vrouwbuurstermolen in de gemeente Leeuwarderadeel met elkaar af, dat ze gelijktijdig over de eindstreep zouden gaan: dit werd bekend als het Pact van Vrouwbuurstermolen.
Omdat de vijf woord hielden, zijn er dat jaar geen prijzen uitgereikt.
We gaan nu even terug naar de meneer met zijn tas vol krentenbollen. Die laatste kilometers waren dus slopend. ‘Wat moest je dan doen?’ was de vraag van de verslaggever. Het antwoord was een staaltje van Hollandse nuchterheid: ‘Rustig blijven.’

                                   

Dinsdag 1 februari 2012
Karin & Marieke

Er is rond Kerst niet alleen een kindeke maar ook een nieuw initiatief geboren: Karin Dijkstra en ik studeren momenteel iedere maand een meerstemmig kerstlied in, zodat we in december een mooi kerstoptreden kunnen verzorgen op verschillende plaatsen. Karin schrijft arrangementen bij bekende en onbekende kerstliederen en ik bespeel daarnaast de harp met eigen begeleidingen en soms ook eigen teksten. Lijkt het u enig om rond die tijd in uw huiskamer een zangoptreden in kerstsfeer te organiseren, dan kunt u ons nu al boeken!
We hebben ondertussen in januari ‘Ik wil ergens anders wonen’ gespeeld voor 75 peuters en kleuters. Ze leefden erg mee met de mol, de egel, de eekhoorn en het konijn. Na afloop zat ik nog in mijn mollenpak even na te genieten op een bankje. Er kwam een vierjarig meisje naast me zitten: ‘Hee mol, kijk eens daar, daar kun je denk ik wel wonen, hoor.’ Ze wees naar het decor, naar de boom waar de mol niet in durfde omdat het te hoog was. Dat zei ik dus ook, maar dat bedoelde ze niet. Ze bedoelde de ruimte eronder, achter het boomkleed dat we hadden opgehangen. Zo lief dat ze mee bleef denken, al was het stuk allang afgelopen. Ik heb haar heel hartelijk bedankt voor haar advies. We gingen alles opruimen en ik liep een klas in voor een stoffer en blik. Een kleine jongen keek me strak aan: ‘Ik wist wel dat jij de mol speelde, hoor. Dat wist ik gisteravond al!’ Huh? Toen viel de munt. De avond daarvoor was er een uitzending geweest van ‘Wie is de mol?’ Misschien een leuke titel voor een volgend optreden…

                          

Dinsdag 24 januari 2012
Niet normaal, gewoon

Vandaag sta ik even stil bij het woord ‘normaal’, wat betekent: zoals de meeste mensen doen. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Een aantal weken geleden keek ik naar een programma van de VPRO over de bv Ik. Het ging over jonge mensen, hoe ze naar de maatschappij keken, hoe ze zichzelf zagen en wat hun verwachting van de toekomst was. Het leverde boeiende verhalen op. Ik zag een jonge, aantrekkelijke, goed opgeleide vrouw in tranen, omdat ze bang was om te falen in de ogen van anderen. Ze kwam er steeds meer achter dat het niet het oordeel van anderen was, dat haar belemmerde in haar levensvreugde, maar dat haar eigen innerlijke criticaster haar voortdurend naar beneden haalde.
Er gewoon maar zijn, en goed zijn zoals je bent, en net als ieder ander fouten mogen maken, was voor haar eigenlijk abnormaal. Ik vind het zo mooi dat er zoveel verschillende mensen en karakters zijn, zonder hen zouden er geen verhalen bestaan. De jonge vrouw in het programma was gelukkig het grootste talent uit haar kindertijd niet kwijtgeraakt: voelen.
Voelen in plaats van oordelen en veroordelen.
Picasso heeft dat zo mooi verwoord door te zeggen dat ieder kind wordt geboren als kunstenaar en dat het de kunst is, om dat tijdens het opgroeien niet te verliezen. Mijn zus Josien werkt als teacher in Australië en hield daar een lezing voor leraren in het voortgezet onderwijs over het belang van ruimte voor creativiteit binnen de lessen. Ze vertelde over een meisje dat aan het tekenen was.* Een lerares liep langs en vroeg: ‘Wat ben je aan het tekenen?’ Het meisje antwoordde: ‘God’. Waarop de lerares zei: ‘Maar weet je, er is niemand die weet hoe God er uit ziet.’ Het meisje tekende rustig verder en zei: ‘Over een minuutje ben ik klaar, dan kun je hem zien.’

* You Tube video van Sir Ken Robinson

Dinsdag 17 januari 2012
Maak er wat van

Terwijl ik een optreden aan het voorbereiden was, werd het steeds onrustiger in mijn hoofd. Niet van de zenuwen, maar omdat er iets begon te borrelen. Het leidde me zo af, dat ik maar besloot om er aan toe te geven. Wat was nu het geval? Er kwam een verhaal langs in mijn geest, in flarden, het had nog geen vaste vorm maar het wilde er kennelijk uit. Ik pakte ouderwets pen en schrijfblok en zoef, zoef, zoef, binnen een half uur stond er een nieuw verhaal op papier, tot mijn grote verbazing.
Het gaat over een reizende muzikant, die onderweg naar een dorp een droom krijgt. In die droom staat er een engel voor hem die zegt: ‘Anthonie, God heeft je nodig! Wanneer ga je hem dienen?’ Hij schrikt wakker van het gebeier van klokken en ziet dat als een teken waar hij naar moet luisteren. Maar ja, God dienen, hoe doe je dat? Hij wil God best helpen, maar hij ziet zichzelf nu niet bepaald als een man van Bijbelstudie, hij kan niet eens lezen of schrijven. Anthonie gaat op weg en komt allerlei mensen tegen waarvan hij denkt dat ze het antwoord op zijn vraag wel zullen weten. Niet dus. Toch reist hij het antwoord wel degelijk tegemoet, zonder het te weten. Ik verklap het einde nog niet, in de komende tijd ga ik het verder uitwerken. De titel zal worden: ‘De sterren van de hemel’.
Fijn voor Anthonie dat hij een doel in zijn leven kreeg. Hij was er aan toe. En wat een mooie naam. Anthonie betekent namelijk: ‘van onschatbare waarde’. Na zijn avonturen keerde de rust weer en richtte ik me op het verteloptreden dat binnenkort zou plaatsvinden. Tijdens die uitvoering had ik alles zo geregeld dat er zoveel mogelijk rust in de optreedruimte was (voor het lopende buffet vertellen, geen kletterend serviesgoed of andere drukte). Waarna midden in mijn vertelling een deur openging en er een groep mensen, gezellig pratend, uit een andere ruimte aan kwam lopen, vlak langs mij heen. Ze droegen muziekinstrumenten. In mijn verhaal ‘De dictator en de kunst’ (prachtig geschreven door Fred uit het Broek) waren regelmatig kunstenaars op de vlucht, dus tot hilariteit van het publiek zei ik dat er weer zo’n groep kunstenaars bezig was om het land uit te komen. Het leidde tot zeer verbaasde blikken van de langs lopende mensen, maar uiteindelijk konden zij er ook wel om lachen toen ze doorkregen dat ik bezig was om hun onverwachte aanwezigheid op te nemen in mijn vertelling. Ik dacht aan die balletlerares die ooit haar groepje toeriep: ‘Wat er ook gebeurt op het podium, er altijd iets van maken, meisjes!’

Dinsdag 10 januari 2012
Lekke band

Afgelopen zondag zou ik een meditatief moment verzorgen en ’s middags zou ik vertellen en harpspelen. Daar zat ik de week daarvoor fijn voor te oefenen, toen er plotseling een snaar sprong. Ploink, en ik speelde niet eens hard. De EHBO is in het eerste geval mijn harplerares maar die zat ergens kerstvakantie te vieren. Wat nu? De snaren zitten er 4,5 jaar op, ik had het nog nooit meegemaakt en was behoorlijk ontdaan. Ik nam contact op met De Zingende Snaar, waar ik de harp gekocht heb en bestelde eerst maar eens een complete set nieuwe snaren. Altijd handig. Dat hielp al en de harp had verder nog steeds een mooie klank en omdat ik de technische knoopjes niet wist besloot ik om alles verder te spelen onder de kapotte snaar door en dat is prima gelukt.
De mensen vonden beide uitvoeringen mooi en niemand heeft er iets van gemerkt, al zei iemand ’s morgens na de koffie: ‘Als je dit nu weer eens gaat doen, zo’n meditatief moment spelen, mag de microfoon wel wat meer bij de hoge snaren, hoor.’ Ze wist natuurlijk niet dat het voor mij best spannend was omdat ik niet kon inschatten wanneer er weer eentje zou springen.
Gelukkig heb ik inmiddels weer harples gehad en is er niet zoveel aan de hand. Een snaar moet je inderdaad vervangen met een handig knoopje, inderdaad, tot de volgende het begeeft of niet goed meer klinkt. Al met al is het op deze manier creatief opgelost. Als er een snaar springt, moet je gewoon een toontje lager gaan zingen!

Dinsdag 3 januari 2012
Some like it hot

2011 was het op twee na warmste jaar sinds 1911 en het nieuwe jaar is begonnen met narcissen in de straten en vogeltjes die in de bomen het ontwerp voor hun eerste nest aan het uitbroeden zijn. Ik kijk er met verwondering naar en vind het plezierig dat de kachel niet elke dag staat te loeien. Tijdens verteloptredens speelt de lichaamstemperatuur ook een niet onbelangrijk deuntje mee. Niet te warm, niet te koud is ideaal voor deze vertelster, maar de werkelijkheid laat ook hierin zien dat je je tijdens een optreden maar het beste flexibel op kan stellen qua omgevingstemperatuur. Een mooi voorbeeld is optreden in verzorgingscentra. Zodra je het gebouw in stapt, waan je je vaak al snel in de tropen. Tijdens het optreden loopt de gevoelstemperatuur op tot omstreeks 40 graden, met als gevolg dat je deodorant het niet meer trekt, snaren van de harp nat van het zweet worden en je uiteindelijk zwemmend in je schoenen het podium verlaat. Het is dan ook het meest logisch om in je ondergoed op te treden en op blote voeten, met grote flessen water onder handbereik. Als dat te ver gaat kun je midden in de winter rustig een leuke zomerblouse aantrekken in zo’n geval, met een paar charmante (open) sandaaltjes. Of vragen of de verwarming wat lager kan, maar die systemen leiden ook vaak een eigen leven nadat ze zijn geprogrammeerd. Nog een voorbeeld:
Volgende week gaan Karin Dijkstra, Teake Ettema en ik ‘Ik wil ergens anders wonen’ opvoeren en daar gingen we een paar dagen geleden de generale repetitie van houden.
In de speelzaal werd het ons letterlijk heet onder de voeten vanwege de vloerverwarming. Ik zat binnen mijn spel in een holle boom te rillen van de kou terwijl ik een zeer warm mollenpak aanhad en wegdreef van het zweet door die warme vloer waar we op zaten.
Maar als ik heel eerlijk ben, maakt die tegenstelling de repetitie ook wel weer heel boeiend. Zoiets verzin je toch niet? Dat moet je gewoon een keer meegemaakt hebben!
Gelukkig had de mol een grote thermosfles kikkerthee gezet die hij samen met Egel en Eekhoorn heeft leeggedronken, op de goede afloop.
De volgende keer doen we er maar ijsthee in….

Dinsdag 27 december 2011
Sterk als de dood

‘Je bent als een wilde orchidee…’ zong Willi Alberti vele jaren geleden.
In vrijwel alle verhalen die ik gelezen, gezien, gehoord en verteld heb, komt de liefde om de hoek kijken. Liefde die prachtig kan zijn maar die ook voor de grootste ellende zorgt, omdat verwachtingen niet goed op elkaar zijn afgestemd, of wanneer het gaat om een onmogelijk verlangen.
Al vanaf den beginne is de mens er niet op gemaakt om alleen te zijn en volgens onderzoekers is de kans op hartklachten een stuk groter bij ongezonde relaties. Iemands hart breken is dus niet alleen beeldspraak.
Ik weet nog goed dat ik vijftien was en totaal van de wereld toen ik de liefde van mijn leven verloor aan een vakantiescharrel in de Zwitserse Alpen. Het ergste was nog dat hij niet eens wist dat ik verliefd op hem was!
Drama’s, al die zogenaamde grote liefdes. Romeo en Julia hadden hun families niet mee, Tristan en Isolde zigzagden om een jaloerse echtgenoot, Lancelot en Guinevere konden niet om hun koning heen.
Maar het gaat ook wel eens goed, althans in het begin, zoals bij Piggelmee. Totdat zijn vrouw hem gaat gebruiken om haar onmogelijke eisen in te willigen. Zij verzint iedere keer een nieuw doel en hij heeft steeds minder zin om naar huis te gaan. ‘Maak mij gelukkig!’ lijkt wel de snelste manier om diep ongelukkig te worden. Bestaat onvoorwaardelijke liefde eigenlijk wel? Dat iemand van jou houdt om wie jij bent?
Ik denk dat het begint met vrijheid. Dat echte geliefden vrije mensen zijn, die hun vrijheid met elkaar willen delen. Een compleet mens zijn in plaats van een half huwelijk.
Ik vertel graag verhalen over mensen die van elkaar houden, door dik en dun en die zichzelf en de ander zien als complete, verschillende mensen met hun eigen behoeften.
Aan het einde vinden ze elkaar en lopen Het Grote Geluk tegemoet. Maar dan begint het avontuur pas goed, want dat grote geluk valt of staat met de bereidheid om samen de kar te blijven trekken, ook in minder leuke tijden.

‘…loving you until the day that you are me and I am you.’
Stevie Wonder/Songs in the key of life                                                                      


Dinsdag 20 december 2011
Face to face

Soms ontvang ik uitnodigingen om iemands vriend te worden op Facebook. Ik heb dat fenomeen een aantal keren bij anderen bekeken om te zien hoe dat werkt en ik vond het wel grappig om te zien. Wel viel het me op dat heel veel berichten bijna nergens over gaan en dat het veel tijd kost om alles te lezen en bij te houden. Ik blijf er dus vandaan omdat het me teveel zal afleiden van wat ik werkelijk wil doen. Ik ontmoet mensen bovendien liever persoonlijk, al zijn het er geen 600.
Terwijl ik dit weblog schrijf, besef ik altijd en immer dat iedereen die internet heeft, dit kan lezen. Dat zorgt ervoor dat ik goed oplet wat ik wel en niet over mezelf en anderen vertel. Bij Facebook heb ik de indruk dat sommige mensen zich niet altijd realiseren dat er honderden mensen kunnen meelezen als ze een discussie met elkaar voeren.
Er zijn ook bekende politici in de problemen gekomen omdat ze vergaten, of even niet door hadden dat de hele wereld hun berichten vrolijk meelas.
Hun verhaal gaat dan opeens een eigen leven leiden en ze verliezen het zicht er op, laat staan dat ze de gevolgen kunnen overzien.
Een half jaar geleden hield iemand in Utrecht bij de opening van een bedrijfspand een lezing over de kracht en voordelen van social media. Ik was ook uitgenodigd en vond het heel interessant dat de spreker er naar streefde om altijd en overal alles met iedereen te delen. Dat houdt ook in dat iedereen moet weten waar hij is en wat hij aan het doen is.
Voor mij is dat juist geen fundamentele behoefte en dat is het ook nooit geweest.
Ik ontmoet graag mensen en wil ook van alles delen, maar ik bepaal zelf hoever ik daar in wil gaan en na een ontmoeting wil ik ook weer eens alleen zijn om letterlijk tot mezelf te komen. Het was dus erg boeiend om te ervaren hoe mensen totaal anders in het leven kunnen staan. Het is trouwens ook de eerste vraag die ik tegenkwam bij het bekijken van Facebook:
‘Wat ben je aan het doen?’
Zelf zou ik het anders willen formuleren:
‘Weet je zeker dat je dit nu wilt gaan doen?’

Dinsdag 13 december 2011
Spoken in de bibliotheek

De Kerstwandeling is vanavond een groot succes geweest. Er liepen vijf groepen van ongeveer 30 mensen van de ene naar de andere locatie en ik heb mijn verhaal dus vijf keer verteld aan in totaal ongeveer 140 mensen. Ik zat in een mooi ingericht zaaltje op de eerste verdieping van bibliotheek De Mare, helemaal in kerstsfeer.
Mijn optreden duurde tien minuten, en na een paar minuten kwam de volgende groep, dat ging achter elkaar door van 18.30 – 20.00 uur. Daarna was er afterparty in de kerk.
De groepen moesten iedere keer een trap op en af, met bovenaan een deur die aan de trapkant niet te openen was. Dat is een veiligheidsmaatregel om te voorkomen dat er boven apparatuur en kantoorspullen gestolen worden.
Ik had met de contactpersoon van de bibliotheek afgesproken dat ik de trapdeur open zou laten staan tegen de tijd dat ik een groep verwachtte.
Voor aanvangstijd was ik bezig om mij in de zaal te installeren, toen ik voetstappen hoorde. Even later zag ik bij de deuropening van de zaal een jonge bibliotheekmedewerkster die me even glimlachend aankeek en verder liep.
Vlak daarna liep ik naar de lift om een paar dames op te halen, die wat moeite hebben met traplopen. De lift schoof open en daar stonden de vrolijke dames al, ze hadden zelf de lift gevonden en ze liepen gezellig met me mee om alvast een plaatsje uit te zoeken.
Pas na afloop van het evenement hoorde ik van mijn contactpersoon dat er een insluiper was geweest die op de eerste verdieping in de kantoren liep rond te snuffelen. Het personeel reageerde alert en kwam er snel achter dat deze vrouw niet bij de groepen kerstgasten hoorde. Ze hebben haar weggestuurd.
Het bleek de vrouw te zijn die ik voor een medewerkster had aangezien omdat ze geen jas aan had en zich zo vanzelfsprekend bewoog dat ik dacht dat ze daar hoorde.
Mijn tas met portemonnee en sleutels stond in de zaal toen ik naar de lift liep om de dames op te halen. Als zij nog beneden waren geweest, was de kans op diefstal wel erg groot geworden. De vreemde vrouw had het zo kunnen pakken en er via de trap mee naar buiten kunnen lopen, met diezelfde vanzelfsprekende glimlach.
Gelukkig is er niets vermist, maar ik heb wel een belangrijke les geleerd wat openbare ruimtes betreft: er bestaan mensen die zich onmiddellijk op verboden terrein gaan bevinden zodra ze de kans krijgen en ze zien er net zo gewoon uit als uw buurvrouw, een bibliothecaresse of de kapster op de hoek.


Foto: Martijn van der Graaf Fotografie

Dinsdag 6 december 2011
Op de rol

Rond deze tijd denken veel mensen dat ik het heel erg druk heb met kerstoptredens. Dit jaar is het heel rustig en dat vind ik ook prima. Er zijn nog zoveel harp-ideeën uit te werken en te oefenen en hoe meer tijd daarvoor is, hoe gelukkiger ik word. En dan is daar natuurlijk de Kerstwandeling op 13 dec. as. (zie agenda). Er zijn al tachtig aanmeldingen! Half januari vertel en speel ik tijdens een groot feest van een kunstvriendin en Karin Dijkstra, Teake Ettema en ik gaan het toneelstuk ‘Ik wil ergens anders wonen’ ook rond die tijd spelen, in Heerhugowaard.
De najaarsserie ‘Met harp en ziel’ is in november succesvol afgesloten, de vier avonden waren goed bezocht en er is interesse voor een nieuwe serie in het voorjaar.
Door een vernuftig twee-armig lampje aan mijn standaard konden we ook bij kaarslicht zingen met harpbegeleiding. Mooi hoor, in zo’n prachtig klein kerkje dat staat op een plek waar stilte nog te horen is tussen de liedjes van de zangvogeltjes door.
De nieuwe data zijn al bekend en staan op de agenda voor als u zin heeft om u op te geven. Hoort, zegt het voort!

Dinsdag 29 november 2011
Naar de knoppen

Heeft u ook wel eens meegemaakt dat iemand een ronkende presentatie hield met een beamer of powerpointpresentatie en dat op cruciale momenten de apparatuur het begaf? De spreker wordt uit zijn verhaal gehaald, geeft met het zweet in de nek alle aandacht aan het reanimeren van de techniek, terwijl de mensen in de zaal zitten te lachen, opgelucht dat zij niet degenen zijn die het op moeten lossen. Misschien schets ik het nu te zwart omdat het in de praktijk meestal wel goed komt, maar ik heb het meerdere keren zien gebeuren en dan leefde ik erg mee met de spreker. De een maakt er geen punt van en past zich gewoon aan, de ander is erg handig en fikst het gewoon even.
Voor mij dus geen computers en schermen bij een verteloptreden, een goed verhaal kan zonder. Toch ontkom ik niet altijd aan ondersteuning door de techniek.
Ik vergeet nooit een vertelling aan een groep ouderen, jaren geleden toen ik pas begon als vertelster. Midden in mijn verhaal loeide een mevrouw er dwars doorheen: ‘IK HOOR HET NIET!’ Ik nodigde haar uit om meer vooraan te komen zitten, maar ze wilde persé helemaal achteraan en dat onlogische geluk wilde ik haar natuurlijk niet afnemen.
Ik begon ervaring op te doen met handmicrofoons. Aan- en uitknopjes, benen niet breken over snoeren, of draadloze met bevestiging aan standaard (hoe krijg je ‘m het handigst los of eraan), het afstellen van de geluidssterkte, niet te dicht of te ver bij de mond. Toen kwamen de mini-microfoontjes voor aan blouse of revers, met een zenderkastje aan de broekrand vastgehaakt, dat iedere keer op de grond klettert zodra je het ook maar even waagt om je te bukken.
Tot ik op een dag een headsetaanbieding zag bij de firma Spanjaard in ons mooie Alkmaar. Draadloze geluidsversterking, knopje hier, plugje daar, stekkertje zus, zenderkastje zo, met een klein microfoontje aan een onopvallende hoofdbeugel.
Als ik zorgde voor batterijen voor het zenderkastje, dan kon alles moeiteloos aangesloten worden door middel van mijn plug in de versterker van ieder gebouw waar ik zou optreden. Maar dat bleek te simpel gedacht, want mijn moderne plug past niet op iedere versterker, vooral de wat meer doorleefde exemplaren.
Na overleg met een onderdelenhuismeneer, heb ik nu een verloopstekker besteld die ik vrijdag kan komen ophalen.
Nu had ik afgelopen vrijdag een verteloptreden in een wijkcentrum en ik had mijn headset meegenomen op de gok. Er zou een geluidsinstallatie zijn maar het was niet duidelijk of mijn spullen wel of niet zouden passen.
Ik zag een grote box op wielen staan met een groot snoer en een heleboel knoppen. Verder wist geen vrijwilliger hoe het werkte, ik ook niet.
Terwijl het publiek in een andere ruimte werd ontvangen met koffie, opende ik mijn koffertje en begon alles stap voor stap aan te sluiten. Blijf rustig, dacht ik. Zie het maar als een oefening. En warempel, de plug paste!
Eerst klonk het hard en galmend maar na wat gedraai aan de knoppen, klonk mijn stem perfect in de ruimte. Ik kon dus goed verstaanbaar en met losse handen vertellen, heerlijk! Na afloop dronken we nog wat na en de mooiste herinnering die ik daaraan bewaar is, dat een vrouw zei: ‘Ik vond de verhalen erg mooi. Ik voelde me weer even kind. Zoals ik vroeger op school helemaal meegenomen kon worden in een verhaal.’

                 

Dinsdag 22 november 2011
Gezellig

De feestdagen komen er aan, net zo onvermijdelijk als het komen en gaan van de seizoenen. Kinderen leven als het meezit, onbekommerd toe naar het Sinterklaasfeest en de Kerstpret en voor volwassenen is de beleving verschillend. Als je gezond bent, niet teveel zorgen hebt en geniet van de mensen die je dagelijks om je heen hebt, dan zijn feestdagen een feest. Als je ziek of beroerd bent, als je op een rotmanier je baan bent kwijtgeraakt, of een geliefd iemand aan de dood, dan kunnen de decemberfeestdagen een harde confrontatie zijn met alles in jou wat er nu niet bepaald feestelijk uitziet.
Misschien verlang je juist naar stilte en heb je helemaal geen behoefte aan feestdrukte.
Toen ik nog voor de klas stond, vond ik feesten soms erg dwingend. Een voorbeeld: mijn leerlingen hadden een keer vol toewijding schoentjes van papier gemaakt die ze mochten zetten voordat de bel ’s middags ging. De volgende morgen vulde ik ze met pepernoten. Toen de kinderen zagen wat Sint in hun schoentje had gedaan, begonnen ze te blazen van woede. Een collega van mij had namelijk het idee opgevat om kadootjes in de schoentjes van haar leerlingen te doen, zonder haar collega’s daarvan op de hoogte te brengen. Mijn leerlingen voelden zich dus erg tekort gedaan vergeleken met de klas verderop. Op dat moment kon het Sinterklaasfeest me verder gestolen worden, al is het later gelukkig wel goed uitgepraat. Het valt of staat dus met: VERWACHTINGEN.
Dit jaar ga ik met veel plezier feestvieren. Niet druk of overdadig, wel met mooie muziek, een verzorgde tafel en een goed verhaal natuurlijk. Ik denk dat een feest alleen lukt als je het mag en kan doen op je eigen manier. Een feest is er om van te genieten en dat kan nieuwe energie en een gezonde weerstand meegeven voor de minder feestelijke dagen. Onder dit stukje staat een aankondiging van een Kerstwandeling die plaats gaat vinden op 13 december as. Om alvast in de stemming te komen. Ik ga dan een prachtig kerstverhaal in bibliotheek de Mare vertellen, samen met mijn harp. Maar eerst is de Goedheiligman aan de beurt, die ieder jaar na afloop van het feest zo wonderbaarlijk bescheiden en onopvallend met zijn lege zakken naar Spanje terugkeert.
Ik wens u alvast leuke, onderhoudende, muzikale, spirituele, spontane, huiselijke, sociaal aangename, geriefelijke, sportieve, gastvrije, mooie, spannende, troostrijke, bijzondere, gulle en ongedwongen decemberdagen: maar er moet niets.

Aankondiging Kerstwandeling 2011: Klik hier 

Dinsdag 15 november 2011
Het spel van adem en beweging

Afgelopen zaterdagmorgen vertrok ik uit ons huis in een diepe stilte. Het was nog donker en fietsend langs de golfjes van het Noord-Hollands Kanaal hoorde ik de eerste vogel fluiten. Het was tintelend fris buiten. De trein was op tijd en in de loop van de morgen zag ik vanachter mijn raampje de zon opkomen, die begon als een mooie, grote gouden bal. De rest van de dag ontrolde zich net zo eenvoudig als het yogamatje dat ik  had meegenomen. Ik had me opgegeven voor een workshop Feldenkrais bij Gerard Zuyderhoff in Dalfsen. Er waren nog meer vertellers die zich wilden verdiepen in deze methode ‘die letterlijk en figuurlijk ruimte en lucht geeft.’
Gerard ontving ons gastvrij en na de eerste kennismaking gingen we zitten en liggen in de oefenruimte.
We waren de hele dag bezig met geconcentreerd en gericht ademen en bewegen. Op een lichaamsvriendelijke, zachte en heel effectieve manier.
Ik herinner me van gymnastiekoefeningen van vroeger dat ik altijd spierpijn achteraf had.  Tijdens de terugreis dacht ik aan mijn nek te voelen dat mijn lichaam moest wennen aan de Feldenkrais-oefeningen maar tot mijn grote vreugde voelde ik me de volgende morgen juist heel lekker in mijn lijf zitten! Geen spoortje pijn terwijl ik behoorlijk intensief bezig ben geweest met lichaamsoefeningen.
Deze methode van bewegen staat bekend als heel fijn voor vertellers, acteurs en muzikanten omdat je je inspant zonder jezelf te forceren. Dat bevordert het spelplezier en je blijft er langer gezond bij. Gerard vertelde dat je je hart zelfs op een hele goede manier masseert als je op een gezonde manier ademt.
Ik werd me ook bewust van mijn soms harde, of abrupte bewegingen als ik me bijvoorbeeld omdraai. Dat kan ook makkelijker, vloeiender, gracieuzer zelfs. En dat is nog effectiever ook. Ik verheug me er op om dat meer te gaan oefenen. Ik word daar vast een gelukkiger mens van. Zorgvuldiger, aandachtiger.
Natuurlijk werd er ook gepauzeerd en Gerard had heerlijke koffie, soep en appelsap voor ons geregeld. Het mooie weer nodigde ons ook uit om even te gaan wandelen als je daar zin in had. Aan de overkant van de weg was een weiland waar ik een tijdje in het zonnetje heb gestaan. Daar heb ik dit elfje over geschreven:

Een
zachte bries
over het weiland
de koeien grazen aandachtig
verder

Ik kijk terug naar een leerzame workshop, met een leuke groep vertellers die elkaar nu eens op een andere manier hebben ontmoet. Met dank aan Gerard Zuyderhoff en Eric Borrias!

Foto: Dirk Aart Rodenburg


Dinsdag 8 november 2011
Verteltheater? Help!

Gisteren trad ik op in wijkcentrum Wijkwaard, in mijn eigen woonplaats Alkmaar, twee straten bij mijn huis vandaan. In het kader van het nieuwe project ‘Samen Zijn’, van Stichting de Wering, die zich o.a. inzet voor het opzetten en onderhouden van sociale netwerken voor vijftigplussers.
De zaal was ruim en voorzien van goed licht en een uitstekende geluidsinstallatie.
Ik werd hartelijk ontvangen door mijn contactpersoon en een vrijwilligster en terwijl ik mijn vertelplek begon in te richten met een tafel, een mooi glanzend blauw kleed, een paar lichtjes, een orchidee en een afbeelding van het Amelandse standbeeld van de heks Rixt van het Oerd, druppelden de eerste bezoekers binnen.
Er waren er niet zoveel deze middag en dat bleek een reden te hebben die ik zelf niet had kunnen bedenken. Omdat ik wilde voorkomen dat mensen zouden denken dat ik ging voorlezen, had ik mezelf van te voren aangekondigd als iemand die verteltheater bracht.  Mensen die de flyer lazen zeiden vervolgens: ‘Moeten wij dan zelf in dat verhaal gaan toneelspelen? O nee hoor, daar begin ik niet aan!’
Een buitengewoon leerzame ervaring wat de PR betreft. Een volgende keer zal ik de tekst zo aanpassen dat men meteen ziet dat het gaat om een verteloptreden in plaats van een Dramatische Expressie-activiteit.
Na wat heen en weer kennismaken met koffie of thee en wat lekkers erbij, nodigde ik de groep uit om plaats te nemen op de stoelen die ik had klaargezet.
Daarna ging ik los en het werd een heel fijn verteloptreden met een aandachtig en enthousiast publiek. De meeste verhalen waren voor mij ook nieuw omdat ik ze voor het eerst ingestudeerd had. Het optreden zelf is dan de ultieme test om erachter te komen of de verhalen goed gekozen zijn.
Nadat de gasten tevreden vertrokken waren, vertelde de contactpersoon me dat er vorige week veel meer mensen waren geweest bij het smartlappen zingen, maar dat er voor, en vooral na mijn verhalen veel meer onderlinge gesprekken op gang kwamen, dat er veel meer sociaal contact was. Met andere woorden: deze middag had de doelstelling met vlag en wimpel gehaald, ook al waren er minder bezoekers. Daarmee is de grote, verbindende kracht van verhalen maar weer eens bewezen!
Ditzelfde vertelprogramma ga ik deze maand nog twee keer uitvoeren, mits er voldoende aanmeldingen zijn. Heeft u zin om zich hiervoor op te geven bij de Wering, dan ziet u alle gegevens hieronder staan.
En u hoeft dus niet de zolder op om te zoeken naar die kist met verkleedkleren…

PROGRAMMA NOVEMBER ‘SAMEN ZIJN’ BIJEENKOMSTEN VAN DE WERING, ZORG VOOR WELZIJN

 

 

Verteltheater Kom op Verhaal presenteert:

DE HOOGSTE TIJD
Volksverhalen uit de hele wereld (45 minuten)

Vrijdagmiddag 25 november a.s. 14.00 – 16.00 uur Daalmeer, Joh. Naberstraat 77b

Aanmelden voor deelname is noodzakelijk!
Maandag t/m vrijdag van 9.00-12.00 uur bij de afdeling Activiteiten van de Wering, telefoonnummer: 088 – 0075 040.

Dinsdag 1 november 2011
Komische noot

Kort geleden hield ik een doosje met lekkere nootjes in mijn handen. Op de achterkant stond geschreven: ‘Dit product kan sporen van noten bevatten.’ Mijn dag kon niet meer stuk. Ik ben nu eenmaal dol op waanzinnige teksten en verhalen en ik verzamel ze al jaren. Op de achterkant van het blad ‘Onze Taal’  (Ruggespraak) heb ik ook vaak advertenties gezien, die op dit gebied net zo onbedoeld een hoofdprijs verdienen:

– PVDA en D66: gratis parkeren op de helling.
– Verse Vietnamese loempia’s. Voorbereidingstijd: 50 minuten + weken.
– Rijbroek voor dames met soepele voorkant.

Wie nog meer wil lezen over vloeibaar Frans spreken en over moeders die van verdriet wegkwijlen: het is allemaal na te lezen in ‘Een slipje van de sluier’ dat in 1991 verscheen en ‘Door rood en spook gereden’, dat in 2001 uitkwam.

Waanzinnige verhalen zijn er ook in allerlei soorten en maten. Ik vertel ze graag omdat er altijd iets gebeurt wat eigenlijk niet kan. Dat geeft zoveel ruimte en biedt zoveel mogelijkheden en kansen voor de verteller. De beste verhalen zijn niet gebonden aan tijd, ruimte of regels, is mijn ervaring. In ‘Ophelia’s schaduwspel’ is de hoofdpersoon iemand die zich op een grappige manier ontfermt over eenzame zielen. Je weet als publiek dat het niet kan en toch zie je het gebeuren en kan het je zelfs ontroeren.
De titel van een verhaal spreekt soms ook boekdelen: wat te denken van ‘Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht’ , van Mark Haddon.
De werkelijkheid is soms zo hard en onontkoombaar maar door onze verbeelding kunnen we er ook mee gaan spelen en zo ons leven kleur geven. Misschien is het wel een verhaal geweest, dat als enige en laatste overbleef in de doos van Pandora.

Tenslotte eindig ik dit stukje met een vrolijke noot: mijn website is vandaag 1 jaar geworden! Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar webmaster Rineke, die garant staat voor een mooie vormgeving en bewaking van de kwaliteit. En ik wil u ook bedanken voor alle leuke, grappige, stimulerende en waanzinnige reacties die ik tot nu toe heb mogen ontvangen. Maar nu ga ik mijn gasten begroeten die ik voor dit jubileumfeestje heb uitgenodigd. Ze zijn allemaal gekomen: Merlijn en Baloe, Sint Joris en zuster Anna, Oma Knots en de zeven geitjes, Eucalypta en Sjakie met zijn hele chocoladefabriek, de complete cast van Harry Potter, Ophelia die de dood gezellig heeft meegenomen en nog veel meer gasten. Lang zullen ze leven, proost!

                                     

Dinsdag 25 oktober 2011
Samen de planken op

Of ik wel eens zenuwachtig ben voor een optreden? Ja, altijd. Wordt dat in de loop van de tijd dan niet minder? Nee, wel anders. Als ik geen zenuwen heb voor een optreden, begin ik pas echt zenuwachtig te worden. Ik koester mijn zenuwen. Ze zorgen ervoor dat ik het beste van mezelf ga geven. Als ik denk: dat doe ik wel even, ha, fluitje van een cent, dan is de kans groot dat ik mezelf overschat of concentratiefouten maak.
Zenuwen worden alleen mijn vijand als ik de strijd met ze aanga of, zoals ik ook jarenlang heb gedaan, net doe of ze er niet zijn. Ik werd er zo doodmoe van, dat ik besloot om die angst maar eens recht in de ogen te gaan kijken. Net als die keer dat ik bij de tandarts zat en de pijn door de verdoving heen sloeg. Ik ging met mijn aandacht bewust naar de pijn toe om erachter te komen of het draaglijk was en waar voor mij de grens lag. Die bleek veel verder te liggen dan ik vermoedde: het boren was niet fijn maar ik kon het wel degelijk aan. Ik ging er dus even goed voor zitten toen er weer een vertelling op de rol stond en zei voor de aanvang van het optreden tegen mijn  plankenkoorts: Wat is er aan de hand? Ik ben bang. Waarvoor? vroeg ik. Ik ben bang dat ik fouten maak. Dat ik het niet goed doe. Niet goed genoeg doe. Dat ze me uit zullen lachen. En is dat wel eens gebeurd? vroeg ik zakelijk. Nee, nooit. Het publiek is meestal vriendelijk, welwillend en zelfs enthousiast als alles meezit.
En zo kwam ik erachter dat ik met die optreedzenuwen vooral spoken zag. Ik klopte de plankenkoorts bemoedigend op de schouder en zei: Maar daar is wel iets aan te doen, hoor. Zou je denken? zei de plankenkoorts hoopvol en pinkte een onzekere traan weg.
Ja hoor, zei ik. Ten eerste wil ik je bedanken omdat ik voor een optreden altijd extra energie van je krijg en beter oplet als jij er bent. En verder zorg ik ervoor dat ik heel goed voorbereid ben en alleen maar prachtige verhalen vertel, zodat we samen best tegen een stootje kunnen als het allemaal wat anders loopt dan we gedacht hadden. Dat moest de plankenkoorts even verwerken, maar al gauw kwam er een lach op haar gezicht toen ze zag hoe laat het was. Ze keek me schalks aan en zei: Ben je er klaar voor? Ik knikte ferm en gearmd liepen we de zaal en het verhaal in.

                               

Dinsdag 18 oktober 2011
De eeuwigheid vieren in het moment

Soms gebeurt er iets met de juiste persoon, op de juiste plaats, in de juiste omstandigheden, op het juiste moment. Er is sprake van een goede timing: alles en iedereen lijkt op z’n plek te vallen. Elvis Presley zong het al: ‘It’s now or never.’
Een goed verteloptreden vraagt ook om een goede timing: het contact met het publiek in de eerste plaats, het spelen met de ruimte, de bewegingen, de stilte en de juiste woorden op het juiste moment. Net als in het theater of bij toespraken.
De ‘I have a dream’ redevoering voor gelijke burgerrechten, die ds. Martin Luther King in Washington hield op 28 augustus 1963, zorgt nog steeds voor kippenvel door zijn geweldige timing. Het is ook de combinatie van een goed doortimmerd verhaal en de enorme bezieling waarmee hij zijn woorden uitspreekt: ‘I have a dream today…’
Het tegenovergestelde gebeurt in komische acts: de timing is een ramp en wordt net zolang uitvergroot tot het publiek huilend tegen elkaar aanhangt van het lachen.
Mij gebeurt dat overigens niet zo snel. Er zijn niet zoveel komieken die mij echt laten lachen, het ligt er vaak zo bovenop. Gein hebben met het publiek omdat er zulke rare dingen gebeuren in een verhaal, vind ik een van de leukste kanten van verteloptredens. Dan schiet ik als verteller ook wel eens in de lach. Een briljant voorbeeld van timing is voor mij: The fox has left his lair, door Denny Willis & Hunting Quartet.
Als kind smulde ik ervan als het op tv kwam en ik vind het nog steeds ijzersterk als ik het op You Tube bekijk.
‘If I would have time in a bottle,’ zong Jim Croce. ‘Wat gaat de tijd toch snel,’ wordt ook vaak gezegd maar dat is natuurlijk een misvatting. De eerste de beste tegeltjeswijsheid leert ons dat de tijd blijft en dat wij degenen zijn die voorbij gaan.
Dus geef mij maar een gezonde lach op z’n tijd. Sterker nog: een verhaal zonder lach is als een ei zonder zout.

 

Dinsdag 11 oktober 2011
What’s in a name

Een naam is niet zomaar een naam. Een naam is belangrijk. Zo belangrijk zelfs dat het verwerkt is in veel uitdrukkingen:
– Ach, het mag geen naam hebben.
– Denk toch aan je goede naam!
– Wie de naam heeft vroeg op te staan, komt nooit te laat.
De Romeinen gingen er van uit dat iemands naam iets zei over zijn lot: Nomen est omen.
(de naam is een voorteken). De naam Benno Baksteen is in dit verband geen prettige naam als je vliegenier bent.
Mensen identificeren zich met hun naam. Ze stellen zich meestal voor met ‘ik ben…’ in plaats van ‘Ik heet..’.
In het verhaal Repelsteeltje wordt treffend geïllustreerd dat het kennen van iemands naam macht over de ander geeft. Het noemen van zijn naam blijkt een vernietigende uitwerking op Repelsteeltje te hebben.
Dan zijn er nog de schuilnamen, de pseudoniemen, de koosnaampjes (Drolliebollie) en koninklijke namen waarbij je de tel kwijtraakt. Zo heet onze prinses Amalia: Catharina-Amalia, Beatrix Carmen Victoria.
Op 8 oktober kwam ik de majesteit trouwens nog tegen in Alkmaar wegens, over namen gesproken: Alcmaria Victrix! Bij de Grote Kerk waar iedereen op de jaarlijkse grote optocht wegens Alkmaars Ontzet stond te wachten. Op het moment dat ik me omdraaide omdat het me te druk werd, zoefde er opeens een donkerblauwe limousine langs. De mensen waren te verbaasd om te zwaaien. Ze had binnen gerestaureerde gewelfschilderingen onthuld. Was ze nu al klaar? Zoef, daar ging ze. De geluk brengende.
Er is nog iemand die geluk heeft gebracht. Voor mij tenminste. Ik bespeel een Keltische harp die de naam Ravenna draagt. Sinds kort is daar een kleine bourdonlier bij gekomen en zij mag zeker een naam hebben maar ik kon niets bedenken. Tot gisteren. Er fietste in Oudorp een klein meisje voor me in de Kasteellaan. Ik heb haar beleefd verteld dat ik een naam voor mijn harpje zocht en ik vroeg of ik haar naam mocht weten. Dat mocht.
En nu heet mijn lier Brendie. Of Brandy, zo u wilt.

Dinsdag 4 oktober 2011
STERKE VERHALEN

U kent ook vast wel een of andere oom in de familie, die tijdens een vakantie met zoveel leeuwen en beren heeft gevochten, met blote handen uiteraard, dat het een wonder is dat ze nog in leven zijn.  Het gewicht en de lengte van de beesten (en het verhaal) nemen ook geleidelijk bij iedere volgende verjaardag toe, totdat de oom ervan doordrongen is dat zijn naam eigenlijk in het Guinness Book of Records thuishoort.
Ook de helden in verhalen maken gebruik van sterke verhalen om hun vijanden te slim af te zijn. Zoals Stan Bolivan, die er enorme, maar gelukkig ook zeer domme reuzen mee weet te imponeren.
Ik kies deze keer voor dit thema vanwege de Kinderboekenweek, waarin het gaat over Superhelden. Over dapper durven zijn. De Tarzan-oom zoals hierboven beschreven is een voorbijganger die zichzelf tot held uitroept. Maar wie is er echt voor jou een held?
En is een held altijd een stoere bink of is het juist de moed van een gewoon iemand die tegen de stroom in durft te gaan, door iets onder ogen te zien wat verder niemand wil weten? Remco Campert heeft er een mooi gedicht over geschreven:

Verzet begint niet met grote woorden

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals een storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen

Terwijl ik het gedicht lees, denk ik aan Anna Politkovskaja. Een Russische journaliste die kritisch schreef over corruptie en mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië.
Aanstaande vrijdag, 7 oktober, is het precies vijf jaar geleden dat ze om die reden van het leven is beroofd, terwijl de daders hun handen in onschuld wassen.
Dat haar verhaal hen moge achtervolgen zolang als ze leven. Ik heb me in ieder geval voorgenomen haar te herdenken en haar naam nooit te vergeten. Want zij is mijn grootste heldin.

Dinsdag 27 september 2011
De kracht van de herhaling

‘Alle beken stromen naar de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats waarheen de beken stromen, daarheen stromen ze altijd weer.’

                                                                                                     Prediker

Jonge kinderen kun je geen groter plezier doen dan een geliefd verhaal steeds opnieuw vertellen. Het liefst voor het slapen gaan, als ze er lekker warm bij liggen terwijl in het verhaal een snijdende wind de sneeuw voor zich uit aan het jagen is.
Ik heb menig dictee spannend gemaakt door avonturen over een stout hondje te verzinnen, waarbij belangrijke woorden opgeschreven moesten worden. Voor mij ging het om de correcte spelling, voor de kinderen om de vraag of Droppie wel of niet uit de fietstas zou springen, de slagerswinkel in. Schrijf op: fietstas.
J
aren later kwam ik nog oudleerlingen tegen, die niets meer wisten van mijn taallessen, maar die zich nog wel precies herinnerden wat het hondje allemaal had uitgehaald.
Ook volwassenen zijn gevoelig voor herhaling. Dat zie ik tijdens de Kerstdagen, bij 4 en 5 mei en dan gaat het vooral om oudere mensen.
Er is ook nog een fenomeen dat opgaat voor alle leeftijden: bij een gebeurtenis die veel indruk heeft gemaakt, ontstaat de behoefte om er iedere keer weer over te praten, om het verhaal meerdere keren te vertellen. Ik heb het zelf gehad toen we een aantal jaren geleden met ons gezin bijna zijn aangereden op de snelweg richting Rotterdam.
We werden ingehaald door een auto die in een slip kwam. Pal voor ons schoot hij dwars de weg af en kwam met een enorme plons in een sloot terecht. Het was een wonder dat hij ons niet geraakt had.
Toen we aankwamen bij het familiefeest in Zeeland heb ik het wel honderd keer verteld, van pure schrik. Dat ging gelukkig ook wel weer over.
Dan zijn er nog de mensen die rouw dragen. Die het vreselijk vinden als hun doden weg gezwegen worden omdat ze, juist door over hen te praten, niet vergeten worden.
Iemand zei een keer tegen ouders die een kind hadden verloren: ‘Ik sta hier met lege handen.’ En de moeder zei: ‘Dat geeft niet. Wij vullen ze wel met onze verhalen.’

Dinsdag 20 september 2011
Logisch

Terwijl ik mezelf vorige week weer in mijn kleren wurmde, hoorde ik stemmen met bijbehorende voetstappen langs mijn kleedhokje gaan. Het was een gezin, met in hun midden een zoon die net zijn kleurige zwemdiploma had opgehaald. Voordat ze om de hoek verdwenen, zuchtte hij opgelucht: ‘Hè, hè, nóóit meer zwemmen!’ Als ik een badmeester of juf was en dit zou horen, dan zou ik toch eens na gaan denken over mijn lesmethode, want een kind dat nooit meer wil zwemmen heeft weinig aan een diploma als hij z’n vaardigheden verliest door nooit meer vrijwillig het water in te gaan. Ik hou het er maar op dat hij de verplichte lessen bedoelde.
Net als die harpiste die slaagde voor het conservatorium en vervolgens de harp een jaar in een hoek schoof en er niet meer naar omkeek.
Daar gaat het nu over. Dat mensen soms heel onlogisch reageren, op het eerste gezicht.
Zo zal ik ook nooit begrijpen dat iedereen een jarige ‘Lang zal ze leven!’ toezingt, maar wel onder de voorwaarde dat diezelfde jarige vooral niet laat zien dat hij of zij daadwerkelijk ouder wordt. Al of niet met botox en dure cosmetica.
Zo vertelt een reclame het volgende verhaal: Man en vrouw zitten lekker buiten op het gazon. Zo op het oog zijn ze dol op elkaar, er is geen vuiltje aan de lucht. Plotseling vertrekt zijn gezicht als hij, net als de camera, onbarmhartig inzoomt op haar gezicht. Ze schrikt, is er iets mis met haar? En dan valt de bijl: HIJ ZIET EEN RIMPEL! Schuldbewust kijkt ze naar de grond. Wat eerst een stralende vrouw was, is nu een geslagen hond die een pijnlijke scheiding tegemoet gaat zien. Tenzij ze de Falderaldera-crème met anti-oxidanten gaat kopen die haar honderd jaar jonger doet lijken. Omdat ze het waard is.
Geef mij dan maar liever het volgende gedicht van Hans Andreus:

Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens zo liefhad,
als ik jou.

Dinsdag 13 september 2011
Het pad volgen of je eigen weg vinden

Ik ben net een ui. Door de jaren heen pel ik de ene na de andere laag af totdat overblijft wie ik nu werkelijk ben. En misschien heb ik daar wel een heel leven voor nodig.
Ik heb het over mezelf ontwikkelen. In het groeien als vertelster, zangeres, muzikant en dichteres.
Er bestaan honderdduizend interessante cursussen en workshops, maar ik stel me terughoudend op.
Een paar jaar geleden raakte ik de tel een beetje kwijt wat leertrajecten betreft en ik nam toen een ferm besluit: ik ga nu maar eens een tijdje aan de slag met wat ik allemaal wél kan. En dat blijkt nu ook een leerproces op zich te zijn. Ik schrijf me nog wel eens in om me ergens verder in te verdiepen en de harplessen gaan immer door, maar het is niet meer leren om onzekerheid te bestrijden met geijver. Oefeningen als verplichte corvee.
Ploeteren, op weg naar de ultieme Perfectie en De Beste Willen Zijn.
Nee dank u, ik laat dit met grote opluchting achter mij. Ik richt me liever op: hoe geef ik het beste van mezelf? Ik ga nu uit van wat ik kan en ik ben benieuwd wat ik van daaruit nog allemaal ga ontdekken. Als een kind in de zandbak.


Foto: Dirk Aart Rodenburg

Donderdag 31 augustus 2011
Kom vlieg met me mee

Ik zit nu in de trein, op weg naar Haarlem. Daar ontmoet ik mijn vriendin Liesbeth, die daar in een mooi hofje woont. Maar daar gaan we niet heen.
Ze plukt me straks van het station en dan lopen we naar de Sint Bavo.
Vandaag wordt er in Haarlem een eeuwfeest gevierd, waar Anthony Fokker een belangrijke rol in speelt. Vandaag is het namelijk precies honderd jaar geleden, dat de 21-jarige Fokker op de toenmalige koninginnedag een rondje boven de Grote Kerk vloog in zijn Spin (zijn eerste vliegtuigmodel). Koningin Wilhelmina heeft hem toen hoogstpersoonlijk en vast op de haar bekende wijze uitgezwaaid.
Het verhaal gaat, dat hij als jongetje al allerlei modellen van papieren vliegtuigjes vanuit zijn slaapkamerraam de straat in wierp. Afgelopen week mochten de Haarlemse kinderen dan ook hun eigen vouwmodellen lanceren vanuit datzelfde historische raam in de Houtstraat.
Voordat ik net de trein instapte, schudde ik mezelf uit als een natte poedel. Dat belooft wat voor het rondje dat ze vanmiddag om de kerk willen laten vliegen.
De replica van de Spin is in ieder geval in de kerk opgesteld als publiekstrekker.
We gaan het allemaal zien: een belangrijk stukje geschiedenis in de ontwikkeling van de luchtvaart. Als daar geen verhaal in zit…
Dit was het eerste deel van uw verslaggeefster uit Alkmaar. Op de terugweg volgt deel twee met een beknopt verslag van onze Haarlemse avonturen.

Ik zit nu weer in de trein, terug naar Alkmaar. In en buiten de Grote Kerk hebben we wel drie Spinnen gezien, die alle drie kunnen vliegen.
Het kleinste model stond eerst in een telkamertje, buiten liep een toneelgezelschap in processie met een ronkend en rokend exemplaar dat in een straat tentoongesteld ging worden en de grootste stond inderdaad midden in de kerk te pronken. Het kleintje vloog door de kerk na het middaggebed van 12.45 uur, waarbij opvallend veel teksten en liederen verwezen naar adelaarsvleugelen en het hemelgewelf.
Uit het toneelstuk dat later tussen de preekstoel en de Spin werd opgevoerd, maakte ik op dat de schoolresultaten van de jonge Anthony ronduit slecht zijn geweest en dat hij in de beginjaren van zijn vliegschool weinig orders binnenkreeg. Het zakelijke succes is pas veel later gekomen. Mijn uiteindelijke indruk van Anthony Fokker is, dat hij een creatieve, intelligente doorzetter was, die volstrekt op eigen koers vloog.
En hoe beroemd hij ook werd op die eenendertigste augustus van het jaar 1911, zijn moeder was niet onder de indruk van eventuele sterallures. Zodra hij weer met beide benen op de grond stond, zei ze eenvoudig: ‘Jongen, ik ben blij dat je weer beneden bent.’

Dinsdag 23 augustus 2011
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…

In de verhalenserie ‘Paulus de boskabouter’ van Jean Dulieu schittert de heks Eucalypta in slechtheid, doortraptheid, voorspelbaarheid en domheid.
Ze heeft het in talloze variaties gemunt op Paulus en dat mislukt in even zovele variaties.
Paulus heeft dan met haar te doen en dat weet ze. Ze doet zich dan zo zielig en slachtofferig voor, dat hij haar vrijlaat als ze belooft dat ze het nooit meer zal doen.
Dat belooft ze plechtig, om vervolgens weer keihard toe te slaan zodra ze de kans krijgt.
Kortom, Eucalypta is een vreselijk kreng en toch is zij voor mij de leukste en grappigste heks die ik uit verhalen ken.
Op haar manier heeft ze de goedige en sullige Paulus toch nodig om haar leven kleur te geven en spannend te houden.
Ze doet me denken aan miss Piggy uit de Muppetshowverhalen. Zij vindt zichzelf ook reuze slim en kan zich ook alleen maar belangrijk voelen via de aandacht van anderen.
Waar ik me vaak over verbaas is, dat heksen zoveel tijd, energie en aandacht besteden aan het zaaien van dood en verderf.
Maar ik geef ze ook na: je weet altijd wat je aan ze hebt. En ze zijn er niet voor niets.
Zo helpt de Russische Baba Jaga jonge meisjes om in hun kracht te gaan staan.
In hun groei naar volwassenheid gaan ze de strijd met haar aan en ontdekken zo hun eigen moed en uithoudingsvermogen.
Nee, de vermomde heksen zijn veel gevaarlijker. Dat zijn mannen of vrouwen die doen alsof ze het beste met je voor hebben terwijl ze je alleen maar gebruiken om iets binnen te halen wat ze erg graag willen hebben.
Je vindt ze in de volksverhalen met open deuren die opeens dichtslaan, voorwerpen die opeens giftig of vlijmscherp blijken te zijn en gastvrije kastelen waar je wel kunt inchecken, maar waar je niet meer levend of heelhuids uit komt.
Je kunt heksen ook vandaag overal tegenkomen, op straat, of in de spiegel.
Want de voornaamste drijfveer van de heks is jaloezie: jij hebt iets wat ik niet heb.
Als ik het niet kan krijgen, dan maak ik het kapot of minstens een kopje kleiner. Dan hebben we allebei niets en dan staan we weer gelijk. Niet erg creatief dus. Slopers zijn het.
Zo heb ik eens een klein heksje in actie gezien in een kleutergroep. Ze vroeg aan haar vriendinnetje: ‘Hoe vind je mijn tekening?’ ‘Niet zo mooi’ , was het antwoord.
Waarop het meisje siste: ‘Nou, ik vind jouw tekening ook niet mooi!’
Dit heksje was geen slecht kind. Ze had gewoon een aanval van jaloezie en vulde het antwoord zelf in als een persoonlijke afwijzing.
Voor veel mensen heel herkenbaar, denk ik. Zo zit er in mij natuurlijk ook een heks.
Ze mag helemaal los tijdens verteloptredens en toneelspel. We kunnen het goed met elkaar vinden. Ze is vindingrijk, heeft lef, gevoel voor humor en ze is voor mij een geweldige uitlaatklep. Maar ik hou haar wel aan de ketting, want ik ben de baas.
(kakelend lachje)

Dinsdag 16 augustus 2011
Van A tot Z

Er was eens…
Zodra ik deze woorden hardop uitspreek, plaats ik mezelf met deze opening van mijn vertelling in een lange traditie. Toch zijn het voor mij geen vaste openingswoorden.
Er is immers veel meer mogelijk. Een greep uit bestaande verhalen:

-Ik ben geboren in het verkeerde lichaam.
-Altijd als hij gestorven was, kwam hij weer terug.
-Waar wij vandaan kwamen, daar was het graven nat.
-Ik heb vader naar boven gedaan.
-In het begin schiep God de hemel en de aarde.
-Oeroeg was mijn vriend.
-Heel ver terug in de tijd, toen de tijd nog tijdloos was…
-Hero was gemaakt voor de liefde.

Natuurlijk is er voor iedere verteller ook de mogelijkheid om zelf openingszinnen te bedenken. Als het over een warm land gaat, zou ik kunnen beginnen met:

‘De lucht trilde van de hitte.’

Of als opening van een kinderverhaal:

‘Robbie knipperde met zijn ogen en keek verbaasd om zich heen.’

Of een kerstverhaal:

‘Tik – tak – tik – tak… in de keuken hing de heerlijke geur van oma’s kerstkransjes, maar op het getik van de klok na was het verder zo stil dat het leek alsof het huis verlaten was.’

De eerste zin is een daalder waard en vormt de toegangspoort tot het verhaal.
Het is misschien wel de belangrijkste zin, net als de slotzin want die nemen de mensen mee naar huis. Eind goed, al goed.
Dat iemand daarbij tenslotte nog lang en gelukkig leeft, wens ik iedereen van harte toe maar ik vind het geen opwindende mededeling.
Ook daar is voor de verteller wel enige variatie in aan te brengen. Als ik bijvoorbeeld denk aan de verdwenen oma uit het kerstverhaal, dan zouden dit de slotzinnen kunnen zijn:

‘Het begon steeds harder te sneeuwen. De conducteur gaf het fluitsignaal, er klonk een luid gesis en de deuren van alle wagons vielen tegelijk met een klap dicht. De trein zette zich langzaam in beweging en als je goed keek, zag je achter het middelste raampje een giechelend oud vrouwtje zitten, met een enorm konijn op haar schoot.’

Tot slot noem ik nog een paar fraaie zinnen waar bekende verhalen mee zijn afgesloten:

-Geef antwoord!
-Ze was aan het einde gekomen.
-‘Je bent het al,’ antwoordde ze, ‘en je hebt het zelf gewild.’
-Korte tijd later verhuisde ik met mijn ouders naar de Schildersbuurt.
-…, zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.
-‘Ach,’ dacht Han en zijn lippen bewogen daarbij zachtjes ‘wat jammer toch dat ik nog niet even terug kan om de mensen te zeggen dat het wáár is wat men vertelt…’

 

Dinsdag 9 augustus 2011
Groot, groter, grootst

de
belangrijkste relatie
in mijn leven
is de relatie met
mezelf

Bekende artiesten hebben in de loop van de tijd hun talent ontwikkeld door goed naar anderen te kijken. Naar leermeesters, collega’s, of podiumkunstenaars die hen voorgingen. Als inspiratiebronnen. Niet om de kunst af te kijken. Iemand alleen maar nadoen is immers als een gevel waar geen huis aan vast zit.
Toch vond ik het vroeger heerlijk om liedjes van bijvoorbeeld Wim Kan uit mijn hoofd te leren zingen, of de gedichten van Annie M.G.
Nu begrijp ik waarom: het waren taalkunstenaars. Ze speelden met taal en woorden waardoor ze ongehinderd met de werkelijkheid konden dollen.
Op TV heb ik ook artiesten langs zien komen die me aanspraken: Wim Sonneveld, Freek de Jonge, Ramses Shaffy, Hetty Heijting als tante Til en oma Knots. Ik hield en hou van de warme spreek- en zangstem van Sonneveld, het geniale uitvergroten van De Jonge, de passie zonder grenzen van Shaffy en het pure absurdisme van Heijting. Ik doe het ze niet na.
Maar wat betekenen ze dan wel voor mij?
Dat ik me bewust ben van de temperatuur van mijn stem, dat ik als vertelster mezelf wil zijn, dat ik aandacht geef en ontvang vanuit het plezier van de ontmoeting. Om daardoor optimaal te kunnen genieten van alle verrassingen die dat met zich meebrengt.

Dinsdag 2 augustus 2011
Steengoed

De Belgische televisie heeft de serie ‘Sprookjes van Grimm’ uitgezonden en ik herinner me dat het toevallig een keer aanstond toen ik de tafel ging afruimen. Een uur later stond de tafel er nog net zo bij want het acteerwerk, met name van de kinderen, was zo goed dat ik er maar even bij ging zitten. Het ging over Hans en Grietje.
Vanaf die tijd hield ik de Belgische programmering een beetje in de gaten want dit smaakte naar meer. Er kwamen nog een aantal afleveringen, waarbij het me opviel dat vooral koningen zich in de loop van het verhaal ontpopten als ware sukkels.
Ze werden door stroopsmeerders voor de gek gehouden, konden niets zonder hun raadgevers, hadden absoluut niet in de gaten dat er mannen om hen heen waren die kalief wilden worden in plaats van de kalief, en blunderden erop los in de omgang met onwillige dochters die het vertikten om te trouwen met de wereldvreemde, rijke snoeshanen die Pa voor ze had uitgezocht. Ik schoot daar vaak bij in de lach, bij zo’n eikel van een koning. Dankzij hen kunnen cartoonisten vandaag de dag ook nog jaren vooruit. Zo menselijk en voorspelbaar. Dat is vast geen toeval, dat je in verhalen naast de toegewijde, bekwame vorsten ook veel schertsfiguren tegenkomt. Een koning is ook maar een mens, is de boodschap. Er zijn zelfs koningen die zich als bedelaar vermommen om erachter te komen hoe het er nu werkelijk aan toe gaat in hun rijk.
Als je voortdurend op een voetstuk staat, moet je haast wel een beetje verknipt raken, hoe hou je in zo’n positie contact met de realiteit?
Koningen en andere hooggeplaatste bevelhebbers zijn dus: (eigen)wijs, of naïef, of ze kunnen niet goed slapen omdat ze bang zijn. Bang om aangevallen te worden, een angst die vaak gevoed wordt door een slecht geweten, in combinatie met geruchten over opstanden. Want welke koning is er democratisch gekozen?
Wie neemt er uiteindelijk wraak op hen wanneer ze zelf iedere weerstand verpletterd hebben?
Het is al zo oud als de wereld en het gebeurt nog steeds. Likken omhoog en trappen naar beneden. Je zult maar in zo’n land, of in zo’n verhaal wonen.
Daarom vind ik het verhaal over de Babylonische koning Nebukadnezar zo mooi. Zijn naam betekent: ‘Nebu, bescherm de kroon!’
Deze koning kon niet slapen vanwege een droom. Hij droomde dat hij een reusachtig beeld zag. Het hoofd was van goud, de borst en armen van zilver, de buik en lendenen van brons, de benen waren van ijzer en de voeten waren gemaakt van een mengsel van ijzer en leem. Er kwam een steentje aanrollen en het hele beeld donderde in elkaar.
Het speelde zich af in het vroegere Syrië.

 

Dinsdag 26 juli 2011
Nooit opgeven

De held of heldin gaat op pad. Er is iets wat hem of haar ertoe drijft om op weg te gaan. De helden in verhalen zijn geroepen, geïnspireerd om een verschil te gaan maken, hoe dan ook en waar dan ook. De weg is niet duidelijk, de toekomst ongewis en het effect van hun inspanningen niet te overzien. En toch gaan ze op pad en treden de problemen op hun weg moedig tegemoet: woeste rivieren, verscheurende wolven, verstikkende duisternis, vergiftigde bronnen, valse draken, ingestorte bruggen of gemene aardmannetjes.
De helden bouwen bruggen, temmen wolven, maken licht, neutraliseren kwade uitwerkingen, lichten draken een pootje en geven kleine of grote schurkjes het nakijken. De boodschap is: hoe moeilijk iets ook lijkt, het is uiteindelijk te doen. Dat komt ook omdat er in een avontuur helpers gaan optreden, zoals in ‘De ban van de ring’.
Als Frodo halfdood en uitgeput op de grond valt, voelt hij via een meegekregen voorwerp opeens de liefdevolle bescherming van een machtige tovenares die hem opricht, waarna hij weer met vernieuwde krachten verder kan gaan met zijn missie.
Zo vinden we in sprookjes meer aangename hulpmiddelen die worden verstrekt, zoals tafels die zichzelf dekken ‘met de heerlijkste spijzen’, een volautomatische knuppel, boompjes waar geld aan groeit en toverfluitjes in alle soorten en maten.
Natuurlijk roept dat jaloezie en hebzucht op bij voorbijgangers in het verhaal, die van alles gaan organiseren om het geluk van de held in hun macht te krijgen: vaak tevergeefs maar toch: weer oponthoud onderweg.
Maar de held laat zich niet van de wijs brengen en blijft doorgaan om zijn doel te bereiken, ik noem het als beeld maar: Het land achter de Regenboog. Daar zal hij vinden wat hij zoekt, om terug te keren naar de plaats waar hij het verschil gaat maken, door alles wat hij tijdens de reis meegenomen of geleerd heeft.
Nog één obstakel is er over: op de terugweg ontmoet hij een heks of een tovenaar die hem in verwarring brengt. Is het wel zo goed wat hij doet? Maakt hij wel of niet de juiste keuzes? Hij wordt onzeker. Wat is goed? Wat is kwaad?
Totdat het kristal in zijn broekzak hem laat zien, dat het goede te herkennen is aan geluk voor iedereen, terwijl het kwaad daar juist zoveel mogelijk scheiding in aanbrengt.
Dankzij dit geschenk van de Regenboogprinses komt de held gesterkt en veilig thuis, waar hij als de nieuwe koning door zijn volk in de armen gesloten wordt.
En boven zijn bureau heeft hij de grootste schat ingelijst die hij onderweg is tegengekomen:

GELUK IS: NIET DOEN WAAR JE VAN HOUDT, MAAR HOUDEN VAN WAT JE DOET

Dinsdag 19 juli 2011
Geloof je het zelf?

Er zijn mensen die een rood waas voor hun ogen krijgen als het woord ‘Geloof’ of ‘God’ valt. Ze zullen er hun redenen voor hebben. Net als de mensen die er wat lacherig over doen, of zo stellig, knap en vasthoudend zijn in hun argumenten dat God niet bestaat, dat een orthodoxe dominee er jaloers op zou kunnen worden.
Als verhalenvertelster zou ik natuurlijk wel gek zijn om religies naar de prullenbak te verwijzen. Samen met het badwater zouden de meest prachtige verhalen uit de wereldgeschiedenis door het putje verdwijnen. Want wat dacht u waar al die sprookjes vandaan kwamen? Voor religie is immers verbeelding nodig, je voor kunnen stellen dat er meer is dan wij kunnen waarnemen. En verhalen kunnen niet zonder verbeelding.
Hoe zit het dan? Marieke van den Houten, wie en wat is God en wat is het ware geloof?
Dat is voor mij hetzelfde als aan een zandkorrel vragen hoe het strand is ontstaan. Weet die zandkorrel veel, die is er gewoon.
Ik kan alleen voor mezelf zeggen wat wel en niet klopt.
Wat voor mij niet klopt:

  • elkaar letterlijk of figuurlijk de hersens inslaan omdat je niet hetzelfde geloof deelt.
  • iemands land inpikken omdat dat moet volgens een heilig boek.
  • iemand minachten vanwege zijn/haar geloof.
  • voorgangers die vertrouwen winnen om vervolgens de kat in het donker te knijpen.
  • mensen ongelijk behandelen en de wil opleggen vanwege geloofsovertuigingen.

Zie daar al een paar boeiende thema’s voor verhalen: het schenden van mensenrechten en de antwoorden daarop.

Wat voor mij wel klopt:

  • dat mensen moed putten uit geloofsverhalen.
  • dat mensen geïnspireerd worden door geloofsverhalen.
  • dat mensen niet helpen uit liefdadigheid maar vanuit het gegeven dat ieder mens recht heeft op een goed leven.
  • dat voor God ieder mens gelijk is, zodat mensen respect voor elkaar kunnen opbrengen.
  • dat de Bijbel voor dictators altijd een bedreiging is als het gaat om mensenrechten.
  • dat ieder mens het recht en de vrijheid heeft om te geloven wat hij/zij wil.
  • dat mensen het niet meer pikken als ze slecht en onrechtvaardig behandeld worden.
  • dat mijn waarde niet bepaald wordt door wat ik doe maar door wie ik ben.

Kent u misschien het lied ‘Zonder bagage/De wereld heeft mij failliet verklaard’, van Ramses Shaffy? (cd Laat me) Hij zegt daar: ‘Het is een geschenk van God, en dit is wat ie zei: je moet weer werken, je moet weer zingen, je moet weer lachen, je moet weer spelen, je moet weer geven en beleven, je moet weer stralen.’

Zijn eigen woorden en hij geloofde het zelf.

Dinsdag 12 juli 2011
Hoe zal ik u ontvangen, hoe wilt gij zijn ontmoet?

Op tijd van huis vertrekken en ruim op tijd aankomen, draagt bij aan een succesvol verteloptreden. Meestal is er dan een contactpersoon aanwezig, soms is het even zoeken omdat ik iemand alleen ken van telefonisch of mailcontact.
Daarna wordt de optreedruimte verkend, met aandacht voor licht, geluid en zichtbaarheid. Dat is het eerste waar ik op let: Kunnen ze me zien, kunnen ze me horen?
In een buurtcentrum was ik net mijn spullen aan het uitpakken, toen een vriendelijke dame naar me toe kwam lopen. ‘Wilt u misschien een kopje koffie?’
‘Nou, graag!’ antwoordde ik verheugd. Even later kwam ze terug, overhandigde de koffie en zei: ‘Dat is dan 1 euro 20.’
Maar dat is gelukkig een uitzondering. Meestal word ik hartelijk en gastvrij ontvangen.
Vooral door vrouwenverenigingen, het valt me iedere keer weer op dat deze vrouwengroepen uitblinken in organisatie en zorgvuldigheid. Ze geven de ruimte kleur, vaak met verse bloemen, iedereen weet precies wie wat doet, ze houden zich aan de afgesproken tijden en afspraken en iedereen gaat na afloop tevreden naar huis. Naast de vergoeding die ik ontvang, word ik ook vaak verwend met lekkere hapjes en een mooi boeketje als attentie na het slotapplaus.
Soms is het contrast wel erg groot.  Ik kwam een keer binnen in een ruimte waar al wat publiek verzameld was, dus ik stelde me voor en sprak met een paar mensen. Mijn nota had ik volgens afspraak overhandigd aan de contactpersoon.
Even later begon een wildvreemde meneer met mijn nota in de rondte te zwaaien, luidkeels roepend dat het belachelijk was dat ik zoveel geld kreeg voor een verteloptreden. De contactpersoon had de opengevouwen nota laten slingeren op de bar. De man stond bijna te spugen in mijn gezicht, maar ik heb in mijn werk veel ervaring opgedaan met gestoord gedrag, dus ik zorgde ervoor dat ik duidelijk en vooral kalm op hem reageerde. Achteraf bleek de man helemaal niet bij het publiek te horen. Hij was na deze aanvaring naar een andere ruimte vertrokken voor zijn middagje kaarten…

We have just one world, but we live in different ones.
Dire Straits / Brothers in arms

Dinsdag 5 juli 2011
Ergens kom je altijd

‘Wat wil je later worden?’
Ik heb een jongetje gekend dat zeker wist dat hij vensterbankenmaker wilde worden. Maar een antwoord op deze vraag is niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Ik wist het wel. Actrice worden en zangeres, ik zou trouwen met een melkboer en moeder worden van drie jongens en drie meisjes want dat leek me wel gezellig.
Het liep allemaal een beetje anders maar spelen en zingen ben ik mijn hele leven blijven doen, ook in de kindertijd van onze twee zonen. Ik bedacht liedjes en poppenkastverhalen voor verjaardagsfeestjes.
Bij het wisselen van de poppen kwam ik handen tekort en dan liet ik de poppen zeggen dat ze even heel nodig naar de wc moesten. Tot grote hilariteit van het hooggeëerde kleuterpubliek. Of ze het verhaal leuk vonden wist ik niet, maar ze kwamen niet meer bij van het lachen als de prinses, Jan Klaassen, of de agent plotseling van het toneel verdwenen vanwege al die acute darm- of blaasproblemen.

En nu ben ik dan uiteindelijk verhalenvertelster geworden. Maak ik daarbij plannen?
Werk ik aan doelen? Gelukkig niet. Ik volg mijn gevoel en dan gaat alles eigenlijk vanzelf:
Na een meditatief moment waarin ik harp speelde, werd ik gevraagd om in september voor een bruidspaar te gaan spelen, o.a. tijdens de ringwisseling. Daar ben ik nu een mooie compositie voor aan het maken. Het wijst zich dus vanzelf.

Of ik zat in een treinhalletje te lezen, harp en steekwagentje naast me, toen ik werd aangesproken door een onbekende vrouw die zelf al jaren fluit bleek te spelen op conservatoriumniveau. Ze was daarnaast ook activiteitenbegeleidster en ter hoogte van Sloterdijk heeft ze me geboekt voor een verteloptreden in haar zorginstelling.

Zolang ik dit soort gebeurtenissen meemaak, ben ik goed op koers en als ik daar wel eens aan twijfel, denk ik maar aan één van de lijfspreuken van Pippi Langkous:
Ergens kom je altijd.
Want weet u wat ik eigenlijk altijd al wilde worden?
Gelukkig.

MvdH27

Dinsdag 28 juni 2011
………………………………….

Ik hou van de stilte. Of ik kom dan tot rust, of ik voel hoe onrustig ik ben en dan helpt de stilte mij om te onderzoeken waar die onrust vandaan komt.
Een vriendin van mij heeft een hectisch leven maar ze kan het prima aan, zolang ze maar elke dag een stil rondje met de hond kan lopen.
Tijdens schoolkampen heb ik regelmatig gezien hoe kinderen zich in een stil hoekje terugtrokken om even letterlijk tot zichzelf te komen.
Er zijn vele soorten stiltes. De stilte voor de storm, een verwachtingsvolle of hoopvolle stilte, een serene, gewijde stilte of een doodse stilte.
Niet iedereen kan er tegen. Let maar eens op hoeveel radio’s er aan staan bij mooi weer.
Alles wordt er soms aan gedaan om te voorkomen dat het stil is.
In kroegen en tijdens feestjes moet je door snoeiharde muziek heen met elkaar schreeuwen, want in een stille ruimte met elkaar praten is niet cool.
Vaak zoek ik dan het meest rustige hoekje op, om mijn oren en stem te sparen, of ik loop even naar buiten, waar ik regelmatig geestverwanten tegenkom, of rokers natuurlijk.
Een paar weken geleden vertrok ik met de trein uit Zwolle, waar ik het Waterval Vertelfestival had bezocht en mee had gedaan met het open podium van de Stichting Vertellen. Het was een festival om stil van te worden, wat een mooi en gevarieerd aanbod van vertelkunst was daar te vinden en wat ben ik veel leuke mensen tegen gekomen. In de coupé zat ik tussen mensen, die steeds harder met elkaar gingen praten. Ik keek mijn buurvrouw aan en we wisselden veelbetekenende blikken.
Dat gebeurt ook veel in verhalen. Dan wordt er in stilte gecommuniceerd. Met gebaren, blikken, briefjes. Of de stilte redt een leven zoals het jongste geitje in de klok op het moment dat de wolf zich aan het uitleven is.
In muziek of in een vertelling kan stilte heel mooi werken, bedoeld of onbedoeld. Ik bevond me midden in een verhaal en was van het ene op het andere moment de draad kwijt. De volle zaal keek me welwillend en verwachtingsvol aan, het was heel stil. In die stilte stelde ik met verbazing vast dat ik het echt niet meer wist. Een ramp! Ik keek de mensen aan en zag dat ze geboeid en vriendelijk naar me keken. Ze vinden het leuk! dacht ik en daar werd ik zo gelukkig van dat het verhaal vanzelf weer op z’n plek schoot. Ik wist alles weer en maakte het verhaal vrolijk af. Later sprak een mevrouw me aan: ‘O,’ zei ze, ‘die stilte……….dat vond ik toch zo knap!’

 

Dinsdag 21 juni 2011
En ze leefden niet lang en doodongelukkig

Tijdens een verjaardag liet ik mijn eerste visitekaartje aan een schoonzuster zien. Haar dochtertje van zes stond erbij en bekeek het kaartje aandachtig. Daarop keek ze me ernstig aan en vroeg: ‘Waarom doe je zo druk?’
Ze begreep niet waarom ik me zo stond uit te sloven op dat kaartje. Verhalen vertellen?
Maar dat kun je toch ook gewóón doen?
Kinderen zijn nu eenmaal scherpe waarnemers en ze zijn (nog) vrij om te zeggen wat ze denken.
In een cafetaria in Oosterend zat een meisje met haar oma op de bestelling te wachten.
Een week daarvoor was haar opa begraven en dat had veel indruk op haar gemaakt.
Ze liet haar blik even rusten op een mevrouw die een tafeltje verderop in haar eentje van een capuccino zat te genieten en zei met haar kristalheldere kinderstem:
‘Haar man is zeker ook dood.’
Ik waardeer de eerlijkheid van kinderen. Als ze tijdens een voorstelling klappen en juichen, dan menen ze dat (de meeste volwassenen gelukkig ook).
Als het ze niet boeit, dan kom je daar ook snel achter en dan zul je het als verteller over een andere boeg moeten gooien. Meestal ontvang je de aandacht die je verdient.
Als ik werk van mijn vertelling maak, en alles daar omheen, dan gaan de kinderen mee met het verhaal. Als het verhaal rammelt of onduidelijk is, gaan ze zich met andere dingen bezig houden en gelijk hebben ze. Ze moeten al zoveel en ik heb zelf ook geen zin om een hele tijd te luisteren naar iemand die me echt niet kan boeien.

‘Wie niet in het kind het wonder ziet, begrijpt het hele leven niet.’
Dit las ik op een steen in Sprookjeswonderland. In sprookjes hebben kinderen vaak een hard en moeilijk leven, of ze zijn rijk, lui en verwend. Wie ontberingen lijdt, eindigt lang en gelukkig, wie de slechtheid zelf is, wordt een kopje kleiner gemaakt, verjaagd of in de pan gehakt. Wel zo overzichtelijk.
Moet een verhaal voor kinderen dan altijd goed aflopen? Dat hangt er van af. Leeftijd, type… Hoe ouder ze worden, hoe meer ze kunnen hebben omdat ze het verschil tussen fantasie en werkelijkheid steeds beter gaan zien.
Voor jonge kinderen geldt voor mij de gouden regel van Willem Wilmink:
Kinderen moeten het doen zonder drank en sigaretten, dus ze hebben recht op een goed einde.

 

 

Dinsdag 14 juni 2011
Vertellen is vertellen, voorlezen is voorlezen

Op het podium kondigde een enthousiaste mevrouw aan: ‘En dan gaat nu mevrouw de Boer een heel mooi verhaal vertellen.’
Maar dat deed mevrouw de Boer niet. Mevrouw de Boer ging op een trapje zitten, haalde een boek tevoorschijn en begon daar een kwartier uit voor te lezen.
Zoiets gebeurde ook op het Canadaplein in Alkmaar. Er stonden witte tenten en daarin zou ook verteld worden, met instrumentale begeleiding. Mooi niet. Het werd voorlezen. Die keer dan, want ik heb ook meegemaakt dat er wel degelijk verteld werd in die tenten en daar heb ik dan ook erg van genoten.
Ik zou ook een keer meedoen aan een verteltraining in het Spoorwegmuseum in Utrecht en dat bleek begeleiding te zijn voor…juist, voorlezers. Als ik van tevoren had geweten dat het om voorlezen ging, dan was ik die avond thuis gebleven want ik lees m’n halve leven al levendig voor, maar het was helaas gepresenteerd als verteltraining.

Heb ik iets tegen voorlezen? Welnee, ik ben er zelf altijd dol op geweest, of het nu vroeger thuis aan tafel was, of op de bank, of in bed, of op school, of dat ik ging voorlezen aan onze kinderen. Voorlezen vind ik heel waardevol en als het ook nog eens een goed verhaal is dat goed wordt voorgelezen, dan is het helemaal een feest.
Maar het is geen vertellen.
Ik stoor me er pas aan als iets wordt gepresenteerd als vertellen, terwijl het voorlezen is.
Ik weet hoeveel voorbereiding en tijd het vraagt om een verhaal goed uit het hoofd te vertellen (en dat is niet hetzelfde als een tekst uit het hoofd leren).
Ook ken ik de vreugde van oogcontact met het publiek, handsfree en los van het papier.
Eerst ging ik er van uit dat voorlezen een vaardigheid is en vertellen een kunst, maar daar ben ik op terug gekomen.
Goed voorlezen vind ik ook een kunst, maar noem het dan ook zo.
Ik was bij een optreden van een bekende schrijver, die een mooi programma had gemaakt van eigen verhalen en muziek.
Ik kan u nu alvast vertellen dat het zeer de moeite waard is om naar die voorstelling toe te gaan, want er is in mijn ogen niemand die deze pareltjes van vertelkunst zo goed kan voorlezen als deze schrijver: Toon Tellegen.

 

Dinsdag 7 juni 2011
Gooi ballast uit, Sarah!

Voordat ik juf en verhalenverteller was, maakte ik al heel vroeg kennis met verhalen door ze te lezen.
Uit de bibliotheek haalde ik boeken over De Soete Suikerbol, maar dat gebruikte ik als dekmantel. In werkelijkheid las ik verboden boeken uit de Griekse mythologie, die ik liet afstempelen met de terloopse mededeling dat ik die voor mijn oudere zussen moest meenemen. Het was voor mij de enige manier want de medewerkers mochten deze boeken niet aan jonge kinderen uitlenen.
Thuis hadden we glazen langspeelplaten met sprookjes erop: ‘De wolf en de zeven geitjes’, ‘De gelaarsde kat’, en ‘Doornroosje’.
Pure horror was dat. Vooral die heks: ‘Dan is mijn wens uitgekomen….WANT- IK- BEN -DE BOZE FEE, WHA HA HA HA HA HA HAAA!’
Ook hadden mijn ouders een groot sprookjesboek met tekeningen gekocht, waar de meest bekende sprookjes in stonden.
Bij ‘Het lelijke jonge eendje’ was ik iedere keer weer in tranen bij het einde en ik kreeg steenkoude voeten bij ‘Het meisje met de zwavelstokjes’.
In de kinderbijbel las ik over Sodom en Gomorra: ‘…en het werd avond en het werd morgen en de mensen deden de hele dag niets anders dan eten, drinken en zondigen.’
Dan dacht ik oprecht verwonderd: wat dóen die mensen toch de hele dag?

Op school lazen we klassikaal ‘Loekie de eekhoorn’. Er waren in het boek wat verwikkelingen rond een voorname zwanenfamilie en ik móest gewoon weten hoe het afliep waardoor ik herhaaldelijk op mijn kop kreeg omdat ik al zes bladzijden verder was dan de brave ziel die de leesbeurt had.
Later kwamen de stripboeken en we hadden thuis een abonnement op de Donald Duck.
Ik was de zevende in een groot gezin en de bladenman die het blad bezorgde heeft eens een Donald Duck voor zijn ogen in tweeën zien scheuren, toen een kluit vechtende kinderen ermee naar binnen rolde.
Ik genoot altijd erg van de verhalen met humor.
In een Lucky Luke was een kansloos echtpaar in een huifkar op de vlucht. De man vuurde de paarden aan terwijl hij voortdurend naar achteren riep:
‘Gooi ballast uit, Sarah!’
Ik denk er nog wel eens aan, als ik voor mijn gevoel teveel aan mijn hoofd heb:
‘Gooi ballast uit, Sarah! Gooi ballast uit!’

 

Dinsdag 31 mei 2011
Ja zuster, nee zuster

Ik ben een simulatiecliënt. Dat is iemand die voor een vergoeding rollen speelt van verschillende zorgvragers. Ik doe dat op een ROC en een HBO-V opleiding.
Het lijkt op Lotus maar die organisatie is meer gericht op ongevallen.
De verzorgenden en verpleegkundigen in opleiding leren hun vak en onderdeel daarvan is, dat ze goed met zorgvragers om kunnen gaan.
Wie mij niet zou kennen en een blik zou werpen in mijn agenda, zou schrikken van de aantekeningen die doen vermoeden dat ik veel doktersbezoek nodig heb.
Op een maandag halfzijdige verlamming, op een donderdag het verzorgen van een stoma, op een vrijdag Parkinson eerste, tweede of derde stadium of een gebroken heup en de week daarop lastig dement.
Ook kan het gebeuren dat iemand thuis iets met me af wil spreken en dat ik dan antwoord: ‘Nee sorry, dan moet ik bevallen.’
Ik maak deel uit van een heel team dat op afroep beschikbaar is. Soms spelen we samen, dan ben ik een moeder en een collega bijv. de dochter.
Of ik kom een wildvreemde meneer tegen bij de fietsenstalling die zegt dat hij meneer de Vries gaat spelen, waarop ik zeg: ‘O wat leuk, dan ben ik uw vrouw!’
Dat komt dan helemaal goed omdat we thuis dezelfde casus hebben voorbereid.
De verzorgenden/verpleegkundigen voeren de noodzakelijke handelingen uit en de simulatiecliënten vertellen achteraf hoe ze dat ervaren hebben.
Ik word ook ingezet bij het oefenen van ‘Slecht nieuws-gesprekken’, toetsen en examens.
Ook zijn er training- en studiedagen om steeds beter te kunnen spelen, naast het kundig feedback geven.

Wat heeft dit nu met vertellen te maken?
Heel veel, want dit werk vergt veel inlevingsvermogen en de kunst om een zorgvrager met haar verhaal levensecht neer te zetten.
Een keer begon een jonge vrouw na de les belangstellende vragen te stellen over het werk van mijn man, die brugwachter was.
Dat was voor mij een teken dat het goed over was gekomen, in zekere zin een compliment want ik had tijdens het spelen het hele verhaal uit mijn duim gezogen.
Soms is het ook lachwekkend. Ik hing een keer hoog in een tillift toen de stroom op was, waardoor het ding niet meer kon zakken. Hoe kwam ik weer terug in het bed beneden mij? Ik zat helemaal vast-en ingesnoerd en er was geen beweging in het ding te krijgen.
Uiteindelijk ben ik als een soort Houdini uit het tuigje gekropen, met mijn voetzolen tot in mijn liezen.
Lastige mensen zijn het leukst om te doen. Humeurig, boos of onredelijk zijn, of in opdracht met borden eten smijten.
Ik kan me heerlijk uitleven omdat ik weet dat ik geen schade aanricht en het is achteraf mooi om te zien hoe de studenten tot nieuwe inzichten komen. Ik leer zelf ook veel van iedere les en iedere student die ik tegenkom want mensen zijn net verhalen: er is er niet één hetzelfde.

 

Dinsdag 24 mei 2011
Professioneel. Wat is dat?

Op de dag dat ik besloot om een verhalenvertelster te worden die kon worden geboekt voor allerlei bijeenkomsten, dacht ik niet: Ha! Nu ben ik een professional. Of word ik een professional. Ik hield me er gewoonweg niet mee bezig.
Ik wist alleen maar dat ik me bij die beslissing goed voelde. Zo goed, dat ik vrolijk door het huis liep terwijl er een lawine van stof, takjes en vage rommel naar beneden kwam omdat er een kraaiennest uit onze schoorsteen werd verwijderd.
Boeide niet, want ik had net een opdracht ontvangen van een ondernemersnetwerk en daar had ik heel veel zin in. Ik heb de zaak dus fluitend opgeruimd, terwijl ik zonder die opdracht waarschijnlijk met hangend hoofd op zoek was gegaan naar stoffer en blik.
In gesprekken met belangstellende mensen was er ook wel eens een spraakverwarring.
‘Bent u een professioneel vertelster?’ ‘Ja, ik zie het zeker als een vak dat ik uitoefen.’
‘Nee, ik bedoel: verdient u uw brood ermee?’
Er zijn dus verschillende betekenissen als we het over ‘professioneel’ hebben.

Ik heb het even opgezocht:

Professioneel betekent:
-behorend bij een beroep.
-handwerkmatig (de schoorsteenveger was dus zeer professioneel bezig).
-bekwaam, vakkundig.
-met een vak de kost verdienen.
-bepaald kwaliteitsniveau van persoonlijk optreden in werksituaties.

De laatste regel van dit rijtje doet bij mij een lichtje opgaan. Nu zijn we er wat mij betreft.
Ik kan namelijk niet zo goed uit de voeten met allerlei definities waar ik wel of niet in zou moeten passen.
Er zijn immers ook betaalde amateurs die hun werk goed doen en daarom semi-professioneel worden genoemd.
Voor mij is het woord ‘kwaliteitsniveau’ zeer verhelderend.
In mijn vertelwerk wil ik kwaliteit leveren, niet omdat ik daarmee geld of status verdien (dat valt onder de categorie meevallers) maar omdat het voor mij anders niet zinvol is.
Betekent dat, dat ik een perfectionist ben?
Tot op zekere hoogte wel, want ik wil dat mijn vertelwerk in orde is.
Tegelijkertijd besef ik dat daar ook een valkuil ligt.
Iets dat perfect is, roept geen spanning op, het is immers al zo klaar als een klontje.
Een vriendin van mij die prachtig zingt, was eens in een lied een vrouw aan het uitbeelden die in strijd was met zichzelf.
Het was bloedstollend mooi met een prachtige expressie. Achteraf vertelde ze dat ze tijdens het lied erg in strijd was met zichzelf omdat het voor haar gevoel niet perfect ging. En dat maakte het juist helemaal áf.
Waarmee ik wil zeggen dat iedereen gewoon maar moet doen wat hij of zij wil, al of niet professioneel.
Oefening baart kunst en alles wat aandacht krijgt, groeit, dat kan niemand een mens afnemen. En wie ben ik, om met welk recht te zeggen of iemand wel of niet professioneel bezig is? Dat is immers ook een kwestie van smaak.

 

Dinsdag 17 mei 2011
Met harp en ziel

Toen ik zeven was, werd er in de Klaas Katerstraat in Zaandam een kinderkoor opgericht: De Notenkrakertjes.
Ik heb er geen noot gezongen want bij de eerste repetitie was het één grote chaos en de dirigente kwam niet en is ook nooit komen opdagen.
Dit was het eerste koor in mijn leven dat al was opgeheven voordat het begonnen was.
Gelukkig bleef ik doorgaan met zingen en er volgden meerdere zanggroepen omdat je in je eentje nu eenmaal niet meerstemmig kunt zingen.
In verhalen wordt ook heel wat afgezongen, van levensgevaarlijke sirenes tot moeders die slaapliedjes zingen.
Ik mag het allemaal graag laten horen tijdens een verhaal.

Een poosje geleden leerde ik Beatrijs van Oorschot kennen, die net een opleiding tot Stembevrijder had afgerond bij Jan Kortie in Amsterdam.
Ze zocht een aantal mensen om zelf les aan te gaan geven en vroeg of ik met een groepje mee wilde doen.
Ik was daar voor te vinden want met vrijuit zingen kun je me niet gelukkiger maken.
We zongen in een klein kerkje in Oudorp NH, dat me dierbaar is omdat mijn man en ik daar 25 jaar geleden zijn getrouwd.

Toen rees bij haar het plan op om een serie van vier zangavonden ‘Met harp en stem’ te gaan organiseren, waarbij verhalen zouden worden verteld, gedichten voorgedragen, waar van de stiltes tussendoor genoten kon worden (je hoort dan heel veel vogeltjes) en waar korte liederen en mantra’s meerstemmig gezongen zouden worden.
In datzelfde kerkje, de Terp.
Ze vroeg me of ik die cursus als mededocente wilde geven en daarbij harpbegeleiding voor de liederen wilde ontwikkelen.

Aanstaande donderdag sluiten we alweer de tweede serie ‘Met harp en ziel’ af en tot nu toe zijn alle avonden goed bezocht met enthousiaste deelnemers.
We doen het samen met ontzettend veel plezier en de zelf uitgepuzzelde harpbegeleiding is ondertussen uitgebreid met eigen composities en improvisaties waarbij ook spontaan meerstemmig wordt gezongen.

Met harp en ziel 2 gaat in het najaar starten als een volgende serie meditatief zingen.
Vóór de pauze worden de stemmen gezamenlijk lekker losgemaakt, dan is er thee met koekjes en na de pauze begint het meditatieve gedeelte van de zangavond.
U kunt het op de agenda van mijn website zien staan, als u zin heeft om met een leuke groep mensen heerlijk ontspannen te gaan zingen in een rustige en inspirerende omgeving.

Een vogel zingt niet
omdat hij een antwoord heeft.
Een vogel zingt
omdat hij een lied heeft.

 

Dinsdag 10 mei 2011
Het weer

Ook voor een verteloptreden geldt: een goede voorbereiding is het halve werk. Maar daarmee zijn we er nog niet.
Wat maakt een voorstelling geslaagd? En zit alles een beetje mee?
Als ik op pad ga, kan ik het allemaal nog zo goed in orde hebben, maar daar heeft de werkelijkheid verder geen boodschap aan.
Die is onvoorspelbaar, net als het weer zodra de wind begint te draaien.
Soms weet ik bijvoorbeeld van tevoren niet hoeveel mensen er komen.
Toen ik me dat in gezelschap een keer hardop afvroeg, begon men naar de lucht te kijken voor het juiste antwoord:
Bij prachtig weer gaan mensen natuurlijk de paden op en de lanen in.
Maar als het regent komen ze natuurlijk hun deur niet uit.
Zegt u het maar.
Weer of geen weer, onvoorziene gebeurtenissen kunnen voorstellingen een extra dimensie geven.
Een greep uit de oogst tot nu toe:

Terwijl ik in een hofje bezig ben met een mooi verhaal, begint er plotseling een reclamevliegtuig boven ons hoofd rond te cirkelen met de oproep dat we onze vispas niet moeten vergeten.

Tijdens een spannend moment in het verhaal laat een vrijwilligster, strak voor zich uit kijkend, met gierend lawaai een elektronisch scherm voor de bar zakken.

Ik sta net voor een groep ondernemers een Zuid-Amerikaans lied te zingen met een schud-ei in mijn hand, als er honderden AZ-supporters  loeiend door het Alkmaarse straatje trekken waar het zaaltje met de geopende ramen zich bevindt.

Een blindengeleidehond begint dreigend te grommen zodra ik gebaren begin te maken binnen het verhaal.(Zijn bazin vertelde me na afloop dat het niet aan mij lag en dat hij dat ook doet zodra ze thuis begint te dansen.)

Ondertussen ben ik er wel aan gewend dat er van alles kan gebeuren en dat is meestal helemaal niet erg. Wat in eerste instantie storend over kan komen, geeft ook de mogelijkheid om op een verrassende manier contact te maken met het publiek, om er zo uiteindelijk samen iets van te maken.
Die goede voorbereiding is dan een stevige basis en de levende werkelijkheid doet de rest, al zal ik wel eerlijk toegeven dat ik het helemaal niet erg vond toen het reclamevliegtuigje steeds kleiner werd om tenslotte door een wolk te worden opgeslokt.

Ik heb ook gemerkt dat ik de omgevingsfactoren zelf een zetje in de goede richting kan geven.
Ik speelde tijdens een verhaal een verstrooide professor en het leek me een leuk idee om als professor binnen te komen.
Aan de kapstok hingen een pet en een paraplu en in de hal voor de zaal was een boekenmarkt.

Vlak voor ik naar binnen ging, bladerde ik wat in een paar boeken en kwam een grote boekenlegger tegen waarop in dikke zwarte letters stond afgedrukt: Waar ben ik?
Dat gebruikte ik bij binnenkomst als de rode draad die mijn leven als professor tot nu toe bepaalde.
Beslist levensecht qua inleving want vanaf het moment dat ik als kind mijn eerste stapjes zette, bleek ik een groot talent te hebben voor systematisch de verkeerde kant op lopen.
Ik bewaar ook een mooie herinnering aan ‘Een midzomernachtsdroom’, een verteloptreden in Bergen met vertelkring ‘Ooit’.
We hadden stralend mooi weer zodat we buiten konden optreden.
Het speelde zich af in de tuin van Maathe Commerina Boot en omdat het verhaal een bos als decor heeft, gebruikte ik dankbaar de mooie tuin als een ruim speelveld tijdens het vertellen.
Omdat er binnen het verhaal veel mis ging met afspraken tussen de hoofdpersonen, kon ik dat door de aanwezigheid van de tuin flink uitvergroten waardoor de algehele verwarring heel komisch werd, zonder dat ik dat van tevoren had bedacht.
Wie weet hoe het uit de verf was gekomen met hagel en onweer.

Over onweer gesproken:
Jaren geleden liepen mijn man en ik in Zaandam de Oostzijderkerk in op het verkeerde tijdstip.
Er werd namelijk een dienst gehouden voor Orthodox Hervormden die ‘streng zijn in de leer’, de zogenaamde Gereformeerde Bonders binnen de Nederlandse Hervormde Kerk
(probeer het niet te begrijpen).
Dat waren onze vrijzinnige oren niet gewend, maar wat gebeurde?
Terwijl de dominee in het zwart een ouderwetse donderpreek ging houden over de zonde, begon het hevig te onweren.
Hoe meer hij zijn stem verhief, hoe groter de bliksemflitsen en daverende donderslagen.
Hoeveel zielen er die ochtend zijn gered weet ik niet, maar zeker is dat het niet aan het weer heeft gelegen.

 

Dinsdag 3 mei 2011
De slang in het paradijs

Toen mijn moeder nog een jong meisje was, hoorde zij op school het verhaal van Adam en Eva en de slang, die Eva net zo lang bewerkte, tot ze rijp genoeg was om van de verboden vrucht te gaan willen eten.
En mijn moeder dacht: Eva, doe het niet!
Want ze wist al, zo klein als ze was, dat er na de fatale hap een hoop gedonder van zou komen.
Dat vond ze erg: alles was goed, en opeens was het goed mis.
Dat gegeven zie ik in vrijwel alle verhalen terugkomen.
Verhalen laten immers iets van het leven zien, dat het leven wonderschoon is en verschrikkelijk en alles daar tussenin.
Sommige schrijvers en vertellers kunnen ook erg boos worden om wat er in hun wereld gebeurt en kiezen dat als uitgangspunt voor hun werk, net als veel kunstenaars.
Ik heb mezelf inmiddels de vraag gesteld hoe ik hier in sta:
In hoeverre ben ik een geëngageerde verteller?
Of schop ik de slang mijn paradijs uit en vertel ik alleen verhalen over Hansje in Bosbessenland?*
Dat antwoord ben ik gaandeweg aan het zoeken en dat is begonnen met de verhalen die me raken.
Ik heb zelf verhalen uit alle windstreken gelezen en gehoord waar ik troost uit putte.
Ik was niet de enige die worstelde met dingen en ik was niet de enige die wist wat verdriet en eenzaamheid was.
Er is ooit een opvallend hoog sterftecijfer waargenomen bij baby’s die wel het hoognodige kregen, maar niet werden aangeraakt.
Dat komt in de buurt van mijn motivatie als verteller.
Geraakt worden door de verhalen van mensen, en mensen uitnodigen om zich aan te laten raken door verhalen en sprookjes die laten zien dat niet iedere appel wordt aangereikt met giftige bedoelingen.

*uitdrukking van Jos Brink
 

Dinsdag 26 april 2011
🙁   🙂  To be or not to be
   
Ik wilde een Cliniclown worden. Waarom wist ik niet precies dus het leek me een goede zaak om daar maar eens achter te komen via een clownsopleiding. Ik haalde diep adem en deed auditie in Sloterdijk, bij ’tiny heroes’. Na de auditie werd me een voorbereidende basistraining aangeboden, want er zat beslist een clown in mij, maar die was nog erg jong qua ervaring. Ik vond het meteen een uitgelezen kans om improvisatie in het algemeen eens flink te gaan oefenen op deze manier. Dat leek me echt het einde: uit de losse pols kunnen improviseren.
Ik verwachtte dat het goed zou klikken met de andere clowns, maar dat pakte anders uit. Met een paar deelnemers had ik wel leuk contact maar ik herkende mezelf niet in de dodelijke ernst waarmee sommige clowns hun kunsten vertoonden. Sommigen waren erg onvoorspelbaar en konden binnen het spel opeens lelijk uithalen. En alles werd zwijgend uitgevoerd, op keelklanken of jabbertalk na. Wie een opdracht zat was, deed gewoon z’n neus af.
Er werd beslist ook wel gelachen en ik voelde me erg thuis bij de trainster, maar uiteindelijk miste ik de gesproken taal heel erg en ik ontdekte dat ik steeds meer opzag tegen het improviseren.
Ik stond eens voor een, op dat moment voor mij onmogelijke clownsopdracht en ik dacht opeens: @#$%^! Ik wil een rol goed neer kunnen zetten, ik wil een lied goed zingen, ik wil een verhaal goed kunnen vertellen, rot toch op met dat improviseren!
Ik rondde de basistraining vervolgens keurig af en nam afscheid van de rode neus met het hinderlijke elastiekje.
De trainster hoopte me nog eens terug te zien omdat ze in mij een grote kracht zag op het gebied van absurdistisch spel. Dat nam ik toch maar mooi mee. Ik vond het in die afgelopen leertijd sowieso geweldig om van haar les te krijgen: Ze deed niet leuk, ze was leuk.

Ook mocht ik een tijdje later via een speciale regeling met een verpleegster, een paar Cliniclowns aan het werk zien in een ziekenhuis. Ze deden het geweldig, maar ik kreeg weer hetzelfde gevoel: Dit is mijn weg niet. Ik wil dus geen Cliniclown meer worden maar ik heb er wel veel van geleerd. Door de training ben ik bewust eerlijker gaan communiceren, ik heb goed leren waarnemen, observeren en heb meer moed gevonden om mezelf te durven zijn. En vanaf het moment dat ik het improviseren los liet, bleek ik het opeens heel goed te kunnen, de druk was er kennelijk af. Daar geniet ik nu erg van binnen het vertelwerk.
Voor mij is het achteraf verrassend dat ik iets pas goed kon, door het juist niet meer te willen.

 

Dinsdag 19 april 2011
De opmaak

Voordat ik naar een verteloptreden ga, kijk ik meestal nog even in de spiegel.
Mijn blauwe ogen kijken me wat zorgelijk aan, wetend dat het vooruitzicht om op te treden vreugdevol is, maar qua spanning ook aan een bezoek aan de tandarts doet denken.
Ik gebruik zo weinig mogelijk make-up omdat mijn huid er zeer gevoelig voor is en omdat ik mezelf wil laten zien zoals ik ben.
Toch tuttel ik lekker aan met lichtblauwe oogschaduw, accentpotloodje en mascara.
Mijn ogen lijken daarna groter en samen met het lippenkleurtje zorgt dat ervoor dat mijn gezicht ook achterin de zaal goed te lezen is.
Soms heeft schmink onvermoede effecten.
Zo speelde ik eens heks Titia in het Rommelbos in een Koninginnedag-voorstelling waar onze kinderen ook aanwezig waren.
Na afloop kleedde ik me snel om, het afschminken deed ik thuis wel.
Mijn echtgenoot kreeg van onze oudste zoon de volgende mededeling  toen ik met mijn tassen vol heksenspullen voor de deur stond:
‘Zo nemen we haar niet mee, hoor.’
Maar de meest kernachtige uitspraak op dit gebied heb ik ooit Freek de Jonge horen zeggen:
‘Wat er niet in zit, kun je er ook niet op smeren.’

 

Dinsdag 12 april 2011
Over the top

Tijdens een vertelling maak ik vaak gebruik van allerlei soorten expressie.
Ik trek gezichten, verhef mijn stem, maak me groot of klein als het zo uit komt en als de helden of heldinnen heelhuids door het avontuur heen zijn gekomen, laat ik ze graag stralen als de zon.
Maar niet teveel.
Het is voor een publiek op den duur vermoeiend om van het ene naar het andere hoogtepunt meegenomen te worden.
Als iemand voortdurend staat te schreeuwen, maakt het op den duur geen indruk meer, net zoals het gebruik van tien uitroeptekens de beste manier is om krachtige taal om zeep te helpen.
Huilende personen binnen het verhaal zijn ook een verhaal apart.
Als ik me mee laat slepen door de emoties in het verhaal en er uiteindelijk zelf bij sta te huilen, dan versterkt dat mijn verhaal helemaal niet.
De mensen zijn dan met hun aandacht niet meer bij mijn verhaal, maar denken:
Ach, wat heeft die mevrouw het moeilijk.
Hoe moet het dan wel?
Het was voor mij een geweldige ontdekking dat ik als persoon volstrekt onbelangrijk ben op het podium.
Ik richt mijn aandacht volledig op het verhaal en het publiek en alles wat daarmee te maken heeft.
Zolang mijn emoties leven in de hoofdpersonen, krijgen ze van mij als verteller alle ruimte waar het verhaal om vraagt.
Zoals ik ook zing en rollen speel:
Niet het vele is goed, maar het goede is veel…

Dinsdag 29-03-2011
Hoe doet ze dat toch?!

Na een verteloptreden komen al snel de eerste vragen:

“Hoe leert u dat nu uit uw hoofd?”
“Doet u dit wel eens vaker?”
Voor wat voor mensen vertelt u meestal uw verhalen?”
Waar haalt u toch al die verhalen vandaan?”

Als ik met antwoorden kom, zie ik soms dat ik de laatste tien jaren steeds verder gegroeid ben als verteller. In het begin leerde ik bijvoorbeeld de teksten woordelijk uit mijn hoofd, uit angst om wat te vergeten. Nu studeer ik het verhaal nog steeds van tevoren in, maar in beelden. Ik zie het verhaal gebeuren en vertel dat in mijn eigen woorden en gebruik daarbij wat het in mij en in het publiek oproept. Het gevolg is, dat ik soms een persoon in het verhaal niet speel, maar dat ik me op dat moment verbeeld dat ik het zelf ben. Dat blaast het verhaal leven in.

Sommige reacties uit het publiek vind ik heel grappig:

  • Ik bespeelde mijn harp en zong daarbij, als onderdeel van een kerstverhaal. Een brugklasser vroeg aan haar vriendin: “Wie is daar nu toch aan het zingen?” “Nou, die mevrouw die harp zit te te spelen.” (Verbluft) “Nee! Dat kan niet!”
  • Of een mevrouw die na afloop zei: “Oh, die ridder zie ik nog helemaal voor me, op dat grote zwarte paard.”
    Ik heb het niet over een zwart paard gehad. Dat strijdros kleurde ze in met haar eigen verbeelding.

Hiermee besluit ik het eerste stukje tekst van mijn kersverse weblog. Het viel best mee, het schreef zich eigenlijk vanzelf. Terwijl ik eerst dacht: Hoe doe ik dat toch?!

= = = = =